Met haar debuut Rockferry schaarde de uit Wales afkomstige Duffy (volledige naam Aimée Ann Duffy) zich op indrukwekkende wijze onder een op dat moment flink uitdijend contingent Britse soulzangeressen. Hoewel ik Rockferry een prima plaat vond, vond ik Duffy lange tijd niet de beste van het stel. De blue-eyed soul op Rockferry borduurde wel erg makkelijk voort op de muzikale erfenis van Britse zangeressen als Dusty Springfield, Lulu en Petula Clark en bovendien raakte Duffy me net wat minder dan concurrenten als Amy Winehouse en Adele, die toch over een wat doorleefder stemgeluid beschikken. Wat Duffy op de plaat nog niet volledig lukte, lukte haar wel op het podium, waarop ze de vloer aanveegde met al haar concurrenten. Ik verwachte dan ook veel van Duffy’s tweede plaat Endlessly, maar aan deze verwachtingen wordt in openingstrack My Boy op geen enkele manier voldaan. My Boy is een draak van een song, waarvoor Lady Gaga waarschijnlijk haar neus zou ophalen. De songs is zelfs zo slecht dat ik wel drie keer heb gecontroleerd of de juiste cd in de cd-speler zat. Gelukkig herstelt Duffy zich snel en schotelt ze ons geen plaat vol met zeurderige kinderpop voor. Endlessly is geproduceerd door 70s icoon Albert Hammond en dat is wat mij betreft een opvallende keuze, zeker na de keuze voor Bernard Butler voor de productie van Rockferry. Hammond heeft Duffy een wat minder Brits en veel commerciëler geluid gegeven. Het is een geluid dat deels is geworteld in de jaren 50 en 60, maar hiernaast een graantje probeert mee te pikken van momenteel succesvolle zangeressen als de al eerder genoemde Lady Gaga. Endlessly hinkt hierdoor op twee gedachten en is een plaat die wat mij betreft niet volledig is te beluisteren zonder last te krijgen van kromme tenen. De muzikale bloedarmoede is in een aantal tracks absoluut schrijnend te noemen en heeft onmiddellijk effect op de stem van Duffy, die opeens schel en koud klinkt. Hiertegenover staan een aantal prachtige, over het algemeen rijk georkestreerde, maar soms ook verrassend sobere tracks, waarin Duffy laat horen over hoeveel talent ze beschikt. In deze songs is de soul terug in haar stem en kippenvel nauwelijks te vermijden. Ik heb Endlessly inmiddels vele malen gehoord en het contrast tussen de positieve en negatieve uitschieters op deze plaat wordt alleen maar groter. Endlessly bevat een aantal tracks waarvoor Duffy en haar producer zich wat mij betreft heel diep moeten schamen, maar bevat ook een aantal tracks die laten horen dat Duffy moet worden gerekend tot de betere blue-eyed soulzangeressen van het moment. Schrap alle songs van “Lady Duffy” en je houdt een goed gevulde EP met geweldige songs over. Het is wat mij betreft net voldoende, maar ik heb grote zorgen over de toekomst van Duffy. Het is daarom te hopen dat Duffy plat op haar bek gaat met deze plaat en mag uithuilen bij een kleine platenmaatschappij en een wat avontuurlijker ingestelde producer. Vervolgens maakt ze misschien alsnog de wereldplaat die Endlessly had moeten zijn, maar helaas niet is geworden, al is een handjevol tracks zo de moeite waard dat ik deze krenten toch maar uit de pop heb gepikt. Erwin Zijleman