De van oorsprong Canadese singer-songwriter Ray Bonneville staat inmiddels al een aantal decennia op de planken. Jarenlang combineerde hij het muzikantenbestaan met uiteenlopende andere banen, maar sinds 1993 is hij fulltime muzikant. Dat heeft hem in vaderland Canada het nodige succes opgeleverd, waaronder een prestigieuze Juno Award, maar daarbuiten is Ray Bonneville nog altijd onbekend en onbemind. Het vorige maand verschenen Bad Man’s Blood is daarom mijn eerste kennismaking met de muziek van Ray Bonneville en het is een kennismaking die aankomt als een mokerslag. Bad Man’s Blood bevat voornamelijk bluesy rootsmuziek die opvalt door de smaakvolle instrumentatie en de geweldige zang. Hoewel er flink wat muzikanten hebben bijgedragen aan Bad Man’s Blood, onder wie medeproducer en snarenwonder Gurf Morlix en saxofonist Dexter Payne, klinkt de muziek van Ray Bonneville behoorlijk sober. Bluesy gitaarspel, een verdwaalde mondharmonica en voetgestamp bepalen voor een belangrijk deel het geluid van de plaat, waardoor de imposante stem van Ray Bonneville alle ruimte krijgt om te schitteren. Het is een stem die me in eerste instantie vooral aan die van een nog niet bejaarde Johnny Cash deed denken, maar na verloop van tijd hoorde ik ook veel van John Hiatt en een heel arsenaal aan legendarische bluesmannen. Doorleefd, soulvol, warm en puur; veel meer te wensen valt er niet. Ondanks het uiterst sobere karakter van de songs van Ray Bonneville, is de impact van zijn songs maximaal. Ray Bonneville heeft zijn songs ontdaan van alle opsmuk en teruggebracht tot de essentie. Het levert een serie songs op die direct indruk maken en je niet veel later hardhandig bij de strot grijpen. Waar vrijwel al zijn soortgenoten het toevoegen van extra tierelantijntjes of omzwervingen buiten de gebaande paden niet kunnen weerstaan, verfijnt Ray Bonneville de eenvoud tot in de perfectie. Bad Man’s Blood zit in muzikaal opzicht zo knap in elkaar dat je vermoedt dat over iedere gitaaraanslag is nagedacht, maar waarschijnlijk komt alles rechtstreeks uit het hart. Bad Man’s Blood is zoals gezegd een uiterst sobere plaat, maar het is desondanks geen eentonige plaat. Door bijzonder subtiele instrumentale accenten en muzikale uitstapjes klinkt de plaat als een consistent geheel, maar klinken alle songs net iets anders. Het is een serie songs waarbinnen je overigens tevergeefs zult zoeken naar een zwakke broeder. Bad Man’s Blood is een plaat waarvoor iedere rootsmuzikant van naam en faam zou tekenen. Het is een plaat die met een wat bekendere naam op de cover ongetwijfeld direct zou worden uitgeroepen tot een meesterwerk, maar nu dreigt de anonimiteit. Of ik daar iets aan kan veranderen weet ik niet, maar laat mijn slotakkoord duidelijk zijn: WERELDPLAAT! Erwin Zijleman