Butch Walker zat de afgelopen jaren als producer achter de knoppen bij megasterren als Kate Perry, Pink en Avril Lavigne, maar als muzikant heeft de Amerikaan tot dusver een veel minder imponerende staat van dienst. Walker scoorde aan het eind van de jaren 90 een Amerikaanse culthit met zijn band Marvelous 3 en bracht sindsdien een aantal nauwelijks opgemerkte soloplaten uit. Het onlangs verschenen Sycamore Meadows is zijn vierde en ook voor deze plaat loopt de wereld tot dusver nog niet echt warm. Dat is doodzonde, want wat is dit een goede plaat! Op Sycamore Meadows toont Butch Walker zich een getalenteerd songwriter, een uitstekend zanger, een gloedvol muzikant en een bijzonder begenadigd verteller van indringende, vaak wat melancholische, verhalen. Sycamore Meadows staat vol met aansprekende songs, die zich bewegen in het schemergebied tussen pop, rock en roots. Een terrein dat Tom Petty in het verleden met veel succes exploiteerde en dat de afgelopen jaren met veel bravoure door menige jonge singer-songwriter is bevolkt (denk aan Pete Yorn, Jason Mraz of Gavin DeGraw). Jonge singer-songwriters die wat mij betreft niet in de schaduw kunnen of mogen staan van Butch Walker. Zowel in muzikaal als in tekstueel opzicht weet Butch Walker zich immers met gemak te onderscheiden van de concurrentie. Zijn songs bewegen zich op het eerste gehoor weliswaar binnen het idioom van de radiovriendelijke Amerikaanse rockmuziek, maar blijken keer op keer over een venijnig of onverwacht randje te beschikken. Hierbij komen de zonder uitzondering bijzonder aansprekende teksten, die een breed scala aan thema’s, variërend van persoonlijk leed tot het wel en wee van de gehele Amerikaanse samenleving, bestrijken. Talenten die het gerenommeerde PopMatters er al toe brachten om Butch Walker te vergelijken met grootheden als Bruce Springsteen en David Bowie. Dat gaat misschien nog net wat te ver, maar dat we hier te maken hebben met een enorm talent durf ik na het beluisteren van Sycamore Meadows niet langer te ontkennen. Erwin Zijleman