Ik heb de nieuwe plaat van het Britse tweetal Blood Red Shoes al een tijdje liggen, maar durfde er tot dusver eigenlijk niet naar te luisteren. De Britse pers roept immers al weken dat Laura-Mary Carter en Steven Ansell inmiddels volwassen zijn geworden en dat is het laatste dat ik wil horen. Blood Rood Shoes was op haar eerste twee platen een band die één kunstje beheerste, maar dit kunstje beheerste het duo uit Brighton wel tot in de perfectie. Zowel Box Of Secrets uit 2008 als Fire Like This uit 2010 stond vol met hyperactieve punky popliedjes en op beide platen was het tevergeefs zoeken naar een slechte track. Blood Red Shoes maakte tot dusver rauwe popliedjes vol jeugdige onbevangenheid en een ongelooflijke dosis energie. Op hun derde plaat, In Time To Voices, klinken Laura-Mary Carter en Steven Ansell inderdaad anders dan we van hun gewend zijn. Het gaspedaal wordt dit keer niet continu ingetrapt en naast stevige punky gitaarsongs is er dit keer plaats voor zwoele en honingzoete popliedjes en voor een aantal tracks die verder gaan dan de paar akkoorden die nodig zijn voor een memorabel popliedje. Deze nieuwe koers van Blood Red Shoes bevalt me eigenlijk wel. De eerste twee platen van het duo kwamen hard aan maar vraten energie. In Time To Voices is een plaat die vooral energie geeft. Door de grotere dynamiek op de plaat bevat de muziek van Blood Red Shoes wat meer rustpunten, wat de impact van de rauwere tracks alleen maar vergroot. Zeker wanneer Laura-Mary Carter de vocalen voor haar rekening neemt beschikt de muziek van Blood Red Shoes over behoorlijk wat verleidingskracht, wat mooi contrasteert met de veel rauwere songs die ook op de eerste twee platen van het tweetal hadden kunnen staan. Blood Red Shoes maakte tot dusver overrompelende muziek met direct effect, maar komt nu op de proppen met een serie songs vol groeipotentie, zonder dat dit ten koste is gegaan van de aanstekelijkheid van de muziek van het duo uit Brighton. Zijn Laura-Mary Carter en Steven Ansell volwassen geworden? Nee, gelukkig niet. Ze zijn wel flink gegroeid, maar dat blijkt na enige gewenning alleen maar goed nieuws. Heel goed nieuws zelfs. Erwin Zijleman