Er zijn tijden geweest waarin alleen een goede soulstem al voldoende was voor een glanzende carrière in de muziek. Momenteel is het aanbod echter zo groot dat er meer nodig is.
Anderson East heeft dat meer te bieden. De uit Athens, Alabama, afkomstige muzikant is een blanke soulzanger met een gitzwarte strot en het is bovendien een soulzanger die de muzikale tradities van zijn geboortegrond kent en in ere houdt.
Delilah, het debuut van Anderson East, klinkt bij vlagen precies zoals de platen die in de jaren 60 in het nabijgelegen Muscle Shoals werden gemaakt klonken en dat is een groot goed.
Het is deels de verdienste van de prima muzikanten die de Amerikaan omringen en het is zeker ook de verdienste van producer Dave Cobb, die eerder hele mooie dingen deed met Sturgill Simpson en Jason Isbell en nu Anderson East heeft voorzien van een geluid dat de muziek van de jonge Amerikaan naar een hoger plan tilt.
Het is een rijk en gloedvol Southern soul geluid dat herinnert aan vervlogen tijden, maar Anderson East doet meer dan alleen maar het reproduceren van het soulgeluid waar hij mee opgroeide.
De door Dave Cobb in Nashville gerekruteerde band weet hoe een portie dampende soul moet klinken, maar is ook niet vies van blues en country, waardoor Delilah rijker en veelzijdiger klinkt dan de gemiddelde plaat in dit genre.
Anderson East is in vocaal opzicht minstens net zo veelzijdig als de muzikanten op zijn plaat, waardoor Delilah uiteindelijk veel meer is dan een retro soulplaat. De jonge Amerikaan kan uithalen als de groten uit het genre (ik hoor vooral wat van Wilson Pickett en Al Green), maar heeft ook de rauwe strot van Van Morrison om nog maar eens een grootheid van stal te halen.
Het debuut van Anderson East is uiteindelijk vooral een rootsplaat met heel veel soul en het is een hele goede rootsplaat. De concurrentie in het genre is momenteel moordend, maar dat Anderson East het gaat redden durf ik na beluistering van zijn uitstekende debuut wel te voorspellen. Erwin Zijleman