03 februari 2025

Review: Eddie Chacon - Lay Low

Eddie Chacon moest lang teren op de ene wereldhit die hij aan het begin van de jaren 90 scoorde, maar met drie uitstekende soloalbums op rij krijgt de tweede jeugd van de Amerikaanse muzikant steeds meer glans
Ik had me tot dusver nog niet gewaagd aan de muziek van de Amerikaanse soulzanger Eddie Chacon. Ten onrechte, want de twee soloalbums die Eddie Chacon de afgelopen jaren maakte waren uitstekend en ook het deze week verschenen Lay Low mag er weer zijn. Op zijn derde soloalbum smeedt de Amerikaanse muzikant op fraaie wijze invloeden uit de soulmuziek uit het verleden en meer eigentijdse klanken aan elkaar. Het levert een sprankelend maar ook heerlijk zwoel en lui album op, dat nog wat verder wordt opgetild door de prima soulstem van Eddie Chacon. Lay Low krijgt net als zijn twee voorgangers uitstekende recensies en dat is volkomen terecht.



Eddie Chacon maakte aan het begin van de jaren 90 deel uit van het duo Charles & Eddie, dat in 1992 een wereldhit scoorde met Would I Lie To You? Het is zo’n oorwurm die bijna iedereen mee kan zingen, maar die mij destijds niet nieuwsgierig maakte naar de andere muziek van het Amerikaanse tweetal. Would I Lie To You? is volgens mij het enige serieuze wapenfeit van Charles & Eddie, die na hun wereldhit dan ook snel uit beeld verdwenen. 

Charles Pettigrew verloor in 2001 de strijd tegen kanker en Eddie (Chacon) dook pas weer op in 2020, toen zijn eerste soloalbum verscheen. Dat album, Pleasure, Joy And Happiness, kreeg verrassend goede kritieken, maar vanwege de associaties met Charles & Eddie heb ik destijds niet de tijd genomen om naar het album te luisteren. Ik kan me ook niet herinneren dat ik in 2023 heb geluisterd naar zijn tweede album Sundown, dat op nog positievere recensies kon rekenen. 

Deze week verscheen het derde album van Eddie Chacon en ook Lay Low is weer zeer warm onthaald. Hoogste tijd dus om Eddie Chacon de oorwurm die hij meer dan dertig jaar geleden maakte eindelijk te vergeven. Daar heb ik geen spijt van gehad, want Lay Low is inderdaad een uitstekend album. Het is een album dat uitnodigt tot luieren in de winterzon en wie wil dat nou niet. 

Lay Low is een lekker loom en zwoel klinkend album met een wat vintage soulgeluid. Verwacht geen dampende soul met blazers, maar eerder de wat meer kosmische soul die in de jaren 60 en 70 onder andere door Curtis Mayfield en met enige regelmaat door Marvin Gaye werd gemaakt. 

Eddie Chacon maakte zijn eerste twee albums met producer John Carroll Kirby, maar werkt op Lay Low met producer Nick Hakim, die ik alleen ken van Lianne La Havas en Nilüfer Yanya. Nick Hakim heeft de jaren 60 en 70 vibe in de muziek van Eddie Chacon versterkt, maar is er ook in geslaagd om van Lay Low een eigentijds klinkend soulalbum te maken. 

Lay Low is in muzikaal opzicht een soulalbum met een aangenaam nostalgisch tintje, maar het is ook een sprankelend album, dat niet alleen nostalgische gevoelens oproept, maar ook de fantasie prikkelt. De warme en wat broeierige klanken en de speelse ritmes dringen zich makkelijk op en zorgen er voor dat de prille winterzon van het moment een stuk warmer aanvoelt dan hij in werkelijkheid is. 

In muzikaal en productioneel opzicht spreek Lay Low wat mij betreft zeer tot de verbeelding, maar Eddie Chacon blijkt ook een prima soulzanger. De Amerikaanse muzikant beschikt over een soulstem die het uitstekend doet in het soort muziek die hij maakt op Lay Low en die wat mij betreft meer overtuigt dan de stemmen van de vele, vaak wat schreeuwerige, jonge soulzangeres van het moment. 

Met acht songs en een kleine 29 minuten muziek vind ik het derde album van Eddie Chacon wat aan de korte kant, zeker omdat ik na die acht tracks nog lang niet klaar ben met de muziek en de stem van de Amerikaanse muzikant, maar dat is het enige smetje wat mij betreft. 

Lay Low van Eddie Chacon bewijst nog maar eens dat resultaten uit het verleden niets zeggen over resultaten in de toekomst, want de Amerikaanse soulzanger laat op zijn derde soloalbum horen dat hij veel meer is dan een inmiddels vergeten one-hit-wonder uit de jaren 90. Erwin Zijleman

De muziek van Eddie Chacon is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikant: https://eddiechaconofficial.bandcamp.com/album/lay-low.


Lay Low van Eddie Chacon is verkrijgbaar via de Mania webshop:



02 februari 2025

Review: Rush - Moving Pictures (1981)

De Canadese band Rush heeft een flinke stapel uitstekende albums op haar naam staan, waarvan Moving Pictures uit 1981 door velen het hoogst wordt ingeschat en dat is misschien wel terecht
Toen in 1981 Moving Pictures van Rush verscheen was ik net begonnen met het luisteren naar andere muziek, waardoor ik het album tot voor kort veel minder goed kende dan met name 2112, Hemispheres en Permanent Waves. Tot voor kort, want geïnspireerd door een aantal lijstjes met de beste albums van 1981 heb ik Moving Pictures alsnog ontdekt. Rush heeft het jaren 70 albums van haar klassiekers uit de jaren 70 grondig gerenoveerd en klonk in 1981 een stuk frisser en moderner. Dat doet het album nog steeds, wat iets zegt over de kwaliteit van het album, waarop de drie Canadese muzikanten veertig minuten lang de pannen van het dak spelen. Weergaloos album.



Als tiener hield ik eerst van hardrock en later van progrock, destijds nog symfonische rock genoemd. Beide genres kwamen prachtig samen in de muziek van de Canadese band Rush. De eerste albums van de band vond ik al heel aardig, maar vanaf het vierde album, het in 1976 verschenen 2112, steeg Rush voor mij naar grote hoogten. 2112 werd gevolgd door een prima live-album, waarna de nagenoeg perfecte reeks A Farewell To Kings (1977), Hemispheres (1978) en Permanent Waves (1980) volgde. 

Mijn muzieksmaak veranderde vervolgens langzaam maar zeker, maar tot halverwege de jaren 80 bleef ik de muziek van het Canadese drietal volgen. Ik luisterde echter vooral naar 2112, Hemispheres en Permanent Waves, waardoor Moving Pictures (1981), Signals (1982) en Grace Under Pressure (1984) er wat bekaaid van af kwamen. Met name Moving Pictures wordt door velen gezien als het beste album van Rush, waardoor ik mijn favoriete Rush albums een keer heb laten staan en me heb gericht op het album uit 1981. 

Het is een album waarvan ik een aantal tracks ken uit de live setting, maar op het studioalbum klinken ze wat mij betreft nog veel beter. Rush klonk op de albums die in de jaren 70 verschenen als een band uit de jaren 70, maar op Moving Pictures omarmen Geddy Lee, Alex Lifeson en Neil Peart nog wat meer dan op Permanent Waves de jaren 80. 

Ondanks de koerswijziging is ook Moving Pictures een typisch Rush album, met het geweldige gitaarwerk van Alex Lifeson, de baslijnen en keyboards van Geddy Lee, het fenomenale drumwerk van Neil Peart en natuurlijk ook nog de zo karakteristieke hoge stem van Geddy Lee. Ook op Moving Pictures, dat opent met Rush klassieker Tom Sawyer, verwerkt de Canadese band invloeden uit de hardrock en de progrock, maar de songs op Moving Pictures klinken ook wat moderner dan op de Rush albums die er aan vooraf gingen. 

Het is deels de verdienste van de fris klinkende synths, maar het Canadese drietal verwerkt ook wat andere invloeden dan voorheen en speelt wat strakker. Het is gevangen in een weergaloze productie waarin je ieder detail hoort. In muzikaal opzicht verkeert de band op Moving Pictures in absolute topvorm. De baslijnen van Geddy Lee zijn fantastisch, het gitaarwerk van Alex Lifeson is veelkleurig en drummer Neil Peart speelt de pannen van het dak met zijn onnavolgbare drumwerk. 

Het album opent met een aantal wat compactere songs, maar in het bijna elf minuten durende The Camera Eye schotelt Rush ons een epos voor zoals alleen de Canadese band die kan maken en in het verleden ook maakte. Dit keer wel voorzien van een jaren 80 sausje, want hoewel Moving Pictures in heel veel opzichten een typisch Rush album is, lijkt de band het nieuwe decennium te hebben aangegrepen om haar geluid grondig te moderniseren, wat je nog wat beter hoort in de slottrack Vital Signs. Het is een track die lijkt geïnspireerd door het werk van The Police, maar Rush gooit er de muzikale genialiteit tegenaan die we van de band kennen. 

Moving Pictures was bij mij zoals gezegd een stuk minder bekend dan de albums die er aan vooraf gingen, maar ik begrijp inmiddels wel waarom velen juist dit album het beste album van Rush noemen. Het is een album dat volgende week de 44e verjaardag viert, maar vergeleken met de meeste andere albums van deze leeftijd klinkt het nog verrassend fris en urgent, wat iets zegt over de torenhoge kwaliteit van het album. Erwin Zijleman


Moving Pictures van Rush is verkrijgbaar via de Mania webshop:

Review: Rumer - In Session with Redtenbacher's Funkestra

De Britse zangeres Rumer doet op In Session geen echt nieuwe dingen, maar het album klinkt zeer aangenaam en wordt, net als de vorige albums van Rumer, opgetild door haar werkelijk prachtige stem
Met Seasons Of My Soul debuteerde Rumer in 2010 zeer veelbelovend en verrassend succesvol. Een klapper als haar debuutalbum is sindsdien wat mij betreft niet voorbij gekomen en ook In Session is er weer geen. Op hetzelfde moment is er niets mis met het nieuwe album van Rumer. De Britse zangeres laat zich begeleiden door een zeer competent spelende band, die de Rumer songs uit het verleden net wat anders inkleurt en zoals altijd zingt ze de sterren van de hemel in een prachtige productie. In Session voelt tegelijkertijd als een warm bad en als de warme deken die we in dit seizoen en met een rond warende griepgolf zo goed kunnen gebruiken met zijn allen. Lekker album dus, maar ik denk dat Rumer meer kan.



Mijn recensie van het debuutalbum van de Britse zangeres Rumer was tot eind 2023 met afstand de meest bezochte recensie op de krenten uit de pop en staat nog altijd in de top 10 met de recensies met de meeste bezoekers. Seasons Of My Soul werd aan het eind van 2010 de hemel in geprezen in alle Britse muziektijdschriften, maar was op dat moment nog niet verkrijgbaar in Nederland (het album verscheen in Nederland pas in februari). 

Toen Rumer ook nog eens de show stal in Hootenanny, de oudejaarsshow van Jools Holland, begon haar naam ook in Nederland rond te zingen, wat vele duizenden bezoekers naar de krenten uit de pop bracht. De hype die eind 2010 rond Rumer los barste was op zich best bijzonder, want de in Pakistan geboren Britse muzikante maakte nogal zoete popmuziek, die zowel aan The Carpenters als aan Burt Bacharach deed denken. 

De stem van Rumer bleek echter, net als die van Karen Carpenter, van een unieke schoonheid, waardoor ook ik me liet verleiden door Seasons Of My Soul, dat het zeker in de wintermaanden fantastisch deed. De carrière van de Britse muzikant heeft sinds het terecht zo geprezen debuutalbum helaas een wat grillig karakter en verloop. 

Boys Don’t Cry uit 2012 en Into Colour uit 2014 borduurden voort op het debuutalbum van Rumer, maar waren wat minder verrassend en wat mij betreft ook niet zo goed als Seasons Of My Soul. Vervolgens ging de Britse zangeres op This Girl's In Love: A Bacharach & David Songbook uit 2016 aan de haal met de songs van Burt Bacharach en Hal David. Het was een logische keuze, maar ook een keuze die eerder al door flink wat andere zangeressen was gemaakt. 

Nashville Tears uit 2020 met songs van countrymuzikant Hugh Prestwood was een stuk verrassender, maar hoewel Rumer het geluid op dit album voor een belangrijk deel bepaalde met haar prachtige stem begon ik zo langzamerhand wel weer te verlangen naar nieuwe songs van Rumer. Dit verlangen wordt helaas niet bevredigd met het deze week verschenen In Session. Het album bevat immers songs die wel al kennen van Rumer, zij het in net wat andere versies. 

Op In Session werkt Rumer samen met de Britse band Redtenbacher’s Funkestra. Op basis van de naam van deze band had ik een flinke funkinjectie verwacht op het album, maar dat valt wat tegen. Ook op In Session laat Rumer zich vooral begeleiden door overigens bijzonder trefzekere soulvolle en jazzy klanken en het zijn klanken die vooral zoet en loom klinken met hier en daar een funky accentje. 

Ook de versies van de Rumer songs op In Session doen daarom weer met grote regelmaat denken aan de muziek van The Carpenters, die tegenwoordig gelukkig wel op de juiste waarde worden geschat. In Session mag daarom best een tussendoortje worden genoemd, maar het is wel een tussendoortje met zang die het oor echt genadeloos streelt en ook in muzikaal opzicht heb ik er niets op aan te merken. 

Laat In Session uit de speakers komen en de gevoelstemperatuur stijgt met flink wat graden, waarna je ook nog eens wordt overvallen door een bijzonder aangenaam loom en dromerig gevoel. Met een stem als die van Rumer is het onmogelijk om een slecht album te maken, maar ik vind het nieuwe album van Rumer vooral een aangenaam album. Wel een bijzonder aangenaam album overigens. Helemaal goed dus, maar ik ben de volgende keer wel benieuwd of Rumer ons nog echt kan verrassen. Erwin Zijleman

De muziek van Rumer is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse muzikante: https://rumer.bandcamp.com/album/in-session-feat-redtenbachers-funkestra.


In Session with Redtenbacher's Funkestra van Rumer is verkrijgbaar via de Mania webshop:




01 februari 2025

Review: The Yearlings - After All The Party Years

De Utrechtse band The Yearlings behoort al een jaar of 25 tot de best bewaarde geheimen van de Nederlandse popmuziek en laat ook op After All The Party Years weer horen dat het tot grootse dingen in staat is
Liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek met een stevige gitaarinjectie, die nog niet hebben geluisterd naar After All The Party Years van The Yearlings, lopen het risico een geweldig album te missen. De Utrechtse band maakte sinds de prille start van dit millennium slechts vier albums, maar ze zijn allemaal heel erg goed. Het vorige week verschenen vierde album is wat mij betreft de beste van het stel. De band kan nog altijd uitstekend uit de voeten met de inspiratie uit de Amerikaanse rootsmuziek, maar is dit keer ook niet vies van een wat stevigere rockinjectie, wat fantastisch uitpakt. Ik heb een mooi rijtje alt-country klassiekers in de kast staan, maar dit album is echt niet minder.



Van de Nederlandse band The Yearlings besprak ik ruim zes jaar geleden het album Skywriting. Ik noemde het na een stilte van een kleine veertien jaar verschenen derde album van de band een rootsplaat met internationale allure en dat was het absoluut. De mix van countryrock, rootsrock en alt-country riep bij mij associaties op met onder andere The Byrds, Big Star, The Eagles, Crosby, Stills, Nash & Young en van iets recentere datum The Jayhawks en dat is nogal wat. 

Het is wederom een tijdje stil geweest rond de Utrechtse band, maar met After All The Party Years verscheen vorige week eindelijk weer een nieuw album van The Yearlings, het vierde album in een kleine 25 jaar tijd. Heel productief is de Nederlandse band dus niet, maar met de kwaliteit van de eerste drie albums was niets mis en ook album nummer vier is weer een prachtalbum geworden. 

The Yearlings hadden dit keer maar een kleine minuut nodig om me compleet omver te blazen. Na een kleine minuut ontsporen immers de gitaren op het album en maakt de Utrechtse band de mooiste Amerikaanse rootsmuziek met een rockimpuls die ik de laatste tijd heb gehoord. Ook op haar nieuwe album citeert de band weer uit de archieven van de countryrock uit de jaren 70 en de alt-country uit de jaren 90, maar ook het wat stevigere gitaarwerk wordt niet uit de weg gegaan, wat de band ook wat richting American Underground en de muziek van bijvoorbeeld R.E.M. duwt. 

Openingstrack Medicine Ball klinkt als het soort Amerikaanse rootsmuziek en rockmuziek dat het in de jaren 90 heel goed deed op de Amerikaanse radiostations die je destijds tijdens een roadtrip opzocht, maar de songs van The Yearlings zijn een stuk memorabeler dan de meeste songs die je destijds op de radio hoorde. 

Het is de verdienste van het geweldige gitaarwerk van de gitaristen van de band, maar ook de ritmesectie van de band speelt fantastisch, terwijl de bijdragen van de toetsen en orgels zeer functioneel zijn. After All The Party Years is een album waarvan je alleen maar ongelooflijk blij kunt worden, maar het is ook een heel erg goed album. 

In iedere song tekent de band weer voor een net wat ander geluid. Het is over het algemeen een redelijk vol geluid met meerdere lagen gitaren, maar desondanks komt alles helder uit de speakers. Het is razend knap hoe de Utrechtse band schakelt tussen rootsmuziek en rockmuziek en het resultaat klinkt echt bijzonder lekker. 

In muzikaal opzicht is After All The Party Years niet te versmaden en de songs zijn allemaal even aansprekend, maar de band heeft nog meer te bieden. The Yearlings kan beschikken over meerdere getalenteerde zangers, die hun stemmen ook prachtig combineren in harmonieën, die me meer dan eens aan The Jayhawks doen denken. De harmonieën van The Jayhawks waren voor mij het hoogtepunt van de eerste alt-country golf, maar hetgeen The Yearlings er ruim 30 jaar tegenover zet is zeker niet minder. 

Zeker wanneer je After All The Party Years met wat steviger volume of met de koptelefoon beluistert komen de gitaren van alle kanten en als dan ook nog eens een pedal steel opduikt weet je echt niet meer waar je het moet zoeken. Iedereen die de vorige albums van The Yearlings kent, weet hoe goed de Nederlandse band is, maar op haar vierde album doet de band er ook nog eens een schepje bovenop. Hier moeten ze in de Verenigde Staten maar eens snel naar gaan luisteren, want zo goed als dit heb ik dit soort muziek al tijden niet meer gehoord. Erwin Zijleman

De muziek van The Yearlings is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Nederlandse band: https://theyearlings.bandcamp.com/album/after-all-the-party-years.


After All The Party Years van The Yearlings  is verkrijgbaar via de Mania webshop:



31 januari 2025

Review: The Veils - Asphodels

Het vorige album van The Veils was meer een soloalbum van voorman Finn Andrews dan een echt bandalbum en dat geldt ook weer voor het ingetogen maar echt bijzonder mooie en sfeervolle Asphodels
Het is bijna niet te geloven dat het al weer meer dan twintig jaar geleden is dat de Nieuw-Zeelandse band The Veils opdook. Dat deed de band rond Finn Andrews met twee verpletterend mooie albums, die werden gevolgd door een aantal prima albums. Twee jaar geleden keerde Finn Andrews na een lange stilte en een soloalbum terug met een nieuw album van The Veils, maar het klonk meer als een volgend soloalbum. Het geldt ook weer voor Asphodels, waarop de prachtige stem van Finn Andrews vooral wordt gecombineerd met sfeervolle maar ook behoorlijk ingetogen klanken. De songs op het album zijn ook dit keer van hoog niveau, waardoor ook Asphodels me uitstekend bevalt.



Bij de Nieuw-Zeelandse band The Veils denk ik nog altijd in eerste instantie aan de eerste twee albums van de band. Zowel The Runaway Found uit 2004 als Nux Vomica uit 2006 lieten een grootse band horen, die uiteindelijk terecht de jaarlijstjes bestormde. Voorman Finn Andrews, zoon van voormalig XTC en Shriekback toetsenist Barry Andrews, maakte diepe indruk met zijn gepassioneerde zang en ook de songs van de band overstegen het gemiddelde niveau van een beginnende band op alle fronten ruimschoots. 

Sun Gangs (2009) en Time Stays, We Go (2013) vond ik net wat minder imponerend dan de eerste twee albums, maar het waren nog altijd uitstekende albums, waarna Total Depravity (2016) weer een stap omhoog was. Hierna was het een flinke tijd stil rond de band, tot in het prille voorjaar van 2023 het buitengewoon stemmige ..And Out Of The Void Came Love verscheen. 

Het door piano en strijkers gedomineerde album deed me qua zang en ook qua sfeer afwisselend aan Nick Cave en Bryan Ferry denken en was meer een soloalbum van Finn Andrews dan een bandalbum. Dat was aan de ene kant jammer, maar ..And Out Of The Void Came Love was wat mij betreft een mooi en interessant album. 

Ook het deze week verschenen Asphodels klinkt meer als een soloalbum van Finn Andrews dan als een bandalbum, maar ik vind het wederom een heel mooi album. Vergeleken met ..And Out Of The Void Came Love neemt Finn Andrews op Asphodels nog wat meer gas terug. In de openingstrack en titeltrack is de muziek fraai maar uiterst zacht en ook de stem van Finn Andrews klinkt zacht en breekbaar. 

Het zet de toon voor de rest van het album, dat grotendeels in het verlengde ligt van zijn voorganger, maar nog wat minder uitbundig is ingekleurd. De vooral door piano, strijkers en wat subtiele klanken op de achtergrond ingekleurde songs klinken sober en melancholisch en het zijn klanken die veel vragen van de zang van Finn Andrews. Ik heb de Britse muzikant, die opgroeide in Nieuw-Zeeland, altijd hoog aangeslagen als zanger en op Asphodels vind ik de zang nog wat mooier en intenser dan op het vorige album van The Veils. 

Op dat album schoof Finn Andrews af en toe wel erg dicht tegen Nick Cave aan en dat is op het nieuwe album minder het geval. Asphodels bevat een aantal songs die ook in het oeuvre van Nick Cave niet zouden hebben misstaan, maar waar ik de zang en de muziek van Nick Cave vaak wat teveel van alles vind, is het nieuwe album van The Veils wat mij betreft meer in balans en spreekt de zang van Finn Andrews mij persoonlijk meer aan. 

Het heeft niet zoveel meer te maken met de geweldige muziek die de band twintig jaar geleden maakte, want het intense bandgeluid van destijds heeft plaatsgemaakt voor ingehouden songs met hier en daar klassiek aandoende arrangementen en slechts een enkele uitbarsting. 

Door de mooie klanken, de wat mij betreft zeer aangename en emotievolle stem van Finn Andrews en de intieme en intense songs op het album doet Asphodels het hier uitstekend, zeker wanneer de zon onder is. En als ik het bandgeluid van The Veils wil horen, pak ik gewoon de memorabele albums uit het verleden erbij. De meningen over het nieuwe album van The Veils lijken wat verdeeld, maar ik vind Asphodels prachtig. Erwin Zijleman


Asphodels van The Veils is verkrijgbaar via de Mania webshop:


Review: Anna B Savage - You & i are Earth

Anna B Savage levert met You & i are Earth een album met vooral folky en jazzy songs af, die opvallen door de muzikaliteit van de Britse muzikante, maar vooral door haar zeer karakteristieke stemgeluid
You & i are Earth is alweer het derde album van de Britse muzikante Anna B Savage, die tot dusver kan rekenen op zeer lovende reacties van de critici, maar die ook muziek maakt die waarschijnlijk wat te eigenzinnig is om een breed publiek aan te spreken. Die eigenzinnigheid zit hem vooral in haar stem, die zeker bij eerste beluistering wat tegen de haren in kan strijken, maar die de songs op haar albums voorziet van een bijzondere intensiteit en spanning. Het is ook weer het geval op het vrij sober ingekleurde You & i are Earth, waarop Anna B Savage indruk maakt met folky en jazzy songs, die aan de ene kant tijdloos klinken, maar ook vol avontuur zitten.



De Britse singer-songwriter Anna B Savage ken ik van haar eerste twee albums. Zowel A Common Turn uit 2021 als in|FLUX uit 2023 vond ik in muzikaal opzicht zeer interessante albums. Het zijn albums waarop de muzikante uit Londen zowel in muzikaal als in tekstueel opzicht dieper graaft dan de meeste van haar collega’s en ook de hoeveelheid gevoel die ze in haar songs legde maakte indruk. 

Maar er was ook de stem van Anna B Savage en die vond ik op zijn minst ingewikkeld. Het is zo’n stem die direct van alles met je doet of die vooral afleidt van de mooie muziek en de bijzondere songs. Bij beluistering van de eerste twee albums viel de stem van de Londense muzikante wat mij betreft in de tweede categorie, waardoor ik beide albums uiteindelijk liet liggen. 

Toen ik eerder deze week het derde album van Anna B Savage in handen kreeg ging ik er dan ook van uit dat ook You & i are Earth me onvoldoende zou weten te overtuigen. Bij eerste beluistering van het album had ik inderdaad moeite met de stem van Anna B Savage, al hoorde ik voor het eerst ook wel wat moois in haar zang. 

Omdat het in muzikaal opzicht allemaal weer geweldig klonk en ook de songs me aanspraken, heb ik dit keer wat langer doorgebeten en hoewel ik de stem van Anna B Savage nog altijd bijzonder vind, begrijp ik inmiddels wel waarom er ook mensen zijn die de zang van de Britse muzikante juist bijzonder mooi vinden. 

Ik reken mezelf nog niet met volledige overtuiging tot deze groep, maar ik vind You & i are Earth inmiddels wel een mooi album en langzaam maar zeker raak ik toch wel gefascineerd door de zang van Anna B Savage. De Britse muzikante heeft een karakteristiek stemgeluid dat niet direct lijkt op dat van een andere zangeres, maar de zang op You & i are Earth heeft door al het gevoel dat Anna B Savage in haar zang legt ook een indringend karakter. 

De eerste twee albums van de Britse muzikante waren vooral getekend door dalen in het leven van Anna B Savage, maar op You & i are Earth heeft ze ook het geluk gevonden. Dat vond ze aan de Ierse kust, die absoluut invloed heeft gehad op de songs op het album. You & i are Earth is een album met vooral ingetogen songs. Het zijn songs waarin invloeden uit de folk domineren, maar er zijn ook jazzy invloeden verwerkt in de songs. 

In de meeste songs op het album staan de akoestische gitaar en de unieke stem van Anna B Savage centraal, maar de muziek op het album wordt ook met enige regelmaat verrijkt met strijkers en blazers en met wat atmosferische klanken, die de muziek van Anna B Savage een wat mysterieus karakter geven. 

De Britse muzikante koos voor de productie van haar nieuwe album voor niemand minder dan John ‘Spud’ Murphy, die de afgelopen jaren onder andere de albums van Lankum en ØXN voorzag van bijzondere klankentapijten en angstaanjagend hoge spanningsbogen. De invloed van de producer is hier en daar hoorbaar, maar You & i are Earth is zeker niet te vergelijken met de albums van de genoemde bands. 

Anna B Savage heeft een deels tijdloos folkalbum gemaakt dat past in de tradities van het genre. Ik zeg deels omdat de jazzy accenten, de uitstapjes buiten de gebaande paden en de uit duizenden herkenbare stem van Anna B Savage het album ook een uniek karakter geven. Mijn advies aan een ieder die moeite heeft met de stem van de Britse muzikante: bijt vooral even door. Erwin Zijleman

De muziek van Anna B Savage is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse muzikante: https://annabsavage.bandcamp.com/album/you-i-are-earth.


You & i are Earth van Anna B Savage is verkrijgbaar via de Mania webshop:



30 januari 2025

Marianne Faithfull (1946-2025)


Marianne Faithfull was pas 18 jaar oud toen ze werd ontdekt door Andrew Loog Oldham, de manager van de Rolling Stones. De jonge folkzangeres werd direct een ster toen ze het door Mick Jagger en Keith Richards geschreven As Tears Go By vertolkte. De Rolling Stones zouden As Tears Go By een jaar later ook nog opnemen, maar de versie van Marianne Faithfull blijft de ultieme versie. 

Het ging de jonge Britse muzikante even voor de wind. Ze scoorde een flink aantal hits en kreeg ook nog een relatie met Mick Jagger, destijds zeer begeerd. Het had een prijs, want aan het begin van de jaren 70 was Marianne Faithfull vooral een junkie en leek haar muzikale carrière geknakt in de knop.

Later in de jaren 70 dook ze weer op, maar de eerste albums die ze opnam waren niet heel succesvol. Het succes kwam terug met het in 1979 verschenen Broken English. Het is een bijzonder indrukwekkend album en voor mij het beste album dat Marianne Faithfull heeft gemaakt. Het is een album dat goed laat horen wat de drugsverslavingen hadden gedaan met de stem van de Britse muzikante. Marianne Faithfull was ten tijde van Broken English een jonge dertiger, maar haar stem klonk rauw en versleten. Het gaf de songs op het weergaloze albums wel een bijzondere intensiteit.

Na Broken English ging het Marianne Faithfull weer wat minder voor de wind, maar sinds het uit 1987 stammende Strange Weather staat de Britse zangeres garant voor uitstekende albums. Met name Before The Poison uit 2005 is een prachtig album, maar Broken English blijft toch mijn favoriete album van de vandaag op 78-jarige leeftijd overleden Marianne Faithfull. Ik zet het album nog maar eens op. Erwin Zijleman


Review: tunng - Love You All The Time

De Britse band tunng behoorde ooit tot de pioniers van de folktronica, maar toen de interesse voor het genre afnam bleef de band zich vernieuwen, wat ook weer is te horen op het uitstekende Love You All The Time
Ik vond folktronica een jaar of twintig geleden wel een grappige vinding, maar de albums in het genre werden al vrij snel redelijk eenvormig. Bovendien werd elektronica gecombineerd met steeds meer genres, waardoor het unieke er snel af was. Over folktronica wordt inmiddels dan ook nauwelijks meer gesproken, maar de Britse band tunng is zich gelukkig blijven vernieuwen. Ook de songs op Love You All The Time hebben vaak een akoestische en een folky basis, maar het is een basis die is verrijkt met bijzonder mooie maar ook zeer avontuurlijke elektronica. De zang is mooi, de klanken zijn prachtig en tunng komt ook dit keer weer op de proppen met songs die je wilt koesteren.



Het lijkt al heel lang geleden dat de Britse band tunng (geen hoofdletter) opdook als een van de pioniers van het destijds gloednieuwe folktronica genre. This Is...tunng: Mother's Daughter And Other Songs is inmiddels ook 19 jaar oud en de mix van folk met elektronica die destijds baanbrekend was is inmiddels gemeengoed. tunng is zich echter altijd blijven vernieuwen en heeft de folktronica van het eerste uur album na album verrijkt met extra ingrediënten. 

De Britse band heeft sinds het debuutalbum uit 2006 een aardig stapeltje albums uitgebracht en hoewel ik ze niet allemaal heb besproken durf ik wel te beweren dat de band een constant en enorm hoog niveau heeft weten vast te houden. Comments Of The Inner Chorus (2006), Good Arrows (2007), ...And Then We Saw Land (2010), Turbines (2013), Songs You Make At Night (2018) en DEAD CLUB (2020) waren allemaal uitstekende albums, maar met name de laatste twee vond ik echt razend knappe albums, waarop de Britse band meer invloeden verwerkte en af en toe ook stevig durfde te experimenteren. 

Vijf jaar na haar wat mij betreft beste album keert tunng terug met Love You All Over Again. DEAD CLUB omschreef ik vijf jaar geleden als een album dat Genesis met Peter Gabriel in de gelederen nog niet kon maken, maar waarschijnlijk graag zou hebben gemaakt. Over Love You All Over Again zal ik dat niet snel zeggen, want het album klinkt weer wat minder en hooguit een enkele keer als een folky progrock album. 

tunng leek een jaar of vijftien geleden vol te kiezen voor de elektronica, maar de akoestische basis, die op DEAD CLUB al wat vaker aan de oppervlakte kwam, heeft op het nieuwe album verder aan terrein gewonnen. Leden van het eerste uur Mike Lindsay en Sam Genders keren op Love You All Over Again deels terug naar de muziek waar het allemaal mee begon voor tunng. 

Veel songs op het album klinken voor een groot deel akoestisch en het zijn bovendien songs waarin invloeden uit de folk een voorname rol spelen. De oerleden van de band spelen natuurlijk een voorname rol op het album, maar ze geven ook veel ruimte aan zangeres Becky Jacobs, die de mannenstemmen op fraaie wijze verrijkt. 

In veel tracks hoor je in de verte behoorlijk traditionele Britse folksongs, maar ze zijn wel overgoten met een laagje elektronica. Wanneer ik die elektronica verrijk met hetgeen dat was te horen op de eerste folktronica albums kan ik alleen maar concluderen dat er op het terrein van elektronica flinke stappen zijn gezet de afgelopen twee decennia. 

De elektronica op Love You All Over Again is soms nadrukkelijk aanwezig, maar kan ook genoegen nemen met een veel bescheidenere rol. De elektronische impulsen op het nieuwe album van tunng zijn de ene keer betoverend mooi, maar deze impulsen kunnen ook experimenteler en ongrijpbaarder klinken. Het combineert in alle gevallen verrassend mooi met de akoestische basis van de songs, waarvoor ook flink wat instrumenten worden ingezet en ook de combinatie van akoestische instrumenten, elektronica en de mooie mannen- en vrouwenstemmen is song na song bijzonder mooi. Liefhebbers van het oudere werk van tunng zullen heel blij zijn met dit album, al blijft de Britse band zichzelf ook dit keer op fraaie wijze vernieuwen. Erwin Zijleman

De muziek van Tunng is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse band: https://tunng.bandcamp.com/album/love-you-all-over-again.


Love You All The Time van tunng is verkrijgbaar via de Mania webshop:



29 januari 2025

Review: Rose City Band - Sol Y Sombra

De echte zomer laat nog wel even op zich wachten, maar met het lome en broeierige Sol Y Sombra van de Amerikaanse band Rose City Band komen de zonnige en zorgeloze tijden nu al binnen bereik
Rose City Band kan niets verkeerd doen bij de critici, maar zelf liet ik de meeste albums van de band uit Portland, Oregon, liggen en dat ondanks het feit dat het bij vluchtige beluistering allemaal wel erg lekker klonk. Ook Sol Y Sombra klinkt bij vluchtige beluistering bijzonder lekker. De met name door countryrock uit de jaren 70 beïnvloede muziek klinkt warm en dromerig en is fraai ingekleurd met veel snareninstrumenten. Ook de zang van voorman Ripley Johnson is aangenaam en past perfect bij de wat lome klanken. De vorige albums van de Amerikaanse band schoof ik om onduidelijke redenen snel aan de kant, maar dat gaat met het heerlijke Sol Y Sombra zeker niet gebeuren.



Ik laat de muziek van de Amerikaanse band Rose City Band de afgelopen jaren vooral liggen. Alleen het tweede album van de band, het in 2022 verschenen Summerlong, kreeg een recensie op de krenten uit de pop, maar het was wel een hele positieve. 

Rose City Band is de band van de ook van Moon Duo en Wooden Shjips bekende Amerikaanse muzikant Ripley Johnson, die op de albums van zijn band invloeden uit de psychedelica uit de jaren 60 en 70 en invloeden uit de 70s countryrock op fraaie wijze aan elkaar smeedt. 

Het is kennelijk muziek waarvoor ik in de stemming moet zijn, want het eerste, derde en vierde album van Rose City band liet ik links liggen en dit ondanks zeer positieve recensies in de muziekmedia en zeker niet alleen de media die zijn gericht op Amerikaanse rootsmuziek. Ook het deze week verschenen Sol Y Sombra kan weer rekenen op zeer lovende kritieken, waardoor ik het album toch weer op de stapel heb gelegd. 

Bij eerste beluistering van het album wist ik direct wat me aansprak en wat me tegen stond bij beluistering van de meeste van de vorige albums van de Amerikaanse band. Wat aanspreekt is de lekker lome en ook warme sfeer van de muziek van Rose City Band en ook de randjes psychedelica en country vind ik vooral aangenaam. Ripley Johnson heeft zijn album Sol Y Sombra genoemd, wat staat voor zon en schaduw. Het is een mooie titel, want de zon schijnt op het album zo intens dat een incidenteel stapje in de schaduw niet verkeerd is. 

Zoals gezegd is er ook wel iets dat me tegen staat bij beluistering van de muziek van Rose City Band. Het is het soms bijna gezapige karakter van de songs, wat bij mij associaties oproept met Dire Straits. De Britse band maakte met name in het laatste deel van haar bestaan een aantal grenzeloos saaie albums, waardoor associaties met Dire Straits voor mij meestal killing zijn. Het is niet helemaal eerlijk, want de eerste albums van Dire Straits kon ik heel goed verdragen en bovendien moeten de associaties met de Britse band bij beluistering van Sol Y Sombra van Rose City Band niet worden overdreven. 

Toen ik de associatie opzij had gezet beviel het nieuwe album van Rose City Band me een stuk beter en sindsdien ervaar ik het randje Dire Straits alleen maar als aangenaam, net zoals ik dat doe bij de albums van de Britse band Curse Of Lono. 

Sol Y Sombra doet het bovendien uitstekend in het huidige seizoen en in de toestand waarin de wereld zich momenteel bevindt. De koude en vaak wat sombere winterdagen van het moment en al het nare wereldnieuws worden naar de achtergrond verdreven door de warme en lome klanken van Rose City Band, waarin de zonnestralen niet te tellen zijn en je jezelf in een zorgeloze zomer waant. Het is vast geen toeval dat de zon zich weer wat vaker laat zien sinds ik dit album beluister en ik blijf het dan ook zeker doen. 

De stem van Ripley Johnson pracht pastig bij de vooral door countryrock beïnvloede klanken op Sol Y Sombra, waarbinnen vooral het prachtige gitaarwerk continu de aandacht trekt en uiteraard is ook de in het genre onmisbare pedal steel van de partij. Het klinkt allemaal bijzonder lekker en ook heerlijk ontspannend, maar ook met de kwaliteit van de muziek, de zang en de songs op Sol Y Sombra zit het helemaal goed. Toch wat beter in de gaten blijven houden deze band. Erwin Zijleman

De muziek van Rose City Band is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://rosecityband.bandcamp.com/album/sol-y-sombra.


Sol Y Sombra van Rose City Band is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Review: Kathryn Mohr - Waiting Room

Waiting Room van de Amerikaanse muzikante Kathryn Mohr zal een winterdepressie eerder versterken dan verzwakken, maar onder de donkere klanken op het album zit ook veel schoonheid verstopt
Bij vluchtige beluistering bij het eerste volledige album van Kathryn Mohr leek het me vooral erg zware kost. Het is een album met ruwe en dreigende muziek, die soms wat folky klinkt, maar echte folkies kunnen er niet mee uit de voeten vrees ik. De klanken op het album zijn soms sober, maar Kathryn Mohr kan ook stevig uitpakken. Het wordt gecombineerd met een mooie en wat zachte stem, maar ook die kan zomaar ontsporen. Voor aanstekelijke popsongs ben je bij Kathryn Mohr niet aan het juiste adres, maar ze is de popsongs met een kop en een staart zeker niet volledig uit het oog verloren. Waiting Room is een intrigerend album dat langzaam maar zeker steeds mooier wordt.



Ik had echt enorm uitgekeken naar het nieuwe album van Ethel Cain, die met Preacher’s Daughter een van de allermooiste albums van 2022 had gemaakt. Het eerder dit jaar verschenen Perverts viel me helaas behoorlijk tegen. Het album bevat een aantal hele mooie songs, maar uiteindelijk toch meer tracks waarin ik de kop en de staart maar niet kan vinden. 

Heel lang te treuren hoef ik echter niet, want deze week is een album verschenen dat voor een deel klinkt als het album dat Ethel Cain dit jaar niet heeft gemaakt. Het gaat om Waiting Room van de Amerikaanse muzikante Kathryn Mohr. Het is een aardedonker en bij vlagen zelfs beangstigend donker album, maar op hetzelfde moment zijn de songs van de muzikante uit Oakland van een hele bijzondere schoonheid. 

Die schoonheid komt in eerste instantie van de mooie stem van Kathryn Mohr. Het is een vrij zachte stem, maar de stem van de Amerikaanse muzikante heeft ook een verrassende intensiteit. Door de zang doet Waiting Room wat folky aan, maar het is zeker geen standaard folkalbum. De zang op van Kathryn Mohr heeft iets lieflijks, maar ook iets bezwerends en duisters. 

Wat je in de zang hoort, hoor je ook in de muziek op het album. Ook in muzikaal opzicht laat het album van Kathryn Mohr soms folky elementen horen. Ook wanneer de gitaren akoestisch zijn klinkt de muziek op Waiting Room echter donker en ruw. Dit hoor je nog veel beter wanneer elektrische gitaren worden ingezet en Kathryn Mohr klinkt als PJ Harvey in haar jonge jaren, maar het kan ook nog wel wat steviger en beangstigender. 

De muziek op het album van de Californische muzikante is op zich redelijk sober, maar het klinkt af en toe behoorlijk rauw en heftig, al kan dit zo omslaan in serene klanken met een donkere ondertoon. De dynamiek van de muziek komt terug in de zang, die ook makkelijk omslaat van ingetogen in intens. 

Het is zeker geen makkelijke muziek die Kathryn Mohr maakt, maar ook wanneer ze wat meer afstand neemt van de standaard popsong, herken ik, in tegenstelling tot op het nieuwe album van Ethel Cain, nog wel de kop en de staart. Ik hoor wel wat raakvlakken met de muziek van Ethel Cain, maar ook wat van Grouper, van wie we helaas al een tijdje niets meer gehoord hebben. 

Waiting Room is zeker geen album voor alle momenten, want met name de stevigste songs op het album liggen wat zwaar op de maag, maar als je een dreigende onweersbui van een passende soundtrack wilt voorzien, doet het album het uitstekend. Waiting Room van Kathryn Mohr is ook wel een album waaraan je moet wennen, waarna je eigenlijk steeds meer moois hoort op het album. 

Grappig detail is dat Kathryn Mohr het album opnam in een hut zonder ramen in het IJslandse vissersdorp Stöðvarfjörður. Ik kan me voorstellen dat het landschap invloed heeft gehad op de muziek op het album, want net als de muziek op Waiting Room kan ook het landschap op IJsland van het ene op het andere moment van kleur verschieten door een extreme weersverandering, waardoor schitterende natuur opeens donker en dreigend wordt. 

Net als de verrassend populaire Ethel Cain, een grootheid op TikTok, heeft Kathryn Mohr een voorkeur voor donker getinte muziek en is ze niet vies van het experiment, maar Waiting Room van Kathryn Mohr bevalt me toch echt beter dan Perverts van Ethel Cain. Dat had ik bij de start van 2025 niet durven voorspellen. Erwin Zijleman

De muziek van Kathryn Mohr is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://kathrynmohr.bandcamp.com/album/waiting-room.



28 januari 2025

Review: Lou-Adriane Cassidy - Journal d'un Loup-Garou

Lou-Adriane Cassidy heeft al een aantal albums op haar naam staan, die mij in ieder geval niet zijn opgevallen, maar Journal d'un Loup-Garou verdient absoluut een prachtig plekje in de spotlights
Franstalige popmuziek is voor mij een zoete verleiding die ook best wat oppervlakkig mag zijn. Dat is Journal d'un Loup-Garou van Lou-Adriane Cassidy zeker niet. De Canadese muzikante heeft haar album volgestopt met prachtige klanken en fraaie arrangementen, waardoor er ongelooflijk veel valt te ontdekken op Journal d'un Loup-Garou. De songs van de muzikante uit Montreal zijn stuk voor stuk prachtig en ze worden nog wat mooier door de warme stem van Lou-Adriane Cassidy. Het album opent met lekker in het gehoor liggende pop, maar naarmate het album vordert worden de songs op het album steeds mooier en knapper. Echt een prachtig album.



Ik weet niet precies waar het door komt, maar zo af en toe heb ik een onbedwingbare behoefte aan Franstalige popmuziek. Het heeft in ieder geval niet te maken met mijn kennis van het Frans, want die is na de middelbare school alleen maar achteruit gegaan. Het is een behoefte die in 2024 helaas slechts in beperkte mate aandacht kreeg, maar in de laatste weken van het jaar kwamen er gelukkig toch nog een aantal uitstekende Franstalige albums voorbij, met het jaarlijstjesalbum van Wysteria (check het fantastische Lycoris) als hoogtepunt. 

Alle reden dus om 2025 beter te beginnen, waarbij ik gelukkig wordt geholpen door interessante nieuwe albums. Deze week verschenen minstens twee interessante Franstalige albums en dat is in een nog redelijk slappe week een hele mooie oogst. Het album van Laura Cahen ligt nog even op de stapel, want er was een ander Franstalig album dat net wat meer indruk op me maakte, al was het maar vanwege het zonnige karakter van het album. 

Het gaat om Journal d'un Loup-Garou van Lou-Adriane Cassidy. Ik ben de naam Lou-Adriane Cassidy volgens mij nog niet eerder tegengekomen, maar er zijn hoorbaar de nodige middelen gestoken in haar nieuwe album en hetzelfde geldt voor haar vorige drie albums. Ik ga er dus van uit dat Lou-Adriane Cassidy in haar vaderland een stuk bekender is dan hier in Nederland. 

Dat vaderland is niet Frankrijk, want ook in het Canadese Montreal spreken ze Frans. Journal d'un Loup-Garou klinkt mede daarom net wat anders dan de popmuziek die momenteel in Frankrijk wordt gemaakt, maar heeft wel de zoete en wat mysterieuze verleiding die Franse popmuziek voor mij zo aantrekkelijk maakt. 

Lou-Adriane Cassidy maakt muziek die vergeleken met albums uit Frankrijk in veel mindere mate is beïnvloed door het Franse chanson en die ook ver verwijderd blijft van de Franse zuchtmeisjespop of van de elektronische popmuziek die ook de Franse muziekscene domineert. Journal d'un Loup-Garou klinkt meer als een tijdloos singer-songwriter album, maar dan wel met een Frans tintje. 

Het is een album waarop heel veel aandacht is besteed aan de muziek, de arrangementen en de productie. De meeste songs op het album zijn ingekleurd met een heel arsenaal aan instrumenten en in een aantal tracks worden de rijke klanken ook nog eens gecombineerd met achtergrondzang met de proporties van een koor. Het klinkt allemaal zeer verzorgd, maar in muzikaal opzicht is Journal d'un Loup-Garou ook opvallend mooi en divers. 

Het tilt de knap in elkaar stekende, tijdloze maar ook zeer aansprekende songs net wat verder op. Dat wordt ook gedaan door de zang van Lou-Adriane Cassidy, die op Journal d'un Loup-Garou laat horen dat ze een uitstekende zangeres is. Journal d'un Loup-Garou is een album waarvan je direct warm en vrolijk wordt en dat, zoals zo vaak bij teksten in een taal die je niet direct verstaat, ook een beetje zorgt voor een vakantiegevoel. 

Het is echter ook een album waarop heel veel te ontdekken valt. Zet de koptelefoon op en je blijft bijzondere details horen in de fascinerende klankentapijten op het album, dat ook qua stijlen meerdere kanten op kan. De heerlijke stem van Lou-Adriane Cassidy zorgt vervolgens voor de genadeklap. Heerlijk! Erwin Zijleman

De muziek van Lou-Adriane Cassidy is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Canadese muzikante: https://louadrianecassidy.bandcamp.com/album/journal-dun-loup-garou.





27 januari 2025

Review: Larkin Poe - Bloom

De muziek van het Amerikaanse duo Larkin Poe wordt alleen maar steviger, want ook op het deze week verschenen Bloom knallen de gitaren en de stemmen van de zussen Lovell weer uit de speakers
Megan en Rebecca Lovell zijn behoorlijk productief, want in een jaar of twaalf hebben de Amerikaanse zussen een flink oeuvre opgebouwd. Het is een oeuvre dat steeds verder opschuift richting lekkere stevige rockmuziek, al is Larkin Poe de oorsprong in de Amerikaanse rootsmuziek nog niet vergeten. In muzikaal opzicht is het wederom genieten, vooral van het fantastische gitaarwerk, maar ook de krachtige vocalen maken steeds makkelijker indruk. Het klinkt op het eerste gehoor misschien wel heel bekend in de oren, maar met de kwaliteit van de muziek van Larkin Poe zit het helemaal goed. Ook Bloom is weer een uitstekend album van de zussen Lovell.



De zussen Megan en Rebecca Lovell vormden in het eerste decennium van deze eeuw, samen met zus Jessica, het trio The Lovell Sisters. De drie waren nog tieners toen ze hun debuutalbum opnamen, maar dat was al lang niet meer te horen op het in 2009 verschenen Time To Grow. Op het album lieten de zussen Lovell niet alleen horen dat ze beschikten over prachtige stemmen, die elkaar fraai versterkten in wonderschone harmonieën, maar bleken ze ook nog eens uitstekend uit de voeten kunnen op de viool, de mandoline en de dobro. 

Op hun debuutalbum vermengden de zusjes Lovell invloeden uit de bluegrass en de Americana, waardoor het album warm werd onthaald door liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek. Helaas viel al snel het doek voor The Lovell Sisters, waarna Megan en Rebecca Lovell verder gingen als Larkin Poe. De twee zussen houden het inmiddels een stuk langer vol dan met The Lovell Sisters en leverden deze week hun volgende album af. Het hangt er een beetje van af hoe je telt maar op het Internet wordt het deze week verschenen Bloom vooral gezien als het negende studioalbum van Larkin Poe. 

Megan en Rebecca Lovell lieten de bluegrass en wat traditioneler klinkende Americana achter zich toen The Lovell Sisters Larkin Poe werd en kozen voor een wat steviger geluid met invloeden uit de blues, soul en Southern Rock en ook nog wel een beetje country en hardrock. Dat geluid is de afgelopen jaren alleen maar steviger geworden, waardoor het vorige album van het tweetal, het in 2022 verschenen Blood Harmony, meer klonk als een rockalbum dan als een rootsalbum. 

Blood Harmony kreeg uitstekende recensies en was behoorlijk succesvol, waardoor het niet zo gek is dat Larkin Poe op Bloom verder gaat waar Blood Harmony aan het eind van 2022 ophield. Ook op hun nieuwe album blijven Megan en Rebecca Lovell ver verwijderd van de muziek waarmee ze ooit debuteerden. De dobro en mandoline voor destijds zijn verruild voor elektrische gitaren en een lekker stevig geluid. Ook Bloom bevat invloeden uit de blues, Southern rock, soul, country en rock en knalt nog wat meer uit de speakers.

Megan en Rebecca Lovell vertrouwen voor een belangrijk deel op andere instrumenten, maar ook de zang van de twee lijkt niet meer op die uit het verleden. De engelenstemmen van The Lovell Sisters hebben plaats gemaakt voor lekker ruwe zang, die goed past bij de rockmuziek van Larkin Poe. Met Larkin Poe zijn de zussen Lovell niet alleen in muzikaal en vocaal opzicht opgeschoven, want ook de songs van de twee klinken anders dan in het verleden. 

Bloom klinkt meer dan eens als een rootsy versie van Heart en daar is echt helemaal niets mis mee. De songs zijn aansprekend, de zang is echt prima en vooral het gitaarwerk is van hoog niveau. Ik vroeg me bij Blood Harmony eind 2022 af of de muziek van The Lovell Sisters niet onderscheidender was dan die van Larkin Poe. Die vraag kan ik ook dit keer stellen, maar iemand die bekend is in de bluegrass zal waarschijnlijk het tegendeel beweren. 

Ook als Larkin Poe maken Megan en Rebecca Lovell muziek die kwaliteit ademt, maar die ook gewoon erg lekker klinkt. Op het eerste gehoor misschien niet heel vernieuwend, maar ik word op een of andere manier wel heel vrolijk van de lekker stevige en prachtig uitgevoerde rockmuziek van Larkin Poe. Erwin Zijleman


Bloom van Larkin Poe is verkrijgbaar via de Mania webshop: