Sea Lemon, een project van de Amerikaanse muzikante Natalie Lew, maakt op Diving For A Prize geen geheim van alle inspiratie uit het verleden, maar levert desondanks een album af dat maar moeilijk is te weerstaan
Ik heb een enorm zwak voor dreampop uit de jaren 90 en kan ook prima overweg met bands uit het heden die zich laten inspireren door de muzikale helden uit het verleden. Verzadiging ligt hier echter wel op de loer, zeker wanneer dreampop uit het verleden in alle opzichten beter is. Ik begon daarom met enige reserves aan het debuutalbum van Sea Lemon, maar wat heeft de band rond de Amerikaanse muzikante Natalie Lew een heerlijk album gemaakt. Het is een album vol referenties naar de dreampop uit de jaren 90, maar Sea Lemon doet op haar debuutalbum echt alles goed en geeft ook een eigenzinnige draai aan al die prachtige invloeden uit het verleden.
Diving For A Prize van Sea Lemon komt deze week misschien niet in aanmerking voor de originaliteitsprijs, maar ik kan het album echt met geen mogelijkheid weerstaan. Het is ook nog eens een album dat alleen maar beter wordt, waardoor ik maar blijf luisteren naar het eerste album van Sea Lemon.
Sea Lemon is een project van de Amerikaanse muzikante Natalie Lew, die momenteel Seattle, Washington, als thuisbasis heeft. Ze maakte Diving For A Prize samen met producer en muzikant Andy Park, die ik vooral ken van Noah Gundersen en Death Cab For Cutie.
Het in de studio van Andy Park gemaakte debuutalbum van Sea Lemon maakt zeker geen geheim van de belangrijkste inspiratiebronnen. Wanneer de eerste noten van het album uit de speakers komen ben je onmiddellijk terug in de jaren 90 en om precies te zijn in de hoogtijdagen van de shoegaze en met name de dreampop.
Het debuutalbum van het project van Natalie Lew bevat alle ingrediënten die albums in de genoemde genres zo aangenaam maakten. Dat betekent dat wonderschone en zeer melodieuze gitaarakkoorden de ruimte prachtig vullen, dat hier en daar subtiele gitaarmuren worden opgebouwd, dat atmosferische en wat kille synths zorgen voor een dun laagje nevel en dat bas en drums tekenen voor een zeer solide basis.
Het betekent bovendien dat de zang dromerig en verleidelijk klinkt, maar op hetzelfde moment ook wat onderkoeld. Het is een inmiddels bekend recept, dat sinds de jaren 90 op talloze albums is gebruikt, maar ik hoor het niet vaak zo mooi als op Diving For A Prize van Sea Lemon.
Het debuutalbum van Sea Lemon is een album dat continu herinneringen oproept aan de bands die ik in de jaren 90 hoog had zitten, maar het project van Natalie Lew laat zich uiteindelijk toch niet één op één vergelijken met de kroonjuwelen van de dreampop en dat is knap.
Natalie Lew schreef niet alleen de songs op het album en tekende voor een deel van de muziek, maar ze bepaalt met haar stem ook voor een belangrijk deel het geluid van Sea Lemon. Het is een zachte en dromerige stem die gemaakt is voor dreampop, maar hoe vaker ik naar Diving For A Prize luister, hoe mooier ik de zang op het album vind.
Ook in muzikaal opzicht maakt Sea Lemon makkelijk indruk, want alles klinkt even mooi, waarbij vooral de gitaarlijnen een compliment verdienen. Natuurlijk blijven Natalie Lew en Andy Park dicht bij het inmiddels bekende recept van de dreampop, maar ze hebben de receptuur wel op subtiele wijze gemoderniseerd, waardoor Diving For A Prize frisser en net wat eigenzinniger klinkt dan andere recent verschenen dreampop albums. De songs van de muzikante uit Seattle klinken door alle bekende ingrediënten onmiddellijk vertrouwd, maar Natalie Lew durft ook buiten de lijntjes van de dreampop en de shoegaze te kleuren, al doet ze dat op subtiele wijze.
Door mijn enorme zwak voor dreampop speelde de Amerikaanse muzikante bij mij vrijwel direct een gewonnen wedstrijd en dat zal bij veel liefhebbers van het genre niet anders zijn. Ook een ieder die denkt dat er alleen in de jaren 90 goede dreampop werd gemaakt of juist helemaal niet bekend is met het genre kan ik zeker aanraden om eens naar Diving For A Prize van Sea Lemon te luisteren, bij voorkeur op de lome momenten van de dag. Erwin Zijleman