05 maart 2025

Review: Matilda Mann - Roxwell

De Britse muzikante Matilda Mann zit met haar debuutalbum Roxwell in de werkelijk overvolle vijver van de indiepop van het moment, maar dit persoonlijke en zeer aangename album zou ik er zeker uit vissen
Matilda Mann doet op Roxwell af en toe precies wat je verwacht van een muzikante met het label indiepop, maar de jonge Britse muzikante laat op haar debuutalbum horen dat ze ook allerlei andere kanten op kan. Het levert een veelzijdig album op dat makkelijk overtuigt met invloeden uit verschillende genres, een warm en aangenaam geluid, de mooie fluisterstem van de Britse muzikante en haar persoonlijke teksten waarin het volwassen worden centraal staan. Ik raak af en toe ook wel eens uitgekeken op al die jonge vrouwelijke muzikanten in de indiepop van het moment, maar Matilda Mann laat horen dat er nog altijd ruimte is voor net wat anders klinkende albums in het zo volle genre.



Tussen de nieuwe albums van deze week kwam ik ook Roxwell van Matilda Mann tegen. Het is een naam die ik niet eerder was tegen gekomen, maar bij hele snelle beluistering sprak haar muziek mij zeker aan. De naam Matilda Mann klinkt Duits, maar ze is geboren en getogen in Londen en heeft de Britse nationaliteit. 

De Britse muziekpers heeft de jonge Britse muzikante, die afstudeerde aan de fameuze BRIT School, de afgelopen jaren jaar al meerdere malen toegevoegd aan de muzikanten die we in de gaten moeten houden en dat begrijp ik wel. Met Roxwell (vernoemd naar het deel van Londen waarin ze opgroeide) heeft Matilda Mann immers een zeer aansprekend indiepop album afgeleverd, dat volgt op een aantal al even aansprekende EP’s. 

Het is een indiepop album dat in een aantal opzichten naadloos aansluit bij de betere indiepop albums die de afgelopen jaren met name in de Verenigde Staten zijn gemaakt. Zo heeft Matilda Mann een persoonlijk album gemaakt dat in tekstueel opzicht kan worden gezien als een ‘coming of age album’, wat redelijk gebruikelijk is in het genre. Ook de vooral fluisterzachte zang is binnen de indiepop van het moment behoorlijk gangbaar en ook het incidenteel opschuiven richting indiefolk en indierock heb ik vaker gehoord. 

Toch weet de Britse muzikante zich ook zeker te onderscheiden van de bulk van de albums in het genre. Om te beginnen heeft Matilda Mann voor haar debuutalbum een aantal zeer aansprekende songs geschreven. Het zijn indie popsongs die zich heel makkelijk opdringen en die eigenlijk direct bijzonder aangenaam klinken, maar de songs van Matilda Mann zitten ook knap in elkaar, zijn verrassend gevarieerd en prikkelen ook zeker de fantasie. 

De Britse muzikante schakelde een drietal mij onbekende producers in voor haar eerste album en die hebben Roxwell voorzien van een lekker vol en aansprekend geluid. Matilda Mann zingt vooral fluisterzacht, maar ze doet dit op fraaie wijze. De zang op Roxwell kan zwoel en verleidelijk klinken, maar de zang klinkt ook puur en oprecht, mede door de persoonlijke teksten. 

De grootste kracht van het debuutalbum van Matilda Mann schuilt wat mij betreft in de grote veelzijdigheid van het album. Matilda Mann maakt soms typische en wat Amerikaans aandoende indiepop, maar ze kan ook folky klinken of juist opschuiven richting de dansvloer met soulvolle tracks met vleugjes triphop en R&B. Het zorgt er voor dat de uitersten op Roxwell redelijk ver uit elkaar liggen en Matilda Mann steeds weer raakt aan net wat andere indiepop grootheden, maar het debuutalbum van de Britse muzikante klinkt, met name door de zang, ook voldoende consistent. 

Matilda Mann heeft de pech dat ze opereert in een genre waarin het al jaren enorm dringen is en waarin wekelijks meerdere interessante albums verschijnen, maar met Roxwell heeft ze een album gemaakt dat ik persoonlijk beter vind dan het gemiddelde album in het genre. 

Ik hoop daarom dat ik haar met deze recensie een zetje in de rug kan geven, al werkt het maken van een aansprekend filmpje op TikTok waarschijnlijk veel beter. Ik denk dat de TikTok bubble de songs van de jonge Britse muzikante wel zal weten te waarderen, maar ook liefhebbers van vrouwelijke singer-songwriters buiten deze bubble moeten dit album zeker eens checken. Erwin Zijleman

De muziek van Matilda Mann is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse muzikante: https://matildamann.bandcamp.com/album/roxwell.


Roxwell van Matilda Mann is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Review: The Chills - Spring Board: The Early Unrecorded Songs

Met het overlijden van Martin Phillips kwam na bijna 35 jaar een einde aan zijn band The Chills, maar met Spring Board: The Early Unrecorded Songs levert de Nieuw-Zeelandse muzikant nog een zeer fraaie zwanenzang af
De Nieuw-Zeelandse band The Chills was sinds haar oprichting een meester in het schrijven van songs die de zon uitbundig laten schijnen, maar die ook niet bang zijn voor wat melancholie. De albums van de band zijn stuk voor stuk uitstekend en doen niet onder voor de albums van de net wat bekendere Australische band The Go-Betweens. Met het overlijden van de voorman viel vorig jaar helaas het doek voor de band, maar Martin Phillips werkte vlak voor zijn dood aan het opnemen van oude songs. Het zijn songs die nu zijn terecht gekomen op Spring Board: The Early Unrecorded Songs, dat een wat atypische maar bijzonder mooie zwanenzang van de Nieuw-Zeelandse band is geworden.



Vorig jaar overleed Martin Phillips, de voorman van de Nieuw-Zeelandse band The Chills op slechts 61-jarige leeftijd. De band werd in 1980 geformeerd in het Nieuw-Zeelandse Dunedin en maakte vanaf de tweede helft van de jaren 80 geweldige albums, met Submarine Bells uit 1990 als mijn persoonlijke favoriet. Het zijn albums met onweerstaanbaar lekkere popsongs met een uniek Nieuw-Zeelands stempel. 

De band was in de eerste jaar van het huidige millennium wat minder actief, maar met Silver Bullets (2015), Snow Bound (2018) en Scatterbrain (2021) leverde The Chills de afgelopen tien jaar nog drie albums af die niet onder deden voor de beste albums van de Nieuw-Zeelandse band. 

Met de vroege dood van Martin Phillips komt helaas een einde aan een van de leukste bands die Nieuw-Zeeland rijk was, maar deze week verscheen nog een nieuw album van de band. Spring Board: The Early Unrecorded Songs leek me op voorhand niet zo interessant, omdat ik er van uit ging dat het een verzameling stokoude restjes betrof, maar dat blijkt niet het geval. 

Vlak voor zijn dood werkte Martin Phillips aan het opnemen van songs die hij schreef voordat zijn band haar debuutalbum uitbracht. Deze nieuwe opnamen vormen de basis van Spring Board: The Early Unrecorded Songs, dat door de rest van de band werd afgemaakt. 

Het album laat aan de ene kant horen dat Martin Phillips ook in zijn jonge jaren al een uitstekend songwriter was, maar Spring Board: The Early Unrecorded Songs laat bovendien horen dat de vroege songs van The Chills ook een aantal decennia later nog fris en urgent klinken. 

De muziek van The Chills sloot in eigen land aan bij de muziek van onder andere The Clean en The Bats, maar de songs van Martin Phillips hebben bij mij altijd vooral associaties opgeroepen met de muziek van de Australische band The Go-Betweens. Net als de muziek van The Go-Betweens staat de muziek van The Chills garant voor een bijzondere mix van zonnestralen en melancholie, waarvoor het prachtige woord bitterzoet is verzonnen. 

De songs op Spring Board: The Early Unrecorded Songs zijn misschien stokoud, maar het album klinkt wat mij betreft als een nieuw album van The Chills. Het zijn wat stevigere en vooral wat meer ingetogen en heerlijk melodieuze songs en het zijn stuk voor stuk songs die de zon hier uitbundig laten schijnen, ook al heeft Martin Phillips ook de nodige melancholie in zijn songs verstopt. 

Spring Board: The Early Unrecorded Songs is een prachtig album, maar het is ook een pijnlijk album. Het album laat immers niet alleen horen hoeveel prachtsongs Martin Phillips waarschijnlijk nog in zijn archieven heeft nagelaten, maar maakt ook pijnlijk duidelijk hoeveel we missen door het toch wat voortijdige einde van The Chills. 

De Nieuw-Zeelandse band stak de afgelopen tien jaar in een uitstekende vorm en deze vorm wordt doorgetrokken op Spring Board: The Early Unrecorded Songs, dat echt veel meer is dan een verzameling restjes van de plank. Martin Phillips is al ruim een half jaar niet meer onder ons en Spring Board: The Early Unrecorded Songs laat twintig songs en zeventig minuten lang horen wat een groot gemis dit is. Het is ook zeventig minuten en twintig songs intens genieten overigens. Erwin Zijleman

De muziek van The Chills is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Nieuw-Zeelandse band: https://thechillsmusic.bandcamp.com/album/spring-board-the-early-unrecorded-songs.


Spring Board: The Early Unrecorded Songs van The Chills is verkrijgbaar via de Mania webshop:



04 maart 2025

Review: Andy Bell - Pinball Wanderer

Andy Bell maakte 35 jaar geleden een niet te overtreffen klassieker met zijn band Ride, maar doet op zijn soloalbums nu al voor de derde keer op rij wat op de albums van zijn band na 1990 niet meer wilde lukken
Andy Bell bracht vijf jaar geleden zijn eerste soloalbum uit en The View From Halfway Down bleek een enorme verrassing. Opvolger Flicker was misschien nog wel beter en ook met het deze week verschenen Pinball Wanderer heeft de voorman van de band Ride een uitstekend soloalbum afgeleverd. Het is een album dat opvalt door een psychedelisch sfeertje, dat wordt versterkt door de geweldige baslijnen en ritmes, en het is een album waarop vooral de elektronica de hoofdrol opeist, al is Andy Bell zeker niet vergeten dat hij een geweldige gitarist is. Acht tracks lang maakt Andy Bell indruk, waardoor zijn solocarrière inmiddels meer moois heeft opgeleverd dan de carrière van zijn band, al blijft Nowhere van Ride natuurlijk onovertroffen.



Andy Bell, niet te verwarren met zijn naamgenoot die zanger van de synthpop band Erasure was, is nog altijd vooral bekend vanwege zijn eerste wapenfeit. Het in 1990 verschenen debuutalbum van zijn band Ride is de boeken in gegaan als een shoegaze en indierock klassieker. Het inmiddels 35 jaar oude Nowhere is nog altijd een fantastisch album, maar het hing ook als een molensteen om de nek van Andy Bell. 

Het tweede album van de band was nog best redelijk, maar hierna kwam de band nooit meer ook maar enigszins in de buurt van het niveau van Nowhere en dat deed Ride ook niet op het vorig jaar verschenen Interplay, dat ik wederom teleurstellend vond. Het lukte Andy Bell evenmin met zijn nieuwe band Hurricane #1, waardoor hij uiteindelijk zijn geluk zocht in Oasis en Liam Gallagher’s Beady Eye. 

Een paar jaar geleden begon Andy Bell met het maken van soloalbums en op deze albums kon hij zich wel ontworstelen aan de erfenis van het debuutalbum van Ride. The View From Halfway Down (2020) en Flicker (2022) zijn uitstekende albums. Het zijn albums waarop Andy Bell af en toe teruggrijpt op de muziek die hij in het verleden maakte, maar de Britse muzikant flirt op zijn soloalbums vooral met psychedelische pop en kiest, zeker vergeleken met het debuutalbum van Ride, voor een veel minder gruizig geluid met zowel een rol voor gitaren als voor synths. 

Deze week verscheen het derde soloalbum van Andy Bell en ook Pinball Wanderer bevalt me uitstekend. Ook op Pinball Wanderer hoor je af en toe voorzichtige flarden van de muziek van Ride, maar ook op zijn nieuwe soloalbum kiest Andy Bell vooral voor een wat trippy geluid, waarin elektronica meestal een grotere rol speelt dan de gitaren en de muziek opvallend melodieus is. 

Prijsnummer is wat mij betreft de door Dot Allison gezongen versie van de jaren 80 culthit I’m In Love With A German Film Star van de vergeten Britse postpunk band The Passions. Andy Bell en Dot Allison maken er een prachtige versie van met de titel I’m In Love … en verdrijven de 80s doom met wat zonnestralen en ook nog wat gitaarwerk van NEU gitarist Michael Rother. 

Op de rest van het album doet Andy Bell eigenlijk alles samen met Oasis lid Gem Archer en dat doen ze zonder de druk die sinds Nowhere op de album van Ride zit. Door de invloeden uit de psychedelica zit er een geweldige flow in de songs op Pinball Wanderer en het is een flow die wordt versterkt door de geweldige ritmes, die soms ook wel wat doen denken aan de muziek die in de Madchester scene werd gemaakt door onder andere The Stone Roses, maar het heeft soms ook wel wat van de Afrobeat. 

Zeker de wat langere tracks op het album hebben een geestverruimend effect en het wordt allemaal nog wat mooier wanneer Andy Bell er wat gruizig gitaarwerk tegenaan legt. Het klinkt allemaal heerlijk ontspannend, maar de songs op Pinball Wanderer zijn uitstekend en ook op de zang van Andy Bell valt niets aan te merken. Nog meer dan op zijn vorige soloalbums maakt Andy Bell vooral indruk met de muziek. Het album schiet meerdere kanten op en alles klinkt even lekker, zeker wanneer je in de stemming bent voor een psychedelische luistertrip als deze. 

Het blijft bijzonder dat Andy Bell er met Ride nooit echt in is geslaagd om in de buurt te komen van het legendarische debuutalbum van de band, maar dat nu op zijn soloalbums al voor de derde keer op rij doet. Mij hoor je hier niet over klagen, zeker niet als het uitstekende albums als deze oplevert. Erwin Zijleman

De muziek van Andy Bell is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse muzikant: https://andybell.bandcamp.com/album/pinball-wanderer.


Pinball Wanderer van Andy Bell is verkrijgbaar via de Mania webshop:



03 maart 2025

Review: Miya Folick - Erotica Veronica

Miya Folick maakte met Premonitions en ROACH al twee uitstekende popalbums, maar de Amerikaanse muzikante laat op Erotica Veronica horen dat ze ook binnen de indierock met de besten mee kan
Ik moest bij de naam Miya Folick diep graven in het geheugen, maar kwam uiteindelijk terecht bij haar uitstekende debuutalbum uit 2018. Dat debuutalbum was een mooi en eigenzinnig popalbum, dat zeker hier in Nederland wat onderbelicht is gebleven. Na opvolger ROACH uit 2023 keert Miya Folick deze week terug met Erotica Veronica dat vooralsnog ook nog niet is overladen met aandacht. Dat verdient het album wel, want de Amerikaanse muzikante heeft een indierock album gemaakt dat niet onder doet voor de beste albums in het genre. De songs van Miya Folick klinken organischer dan in het verleden en liggen nog altijd lekker in het gehoor, maar zijn ook zeker voldoende eigenzinnig. Echt een uitstekend album.



Ik was helemaal aan het eind van 2018 heel positief over Premonitions, het een paar maanden daarvoor verschenen debuutalbum van de Amerikaanse Miya Folick. Ik noemde haar in mijn recensie van het album wat oneerbiedig een popprinses, maar wel een heerlijk eigenwijze popprinses. Ik moet eerlijk toegeven dat ik na het typen van mijn recensie nooit meer naar de muziek van Miya Folick heb geluisterd, maar toen ik Premonitions vorige week weer eens beluisterde, was ik nog altijd onder de indruk van het album. 

Het is een album waarop de muzikante uit Los Angeles makkelijk overtuigt met haar mooie stem, maar ook de muziek op Premonitions is fascinerend, zeker wanneer je het album met de koptelefoon beluistert. Ik noemde het in 2018 een popalbum dat een stuk beter was dan de mainstream popalbums van dat moment en dat bovendien overliep van de belofte en dat zijn woorden waar ik nog steeds achter kan staan. 

Het is dan ook jammer dat ik Miya Folick in de jaren die volgden heb genegeerd, want het in 2023 verschenen ROACH heb ik niet eens beluisterd. Ik heb het album inmiddels wel beluisterd en hoewel ik het minder interessant vind dan het debuutalbum van Miya Folick is ook ROACH een popalbum dat in 2023 zeker mijn aandacht had verdiend. 

De muzikante uit Los Angeles heeft deze week met Erotica Veronica haar derde album afgeleverd en voor het eerst ben ik bij de release van een Miya Folick album direct bij de les. Dat is ook volkomen terecht, want met Erotica Veronica heeft de Amerikaanse muzikante een album gemaakt dat goed aansluit op mijn muzieksmaak en dat me nog beter bevalt dan haar eerste twee albums. 

Waar de eerste twee albums van Miya Folick werden gedomineerd door synths, staan op Erotica Veronica de gitaren centraal. Het derde album van de muzikante uit Los Angeles is daarom meer een indierock album dan een popalbum, al is ze de pop zeker niet helemaal vergeten. Het is een koerswijziging die niet zonder risico is, want het aanbod binnen de indierock van het moment is enorm en de lat ligt al angstig hoog. Desondanks denk ik dat Miya Folick met haar nieuwe album hoge ogen kan gaan gooien. 

De Amerikaanse muzikante bulkt immers in muzikaal en vocaal opzicht van het talent en beheerst bovendien de kunst van het schrijven van lekker in het gehoor liggende maar ook persoonlijke en eigenzinnige popsongs, waarin haar queer identiteit nadrukkelijk tot uitdrukking komt. Miya Folick produceerde haar nieuwe album samen met drummer Sam KS, die de afgelopen jaren een belangrijke rol speelde op de albums van onder andere Lizzy McAlpine, Youth Lagoon en Hozier. 

Erotica Veronica is voorzien van een veel organischer geluid dan de eerste twee albums van Miya Folick en het is een geluid dat uitstekend past bij haar stem. De Amerikaanse muzikante kruipt af en toe dicht tegen de muziek van Phoebe Bridgers aan, maar heeft gelukkig ook haar eigenzinnige geluid behouden. 

Ik was direct bij eerste beluistering zeer gecharmeerd van het nieuwe album van Miya Folick, die haar positie als eigenzinnige popzangeres heeft verruild voor die van een van de smaakmakers binnen de indierock van het moment, wat een bijzonder knappe prestatie is. Erotica Veronica is al met al een album dat echt veel te goed is om tussen wal en schip te vallen. Erwin Zijleman

De muziek van Miya Folick is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://miya.bandcamp.com/album/erotica-veronica.


Erotica Veronica van Miya Folick is verkrijgbaar via de Mania webshop:



02 maart 2025

Review: Muireann Bradley - I Kept These Old Blues

De Ierse muzikante Muireann Bradley is pas 18 jaar oud, maar vertolkt op haar debuutalbum I Kept These Old Blues stokoude bluessongs met werkelijk prachtig gitaarwerk en de doorleefde stem van een oude ziel
Muireann Bradley kwam de coronapandemie door met het luisteren naar stokoude bluessongs en het leren spelen van deze songs op haar gitaar. Op haar zestiende vertolkte ze een aantal van deze songs op haar debuutalbum, dat helaas niet de aandacht kreeg die het album verdiende. De opgepoetste versie van I Kept These Old Blues krijgt deze week een nieuwe kans en verdient absoluut een plekje in de spotlights. Muireann Bradley trekt de aandacht met fraai fingerpicking gitaarspel en met het gevoel dat ze in haar songs legt. De vertolkingen van de bluessongs uit het verre verleden zijn behoorlijk sober, maar I Kept These Old Blues verveelt echt geen moment en maakt steeds meer indruk.



Tussen de nieuwe albums van deze week kwam ik I Kept These Old Blues van Muireann Bradley tegen. Het is geen echt nieuw album, want het debuutalbum van de Ierse muzikante verscheen oorspronkelijk aan het eind van 2023, vlak voor haar zeventiende verjaardag, bij een klein Amerikaans label. Muireann Bradley maakte vervolgens indruk tijdens de jaarlijkse Hootenanny Nieuwjaar show van Jools Holland, maar echt breed opgepakt werd I Kept These Old Blues destijds niet. 

Ik was eind 2023 zelf ook niet heel erg onder de indruk van het album, maar weet niet meer precies waarom de bijzondere songs van Muireann Bradley me destijds niet wisten te raken. Mogelijk had het te maken met de geluidskwaliteit, want het is waarschijnlijk niet voor niets dat het album deze week in een geremasterde versie is uitgebracht. 

Muireann Bradley komt uit het Ierse County Donegal en is nog altijd pas achttien jaar oud. Ze perfectioneerde haar gitaarspel tijdens de coronapandemie en dit gitaarspel is een van de sterke punten van I Kept These Old Blues. Op het album moeten we het doen met de stem en het gitaarspel van de Ierse muzikante, maar beiden zijn prachtig. Muireann Bradley tekent op haar debuutalbum voor fraai akoestisch fingerpicking gitaarspel, dat zeker in de geremasterde versie de ruimte prachtig vult. 

De Ierse muzikante heeft een zwak voor bluessongs zoals deze ruim honderd jaar geleden werden gemaakt. De oude blues op haar debuutalbum valt niet alleen op door het uitstekende gitaarspel van Muireann Bradley, maar ook door haar bijzondere stem. De Ierse muzikante was pas 16 jaar oud toen ze de songs op I Kept These Old Blues opnam. Dat hoor je met enige regelmaat, want de stem van Muireann Bradley kan behoorlijk jong klinken, maar aan de andere kant is de Ierse muzikante ook een oude ziel, die de stokoude bluessongs op het album met veel gevoel en doorleving vertolkt. 

Het doet me met grote regelmaat denken aan de vroege albums van Gillian Welch, die weliswaar songs uit een andere genre vertolkte, maar wel songs uit dezelfde tijd en dit bovendien deed met ongeveer dezelfde middelen. De stemmen van de twee lijken ook wel wat op elkaar, zeker wanneer de stem wat overslaat. 

Muireann Bradley maakt op haar debuutalbum vijftig minuten muziek met slechts haar gitaar en haar stem, maar I Kept These Old Blues houdt de aandacht verrassend makkelijk vast en verslapt eigenlijk geen moment. Het album krijgt deze week een tweede kans met een geremasterde versie op de streaming media diensten en op vinyl en cd en wat mij betreft wordt het debuutalbum van de Ierse muzikante dit keer breed opgepakt. 

I Kept These Old Blues blaast nieuw leven in honderd jaar oude songs en maakt dankzij het fraaie gitaarwerk en de overtuigende stem van Muireann Bradley makkelijk indruk. Ik ben lang niet altijd gek op dit soort akoestische blues en het fingerpicking gitaarwerk dat is te horen op I Kept These Old Blues, maar het album heeft wat mij betreft een bijzondere uitwerking op de luisteraar, zeker wanneer deze terecht komt in de ontspannende flow die het debuutalbum van Muireann Bradley heeft. Het is een album dat nog wat meer glans krijgt wanneer je je bedenkt dat de Ierse muzikante nog altijd pas 18 jaar oud is. We gaan nog veel van haar horen, dat is zeker. Erwin Zijleman


I Kept These Old Blues van Muireann Bradley is verkrijgbaar via de Mania webshop:


Review: Racyne Parker - Will You Go With Me?

Het is dringen binnen de Nashville countrypop van het moment, maar Racyne Parker laat op haar debuutalbum Will You Go With Me? horen dat ze geschaard moet worden onder de beloften in het genre
Ik heb de afgelopen jaren een enorm zwak voor countrypop, wat me een flinke stapel albums heeft opgeleverd die ik eindeloos wil koesteren. Of het debuutalbum van de Amerikaanse singer-songwriter Racyne Parker ook zo’n album gaat worden zal de tijd leren, maar ik ben nu al wel zeer gecharmeerd van Will You Go With Me?, het debuutalbum van de muzikante uit Seattle. Het is een album met meer country en folk dan pop, met een fraai klinkend geluid dat vooral bestaat uit snareninstrumenten, met een mooie stem die is gemaakt voor het genre en met een serie aansprekende songs. Voorspellen blijft lastig, maar met een beetje geluk gaat Racyne Parker het zeker maken.



Werp een blik op de cover van Will You Go With Me? van Racyne Parker en je kunt met een hoge mate van zekerheid concluderen dat het gaat om een countrypop album. Dat is voor menigeen een reden om het album terzijde te leggen, maar het is voor mij een aanmoediging om het te beluisteren. 

Nu wordt er op het moment heel veel countrypop gemaakt en helaas ook flink wat hele slechte countrypop, maar zo af en toe zit er een album tussen waar ik wel heel enthousiast over wordt. Will You Go With Me? van Racyne Parker is wat mij betreft zo’n album. 

Iedereen die mijn favoriete countrypop albums kent weet dat dit betekent dat er op het debuutalbum van de Amerikaanse muzikante meer country (en folk) dan pop te horen is, dat het album zowel in muzikaal als in vocaal opzicht aansprekend is en dat de vele clichés uit de countrypop in bescheiden mate worden ingezet. Het zijn voorwaarden waaraan het debuutalbum van Racyne Parker zeker voldoet. 

De songs van de singer-songwriter die opgroeide op het platteland in Oregon, bevatten vooral invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek in het algemeen en de country en folk in het bijzonder en als er al invloeden uit de pop worden toegevoegd zijn het over het algemeen subtiele invloeden. De songs op Will You Go With Me? zijn wel stuk voor stuk van het toegankelijke en aanstekelijke soort, waardoor het etiket countrypop niet misstaat. 

Racyne Parker heeft volgens de informatie op het Internet na Denver, Colorado, nu Seattle, Washington, als thuisbasis, maar haar debuutalbum werd opgenomen in Nashville, Tennessee, waar de meeste en de beste countrypop van het moment wordt gemaakt. Het opnemen van een album in de hoofdstad van de Amerikaanse country(pop) heeft natuurlijk ook voordelen, want Racyne Parker kon als debuterend muzikante beschikken over een stel uitstekende muzikanten. 

Het zijn muzikanten die vooral een breed assortiment aan snareninstrumenten inzetten op het album, waaronder naast gitaren de pedal steel, de banjo en de mandoline. Het levert een gloedvol geluid op dat ook liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek zonder invloeden uit de pop aan zal spreken. 

Het is bovendien een geluid dat de stem van Racyne Parker fraai ondersteunt. De Amerikaanse muzikante beschikt over het soort stem dat je vaker hoort in de countrypop van het moment, maar ondanks het feit dat Racyne Parker er op de cover van haar album nog behoorlijk jong uitziet beschikt ze over een stem met een ruw en doorleefd randje. 

De mooie snarenklanken en de trefzekere zang van Racyne Parker zijn verpakt in lekker in het gehoor liggende songs. Het zijn songs die zich makkelijk opdringen en het zijn bovendien songs die zuinig om gaan met het verwerken van de talloze clichés uit het genre. 

Will You Go With Me? is een aansprekend countrypop album en dat dankt het album ook aan de veelzijdigheid van de songs op het album. Racyne Parker schakelt makkelijk tussen lekker in het gehoor liggende countrypop songs en songs die wat dichter tegen de wat traditionelere Amerikaanse rootsmuziek aan liggen en ook dat is een pré. 

Ik lees tot dusver helaas nog bedroevend weinig over het album, maar Racyne Parker heeft met Will You Go With Me? een countrypop album afgeleverd dat wat mij betreft alles heeft wat een aansprekend album in het genre nodig heeft. Erwin Zijleman

De muziek van Racyne Parker is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://racyneparker.bandcamp.com/album/will-you-go-with-me.



01 maart 2025

Review: Constant Follower - The Smile You Send Out Returns To You

De Schotse band Constant Follower maakte in 2021 diepe indruk met het album Neither Is, Nor Ever Was, dat deze week wordt gevolgd door het nog mooiere en indrukwekkendere The Smile You Send Out Returns To You
Direct vanaf de eerste noten betovert de Schotse band Constant Follower op haar tweede album The Smile You Send Out Returns To You met prachtige klanken en met twee bijzonder mooi bij elkaar kleurende stemmen. Het is de tweede keer dat de band uit Glasgow zoveel indruk maakt, want het in 2021 verschenen Neither Is, Nor Ever Was hoorde bij de mooiste albums van het betreffende jaar. Op het tweede album gaat Constant Follower verder waar het in 2021 ophield, maar alles klinkt nog net wat mooier. De van melancholie overlopende songs zijn van een bijzondere schoonheid en die wordt alleen maar indrukwekkender door de prachtige muziek en de stemmen van Stephen McAll en Amy Campbell.



De Schotse band Constant Follower kleurde de herfst van 2021 echt prachtig in met haar debuutalbum Neither Is, Nor Ever Was, dat uiteindelijk de dertiende plek in mijn jaarlijstje wist te halen. Neither Is, Nor Ever Was betoverde tien songs lang met wonderschone en zeer stemmige klanken, met de fraaie productie van de legendarische Kramer en zeker ook met de prachtige stemmen van voorman Stephen McAll en zangeres Amy Campbell, die elkaar op indrukwekkende wijze wisten te versterken. 

Het debuutalbum van Constant Follower kreeg vooral het label folk opgeplakt, maar Neither Is, Nor Ever Was herinnerde me op een of andere manier en waarschijnlijk vooral door de combinatie de stemmen van Stephen McAll en Amy Campbell ook aan de muziek van mijn jaren 80 helden The Dream Academy en vooral Prefab Sprout. 

Een paar weken geleden stond het nieuwe album van Constant Follower al in de lijsten met nieuwe albums, maar deze week is het album dan echt verschenen. In de tussentijd heb ik Neither Is, Nor Ever Was herontdekt en is het debuutalbum van de Schotse band me nog wat dierbaarder geworden dan het al was. 

Op Spotify kwam ik overigens ook het prima album tegen dat Constant Follower vorig jaar maakte met de Schotse gitarist Scott William Urquhart, maar het deze week verschenen The Smile You Send Out Returns To You is de echte opvolger van het geweldige debuutalbum uit 2021. 

Het is een album dat in meerdere opzichten in het verlengde ligt van het debuutalbum van de band uit Glasgow. Ook op The Smile You Send Out Returns To You maakt Constant Follower folky songs, maar bedwelmt het de luisteraar ook met zeer sfeervolle klanken. In muzikaal opzicht klinkt het allemaal nog wat mooier en stemmiger dan op het debuutalbum van de band. 

Bijzonder fraai gitaarspel wordt gecombineerd met vooral weidse klanken die de ruimte vullen met warmte. The Smile You Send Out Returns To You is niet alleen in muzikaal opzicht nog beter dan het debuutalbum van de band, want ook de zang van Stephen McAll en Amy Campbell komt nog wat harder binnen. 

Constant Follower wist voor haar debuutalbum met Kramer een producer van naam en faam te strikken en dat is ook gelukt voor het tweede album. The Smile You Send Out Returns To You werd opgenomen in Austin, Texas, in de studio van Dan Duszynski, die we kennen van de bands Gold Motel, Cross Record en vooral Loma en als producer van de albums van Jess Williamson. Dan Duszynski heeft het unieke geluid van Constant Follower onaangetast gelaten en alleen nog net wat mooier gemaakt. 

De melancholie druipt er ook dit keer van af, waardoor het album het uitstekend doet tijdens de winteravonden van het moment, die worden gekleurd door steeds absurder wereldnieuws. De wonderschone songs van Constant Follower voorzien deze winteravonden van warmte en hoop en dat kunnen we momenteel goed gebruiken. 

Het debuutalbum van de band uit Glasgow maakte drieënhalf jaar geleden een onuitwisbare indruk en zorgde voor onrealistisch hoge verwachtingen met betrekking tot The Smile You Send Out Returns To You, maar na een paar keer horen kan ik alleen maar concluderen dat de Schotse band deze verwachtingen zelfs heeft overtroffen. Constant Follower heeft een van de mooiste albums van 2025 gemaakt, dat is zeker. Erwin Zijleman

De muziek van Constant Follower is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Schotse band: https://constantfollower.bandcamp.com/album/the-smile-you-send-out-returns-to-you.



28 februari 2025

Review: Youth Lagoon - Rarely Do I Dream

Na het prachtige vorige album van Youth Lagoon vond ik Rarely Do I Dream, zeker bij eerste beluistering, een wat taai album, maar na enige gewenning valt er gelukkig steeds meer op zijn plek
Youth Lagoon, het project van de Amerikaanse muzikant Trevor Powers, is met Rarely Do I Dream alweer toe aan het vijfde album. Ik was erg te spreken over Heaven Is A Junkyard uit 2023 en hoor de muziek op dit album voor een deel terug op het nieuwe album van Youth Lagoon. Rarely Do I Dream is echter ook veelkleuriger en bij vlagen een stuk ruwer dan zijn voorganger. Het is wederom een persoonlijk album, waarop Trevor Powers begint bij herinneringen aan zijn vroege jeugd om uiteindelijk toch weer in minder zorgeloze tijden terecht te komen. Het klinkt, mede door de zang, anders dan de meeste andere muziek van het moment, maar ook Rarely Do I Dream overtuigt weer.



Heaven Is A Junkyard was in de zomer van 2023 mijn eerste kennismaking met de muziek van Youth Lagoon. Het was al het vierde album van het alter ego van de Amerikaanse muzikant Trevor Powers en als ik de Amerikaanse muziekwebsite AllMusic.com mag geloven zijn de albums die Youth Lagoon tussen 2011 en 2015 uitbracht (The Year Of Hibernation, Wondrous Bughouse en Savage Hills Ballroom) nog een stuk beter. 

Bij eerste beluistering van Heaven Is A Junkyard was ik er overigens van overtuigd dat er een vrouwelijke singer-songwriter achter Youth Lagoon zat, maar dat bleek niet het geval. Heaven Is A Junkyard vind ik nog altijd een mooi en interessant album dat hier en daar dicht tegen de chamber pop aan kruipt, waardoor ik direct nieuwsgierig was toen ik de afgelopen week een nieuw album van Youth Lagoon op de releaselijsten zag staan. 

Het vorige album van Youth Lagoon was niet alleen een mooi album, maar ook een zeer persoonlijk album, waarop Trevor Powers inzoomde op de gezondheidsproblemen die hij ondervond en op zijn leven in Idaho. Ook het deze week verschenen Rarely Do I Dream begint bij de persoon Trevor Powers. De Amerikaanse muzikant liet zich dit keer inspireren door een doos met videobanden die hij vond in de kelder van het huis van zijn ouders. Het zijn videobanden waarop de prille jeugd van de Amerikaanse muzikant is vastgelegd. 

In de songs op Rarely Do I Dream combineert Trevor Powers fragmenten van deze videobanden met vaak wat donkere songs waarin de onschuld van zijn jeugd wordt geconfronteerd met de boze buitenwereld. In muzikaal opzicht klinkt Rarely Do I Dream toch weer net wat anders dan Heaven Is A Junkyard, waarop de piano centraal stond, maar in de meeste recensies worden de verschillen tussen beide albums wel wat overdreven. 

Op het nieuwe album van Youth Lagoon is er een grotere rol voor synths en gitaren en verwerkt de muzikante uit Boise, Idaho, meer invloeden in zijn songs. De door gitaar gedomineerde songs klinken wat gruiziger, terwijl in de door synths gedomineerde songs het tempo wat omhoog gaat. Rarely Do I Dream bevat echter ook nog een aantal door piano gedomineerde songs die niet zo heel ver verwijderd zijn van de songs op het vorige album van de Amerikaanse muzikant. 

Trevor Powers deed ook dit keer veel zelf, maar de productie van Rodaidh McDonald en het gitaarwerk van Erik Eastmans voegen zeker wat toe aan het geluid op het nieuwe album van Youth Lagoon. Het is een album dat ik misschien wel niet zo hebben opgepikt als ik bijna twee jaar geleden niet had geluisterd naar het vorige album van Youth Lagoon, maar gewend aan het soort muziek dat hij maakt en aan de bijzondere stem van de Amerikaanse muzikant, had ik gelukkig genoeg geduld om het op het eerste gehoor wat minder overtuigende Rarely Do I Dream op me in te laten werken. 

Ik vind Heaven Is A Junkyard nog altijd mooier dan het nieuwe album van de muzikant uit Idaho, maar ik ben inmiddels wel overtuigd van de kwaliteit van het nieuwe album en het aantal songs dat iets met me doet stijgt gestaag. Met name de Amerikaanse muziekpers is behoorlijk enthousiast over de muziek van Trevor Powers en ik begrijp dat inmiddels wel, ondanks het moeten wennen aan dit nieuwe album. Erwin Zijleman

De muziek van Youth Lagoon is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikant: https://youthlagoon.bandcamp.com/album/rarely-do-i-dream.


Rarely Do I Dream van Youth Lagoon is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Review: Motorpsycho - Motorpsycho

De Noorse band Motorpsycho weet van geen ophouden en gooit er nog maar eens een album tegenaan met een bijna anderhalf uur durende luistertrip met een bonte mix aan invloeden en een hang naar de jaren 70
Motorpsycho overtrof zichzelf wat mij betreft met de Gullvåg Trilogy, die drie geweldige albums opleverde. De laatste twee albums van de band uit Trondheim, die al enkele decennia mee gaat, vond ik wat minder, maar op het deze week verschenen titelloze album steekt Motorpsycho weer in een uitstekende vorm. Net als op de albums uit de trilogie verwerkt de Noorse band op haar nieuwe album invloeden uit onder andere de progrock, de hardrock, de psychedelica, de folk en de Krautrock in songs die soms zo weggelopen lijken uit de jaren 70 en die niet hadden misstaan op een aantal vroege albums van Yes. Het is stevige kost, maar wat valt er weer veel te genieten op het nieuwe album van Motorpsycho.



De Noorse band Motorpsycho heeft inmiddels meer dan dertig studioalbums op haar naam staan en het zijn albums die bijna zonder uitzondering van zeer hoge kwaliteit zijn. Het valt dan ook niet mee om de pieken in het oeuvre van de band uit Trondheim aan te wijzen, maar als het echt moet kom ik vooral uit bij de briljante Gullvåg Trilogy, die bestaat uit de albums The Tower (2017), The Crucible (2019) en The All Is One (2020). Het was goed voor drieënhalf uur fascinerende muziek, die mij deels deed denken aan de muziek die de band Yes in haar hoogtijdagen maakte, maar die ook onmiskenbaar klonk als Motorpsycho. 

De geweldige trilogie werd gevolgd door twee uitstekende albums, Kingdom Of Oblivion (2021) en Ancient Astronauts (2022), die misschien niet zo indrukwekkend waren als de drie voorgangers, maar nog altijd veel te bieden hadden. Yay! (2023) en Neigh!! (2024) vielen mij vervolgens wat tegen, waardoor ik de albums niet eens besproken heb, maar bij Motorpsycho laat het volgende meesterwerk gelukkig nooit lang op zich wachten. Deze week keert de Noorse band, die in de basis is gereduceerd tot het duo Bent Sæther en Hans Magnus Ryan, terug met een titelloos album dat je bijna anderhalf uur lang aan de speakers gekluisterd houdt. 

Het is een album met een behoorlijk aantal redelijk compacte tracks, maar er zijn ook dit keer langere tracks, met het ruim 21 minuten durende Neotzar (The Second Coming) als uitschieter. In muzikaal opzicht doet het me meer dan eens denken aan de geniale trilogie van een paar jaar geleden, al vind ik het niveau op het nieuwe album net wat minder consistent. Het nieuwe album van Motorpsycho laat echter ook met grote regelmaat de muziek horen die ik het liefst van de band hoor. 

Het is de bonte mix van met name progrock, jazzrock, folk, bluesrock, psychedelica, hardrock en Krautrock en een stevige jaren 70 vibe die ook op een aantal recente albums uit het verleden was te horen en het is een mix die vol zit met muzikaal vuurwerk. Door de complexiteit, maar ook zeker door het gitaarwerk en de zang doet ook het nieuwe album van Motorpsycho me weer denken aan de muziek die de Britse band Yes in haar beste dagen maakte, maar de Noorse band verwerkt deels andere invloeden en voegt ook eigen ingrediënten toe aan haar muziek. 

Voor de liefhebber van compacte en toegankelijke rocksongs is ook het nieuwe album van Motorpsycho weer zware kost, al bevat het album er wel een paar, maar ik had zelf geen enkele moeite met de bijna anderhalf uur durende luistertrip, waarin de band ook heerlijk kan jammen. Het is een luistertrip waarin geweldig en bij vlagen lekker stevig gitaarwerk domineert, maar ook de ritmesectie speelt fantastisch, terwijl de keyboards en met name de Mellotron de muziek van Motorpsycho voorzien van een extra randje prog. 

Op het eerste gehoor schat ik het nieuwe album net wat minder hoog in dan The Tower, The Crucible en The All Is One, waarop de band uit Trondheim net wat meer experimenteerde dan op het nieuwe album en natuurlijk ook een idioot hoog niveau bereikte, maar vergeleken met de laatste twee albums vind ik het titelloze nieuwe album van de band weer een enorme stap vooruit. 

Motorpsycho werd geformeerd in 1989, maar is ook ruim 35 jaar later nog een band die muziek maakt die er toe doet. Het is een razend knappe prestatie, die nog wat meer glans krijgt door het zoveelste uitstekende album. Erwin Zijleman

De muziek van Motorpsycho is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Noorse band: https://motorpsycho.bandcamp.com/album/motorpsycho.


Motorpsycho van Motorpsycho is verkrijgbaar via de Mania webshop:



27 februari 2025

Review: Saya Gray - SAYA

Saya Gray trok drie jaar geleden de aandacht met het zeer eigenzinnige 19 MASTERS, maar de hooggespannen verwachtingen die dat album opleverde worden met het deze week verschenen SAYA ruimschoots overtroffen
Het is dringen in de indiepop van het moment, maar met de Canadese muzikante Saya Gray heeft het genre er weer een talent bij waar we niet omheen kunnen. De muzikante uit Toronto maakte al indruk met de tot dusver uitgebrachte muziek, maar op SAYA heeft ze haar eigenzinnige popsongs geperfectioneerd. Het zijn popsongs die zich door van alles en nog wat hebben laten beïnvloeden en al deze invloeden worden gecombineerd in een eigenzinnig geluid. Het is een mooi geluid dat meer dan eens folky klinkt, maar een verrassende wending is bij Saya Gray nooit ver weg. Een voor een worden de bijzondere popsongs van Saya Gray je dierbaar en wordt SAYA een popklassieker in de dop.



Saya Gray wordt op de Amerikaanse muziekwebsite AllMusic.com met één zin omschreven als “Canadian singer/bassist/multi-instrumentalist known for her cross-pollinated blend of psychedelic pop and alternative R&B”. Het is op zich een aardige omschrijving, maar het is er een die maar een klein deel van het verhaal van Saya Gray vertelt. 

De Canadese muzikante, die naast Canadese ook Japanse wortels heeft, groeide op in een muzikaal gezin en schreef al op jonge leeftijd haar eerste songs. Het leverde in 2022 het album 19 MASTERS op. Het was een nogal ruw en fragmentarisch klinkend album met een collage van songs en flarden van songs, maar als je goed luisterde naar de eerste muzikale verrichtingen van Saya Gray hoorde je een album dat bol stond van de belofte. 

Die belofte maakte ze vervolgens waar op twee uitstekende EP’s, maar de voorlopige kroon op haar werk is het deze week verschenen SAYA dat moet worden gezien als het echte debuutalbum van de Canadese muzikante. Op 19 MASTERS viel al op dat Saya Gray zich met haar songs geen moment in een hokje laat duwen en ook het deze week verschenen album bevat wat mij betreft behoorlijk ongrijpbare muziek. 

Saya Gray maakt indiepop, maar het is indiepop die zich door van alles en nog wat heeft laten beïnvloeden. De songs van de muzikante uit Toronto klinken folky, maar door de pedal steel hoor je ook flarden country. Het past soms in het hokje indiepop, maar Saya Gray is ook niet vies van rock, van R&B, van soul, van pure pop en van wat eigenlijk niet. 

Ik heb af en toe associaties met de geniale muziek van Naaz en af en toe ook wel met Billie Eilish, maar Saya Gray heeft ook een bijzondere eigen stijl. Op haar nieuwe album omringt ze haar stem vaak met fraai akoestisch gitaarspel, dat het folky karakter van haar muziek versterkt, maar het is folk die je nog niet eerder hebt gehoord. 

De arrangementen en instrumentatie blijven je maar verrassen en klinken zowel aangenaam als razend spannend. Het zijn op zich kleine popliedjes die Saya Gray maakt, maar ze klinken allemaal even groots. Het is ook de verdienste van haar stem, die op zich past binnen de popmuziek van dit moment, maar die ook het unieke karakter van de muziek van Saya Gray versterkt. 

Het is muziek die continu van kleur verschiet, want net als je denkt een eigenzinnig folkpop album te beluisteren, geeft de Canadese muzikante haar muziek een elektronische en wat broeierige R&B impuls en weer terug. Het is aan te bevelen om SAYA met de koptelefoon te beluisteren, want dan hoor je pas goed uit hoeveel lagen de muziek van Saya Gray bestaat en hoe knap het allemaal in elkaar zit. 

Al die lagen zitten vol muzikale hoogstandjes, maar alles dat Saya Gray doet is functioneel en draagt bij aan haar unieke sound. Zeker de folky passages zijn oorstrelend mooi, maar eigenlijk is iedere richting die Saya Gray op gaat raak. SAYA bevat een aantal songs die je direct wilt koesteren en een aantal songs die wat meer tijd nodig hebben, maar waar ik 19 MASTERS nog wat teveel van alles en van wisselend niveau vond, is het nieuwe album van Saya Gray voor mij inmiddels een album zonder zwakke momenten. 

Het is een album dat wanneer je het ontleedt vol staat met flarden uit muziekgeschiedenis, wat van SAYA een mooi zoekplaatje maakt, maar door de unieke songs die Saya Gray er van heeft gesmeed is SAYA wat mij betreft een van de leukste en meest originele popalbums van het moment. Erwin Zijleman

De muziek van Saya Gray is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Canadese muzikante: https://sayagray.bandcamp.com/album/saya.


SAYA van Saya Gray is verkrijgbaar via de Mania webshop:



26 februari 2025

Review: Sunny War - Armageddon In A Summer Dress

De Amerikaanse muzikante Sunny War heeft inmiddels een imposant stapeltje albums op haar naam staan en op Armageddon In A Summer Dress lijkt haar muziek alleen maar veelzijdiger en aansprekender te worden
Sunny War maakt inmiddels al elf jaar albums en het zijn albums die een indrukwekkend groeipad laten horen. Het begon ooit met akoestische folk, waar steeds meer invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek aan werden toegevoegd. Op het deze week verschenen Armageddon In A Summer Dress voegt Sunny War nog wat invloeden toe aan haar al zo brede muzikale palet. Gebleven zijn de persoonlijke songs en de emotievolle zang, waardoor ook het nieuwe album van de muzikante uit Los Angeles weer een hoogstaand album is, dat hopelijk een nog breder publiek gaat aanspreken. Sunny War kreeg het in het leven niet voor niets, maar verdient met haar nieuwe album heel veel lof.



In eerste instantie was ik niet bekend met de muziek van de Amerikaanse singer-songwriter Sunny War, maar het in 2021 verschenen Simple Syrup wist me makkelijk te overtuigen, waarna opvolger Anarchist Gospel uit 2023 me definitief over de streep trok. Inmiddels ben ik ook gecharmeerd van de eerdere albums van de muzikante uit Los Angeles, die ondanks een zwaar leven vol armoede en andere ellende een muzikale carrière van de grond kreeg. 

Net als de twee genoemde albums zijn ook Worthless (2015), Red, White & Blue (2016), With The Sun (2018) en Shell Of A Girl (2019) albums waarop de Amerikaanse muzikante haar songs met hart en ziel vertolkt en in deze songs een breed palet aan invloeden binnen de Amerikaanse rootsmuziek bestrijkt. Deze week keert het alter ego van Sydney Lyndella Ward terug met een nieuw album en ook Armageddon In A Summer Dress is een uitstekend album. 

Sunny War werkte op haar vorige album samen met de van Alabama Shakes, Hurray For The Riff Raff, Benjamin Booker, The Deslondes en Margo Price bekende Andrija Tokic en deze samenwerking wordt gecontinueerd op het nieuwe album. Op Anarchist Gospel waren bovendien gastmuzikanten van naam en faam als Allison Russell en David Rawlings te horen en ook deze keer schuiven in de persoon van Valerie June, Tré Burt, Steve Ignorant, Kyshona Armstrong en John Doe bekende gastmuzikanten aan. 

Ook op Armageddon In A Summer Dress is Sunny War weer van vele markten thuis en slaat ze ook nog wat nieuwe wegen in. De Amerikaanse muzikante citeert rijkelijk uit verschillende hoeken van de Amerikaanse rootsmuziek, maar het nieuwe album laat ook een aantal wat stevigere en elektrisch ingekleurde tracks met invloeden uit de pop en rock horen, wat een stijlbreuk is met haar akoestische verleden. Ook akoestisch ingekleurde songs hebben overigens een plek gekregen op Armageddon In A Summer Dress. 

Het maakt het geluid van Sunny War nog wat veelzijdiger dan het al was en het is een geluid dat mij zeer aanspreekt. Ondanks flirts met wat toegankelijker klinkende songs is ook Armageddon In A Summer Dress weer een puur en oorspronkelijk klinkend album, waarop Sunny War nog altijd een eigenzinnig geluid laat horen. 

Die eigenzinnigheid zit deels in de uiteenlopende invloeden die worden verwerkt op het album, maar het zit vooral in de persoonlijke songs en teksten en het bijzondere stemgeluid van de Amerikaanse muzikante. Het is een stemgeluid dat wordt omgeven door de prachtige productie van Andrija Tokic, die het album heeft voorzien van een vol en warm geluid, waarin de zang van de muzikante uit Los Angeles alleen maar aansprekender is geworden. 

Zeker met haar eerste albums bereikte Sunny War vooral een cultpubliek, maar het veelzijdige en prachtig klinkende Armageddon In A Summer Dress is wat mij betreft een album dat een breed publiek aan moet kunnen spreken. Het is een album dat nog altijd in de smaak zal vallen bij liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek en zeker folk, blues en soul, maar het is ook een album dat liefhebbers van pop en rock zal weten te overtuigen. Het duurde bij mij even voor ik fan was van Sunny War, maar Armageddon In A Summer Dress maakt mijn liefde voor haar muziek nog wat groter. Erwin Zijleman

De muziek van Sunny War is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://sunnywar.bandcamp.com/album/armageddon-in-a-summer-dress.


Armageddon In A Summer Dress van Sunny War is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Review: Basia Bulat - Basia's Palace

Basia’s Palace is het zevende album van de Canadese muzikante Basia Bulat en het is een album waarop de muzikante uit Montreal kiest voor een wat ander geluid, wat niet altijd geslaagd is, maar haar wel siert
Ik had me enorm verheugd op een nieuw album van Basia Bulat en had Basia's Palace zonder te beluisteren toegevoegd aan mijn selectie voor deze week. Zeker de openingstracks van Basia’s Palace waren voor mij echter wel schrikken. Het wat meer elektronische en pop georiënteerde geluid klinkt flink anders dan we van Basia Bulat gewend zijn. Naarmate het album vordert hoor je ook wel weer wat meer van de muziek die kennen van de Canadese muzikante, maar Basia’s Palace is absoluut een buitenbeentje in haar oeuvre. Het is een buitenbeentje dat uiteindelijk zeker wat te bieden heeft. Even wennen dus aan het nieuwe geluid van deze talentvolle muzikante uit Montreal.



Ik heb absoluut een zwak voor de albums van de Canadese muzikante Basia Bulat. De muzikante uit Montreal maakte tussen 2007 en 2020 vijf uitstekende en verrassend veelzijdige albums. Op het in 2022 uitgebrachte The Garden nam Basia Bulat een aantal songs van haar eerste vijf albums opnieuw op, waarbij ze flink profiteerde van de bijzonder mooie strijkersarrangementen van onder andere Owen Pallett. 

Deze week verscheen het zevende album van Basia Bulat en bij beluistering van Basia’s Palace valt direct op dat de Canadese muzikante op haar nieuwe album heeft gekozen voor een wat lichtvoetiger en meer pop georiënteerd geluid. Basia Bulat maakte in 2022 een pas op de plaats en begon vervolgens in haar nieuwe huis muziek te maken. Ze omringde zich voor het eerst met elektronica en begon te experimenteren met voor haar nieuwe klanken en texturen. 

De muziek van de Canadese muzikante bevatte in het verleden altijd flink wat invloeden uit de folk, maar op Basia’s Palace domineert de pop en zijn organische klanken voor een deel verruild voor elektronica. Ik moet eerlijk toegeven dat ik Basia’s Palace bij eerste beluistering echt enorm vond tegenvallen. Ik ben zeker niet vies van pop, maar de soulvolle pop op het nieuwe album van Basia Bulat kwam bij mij in eerste instantie totaal niet binnen. 

Het klonk me allemaal wat te gewoontjes en te lichtvoetig, maar vanwege de mooie stem van Basia Bulat ben ik toch blijven luisteren. Gelukkig maar, want de songs op Basia’s Palace schuiven uiteindelijk wel wat op van pop naar soulpop en ook in muzikaal opzicht wordt het album snel interessanter, zeker wanneer de flirts met disco naarmate het album vordert plaats maken voor interessantere klanken. 

Basia Bulat maakte haar nieuwe album samen met de van The Arcade Fire bekende producer Mark Lawson, met wie ze ook al eerder werkte, waarna topproducer Tucker Martine de mix voor zijn rekening nam. Basia’s Palace klinkt prachtig en dat hoor je vooral wanneer de Canadese muzikante op het tweede deel van het album wat gas terug neemt. Zeker in de wat minder lichtvoetige songs kruipt Basia Bulat weer tegen haar vertrouwde geluid aan en overtuigt ze weer makkelijk als zangeres. 

Ik moest absoluut even wennen aan het nieuwe geluid van Basia Bulat, maar eenmaal gewend is Basia’s Palace een warm klinkend album vol songs die je een goed gevoel geven, een echt feelgood album dus. Dat is wel wat anders dan de vaak wat melancholische folkpop uit het verleden, maar aan het einde van het album sluipt de melancholie er stiekem toch weer wat in en blijkt dat ook Basia Bulat nieuwe stijl veel te bieden heeft. 

Basia’s Palace is wel een wat tricky album, want zeker de eerste paar tracks kunnen de fans van het eerste uur makkelijk verjagen, maar zullen de Canadese muzikante ook niet direct scharen onder de grote popzangeressen van het moment. Fans van het eerste uur kunnen wat mij betreft het beste beginnen met de tweede helft van Basia’s Palace, die ik persoonlijk interessanter vind dan de eerste helft en die er bovendien voor zorgt dat deze eerste helft wat minder heftig overkomt dan wanneer je begint met de uptempo songs aan het begin van het album. Een wat wisselend oordeel al met al, maar uiteindelijk overtuigt Basia Bulat me net. Erwin Zijleman

De muziek van Basia Bulat is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Canadese muzikante: https://basiabulat.bandcamp.com/album/basias-palace.


Basia's Palace van Basia Bulat
 is verkrijgbaar via de Mania webshop: