23 februari 2009

Dan Auerbach - Keep It Hid

Dan Auerbach kennen we tot dusver vooral als voorman van het duo The Black Keys (met wie hij de afgelopen jaren een aantal geweldige platen maakte, waaronder het vorig jaar verschenen Attack & Release) en als producer (van onder andere Nathaniel Mayer’s Why Don’t You Give It To Me en onlangs nog van Jessica Lea Mayfield’s prachtige debuut With Blasphemy So Heartfelt). Naast het drukke tourschema van The Black Keys had Auerbach kennelijk ook nog tijd voor een soloplaat, want onlangs verscheen Keep It Hid. Een plaat waarop Auerbach het moet doen zonder zijn vaste Black Keys maatje Pat Carney en dat is te horen. Keep It Hid is minder rauw en energiek dan de platen die Dan Auerbach tot dusver met The Black Keys heeft gemaakt, al zijn de gebruikte ingrediĆ«nten grotendeels gelijk. Ook op Keep It Hid vormen blues, psychedelica, folk, country en (swamp)rock de basis, maar de muziek is een stuk ingetogener. Lome muziek waarmee Dan Auerbach even ontsnapt aan de hectiek van het Black Keys bestaan. Keep It Hid is hierdoor een stuk minder overrompelend dan de platen van The Black Keys (al kent de plaat ook wel een aantal wat stevigere momenten), maar neem even de tijd voor deze plaat en er valt heel veel te genieten. Keep It Hid bevalt een aantal tracks die wat experimenteler zijn dan we van The Black Keys gewend zijn, maar ook voor opvallend toegankelijke popliedjes is plaats. Tracks die stuk voor stuk laten horen wat een getalenteerd zanger, muzikant en songwriter Dan Auerbach is. Jessica Lea Mayfield draagt haar steentje bij met de prachtige achtergrondzang op het wonderschone When The Night Comes (voor mij het hoogtepunt van deze plaat), maar verder heeft Dan Auerbach Keep It Hid grotendeels in zijn uppie gemaakt. Het levert een authentiek klinkende plaat op met soulvolle vocalen en bluesy gitaarwerk. Een plaat die rechtstreeks uit de jaren 70 lijkt te stammen, maar veel meer is dan een opgewarmde hap. Keep It Hid is geen alternatief voor de geweldige platen van The Black Keys, maar vormt wel een mooie aanvulling op het inmiddels al aardig imposante oeuvre van Dan Auerbach. Een opvallend sterk tussendoortje van de man die ons maar blijft verbazen. Erwin Zijleman