30 april 2012
Hospitality - Hospitality
Het debuut van het Amerikaanse trio Hospitality lag al een tijdje op de stapel en leek daar niet meer van af te komen, tot een van de lezers van deze BLOG me nog eens op de plaat wees. Hierna is de plaat vrij snel in de cd speler verdwenen en tot dusver is hij daar niet meer uit gekomen. Hospitality maakt op haar debuut honingzoete popmuziek met een scherp randje. Bij de eerste noten lijkt het heel even op The Sundays of Sixpence None The Richer, maar wanneer de gitaren wat feller uit gaan halen hoor ik ook wel wat van The Pixies of Sleater Kinney, terwijl de band in de van flink wat extra zonneschijn voorziene popliedjes opschuift in de richting van bands als Belle And Sebastian en Camera Obscura. Ster van de band is zangeres Amber Papini, die steeds weer weet te verleiden met wonderschone zwoele vocalen, maar nergens doorslaat in te zoete klanken. De mooie stem van Amber Papini wordt omlijst door een uiterst sober geluid, waarin naast een oerdegelijke ritmesectie vooral de mooie en veelkleurige gitaarlijnen opvallen. Het zijn gitaarlijnen die de lente onmiddellijk laten beginnen, al is Hospitality ook niet bang voor een paar wat donkerdere gitaarwolken. Slechts in een aantal tracks is gekozen voor een net wat voller geluid, waarin onder andere voorzichtige elektronica en blazers de revue passeren. Hospitality schotelt de luisteraar betrekkelijk eenvoudige popliedjes voor, maar ze zijn wel alle tien raak. Ondanks het feit dat de tien tracks op het titelloze debuut van Hospitality allemaal in grote lijnen hetzelfde recept volgen klinken ze allemaal anders. Dit ligt vooral aan het mooie gitaarwerk dat steeds net wat andere accenten legt; van psychedelisch tot punky en van breed uitwaaierend tot bijna Afrikaans of jazzy. De stem van Amber Papini schurkt hier steeds lekker tegenaan en voorziet de popliedjes van Hospitality uiteindelijk van onderscheidend vermogen. Het debuut van Hospitality is zo’n plaat die maar een paar noten nodig heeft om je te verleiden. Normaal gesproken vervliegen dit soort platen snel, maar de muziek van Hospitality blijft vooralsnog aangenaam kleven. In Nederland heeft deze plaat tot dusver schandalig weinig aandacht gekregen. Nu de plaat voor de zoveelste keer voorbij komt en steeds aangenamer prikkelt, kan ik alleen maar concluderen dat we hebben zitten slapen en heel snel wakker moeten worden. Het debuut van Hospitality is immers één van de grote lenteplaten van 2012. Erwin Zijleman