Smutfish en ik gaan inmiddels ver terug in de tijd. Het zal in het voorjaar van 2004 zijn geweest dat de eigenaar van Plato Den Haag, voor wie ik destijds de Plato.NL nieuwsbrief schreef, me een in eigen beheer uitgebrachte cd stuurde die hij in de winkel in zijn handen gedrukt had gekregen.
Dat gebeurde wel vaker en meestal viel zo’n plaat flink tegen, maar Lawnmower Mind van Smutfish kwam aan als een mokerslag. Stuk was ik van het geweldige debuut van de band uit Den Haag en als ik de plaat nu opzet ben ik dat nog steeds.
Nadat een tweede oplage van de plaat op het snel uit de grond gestampte Plato.NL records was verschenen, was het tijd voor een tweede plaat. Through A Slightly Open Door verscheen in 2006 en viel wat tegen, vooral omdat de verrassing er wat af was (overigens ben ik de plaat later wel enorm gaan waarderen).
Smutfish ging verder als John Dear Mowing Club en bracht in 2007 een titelloze plaat uit die het niveau van Lawnmower Mind volgens de critici weer wel wist te benaderen. Dit niveau werd vervolgens overtroffen op het in 2010 verschenen Melleville, dat een veelzijdiger geluid liet horen en bovendien fraai werd ondersteund door een prachtig boekwerk met bijzondere tekeningen.
In 2011 maakte Smutfish en John Dear Mowing Club voorman Melle de Boer samen met Henk Koorn (Hallo Venray) als Henk en Melle het eveneens bijzonder aangename Roodnoot, maar sindsdien was het helaas stil. Tot nu dan, want gisteren verscheen op het Excelsior label (!) Trouble van .... Smutfish.
Trouble herinnert absoluut aan het zo bijzondere debuut van de Haagse band, maar is als je het mij vraagt nog veel beter. In muzikaal opzicht laat de Haagse band een veelzijdiger, intenser en beter klinkend geluid horen en ook de songs spreken meer tot de verbeelding.
Smutfish maakt nog altijd de eigen variant op Amerikaanse rootsmuziek en kleurt deze op Trouble bijzonder fraai in. Gebleven is het bijzonder fraaie gitaarwerk (nog altijd van Melle de Boer en Dick Zuilhof), maar ook de buitengewoon mooie en vaak verrassende bijdragen van blazers, pedal steel en orgeltjes dragen dit keer nadrukkelijk bij aan het geluid van de band. Hiernaast zoekt Smutfish dit keer nadrukkelijker de grenzen van het genre op, waardoor de plaat verrassender is dan zijn voorgangers.
Ook in vocaal opzicht heeft Smutfish een flinke stap gezet. Natuurlijk leunt het geluid van de band nog altijd zwaar op de uit duizenden herkenbare vocalen van Melle de Boer, die nog altijd klinkt alsof hij is opgegroeid aan de zuidelijke oevers van de Mississippi en niet in de Zuid-Hollandse polder. Het toevoegen van mooie koortjes en de meer dan eens opduikende vocalen van bassist en zangeres Janneke Nijhuijs (ook bekend van The Deaf en The Indien) hebben echter absoluut meerwaarde en maken het geluid van Smutfish rijker en veelkleuriger.
Trouble staat vol met geweldige songs. Soms schuren deze dicht tegen het van Smutfish bekende alt-country geluid aan, maar er zijn ook uitstapjes richting bluesy rock zoals de Stones die in hun beste jaren maakte of richting countryrock zoals Neil Young die al heel lang niet meer maakt. Het ene moment klinkt Trouble rauw, het volgende moment uiterst ingetogen, maar altijd puur en eerlijk.
Smutfish heeft op Trouble haar volkomen unieke geluid behouden, maar weet het ook te verrijken met allerlei nieuwe invloeden. Lawnmower Mind was al weer meer dan 10 jaar geleden een klassieker, net als Melleville bijna vijf jaar geleden, maar het nu verschenen Trouble is wat mij betreft de meest overtuigende van het stel.
Het wordt alleen maar mooier wanneer je het prachtig uitgevoerde boekje met tekeningen (Melleville II) er bij pakt, waarna de soms heerlijk onnavolgbare teksten van Melle de Boer tot leven komen.
Conclusie: Volkomen briljante plaat. En hij wordt alleen maar beter en beter. Waar het eindigt? Ik durf het echt niet te zeggen, maar nu al staat Trouble van Smutfish op eenzame hoogte. Erwin Zijleman
Smutfish presenteert Trouble vanavond in het Paard van Troje in Den Haag. Een tour volgt.
cd LP+cd