Groot in de Verenigde Staten, nog onbemind in Nederland. Het geldt voor The Lone Bellow, dat onlangs één van de mooiste platen van 2015 tot dusver afleverde, maar het geldt ook zeker voor The Punch Brothers, die hetzelfde flikken met het eveneens gloednieuwe The Phosphorescent Blues.
The Punch Brothers werden in 2007 geformeerd door de van Nickel Creek en Mutual Admiration Society bekende Chris Thile. Thile verzamelde een aantal snarenwonders om zich heen, wat in 2008 een in de Verenigde Staten warm ontvangen debuut opleverde; een debuut dat ik overigens heb gemist, net als de platen die zouden volgen.
The Phosphorescent Blues is als ik goed tel al weer de vijfde plaat van The Punch Brothers en wat is het een mooie. Voor The Phosphorescent Blues kon de band een beroep doen op topproducer T-Bone Burnett, met wie de band ook werkte op de soundtrack bij de Coen Brothers film Inside Llewyn Davis.
Het levert een soms lastig te doorgronden, maar zeer fascinerende plaat op. The Phosphorescent Blues opent direct zeer ambitieus met een ruim tien minuten durende track. Het is een track die opvalt door fraai werk op de banjo, gitaar, bas, mandoline en viool, maar er is meer. De fraaie zanglijnen op de plaat nemen je mee terug naar de Westcoast pop uit de jaren 70 en doen hier en daar iets denken aan The Beach Boys en CSNY. Tenslotte zit de openingstrack vol tempowisselingen en spanningsbogen, waarbij een topdrummer als Jay Bellerose natuurlijk uitstekend van pas komt.
The Punch Brothers hadden tot dusver een duidelijke voorkeur voor bluegrass, maar in de openingstrack van de nieuwe plaat kiezen ze onmiddellijk voor een veel groter speelveld. The Phosphorescent Blues is zoals gezegd een zeer ambitieuze plaat. Dat hoor je terug in de songs, waarin zo nu en dan ook werk van klassieke componisten wordt vertolkt, dat hoor je in de geweldige wijze waarop er op deze plaat wordt gemusiceerd en dat voel je in de sfeer van de plaat, die geen moment de indruk geeft dat je naar een gewone plaat aan het luisteren bent.
Het is allemaal niet zonder risico. Ambitie slaat vaak door in pretenties, terwijl muzikaal meesterschap makkelijk omslaat in onnodig instrumentaal spierballenvertoon. Het is de verdienste van T-Bone Burnett dat The Phosphorescent Blues niet doorslaat in pretenties en overdaad.
The Phosphorescent Blues is misschien geen makkelijke plaat, maar zowel de soms ook aan Steely Dan herinnerende vocalen en het bijzonder fraaie snarenwerk op de plaat verleiden vrij makkelijk. De nieuwe plaat van The Punch Brothers is er hierdoor een die het goed doet op de achtergrond, maar ook een ieder die alle details op de plaat wil doorgronden en duiden, kan met The Phosphorescent Blues goed uit de voeten.
Wat ik persoonlijk knap vind aan de plaat is dat The Punch Brothers door een aantal decennia popmuziek (en nog enkele eeuwen klassieke muziek) heen wandelen, maar er toch in slagen om een plaat te maken die de fantasie prikkelt en die bovendien modern klinkt. Natuurlijk haak ook ik een paar keer af (Debussy op de mandoline, het hoeft van mij niet), maar het grootste deel van de tijd is het genieten geblazen. Inmiddels komt The Phosphorescent Blues voor de zoveelste keer voorbij en weer hoor ik nieuwe dingen. Razend knappe plaat. Erwin Zijleman
cd 2 LP's