Het Schotse duo Honeyblood debuteerde twee jaar geleden met een heerlijke plaat vol stekelige gitaarpop.
Stina Tweeddale en Shona McVicar overtuigden op hun debuut met opvallend aanstekelijke maar ook lekker rauwe gitaarsongs, die het beste van The Throwing Muses en het aanstekelijke van de Dum Dum Girls en hun 1001 soortgenoten leken te combineren.
Deze combinatie was al ruim voldoende voor een meer dan acceptabele plaat, maar Stina Tweeddale en Shona McVicar voegden ook nog de nodige muzikale eigenwijsheid uit hun thuisbasis Glasgow toe, waardoor het debuut van Honeyblood in één adem kon worden genoemd met een aantal bescheiden klassiekers of vergeten parels uit deze Schotse muziekhoofdstad.
Drumster Shona McVicar heeft Honeyblood inmiddels verlaten en is vervangen Cat Myers, maar veel gevolgen voor de muziek van Honeyblood heeft dat niet gehad. Ook Babes Never Die doet met grote regelmaat aan de muziek van Throwing Muses en The Breeders denken en heeft hiernaast het aanstekelijke van al die gruizige vrouwenbands die de afgelopen jaren zijn opgedoken. Het is een combinatie die ik persoonlijk vrijwel onweerstaanbaar vind.
Babes Never Die werd geproduceerd door James Dring, die eerder werkte met onder andere Jamie T. en Lana Del Rey. Het is een keuze die op voorhand werd neergesabeld en nu zorgt voor een aantal minder positieve recensies, maar persoonlijk vind ik de rol van de Britse producer, die overigens ook werkte met Gorillaz, niet overdreven groot. Babes Never Die ligt in het verlengde van het titelloze debuut en staat vol met songs waar ik heel vrolijk van word.
Hier en daar klinkt het geluid van Honeyblood misschien net iets gepolijster, maar er staan een aantal songs tegenover die juist rauwer klinken dan die op het debuut, waardoor de plaat meer dynamiek en variatie bevat.
Natuurlijk zijn er op het moment heel veel bands als Honeyblood, maar ik vind het Schotse tweetal op vrijwel alle fronten net wat beter dan de concurrentie. Babes Never Die bevat betere songs, beter gitaarwerk, betere drums en vooral ook betere vocalen, waardoor de plaat makkelijk blijft boeien.
Er is op het moment eigenlijk maar één vergelijkbare plaat die de competitie met de tweede van Honeyblood aan kan en dat is de laatste van Bettie Serveert. Het is grappig dat juist het Amerikaanse AllMusic.com Bettie Serveert aanhaalt als vergelijkingsmateriaal en het zegt ook wat over het niveau van de Nederlandse band, die in mijn cd-speler de komende tijd zal moeten knokken met de twee dames uit Glasgow. Erwin Zijleman