Na de release vloed van de afgelopen weken is het de komende weken eb en vertrouw ik voor een belangrijk deel op de tips die ik vind in de jaarlijstjes van anderen (het jaarlijstje van de krenten uit de pop komt overigens op 16 december) en andere tips die ik binnen krijg.
Het levert zo af en toe platen op die ik echt niet had willen missen en Powerplant van Girlpool is zo’n plaat.
Het is een plaat die al in het voorjaar verscheen en het is de tweede plaat van het duo dat wordt gevormd door Cleo Tucker en Harmony Tividad, twee jonge twintigers uit Los Angeles.
Het gekke is dat ik het debuut van Girlpool wel ken, maar de tweede plaat is me echt ontgaan eerder dit jaar. Misschien wel omdat het in 2015 verschenen Before The World Was Big me uiteindelijk niet volledig wist te overtuigen. Ik hoorde wel iets van belofte, maar destijds pakte de plaat me niet.
Wilco’s Jeff Tweedy was wel onder de indruk van het debuut van Girlpool (en wanneer ik de plaat nu beluister kan ik hem alleen maar gelijk geven) en was eigenlijk van plan om de tweede plaat van het duo te produceren. Dat lukte door andere projecten uiteindelijk niet en daarom deden Cleo Tucker en Harmony Tividad het zelf. En ze hebben het zeer verdienstelijk gedaan.
Powerplant klinkt vergeleken met het debuut van Girlpool wat minder minimalistisch, onder andere omdat het tweetal drums heeft toegevoegd aan het geluid. Het is een geluid dat me met grote regelmaat herinnert aan de uit de jaren 90 stammende prachtplaten van onder andere Juliana Hatfield en Liz Phair. Girlpool heeft de dynamiek van deze platen meegenomen naar haar tweede plaat en vervolgens verder verfijnd.
Het contrast tussen aan de ene kant wonderschone gitaarlijnen en fluisterzachte en suikerzoete vocalen en aan de andere kant het hoge lo-fi gehalte en de stevige gitaaruitbarstingen is levensgroot, maar bij Girlpool gaan beide uitersten vrijwel naadloos in elkaar over, wat de tweede plaat van het Californische duo voorziet van dynamiek, onderhuidse spanning en lading.
In de meest melodieuze momenten schuurt Girlpool dicht tegen de dreampop (denk vooral aan Lush) en shoegaze aan, maar de twee muzikanten uit Los Angeles zijn ook niet vies van noisy uitbarstingen of heerlijke rammelpop. Hiernaast zijn er de zonnige gitaarloopjes die zomaar uit de gitaren van Johnny Marr hadden kunnen komen, maar die ook ieder moment kunnen omslaan in een bak herrie.
De songs van Girlpool lijken op het eerste gehoor behoorlijk simpel en sober, maar hoe vaker ik ze hoor, hoe beter en mooier ze worden. Het gitaarwerk wordt bij meerdere keren horen alleen maar veelkleuriger en betoverender, maar ook de stemmen van Cleo Tucker en Harmony Tividad hebben steeds meer effect en groeien aan kracht.
Direct bij eerste beluistering wist ik dat Powerplant van Girlpool een plaat is die ik ga koesteren, maar inmiddels kan ik nauwelijks meer zonder de zoete maar soms ook venijnige verleiding van het duo uit Los Angeles.
Met Jeff Tweedy achter de knoppen had de plaat waarschijnlijk wat meer aandacht gekregen, maar of de Wilco voorman het torenhoge niveau van Powerplant had weten te evenaren lijkt me niet op voorhand zeker.
Ik zet Powerplant nog maar eens op en wordt onmiddellijk beneveld door honingzoete stemmen en gitaarlijnen waarvan je alleen maar kunt dromen. Zwaar verslavende plaat die met hoge snelheid richting de top van mijn jaarlijst schiet. Wat ben ik blij dat ik hem uiteindelijk niet gemist heb. Erwin Zijleman
Een digitale versie van Powerplant van Girlpool is verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band: https://girlpoool.bandcamp.com.