30 juni 2025

Review: Frankie Cosmos - Different Talking

Frankie Cosmos begon ooit als soloproject van de New Yorkse muzikante Greta Kline, maar is inmiddels uitgegroeid tot een band, die met het uitstekende Different Talking een ware indiepop parel heeft afgeleverd
Het is een mooi stapeltje albums dat de Amerikaanse band Frankie Cosmos inmiddels op haar naam heeft staan en de groei is er nog lang niet uit. De band uit New York doet op het deze week verschenen Different Talking alles zelf en dat is niet ten koste gegaan van de kwaliteit. Integendeel zelfs, want de mix van 90s indierock en dreampop en indiepop van het moment klonk nog nooit zo mooi en overtuigend als op Different Talking, het vijfde album van de New Yorkse band. De critici weten al een aantal jaren dat Frankie Cosmos moet worden gerekend tot de smaakmakers van de indiepop en dat is nog veel beter te horen op het in alle opzichten uitstekende Different Talking.



De Amerikaanse muzikante Greta Kline kan al sinds haar in 2016 onder de naam Frankie Cosmos uitgebrachte debuutalbum Next Thing rekenen op zeer lovende woorden van de critici, maar desondanks wordt ze binnen de indiepop van het moment nog altijd gerekend tot de subtop. In tegenstelling tot een aantal collega’s in het genre heeft ze overstap naar de grote zalen nog niet gemaakt en ook het deze week verschenen Different Talking is zeker niet het album waar het drukst over wordt gedaan deze week. 

Ik heb tot dusver alle albums van de New Yorkse muzikante zeer positief besproken, maar alleen Next Thing haalde mijn jaarlijstje, dus misschien onderschat ik Frankie Cosmos zelf ook wel wat. Frankie Cosmos begon ooit als een soloproject van Greta Kline, maar is inmiddels een echte band, die deze week met Different Talking alweer het vijfde album aflevert. 

Greta Kline, overigens de dochter van de bekende acteurs Kevin Kline en Phoebe Cates, begon ooit met intieme ‘bedroom pop’, maar laat samen met de andere bandleden horen dat Frankie Cosmos zich de afgelopen jaren enorm heeft ontwikkeld. Different Talking is misschien niet het album dat deze week de meeste aandacht trekt, maar het is een album dat een nog wat hoger niveau aantikt dan de vorige albums van de New Yorkse band en dat zegt wat. 

Frankie Cosmos bestaat naast zangeres en gitarist Greta Kline uit bassist Alex Bailey, drummer Hugo Stanley en de zeer getalenteerde toetsenist en zangeres Katie von Schleicher, die ook als solomuzikante prima albums maakte. Het viertal besloot om het nieuwe album zonder hulp van anderen te maken, wat heeft geresulteerd in een hecht bandgeluid, dat ook opvallend mooi geproduceerd is door de band. 

Frankie Cosmos propt maar liefst zeventien songs in een kleine veertig minuten, maar Different Talking is zeker geen lo-fi album geworden. De songs op het album klinken allemaal even verzorgd en variëren van dromerige indiepop tot wat stekelige indierock. In de wat stevigere songs hoor ik flarden van de door vrouwen aangevoerde indierock uit de jaren 90 en zeker ook uit de dreampop uit deze periode, maar het nieuwe album van Frankie Cosmos sluit ook aan bij de lome indiepop van het moment, met de zwoele en dromerige 70s pop van Clairo als belangrijkste vergelijkingsmateriaal. 

Het doet het echt fantastisch bij de tropische temperaturen van het moment, maar de nieuwe songs van Frankie Cosmos hebben meer te bieden dan zoete verleiding. Ondanks het hoge DIY-gehalte klinkt het album echt prachtig en dat geldt zowel voor de muziek als de zang op het album. Ik vond de stem van Greta Kline altijd al mooi, maar op Different Talking zingt ze nog net wat mooier. 

Ik heb zoals gezegd altijd een zwak gehad voor de albums van Frankie Cosmos, maar Different Talking steekt er wat mij betreft bovenuit en dat is knap. De songs van Frankie Cosmos weten zich wat mij betreft ook te onderscheiden van de meeste andere indiepop en indierock die op het moment gemaakt wordt, want de New Yorkse band klinkt toch net wat eigenzinniger en ruwer dan de collega muzikanten, die vooral vanuit Los Angeles opereren. Net als Clairo, wat mij betreft goed voor een van de allerbeste concerten van 2025 tot dusver, moet Frankie Cosmos maar eens snel worden toegevoegd aan de erkende smaakmakers van de indiepop van het moment. Erwin Zijleman

De muziek van Frankie Cosmos is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://ingridsuperstar.bandcamp.com/album/different-talking.


Different Talking van Frankie Cosmos is verkrijgbaar via de Mania webshop:



29 juni 2025

Review: Bruce Springsteen - Tracks II: The Lost Albums

Met Tracks II: The Lost Albums hebben we er zomaar zeven Bruce Springsteen albums bij en het zijn albums waarop veel moois valt te ontdekken en we af en toe ook een nog minder bekende kant van de Amerikaanse muzikant horen
Tracks II: The Lost Albums is met ruim vijf uur muziek een lange zit, maar het is het waard. Dat geldt wat mij betreft het meest voor de nieuwe albums uit de jaren 90, want in dat decennium was de reguliere productie van Springsteen karig en deels van matige kwaliteit, maar ook het nieuwe werk uit de jaren 80 en het huidige millennium mag er zijn. Tracks II laat zich niet beluisteren als een serie restjes, maar herschrijft deels de geschiedenis met nieuwe albums, die tot voor kort nog een ontbrekende schakel waren in het oeuvre van Bruce Springsteen. Hier en daar komt een potentiële Springsteen klassieker voorbij, maar de toch al zo talentvolle muzikant blijkt ook nog net wat veelzijdiger en getalenteerder dan we al wisten.



“Lost albums” zijn dat meestal niet voor niets. Van de talloze albums die de afgelopen decennia toch nog van de plank zijn gekomen, vallen de meeste gewoon vies tegen. Dat dit niet geldt voor Tracks II: The Lost Albums van Bruce Springsteen hadden we kunnen weten, want in 1988 verscheen het eerste deel van Tracks. Het eerste deel van Tracks bestond weliswaar niet uit complete albums, maar de ruime selectie restmateriaal in deze box-set was van een bijzonder hoog niveau en bevatte een flink aantal Springsteen songs die ik niet graag had gemist. 

En nu is er dus Tracks II, dat helaas voor een wel heel stevige prijs in de winkel ligt, maar gelukkig ook via de streaming media diensten is te beluisteren, al mis je dan de fraaie verpakking en een mooi boekwerk met achtergrondinformatie. Er is al veel geschreven over Tracks II en er zal de komende weken nog veel meer geschreven worden over de lijvige box-set met maar liefst zeven niet eerder verschenen albums. Het komt neer op ruim tachtig songs en ruim vijf uur nieuwe muziek en dat is veel. Heel veel. Veel verder dan een voorlopig oordeel kom ik nu dan ook nog niet.

Het is materiaal dat werd opgenomen tussen 1983 en 2018, een periode waarin Springsteen zowel als muzikant als privé hoge pieken en diepe dalen kende. Ik was op voorhand het meest benieuwd naar de vergeten albums uit de jaren 90. In dit decennium leverde Springsteen na de voor hem glorieus verlopen jaren 80 immers maar drie albums af. Human Touch (1992) en Lucky Town (1992) vind ik persoonlijk de twee zwakste Springsteen albums en ook de tour die volgde op deze albums was verre van overtuigend. The Ghost Of Tom Joad (1995) is wel een Springsteen klassieker, maar tot voor kort dus ook het enige serieuze wapenfeit van de Amerikaanse muzikant uit de jaren 90, naast de geweldige single Streets Of Philadelphia. 

Tracks II voegt drie albums die werden opgenomen in de jaren 90 toe aan Springsteen's oeuvre en het zijn wat mij betreft de opvallendste albums in de box-set. Voor we de jaren 90 in gaan zijn we echter nog in 1983 toen LA Garage Sessions ’83 werd opgenomen. Het is het album dat werd gemaakt tussen het indringende Nebraska uit 1982 en het grootse Born In The U.S.A. uit 1984 en zo laat het album zich ook beluisteren. Het is een album met een aantal hele sterkte tracks, maar over de hele linie vind ik LA Garage Sessions niet onmisbaar, vooral omdat het een Springsteen laat horen die we al kennen. 

Het is anders op het eerste album uit de jaren 90 dat in de box is te vinden. Streets Of Philadelphia Sessions werd opgenomen nadat Springsteen de titeltrack had bijgedragen voor de soundtrack van de film Streets Of Philadelphia en het album ligt in het verlengde van deze track, die overigens zelf ontbreekt helaas. Springsteen maakt op Streets Of Philadelphia Sessions intensief gebruik van bijzondere ritmes en drum loops, kiest vooral voor melodieus gitaarwerk, zingt met veel gevoel en zet heel veel synths in, die er voor zorgen dat Streets Of Philadelphia Sessions anders klinkt dan de albums die in de jaren 90 wel verschenen. Het album is voor mij het eerste hoogtepunt in de box-set en vooral omdat het echt iets toevoegt aan het oeuvre van de Amerikaanse muzikant en omdat het veel beter is dan de albums van zijn hand die wel verschenen in het eerste deel van de jaren 90. 

Na Streets of Philadelphia Sessions springen we naar 2005 toen Springsteen, Faithless, een nooit verschenen soundtrack bij een film die evenmin verscheen, maakte. De opnames volgden op de zeer indrukwekkende Devils & Dust solotour en laten een sfeervol en beeldend geluid horen, dat het inderdaad uitstekend zou hebben gedaan bij een film. Op het album laat Springsteen zich vooral beïnvloeden door Amerikaanse rootsmuziek (net als op Devils & Dust trouwens) met de koortjes van enkele leden van de E-Street Band als opvallend detail. Het levert een mooi en sfeervol album op.

Met Somewhere North Of Nashville keren we weer terug naar de jaren 90 met opnames die stammen uit dezelfde tijd als The Ghost Of Tom Joad. In muzikaal opzicht is het andere koek, want het is een puur country(rock) album. Het had halverwege de jaren 90 zeker een release verdient, want het klinkt anders dan de andere albums van de Amerikaanse muzikant uit deze periode, maar net als het eerste album in de box vind ik het niet echt onmisbaar, zeker omdat er in dit genre al zo veel gemaakt is.

Snel door dus naar album vijf, Inyo, dat ook uit de jaren 90 komt. Het is een akoestisch album dat ergens tussen The Ghost Of Tom Joad en Devils & Dust in zit. Het voegt misschien geen heel geen nieuw geluid toe aan het bestaande oeuvre, maar de songs op het album zijn wel intiem en zeer sfeervol, zeker wanneer fraaie klankentapijten achter de akoestische gitaar worden geplaatst. Inyo had zeker niet misstaan tussen de albums die in de jaren 90 wel werden uitgebracht.

We zijn vervolgens beland bij album zes, Twilight Hours, waarop Bruce Springsteen de crooner in zichzelf ontdekt en zich omringt met Burt Bacharach achtige arrangementen en klanken. Het album werd in dezelfde periode opgenomen als het in 2019 verschenen Western Stars, waarop ook een opvallend rijk georkestreerd geluid was te horen, maar haalt het niveau van dat album wat mij betreft niet, vooral omdat dat album meer Springsteen was dan Twilight Hours. Het is mooi, maar persoonlijk hoor ik Springsteen liever anders. 

Blijft alleen album nummer zeven nog over, Perfect World. Het is weer wat meer een verzameling restjes dan een compleet album dat op de plank lag en het is een album waarop we vooral rijk ingekleurde rocksongs horen of juist wat meer ingetogen songs met het karakteristieke Springsteen geluid. Hier en daar komt een potentiële Springsteen klassieker voorbij, maar echt iets nieuws hoor ik niet, wat niet betekent dat het niet goed is, want er komen een aantal geweldige songs voorbij.

Na ruim vijf uur muziek kom ik tot meerdere conclusies. De eerste conclusie is dat het niveau op Tracks II: The Lost Albums, net als op het eerste deel van Tracks uit 1988, hoog ligt. De meeste songs die voorbij komen hadden niet misstaan op de albums die wel verschenen in de periode waarin de songs werden opgenomen, waardoor ik geen moment het idee heb ik dat ik naar een verzameling restjes aan het luisteren ben. Integendeel zelfs, want een flink aantal songs in de box-set zou ik graag inruilen voor tracks die de reguliere albums wel hebben gehaald. 

Met de kwaliteit van Tracks II is dus helemaal niets mis, maar echt heel veel nieuws hoor ik ook niet. Streets Of Philadelphia Sessions laat wel iets nieuws horen en dit vind ik dan ook het meest opvallende album in de lijvige box-set. Ook de filmsoundtrack Faithless en het countryalbum Somewhere North of Nashville voegen wat mij betreft iets toe aan het oeuvre van Springsteen, maar ik vind de toevoeging minder substantieel dan in het geval van Streets Of Philadelphia Sessions. Aan Bruce Springsteen als crooner moet ik nog even wennen, maar hij doet het absoluut verdienstelijk. Iniyo is misschien niet hele vernieuwend, maar dit is een album waar ik enorm gehecht aan begin te raken.

Om terug te komen op de zin waarmee ik deze recensies begon: “Lost albums” zijn dat meestal niet voor niets. Het ligt in het geval van Bruce Springsteen toch weer net wat anders. Voorlopig genoeg te luisteren dus, maar Springsteen heeft ook alweer een nieuw album aangekondigd en over een jaar of wat verschijnt ook nog Tracks III, dat wel weer zal bestaan uit een verzameling songs die gedurende de jaren zijn blijven liggen. Erwin Zijleman


Tracks II: The Lost albums van Bruce Springsteen is verkrijgbaar via de Mania webshop:


28 juni 2025

Review: Lorde - Virgin

Lorde leverde in 2021 met Solar Power een interessant maar ook net wat minder overtuigend album af, maar revancheert zich razend knap met Virgin, dat vooralsnog met afstand het beste popalbum van 2025 is
De Nieuw-Zeelandse muzikante Lorde is nog altijd pas 28 jaar oud, maar levert deze week met Virgin al haar vierde album af, bijna 12 jaar na het verschijnen van haar debuutalbum. Met Melodrama maakte ze in 2017 een van mijn favoriete popalbums aller tijden, maar dat niveau haalde ze niet op haar vorige album. Het is een niveau dat wel weer wordt gehaald op het deze week verschenen Virgin. Het is een album met de zo herkenbare stem van Lorde en haar al even herkenbare eigenzinnige popsongs. Virgin is ook in productioneel en muzikaal opzicht een hoogstaand album en het is een album dat vooralsnog alleen maar interessanter wordt. Wat een indrukwekkende zet weer van de Nieuw-Zeelandse popster.



Ella Marija Lani Yelich-O'Connor was pas 16 jaar oud toen ze in 2013 haar debuutalbum Pure Heroine uitbracht onder de naam Lorde. De Nieuw-Zeelandse muzikante maakte direct indruk met een aantal geweldige en zeer aanstekelijke popsongs, maar het waren ook popsongs met een duidelijk eigen geluid. 

Ik vond Pure Heroine vooral een album met een aantal geweldige singles, maar met het in 2017 verschenen en door geweldenaar Jack Antonoff geproduceerde Melodrama leverde Lorde wat mij betreft een nagenoeg perfect popalbum af. Het is een popalbum dat ik schaar onder de beste popalbums van dit millennium en er verschenen er de afgelopen vijfentwintig jaar nogal wat. Het vervolgens in 2021 verschenen Solar Power was zeker geen slecht album, maar het wat meer ingetogen album was, zeker achteraf bezien, lang niet zo goed als Melodrama en dit ondanks een aantal geweldige muzikanten en wederom Jack Antonoff achter de knoppen. 

Sinds de aankondiging van Virgin, het vierde album van Lorde, ging het in eerste instantie alleen maar over de zogenaamd gewaagde of zelfs ongepaste cover van het album, maar ik zie nog steeds niet wat er gewaagd of ongepast is aan een röntgenfoto (de binnenhoes hadden we toen nog niet gezien, maar kom op, het is 2025). Sinds deze week kunnen we het gelukkig over de nieuwe songs van Lorde hebben en die zijn echt geweldig. Of Virgin uiteindelijk Melodrama gaat overtreffen durf ik nog niet te zeggen, maar het vierde album van Lorde komt in ieder geval akelig dicht in de buurt van het album uit 2017 en groeit nog wel even door. 

Voor de productie deed Lorde dit keer een beroep op drie producers, onder wie Jim-E Stack, die nog niet de status heeft van Jack Antonoff, maar wel een van de producers was van het briljante Desire, I Want To Turn Into You van Caroline Polachek, en Daniel Nigro, de man achter Chappel Roan en Olivia Rodrigo en ook betrokken bij het genoemde album van Caroline Polachek. Ze tekenen voor een productioneel hoogstandje.

Vergeleken met Solar Power schuift Virgin weer wat op richting elektronisch ingekleurde en soms zwaar aangezette popsongs. Toch blijft Virgin ver weg van de wat eendimensionale popalbums van het moment. Net als bijvoorbeeld Billie Eilish, met wie Lorde bijna de achternaam deelt, schakelt Lorde makkelijk tussen met veel elektronica ingekleurde en uptempo songs en wat subtieler klinkende songs waarin gas wordt teruggenomen. 

Net als Billie Eilish slaagt Lorde er bovendien in om een uit duizenden herkenbaar geluid te creëren. Dat doet de Nieuw-Zeelandse muzikante met haar stem, maar ook met haar songs, die zonder uitzondering aanstekelijk zijn, maar ook overlopen van avontuur en verrassing. In muzikaal opzicht staat het allemaal als een huis en slaagt Lorde er in om iedere track weer net wat anders en vaak ook verrassend ruw te klinken, maar ook de karakteristieke zang van Lorde is fantastisch op Virgin en hetzelfde geldt voor haar persoonlijke teksten. 

We wisten natuurlijk al dat Lorde in staat is om een kwalitatief hoogstaand popalbum te maken, want dat deed ze op hele jonge leeftijd al eens met Melodrama. Toch ging ik er op voorhand niet van uit dat de Nieuw-Zeelandse muzikante het nog een keer zou flikken, maar na Virgin meerdere keren gehoord te hebben kan ik alleen maar concluderen dat Lorde voorlopig met afstand het beste popalbum van 2025 heeft gemaakt en ik denk eerlijk gezegd niet dat iemand hier in dit genre nog overheen gaat dit jaar. Erwin Zijleman


Virgin van Lorde is verkrijgbaar via de Mania webshop:


27 juni 2025

Review: Jess Kerber - From Way Down Here

Helaas heeft bijna niemand het door, maar de Amerikaanse muzikante Jess Kerber heeft met het deze week verschenen From Way Down Here echt een wonderschoon debuutalbum afgeleverd, dat je moet horen
Jess Kerber uit Nashville, Tennessee, genoot haar opleiding aan het prestigieuze Berklee College of Music in Boston en ze kent bovendien haar klassiekers. Het is allebei te horen op haar debuutalbum From Way Down Here dat in alle opzichten kwaliteit ademt en af en toe flarden uit het verleden laat horen. Jess Kerber geeft een aantal van haar songs echter ook een bijzondere twist mee, wat van haar debuutalbum een onderscheidend album maakt. Dat onderscheidende karakter wordt nog wat versterkt door de bijzonder smaakvolle muziek op het album en zeker ook door de prachtige stem van Jess Kerber, die wat mij betreft een zeer memorabel debuutalbum heeft afgeleverd.



De muziekindustrie draait in Nashville, Tennessee, nog altijd op volle toeren, waardoor er iedere week kan worden gekozen uit meerdere prima albums. Ik beperkt me over het algemeen tot albums van vrouwelijke singer-songwriters, maar ook dan is er nog meer dan genoeg te kiezen. Probeer dus maar eens op te vallen in het enorme aanbod van het moment en dat lukt veel uitstekende muzikanten helaas niet. 

Ook het vorige week verschenen debuutalbum van de uit Nashville, Tennessee, afkomstige Jess Kerber stond tot dusver nog niet heel nadrukkelijk in de spotlights en dat is wat mij betreft jammer. De Amerikaanse muzikante, die overigens werd geboren in Louisiana, weet zich in de openingstrack van From Way Down Here te onderscheiden met een mooie en karakteristieke stem en doet dat in een aantal tracks die volgen ook nog met de inkleuring van haar songs. 

Laat ik bij de stem van Jess Kerber beginnen. Het is een mooie en warme stem, maar het is ook een stem met een ruw en emotioneel randje, die er voor zorgt dat haar debuutalbum direct de aandacht trekt. Het is een stem die anders klinkt dan de meeste andere stemmen in Nashville en het is een stem die mij echt heel goed bevalt. Het is bovendien een stem die niet direct lijkt op de stemmen die ik al ken, waardoor From Way Down Here direct mijn aandacht trok. 

Dat blijft Jess Kerber een album lang doen met haar stem, die soms flink expressief klinkt, maar die ook meer ingehouden kan klinken. De stem van de Amerikaanse muzikante wordt in de openingstrack van haar debuutalbum begeleidt door mooie klanken, die de track deels richting country en deels richting folk sturen. Jess Kerber had wat mij betreft nog negen van dit soort tracks op haar debuutalbum mogen zetten, maar dat heeft ze niet gedaan. 

De openingstrack van From Way Down Here past op zich prima in Nashville, maar in de tweede track op het album slaat de Amerikaanse muzikante een andere weg in. Het is een track die in eerste instantie neigt naar folktronica of in ieder geval folkpop, maar het is ook een track die langzaam maar zeker wordt voorzien van een steeds net wat spannender indie geluid. Het klinkt opeens totaal anders dan de andere muziek die momenteel in de Amerikaanse muziekhoofdstad wordt gemaakt en dat siert Jess Kerber. 

Door de eerste twee tracks op het album was ik eigenlijk al verkocht, maar de muzikante uit Nashville houdt het hoge niveau makkelijk een heel album vast. Ze blijft meestal wat dichter bij de folk en country die we kennen uit haar thuisbasis, maar door de bijzondere stem en de zeer smaakvolle klanken is From Way Down Here toch een wat atypisch album in het genre, zeker wanneer Jess Kerber plotseling toch weer buiten de lijntjes kleurt. 

Het is een album dat ik direct bij eerste beluistering prachtig vond, maar hoe vaker ik naar het debuutalbum van Jess Kerber luister hoe meer ik onder de indruk raak van haar songs, van de bijzonder smaakvolle instrumentatie en van haar emotievolle en bijzondere zang. 

Jess Kerber verdient alle lof voor dit fraaie debuutalbum, maar ook Will Orchard verdient krediet, want hij tekende voor een groot deel van de instrumentatie en de productie van het album, dat af en toe ook wel wat heeft van albums die in de jaren 70 werden gemaakt in het genre. Echt een aanrader dit debuutalbum dat helaas wat tussen wal en schip dreigt te vallen. Dat mag wat mij betreft niet gebeuren. Erwin Zijleman

De muziek van Jess Kerber is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://jesskerber.bandcamp.com/album/from-way-down-here.



26 juni 2025

Review: U.S. Girls - Scratch It

Voor Scratch It vertrok Meg Remy, de vrouw achter U.S. Girls, naar Nashville om een album op te nemen met veel meer invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek, zonder het unieke U.S. Girls geluid te verliezen
Ik heb tot dusver lang niet alle albums van US. Girls opgepikt, maar als ik dat doe en de tijd neem voor het album ben ik over het algemeen zeer te spreken over de muziek van het project van Meg Remy uit Toronto. Ik moest heel even wennen aan het deze week verschenen Scratch It, maar raak steeds meer gehecht aan dit album. Het is een album dat werd opgenomen in Nashville en niet in Toronto, de thuisbasis van Meg Remy, en dat hoor je. Invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek uit het diepe zuiden van de Verenigde Staten spelen een voorname rol op het album, maar het blijft toch ook onmiskenbaar U.S. Girl, dat werkt aan een fascinerend oeuvre.



U.S. Girls, het project van de Amerikaanse maar tegenwoordig in het Canadese Toronto woonachtige muzikante Meg Remy, strooit naar mijn gevoel met albums. Dat valt op zich wel mee, want na 17 jaar staat de teller als ik goed tel op negen studioalbums en een live-album, wat ver weg blijft van bands die meerdere albums per jaar uitbrengen, want die zijn er ook. 

Op een of andere manier associeer ik U.S. Girls echter toch met veel of zelfs net wat teveel. Het zal dus niet aan het aantal albums liggen, maar aan iets anders. Ik had het gevoel ook weer bij beluistering van het deze week verschenen Scratch It. De songs van de Amerikaanse muzikante zijn voorzien van een behoorlijk vol geluid, Meg Remy heeft flink wat tekst en springt ook nog eens makkelijk van genre naar genre. Er gebeurt dus van alles en dat kan wel eens teveel zijn. 

Wanneer ik terugkijk op mijn persoonlijke relatie met de muziek van U.S. Girls kan ik concluderen dat ik een enkele keer wel heel enthousiast was over de albums van het project van Meg Remy, maar dat ik verreweg de meeste albums heb laten liggen. Ik denk wel dat ik vrijwel alle albums van U.S. Girls heb beluisterd, zeker omdat de muziek van Meg Remy vrijwel altijd kan rekenen op zeer positieve recensies, met name in de Amerikaanse muziekmedia. 

Ik weet nu ook waar het mis gaat, want bij eerste beluistering van Scratch It was ik wederom niet zo heel enthousiast. Ik hoor de kwaliteit die afdruipt van de songs van de Amerikaanse muzikante en ik hoor ook de kwaliteit in de muziek en de zang, maar op een of andere manier vind ik het zo overweldigend dat het niet blijft hangen. De oplossing is eenvoudig. Luister een paar keer naar de muziek van U.S. Girls en alles valt op zijn plek. 

Ook Scratch It is weer een album dat rijk is ingekleurd, waarna de stem van Meg Remy alle open ruimte opvult, maar de muziek van U.S. Girls kan ook wel degelijk subtiel zijn. Het verhaal achter het nieuwe album van U.S. Girls is mooi. Meg Remy werd uitgenodigd voor een festival in het zuiden van de Verenigde Staten, ver weg van haar thuisbasis Toronto, maar had eigenlijk geen band. Ze benaderde Dillon Watson, een bevriende muzikant uit Nashville, die snel een band samenstelde. 

Over het festival weet ik niet zo veel, maar in Nashville, Tennessee, nam Meg Remy samen met Dillon Watson en de door hem gerekruteerde muzikanten in slechts een paar dage Scratch It op. Dat het album snel werd opgenomen hoor je in het af en toe wat ruwe geluid, al klinkt het zeker niet als een lo-fi album. 

De muziek van U.S. Girls kon in het verleden alle kanten op, al zat er altijd flink wat pop in de songs van Meg Remy. Scratch It werd zoals gezegd opgenomen in Nashville met muzikanten die vooral thuis zijn in de Amerikaanse rootsmuziek en dat is te horen. Het album ademt de sfeer van het diepe zuiden van de Verenigde Staten en bevat een heerlijke dosis soul uit deze contreien. 

Het past verrassend goed bij de stem van Meg Remy die naarmate het album vordert steeds beter gaat zingen. Het opent allemaal misschien wat vol, maar ook in muzikaal opzicht wordt Scratch It steeds subtieler. De Amerikaanse muziekcritici zijn wederom lyrisch en hoe vaker ik naar Scratch It luister, hoe beter ik dat begrijp. Ik vind het vaak even doorbijten bij U.S. Girls, maar de beloning is dit keer zeker de moeite waard. Erwin Zijleman

De muziek van U.S. Girls is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://usgirls.bandcamp.com/album/scratch-it.


Scratch It van U.S. Girls is verkrijgbaar via de Mania webshop:



25 juni 2025

Review: Ganavya - Nilam

Ganavya is een geschoolde muzikante uit India, die de afgelopen jaren flink wat aandacht trok met haar jazzalbums, maar op het vorige maand verschenen Nilam ook haar Indiase culturele wortels verkent
Via een artikel over haar vorige album, het wereldwijd bejubelde Daughter Of A Temple, kwam ik uit bij het nieuwe album van Ganavya. Het is een album waarin ik flink moest wennen omdat zowel de invloeden uit de Indiase muziek als de invloeden uit de ambient die op het album te horen zijn buiten mijn muzikale comfort zone liggen. Dat ligt ook de zang op het album, maar eenmaal gewend aan Nilam vind ik het bijzonder en zeer sfeervol album. Het is een album dat een bijna serene sfeer creëert, maar in de muziek van Ganavya, die op Nilam samenwerkt met Nils Frahm, valt veel moois te ontdekken, als je maar opent staat voor de bijzondere muzikale wereld van de Indiase muzikante.



Ik las pas een mooi verhaal over het album Daughter Of A Temple van Ganavya. Het maakte me nieuwsgierig naar het album, maar het was me uiteindelijk toch net wat te jazzy en te experimenteel. Ik kwam vervolgens wel haar album Nilam tegen, dat vorige maand is verschenen en dat veel minder aandacht heeft gekregen dan het in opvallend brede kring geprezen Daughter Of A Temple, dat zelfs flink wat jaarlijstjes haalde. 

Ganavya werd geboren in New York, maar groeide op de Indiase provincie Tamil Nadu, waar ze uitgebreid kennis maakte met de Tamil cultuur, die zich uitstrekt over een deel van het zuiden van India en het er onder gelegen Sri Lanka. Het is de muziek uit de Tamil cultuur die centraal staat op het ruim dertig minuten durende Nilam. Het werpt waarschijnlijk een wat hogere drempel op dan de jazzalbums die Ganavya maakt, maar als je even de tijd neemt voor het album valt er veel moois te ontdekken op Nilam. 

Ganavya beperkt zich op haar nieuwste album overigens zeker niet met de muziek waarmee ze opgroeide in Tamil Nadu, maar verwerkt ook invloeden uit de jazz die ze de afgelopen jaren maakte, zij het op bescheiden wijze. Nilam klinkt misschien voor een belangrijk deel als een album dat in het zuiden van India werd gemaakt, maar dat is niet het geval. Voor de productie van Nilam deed Ganavya ook een beroep op Nils Frahm, die haar naar zijn studio in Berlijn haalde. 

Nils Frahm coproduceerde Nilam, maar droeg ook bij aan de muziek en dat hoor je in de vaak wat atmosferische en ambient achtige klanken op het album. Het zijn klanken die opvallend mooi blenden met de zang van Ganavya, die wel dicht bij de muziek uit de Tamil cultuur blijft. 

Ik deed ooit een stage op Sri Lanka en sta sindsdien meer open voor de muziek zoals die in de Tamil cultuur wordt gemaakt, maar het is geen muziek waar ik met grote regelmaat naar luister. Ook Nilam is geen album dat ik met hele grote regelmaat zal beluisteren, maar ik ben toch aangenaam verrast door het album. Door de taal en de zang is het geen heel toegankelijk album, maar op een of andere manier dringt Nilam zich toch makkelijk op. 

Dat is voor een belangrijk deel de verdienste van de muziek, die aan de ene kant misschien wat zweverig en mysterieus klinkt, maar die ook beeldend, rustgevend en bezwerend is. Het doet vanwege de onderliggende muziek uit Azië wel wat in het verlengde van de wonderschone muziek van Arooj Aftab, al moeten we invloeden uit Pakistan en India niet te makkelijk op één hoop gooien. 

Net als de muziek van Arooj Aftab klinkt het album van Ganavya als muziek uit een andere wereld en het is muziek die de fantasie stevig prikkelt. Het is muziek die pas echt tot leven komt wanneer je Nilam beluistert met de koptelefoon of in ieder geval met volledige aandacht. Dan hoor je hoe mooi en gedetailleerd de muziek is en hoe trefzeker de zang van Ganavya. 

Door het effect dat Nilam op me heeft ben ik ook weer gaan luisteren naar de meer jazz georiënteerde albums van Ganavya en ook die beginnen me steeds beter te bevallen, al is het muziek die nog wat verder buiten mijn comfort zone ligt dan het prachtige Nilam, dat me echter langzaam maar zeker steeds dierbaarder wordt, zeker wanneer ik er wat later op de avond naar luister. Erwin Zijleman

De muziek van Ganavya is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Indiase muzikante: https://ganavya.bandcamp.com/album/nilam-2.


Nilam van Ganvya is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Review: Little Mazarn - Mustang Island

De Texaanse band Little Mazarn maakte drie jaar geleden al een geweldig album, maar het deze week verschenen Mustang Island is nog een stuk beter en verrast met een fascinerende combinatie van stijlen
Bij vluchtige beluistering lijkt Little Mazarn misschien de zoveelste band die zich laat inspireren door de Appalachen folk uit vervlogen tijden, maar de band uit Austin, Texas, is zeker niet blijven steken in het verleden. Invloeden uit oude folk worden immers op subtiele en soms net wat minder subtiele wijze gecombineerd met invloeden uit het heden. In muzikaal opzicht is Mustang Island een spannend album, wat een wonderschoon album wordt door de prachtige stem van Lindsey Verrill. Het is misschien even wennen aan het bijzondere geluid van Little Mazarn, maar als de Texaanse band je eenmaal te pakken heeft wordt hun nieuwe album alleen maar indrukwekkender.



De naam Little Mazarn kwam me bij het bestuderen van de lijsten met de nieuwe albums van deze week wel enigszins bekend voor, maar ook niet meer dan dat. Het archief van de krenten uit de pop bood gelukkig uitkomst, want in de herfst van 2022 besprak ik Texas River Song, het tweede album van wat toen nog een duo uit Texas was. 

Ik was er destijds behoorlijk positief over en dat begreep ik direct toen ik het album vorige week weer beluisterde, want Texas River Song van Little Mazarn is een bijzonder album. Het is een album dat begint bij de Appalachen folk uit het begin van de vorige eeuw en hier ook een tijdje blijft steken, maar Lindsey Verrill en Jeff Johnston slepen de folk van weleer op Texas River Song ook op subtiele wijze het heden in door allerlei subtiele accenten toe te voegen aan hun songs. 

Toen ik Texas River Song vorige week beluisterde was ik nog veel meer onder de indruk van het album dan bijna drie jaar geleden en was ik erg benieuwd naar het nieuwe album van de band uit Austin, Texas. Ik ben inmiddels aardig in de ban van Mustang Island, want op haar derde album heeft Little Mazarn het geluid van haar vorige album geperfectioneerd. 

Ook op Mustang Island beginnen Lindsey Verrill en Jeff Johnston, die volgens hun bandcamp pagina inmiddels Carolina Chauffe hebben toegevoegd als vast bandlid, bij de folk die lang geleden werd gemaakt in de Appalachen, toch redelijk ver verwijderd van Texas. Maar waar de band op het vorige album nog een tijd bleef hangen in de Appalachen folk van weleer, schuift het drietal nu vrij snel op richting het heden. 

Het levert fascinerende muziek op die zowel traditioneel als modern klinkt. Dat hoor je het best in de titeltrack die alle kanten op schiet en je van een spaghetti western meeneemt naar iets dat in de jaren 80 in het hokje new wave had gepast. In muzikaal opzicht klinkt Mustang Island een stuk voller dan Texas River Song. 

Op het vorige album waren de accenten die de songs van de band buiten de kaders van de folk sleepten nog behoorlijk subtiel, maar op Mustang Island zijn de synths en andere toegevoegde instrumenten soms een stuk zwaarder aangezet, al kan Little Mazarn ook uit de voeten met rustgevende en ambient achtige klanken. Het zijn klanken die een eigen karakter krijgen door de zingende zaag van Jeff Johnston, die de muziek op het album iets magisch geeft. 

Nog veel meer magie komt er van de prachtige stem van Lindsey Verrill, die nog een stuk mooier zingt dan op het vorige album en hier en daar fraai wordt ondersteund (ik vermoed door Caroline Chauffe, maar de credits die ik kan vinden zijn helaas wat onduidelijk). Het tilt het nieuwe album van Little Mazarn nog een flink stuk verder op wat mij betreft.

Mustang Island is een album dat heerlijk rustig voortkabbelt met mooie folky songs en prachtige zang, maar luister net wat beter en je hoort muziek vol bijzondere details. Heel af en toe doet het me wat aan The Handsome Family denken, maar meer dan een vluchtige associatie is het niet. 

Texas River Song kreeg drie jaar geleden niet heel veel aandacht en dat is vooralsnog niet anders voor het nieuwe album, maar ik zou iedereen met een hart voor bijzondere Amerikaanse rootsmuziek adviseren om hier eens naar te luisteren. Little Mazarn slaagt er op Mustang Island in om een bijzonder eigen geluid te creëren en het is een in alle opzichten prachtig geluid. Erwin Zijleman

De muziek van Little Mazarn is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://littlemazarn.bandcamp.com/album/mustang-island.


Mustang Island van Little Mazarn is verkrijgbaar via de Mania webshop:



24 juni 2025

Review: James McMurtry - The Black Dog And The Wandering Boy

De Texaanse muzikant James McMurtry maakt al sinds de late jaren 80 albums, maar lijkt alleen maar beter te worden, zoals is te horen op het deze week verschenen en echt prachtige The Black Dog And The Wandering Boy
Ik ontdekte James McMurtry twintig jaar geleden, toen de Amerikaanse muzikant al heel wat jaren meedraaide, maar sindsdien ben ik fan. De albums van de muzikant uit Austin lijken alleen maar beter te worden, want in 2021 leverde James McMurtry met The Horses And The Hounds zijn beste album tot dusver af. De goede vorm van dat album heeft hij behouden op het deze week verschenen The Black Dog And The Wandering Boy, Het is een typisch James McMurtry album dat in eerste instantie misschien vooral degelijk klinkt, maar waarop de Texaanse muzikant weer een hoog niveau aantikt met uitstekende songs waarin hij wederom prachtige verhalen vertelt. Topalbum van een topmuzikant.


De Amerikaanse muzikant James McMurtry, zoon van de zeer succesvolle en in 2021 overleden schrijver Larry McMurtry, bracht zijn debuutalbum uit aan het eind van de jaren 80, maakte vervolgens vier albums in de jaren 90 en drie albums in het eerste decennium van het huidige millennium. Heel actief is de Amerikaanse muzikant dus niet en het is er de afgelopen twee decennia zeker niet beter op geworden. 

Ik ken James McMurtry zelf overigens pas sinds het in 2005 uitgebrachte Childish Things, dat ik net als het in 2008 verschenen Just Us Kids nog altijd een uitstekend album vind. De afgelopen vijftien jaar is de Texaanse muzikant nog een stuk minder productief, maar dat is zeker niet ten koste gegaan van de kwaliteit. Complicated Game uit 2015 en The Horses And The Hounds uit 2021 vind ik persoonlijk de twee beste albums van James McMurtry, waardoor ik met hele hoge verwachtingen begon aan zijn deze week verschenen nieuwe album. 

Ook The Black Dog And The Wandering Boy heeft me weer niet teleurgesteld en laat horen dat James McMurtry nog altijd behoort tot de betere singer-songwriters binnen de Amerikaanse rootsmuziek van het moment. Ook The Black Dog And The Wandering Boy blinkt weer uit door de geweldige teksten van de Texaanse muzikant. James McMurtry vertelt ook op zijn nieuwe album weer mooie en indringende verhalen die soms heel persoonlijk zijn maar soms ook meer politiek getint zijn. 

Het zijn verhalen zoals ook Bruce Springsteen die kan vertellen, maar denk ook aan een ons inmiddels ontvallen grootheid als John Prine. Het zijn verhalen die worden verteld door een inmiddels fraai doorleefd klinkende stem, die de verhalen voorziet van gevoel en urgentie. 

James McMurtry werkte in een ver verleden al eens met producer Don Dixon, die terugkeert op The Black Dog And The Wandering Boy. De legendarische muzikant en producer drukt niet nadrukkelijk zijn stempel op het album, maar het klinkt allemaal prima. Veel meer heeft James McMurtry ook niet nodig en persoonlijk vind ik de zang en de muziek van de Amerikaanse muzikant het best tot zijn recht komen in een niet al te geproduceerd geluid. 

James McMurtry werkt al langere tijd met een aantal prima muzikanten en ook The Black Dog And The Wandering Boy klinkt weer hecht en geïnspireerd. De muzikant uit Austin schuwt het wat stevigere werk niet, maar kan ook op fraaie wijze gas terug nemen. In het geluid op The Black Dog And The Wandering Boy domineren de gitaren, maar ook de fraaie achtergrondzang van oudgediende Betty Soo en het fraaie banjospel, waarvoor in een van de tracks Sarah Jarosz opduikt, spreken zeer tot de verbeelding. 

James McMurtry heeft ook voor The Black Dog And The Wandering Boy weer een aantal fantastische songs geschreven, maar hij kan ook goed uit de voeten met het werk van anderen, wat hij laat horen in de songs van Jon Dee Graham en Kris Kristofferson, die ook een plekje hebben gekregen op het album.

Ik vind het altijd lastig om uit te leggen wat nu zo goed is aan de albums van James McMurtry, want op het eerste gehoor klinkt het misschien vooral degelijk. Het goede zit hem misschien niet per se in de verschillende ingrediënten (al zijn de teksten echt geweldig), maar in de som van de verschillende delen. Het is een som die steeds wat hoger uitvalt, want net als de vorige albums van de Amerikaanse muzikant is ook The Black Dog And The Wandering Boy een echt groeialbum. Erwin Zijleman

De muziek van James McMurtry is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikant: https://jamesmcmurtry.bandcamp.com/album/the-black-dog-and-the-wandering-boy.


The Black Dog And The Wandering Boy van James McMurtry is verkrijgbaar via de Mania webshop:





23 juni 2025

Review: S.G. Goodman - Planting By The Signs

De Amerikaanse muzikante S.G. Goodman deed werkelijk alles goed op haar vorige twee albums, maar op het prachtig klinkende Planting By The Signs doet de muzikante uit Kentucky alles nog net wat beter
Na de eerste keer horen was ik diep onder de indruk van het deze week verschenen derde album van de Amerikaanse muzikante S.G. Goodman, maar Planting By The Signs is sindsdien alleen maar beter geworden. Dat de muzikante uit Kentucky een geweldige zangeres is wisten we al, maar de zang op haar nieuwe album kinkt nog wat beter. In muzikaal opzicht zet ze nog wat grotere stappen, want het album is aan de ene kant geworteld in de Amerikaanse rootsmuziek uit het diepe zuiden van de Verenigde Staten, maar begeeft zich aan de andere kant ook regelmatig buiten de grenzen van het genre. Ik wist al dat S.G. Goodman heel goed is, maar toch ben ik zeer aangenaam verrast door dit geweldige album.



S.G. Goodman maakte in 2017 een album (Kudzu) met haar band The Savage Radley, maar trok pas echt de aandacht met het onder haar eigen naam uitgebrachte Old Time Feeling uit 2020. Het debuutalbum van de muzikante uit Murray, Kentucky, is zo’n rootsalbum waarop echt alles klopt. 

Haar band zorgt voor een ruimtelijk en gloedvol rootsgeluid vol gitaren dat zowel ingetogen kan klinken als kan rocken, de productie van My Morning Jacket voorman Jim James is feilloos, de persoonlijke songs van de Amerikaanse muzikante herinneren aan het beste dat binnen de country en countryrock uit de jaren 70 werd gemaakt en S.G. Goodman beschikt boven alles over een geweldige of zelfs weergaloze stem, die vanaf de eerste noten van Old Time Feeling dwars door de ziel snijdt. Het is een lekker rauwe en emotievolle stem die echt fantastisch klinkt in combinatie met het heerlijke gitaarwerk, dat volgens S.G. Goodman is geïnspireerd door het werk van Link Wray. 

De op het platteland van Kentucky opgegroeide muzikante, die haar eerste stapjes in de muziek zette in het lokale kerkkoor, liet op het drie jaar geleden Teeth Marks horen dat haar geweldige debuutalbum geen toevalstreffer was. Het door Drew Vandenberg (Faye Webster, Stella Donnelly) geproduceerde album klinkt nog wat mooier en veelzijdiger dan het debuutalbum en laat wederom horen dat S.G. Goodman een fantastische zangeres is. 

Zowel Old Time Feeling als Teeth Marks klinken zowel authentiek als eigentijds en dat is een knappe combinatie. Het is een combinatie die ook weer is te horen op het deze week verschenen Planting By The Signs, het derde album van S.G. Goodman. Ook op haar derde album imponeert de muzikante uit Kentucky in eerste instantie met haar stem, die ruw en doorleefd klinkt, maar ook ingehouden en gevoelig. 

In muzikaal opzicht klinkt Planting By The Signs net wat anders dan zijn twee voorgangers. Ook het derde album van S.G. Goodman heeft zich absoluut laten inspireren door de country(rock) uit het verre verleden en de alt-country van iets recentere datum, maar de Amerikaanse muzikante slaat ook op bijzondere wijze een brug naar de rockmuziek van dit moment. 

Voor de productie deed S.G. Goodman wederom een beroep op Drew Vandenberg, maar ook de op het oude nest teruggekeerde Matthew Rowan levert een bijdrage aan de fraaie productie van het album en is bovendien verantwoordelijk voor het fantastische gitaarwerk op het album. In productioneel opzicht doet het af en toe wel wat denken aan de producties van Daniel Lanois en dat is een groot compliment voor Planting By The Signs. 

Het klinkt allemaal fantastisch, zeker in combinatie met de uitstekende stem van S.G. Goodman, maar de songs op het nieuwe album, die soms flink worden opgerekt, zijn ook spannend en laten nog lang nieuwe dingen horen. Het album werd opgenomen in Alabama en ademt deels de spooky en broeierige sfeer van het diepe zuiden van de Verenigde Staten, maar S.G. Goodman beperkt zich zeker niet tot de kaders van de Amerikaanse rootsmuziek, waardoor ik Planting By The Signs nog wat interessanter vind dan haar vorige twee albums. 

S.G. Goodman maakte al twee fantastische albums, maar haar derde album is nog een stuk beter en zou zomaar uit kunnen groeien tot een van de beste albums van 2025. Ik schrijf het album alvast op. Erwin Zijleman

De muziek van S.G. Goodman is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://sggoodman.bandcamp.com/album/planting-by-the-signs.


Planting By The Signs van S.G. Goodman is verkrijgbaar via de Mania webshop:



22 juni 2025

Review: Resa Saffa Park - Silver Bead Eyes

De Noorse muzikante Theresa Frostad Eggesbø bracht eerder dit jaar onder de naam Resa Saffa Park het prachtige Silver Bead Eyes uit en dat is een album dat me echt in alle opzichten zeer aangenaam heeft verrast
Luister naar Silver Bead Eyes, het eerder dit jaar verschenen album van Resa Saffa Park, en een aantal dingen vallen op. Het is een album dat subtiel en wat jazzy maar ook zeer smaakvol is ingekleurd en dat verandert van ingetogen naar beeldend wanneer de strijkers aanzwellen. Het is een album met songs die makkelijk blijven hangen, maar die ook diepgang laten horen. Het zijn songs die het laat op de avond uitstekend doen, maar ook de rest van de dag dringen ze zich steeds meer op. En Silver Bead Eyes is een album van een uitstekende zangeres, die niet alleen beschikt over een hele mooie stem, maar ook over een stem die meerdere kanten op kan. Wat een verrassing dit album.



De meeste albums die ik op zondagavond bespreek zijn vele decennia oud en meestal gaat het om albums die ik echt noot voor noot ken. Het is goed om zo af en toe ook stil te staan bij vergeten albums uit een veel recenter verleden, want door het grote aanbod aan nieuwe muziek vallen er momenteel met enige regelmaat prachtige albums tussen wal en schip. Silver Bead Eyes van Resa Saffa Park kwam ik bij toeval op het spoor en is zo’n album. 

Tussen de kattenfilmpjes op Instagram kwam ik een filmpje tegen waarop deze Resa Saffa Park het vinyl van haar in februari verschenen album uitpakt. Toen ik het album vervolgens opzocht op Spotify was ik direct aangenaam verrast door het niveau van Silver Bead Eyes, dat tot mijn verbazing al het derde album van Resa Saffa Park is, al kunnen Spaces uit 2022 en Madness. Let Me In! uit 2023 gezien hun speelduur ook best worden gezien als EP’s of mini-albums. Silver Bead Eyes is met dertien tracks en bijna veertig minuten in ieder geval wel een volwaardig album en ik vind het een heel mooi album. 

Resa Saffa Park is de opvallende artiestennaam van de Noorse actrice Theresa Frostad Eggesbø, die werd geboren in Dubai en voor de start van haar carrière aan het Liverpool Institute for Performing Arts studeerde. Resa Saffa Park heeft momenteel weer Oslo als thuisbasis, maar schreef de songs op Silver Bead Eyes naar eigen zeggen in Florence, Oslo, London en Wenen. Een echte wereldburger dus, maar in Nederland is de Noorse muzikante vooralsnog helaas volslagen onbekend. 

Albums van actrices die gaan zingen zijn meestal niet heel geslaagd, maar het album van Resa Saffa Park is een uitzondering. De Noorse muzikante beschikt over een hele mooie stem en het is bovendien een stem die meerdere kanten op kan. In de wat meer ingetogen passages en zeker in de wat donker getinte passages in de songs op Silver Bead Eyes hoor ik flink wat van Lana Del Rey in de stem van Resa Saffa Park, maar de muzikante uit Oslo kan ook meer uitgesproken en ook wat soulvoller of jazzier klinken. 

Ik heb helaas maar heel weinig informatie over het album, maar weet dat het album is geproduceerd door Bård Berg en dat muzikanten Eirik Grove er Daragh Wearen tekenen voor een groot deel van de muziek op het album, buiten de strijkers, waarvoor het Turkse Istanbul String Quartet werd ingeschakeld. Het zijn allemaal namen die me niets zeggen, maar Silver Bead Eyes is echt een prachtig klinkend album. 

De muziek op het album is subtiel, maar ook zeer sfeervol. De basis klinkt jazzy en folky, maar je hoort ook een vleugje soul en wanneer de strijkers aanzwellen krijgt de muziek op Silver Bead Eyes ook een beeldend of zelfs filmisch karakter. Ik heb meer dan eens associaties met Lana Del Rey, maar een enkele keer komt ook Fiona Apple voorbij en zo kan ik nog wel wat namen noemen. Het zijn allemaal namen van persoonlijke favorieten, waarom het niet zo gek ik dat het album van Resa Saffa Park me zo goed bevalt. 

Het is grappig hoe je soms door puur toeval interessante nieuwe muziek tegen kunt komen, maar het overkomt me maar zelden dat ik door toeval een album van het kaliber van Silver Bead Eyes van Resa Saffa Park tegen kom. Ik ga de Noorse muzikante vanaf nu nauwlettend in de gaten houden en koester haar prachtige album steeds wat meer. Erwin Zijleman

De muziek van Resa Saffa Park is verkrijgbaar via de website van de Noorse muzikante: https://resasaffapark.com.


Review: Kelsey Waldon - Every Ghost

Kelsey Waldon brak 6 zes jaar geleden, mede door de steun van haar mentor John Prine, definitief door en bevestigt haar status als een van de betere countrymuzikanten van het moment met het uitstekende Every Ghost
Kelsey Waldon lijkt alleen maar beter te worden. Na haar doorbraakalbum White Noise/White Lines volgde het nog betere No Regular Dog en na het door mij onterecht als tussendoortje geziene There’s Always A Song zet de muzikante uit Nashville, Tennessee, volgende stappen op het deze week verschenen Every Ghost. Kelsey Waldon maakt eerder traditionele countrymuziek dan eigentijdse countrypop, maar het is wel traditionele countrymuziek van het tijdloze soort. De bands is op dreef, de productie is mooi, de songs zijn goed en Kelsey Waldon laat ook op Every Ghost weer horen dat ze behoort tot de betere zangeressen in het genre. Liefhebbers van country weten genoeg.



De Amerikaanse singer-songwriter Kelsey Waldon had al een aantal albums in eigen beheer uitgebracht, toen ze onderdak vond bij het platenlabel van John Prine, die zich als mentor had ontfermd over de muzikante uit Nashville, Tennessee. Het leverde in 2019 het uitstekende White Noise/White Lines op, dat terecht werd geschaard onder de betere Amerikaanse rootsalbums van het betreffende jaar. 

Kelsey Waldon groeide op in Monkey’ Eyebrow, Kentucky, en kreeg daar de traditionele folk- en countrymuziek met de paplepel ingegoten. Het was te horen op haar doorbraakalbum White Noise/White Lines, dat zeer in de smaak viel bij liefhebbers van wat traditionelere Amerikaanse rootsmuziek, maar dat zeker niet was blijven steken in het verleden. 

Het album werd in 2022 gevolgd door het wat mij betreft nog betere No Regular Dog. Het album, dat uiteraard een eerbetoon aan haar in 2020 overleden mentor bevat, was voor de afwisseling niet opgenomen in Nashville maar in Los Angeles en werd geproduceerd door Shooter Jennings, die Kelsey Waldon wat verder in de richting van de traditionele Amerikaanse countrymuziek duwde. 

Het in 2024 verschenen mini-album There’s Always A Song liet ik liggen vanwege het enorme aanbod aan volwaardige albums, maar het deze week verschenen Every Ghost was geen moment een twijfelgeval. Kelsey Waldon produceerde haar nieuwe album samen met de ervaren studiotechnicus Justin Francis, die laat horen dat hij ook als producer tot mooie dingen in staat is. 

Kelsey Waldon maakte op haar vorige albums geen geheim van de countrymuziek waarmee ze opgroeide op het platteland van Kentucky en deze invloeden omarmt ze ook weer op Every Ghost. Het album blijft ver verwijderd van de gepolijste countrypop uit Nashville en laat een oorspronkelijk rootsgeluid horen. 

De Amerikaanse muzikante heeft zich omringd met een aantal uitstekende muzikanten, die weten hoe een wat traditioneler aandoend countryalbum moet klinken. De songs op Every Ghost zijn volgestopt met gitaren en uiteraard is er een belangrijke rol weggelegd voor de pedal steel en de viool, twee essentiële ingrediënten van een authentiek klinkend countryalbum. 

Voor zo’n album is nog een ander ingrediënt nodig en dat is een stem die is gemaakt voor de countrymuziek zoals die vele decennia geleden al werd gemaakt. Kelsey Waldon beschikt over zo’n stem en laat ook op Every Ghost weer horen dat John Prine haar niet voor niets uitkoos voor de zo schaarse plekken bij zijn platenlabel. De stem van Kelsey Waldon heeft op haar nieuwe album nog wat aan kracht en souplesse gewonnen en overtuigt nog wat makkelijker dan in het verleden. 

Dat doet de Amerikaanse niet alleen met haar stem, maar ook met haar songs en haar intense en zijn persoonlijke teksten. Het zijn songs die aan de ene kant recht doen aan de rijke tradities van de Amerikaanse countrymuziek, maar die aan de andere kant zeker niet gedateerd klinken. Kelsey Waldon zal niet direct omarmd worden door de liefhebbers van de momenteel, ook in Nederland, razend populaire countrypop, maar liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek in het algemeen en countrypop in het bijzonder zullen smullen van dit album. Ik denk dat John Prine daarboven tevreden toekijkt, want zijn pupil wordt steeds beter. Erwin Zijleman

De muziek van Kelsey Waldon is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://kelseywaldon.bandcamp.com/album/every-ghost.


Every Ghost van Kelsey Waldon is verkrijgbaar via de Mania webshop: