Marc Almond dook voor het eerst op in 1981, toen hij als lid van Soft Cell indruk maakte met zijn vocalen op de eerste single van het duo, Tainted Love. Soft Cell leverde de nodige niemendalletjes af, maar maakte in vocaal opzicht toch meer dan eens diepe indruk (denk aan Torch en Say Hello, Wave Goodbye).
Dat bleef Marc Almond doen toen Soft Cell drie jaar later uit elkaar viel. Eerst als voorman van Marc & The Mambas, later als zeer gerespecteerd en ook zeer succesvol soloartiest.
Marc Almond debuteerde in 1984 met het prachtige Vermin in Ermine en bleef tot het begin van de jaren 90 prima platen maken. Hierna zakte Marc Almond wat mij betreft ver terug. Veel van zijn latere platen waren veel te pretentieus, te zwaar aangezet en vooral ook te ver verwijderd van de popliedjes die ik zo van hem waardeerde.
Een zwaar motorongeval leek een jaar of tien geleden het einde van de carrière van Marc Almond, maar hij krabbelde overeind en maakte met Stardom Road in 2007 één van zijn betere platen. Sindsdien is het wat mij betreft helaas weer wisselvalligheid troef. De flirts met Russische muziek konden mij niet bekoren en ook het eerder dit jaar verschenen Ten Plagues: A Song Cycle vond ik weer veel te dramatisch, veel te pretentieus en veel te ver verwijderd van de popmuziek.
Het ook dit jaar verschenen The Dancing Marquis heb ik bijna over het hoofd gezien, maar gelukkig tipte Spotify me eindelijk weer eens trefzeker. The Dancing Marquis is, zeker vergeleken met de andere platen die Marc Almond de afgelopen jaren of zelfs decennia heeft uitgebracht, een behoorlijk lichtvoetige plaat.
Het is een plaat met de popliedjes die Almond ook in zijn hoogtijdagen maakte. Dat zijn popliedjes die best wat pompeus mogen zijn, vaak een dansbare component bevatten en boven alles laten horen dat Marc Almond nog altijd een geweldige zanger is.
Het mooist vind ik de wat meer ingetogen songs waarin Marc Almond los mag gaan als een ouderwetse crooner, maar ook de wat vollere songs en de meer dansbare songs overtuigen opvallend makkelijk.
Nu helpt het natuurlijk wel dat ik de muziek van Marc Almond inmiddels al meer dan 30 jaar een warm hart toedraag. Zonder liefde voor de muziek en vooral ook de stem van Marc Almond ligt The Dancing Marquis waarschijnlijk wat zwaarder op de maag.
Aan de andere kant valt er op The Dancing Marquis veel te genieten. De plaat bevat bijdragen van onder andere producer Tony Visconti (vooral bekend van David Bowie) en Pulp voorman Jarvis Cocker. Dat is een mooi gegeven, want The Dancing Marquis laat meer dan eens horen dat Marc Almond nog altijd verder gaat waar Bowie ergens halverwege de jaren 70 ophield en laat bovendien horen hoe groot de invloed van Almond op bands als Pulp is geweest.
In muzikaal opzicht klinkt het allemaal fantastisch, maar de meeste indruk maakt Marc Almond toch in vocaal opzicht. The Dancing Marquis laat een zanger horen die op de toppen van zijn kunnen presteert. Dat is gezien de lange staat van dienst van Marc Almond een prestatie van formaat. Na Stardom Road vindt Marc Almond als je het mij vraagt ook met deze plaat aansluiting bij zijn beste werk. Dat had ik eerlijk gezegd niet meer van hem verwacht. Erwin Zijleman