31 januari 2021

The Notwist - Vertigo Days

Ik ben nooit heel gek geweest op de muziek van The Notwist, maar het deze week verschenen Vertigo Days blaast me keer op keer van mijn sokken en wordt alleen maar mooier en indrukwekkender
Het is een tijd stil geweest rond The Notwist, maar met Vertigo Days levert de band uit het Duitse Beieren deze week een bijzonder indrukwekkend album af. Invloeden uit de Krautrock hebben absoluut hun weg gevonden naar het nieuwe album van The Notwist, maar de Duitse band integreert deze invloeden op fascinerende wijze in haar muziek. Het levert een album op dat bol staat van de verrassende wendingen, maar het is ook een album met een aantal wonderschone en behoorlijk toegankelijke songs. Het zijn songs die alle kanten op kunnen schieten en je maar blijven verbazen, maar het zijn ook songs die je vanaf nu alleen maar intens wilt koesteren.


Toen Vertigo Days van The Notwist hier een week of twee geleden op de mat plofte, heb ik het album direct aan de kant gelegd. Ik had tot dusver immers helemaal niets met de muziek van de Duitse band. Ik had niets met de post-hardcore uit de vroege jaren van de band, niets met de elektronica van latere datum en zelf niets of hoogstens heel weinig met het uit 2002 stammende en wereldwijd uitvoerig bejubelde Neon Golden. 

Nu moet ik wel toegeven dat mijn oordeel over de muziek van The Notwist was gebaseerd op een beperkt aantal observaties, want als je eenmaal denkt dat een band niets voor je is, is de neiging om eens uitvoerig naar een nieuw album te gaan luisteren niet zo heel groot. Alle reden dus om ook Vertigo Days onmiddellijk terzijde te schuiven, tot er wel heel veel vijfsterren recensies opdoken en ik toch nieuwsgierig werd naar de nieuwe verrichtingen van de Duitse band. 

Negentien jaar geleden leverde dat bij beluistering van Neon Golden vooral teleurstelling op, maar dit keer liep het totaal anders. Al binnen enkele minuten was ik overtuigd van de kwaliteit van het nieuwe album van The Notwist en toen ik het album helemaal had gehoord, lag ook bij mij het woord meesterwerk op de lippen. Inmiddels ben ik een aantal luisterbeurten verder en Vertigo Days is eigenlijk alleen maar mooier en indrukwekkender geworden. 

De Duitse band heeft tijdens haar inmiddels ruim dertig jaar durende carrière al flink wat genres verkent, maar op Vertigo Days zoekt de band het vooral dicht bij huis. Invloeden uit de Krautrock spelen immers een belangrijke rol op het nieuwe album van The Notwist. Dat betekent overigens niet dat Vertigo Days ook een flinke stap terug zet in de tijd, want de band heeft invloeden uit de Krautrock gemoderniseerd en geïntegreerd in een geluid dat toch vooral eigentijds klinkt. 

Vertigo Days bevat voor een belangrijk deel popsongs met een kop en een staart, maar tussen die kop en die staart mag flink geëxperimenteerd worden. Het levert hier en daar betoverend mooie klanken op, die vervolgens worden gecombineerd met invloeden uit de elektronische muziek en de Krautrock. Atmosferische klanken krijgen gezelschap van meedogenloze ritmes, van een explosie van patronen en bijzondere geluiden en hier en daar van mooie vrouwenstemmen, die een fraai alternatief bieden voor de Duitse tongval van zanger Markus Archer. 

Het is razend knap hoe alle verschillende stromen waaruit de muziek van The Notwist bestaat steeds weer samen komen in songs die bol staan van het experiment, maar op een of andere manier toch aanstekelijk klinken. Het is minstens net zo knap hoe The Notwist steeds weer kan beginnen bij de pioniers van de Krautrock of de elektronische popmuziek uit Duitsland, maar in no time toch weer een of meerdere decennia later uit weet te komen. 

Soms blijft het hangen in de postpunk uit de jaren 80, soms in de popmuziek uit de jaren 90, maar The Notwist maakt ook de muziek van het heden en de toekomst. De bijzondere ritmes voorzien het album van heel veel tempo en dynamiek, waarna met name de elektronica de wat industrieel aandoende ruimtes mag vullen met heel veel moois. 

Vertigo Days sprankelt en betovert 49 minuten lang en sluit geweldig af met gastbijdragen van Juana Molina en Zayaendo, die dit prachtalbum nog een extra zetje omhoog geven. Absoluut een van de meest bijzondere releases van het prille muziekjaar 2021. Erwin Zijleman

De muziek van The Notwist is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band: https://thenotwist.bandcamp.com/album/vertigo-days.


Vertigo Days van The Notwist is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

30 januari 2021

Ani DiFranco - Revolutionary Love

Het was de afgelopen jaren wat stil rond Ani DiFranco, maar de eigenzinnige Amerikaanse muzikante is terug met een loom en soulvol album dat zich van hoogtepunt naar hoogtepunt sleept
Ani DiFranco dook aan het begin van de jaren 90 op met rauwe protestsongs, maar heeft zich sindsdien in meerdere richtingen ontwikkeld. Op Revolutionary Love maakt de Amerikaanse muzikante lome en broeierige muziek met vooral invloeden uit de soul en jazz. De muziek is warm en stemmig, maar het is ook muziek vol diepgang en vol bijzondere accenten. Die diepgang en bijzondere accenten hoor je ook in de zang van Ani DiFranco en in haar songs, die nooit de makkelijkste weg hebben gekozen en dat nog steeds niet doen. Revolutionary Love opent verrassend toegankelijk maar sleurt je steeds dieper het bijzondere muzikale universum van Ani DiFranco in. Prachtalbum.


Toen Ani DiFranco helemaal aan het begin van de jaren 90 opdook bracht de Amerikaanse singer-songwriter aan de lopende band albums uit via haar eigen Righteous Babe Records. Ze deed dit in een tijd (het pre-Internet tijdperk) waarin het zelf uitbrengen van muziek nog niet zo eenvoudig was als het nu is, maar Ani DiFranco viel niet alleen op vanwege haar eigenzinnige aanpak, maar ook door geweldige albums. 

Het oeuvre van de Amerikaanse singer-songwriter telt inmiddels meer dan twintig albums, maar de afgelopen jaren valt haar productie toch wat tegen. Het deze week verschenen Revolutionary Love is, tussendoortjes niet meegeteld, de opvolger van het in 2017 verschenen Binary, waarop Ani DiFranco koos voor een veel soulvoller en jazzier geluid. In de tussentijd verscheen natuurlijk nog wel haar prachtige autobiografie No Walls And The Recurring Dream: A Memoir, die een prachtig inkijkje gaf in de jonge jaren van de eigenzinnige muzikante. 

De songs die uiteindelijk zijn terecht gekomen op haar nieuwe album Revolutionary Love stammen van voor de corona pandemie en werden geïnspireerd door een al door Trump verscheurd land. Ani DiFranco maakte dertig jaar geleden rauwe protestsongs met een punky attitude, maar op Revolutionary Love predikt ze de liefde om de wereld waarin we leven te kunnen veranderen.

Ani DiFranco woont inmiddels al een aantal jaren in New Orleans, maar nam haar nieuwe album op in North Carolina, waar naast haar vaste band ook co-producer Brad Cook en muzikanten uit lokale bands als Hiss Golden Messenger, The Mountain Goats, Megafaun en Mipso opdoken. 

In muzikaal opzicht is Revolutionary Love een logisch vervolg op Binary. Ook op het nieuwe album van de Amerikaanse muzikante domineren invloeden uit de soul en jazz, met hier en daar uitstapjes richting folk en pop. 

In de openingstrack laten Ani DiFranco en haar medemuzikanten een verrassend loom en zwoel soulgeluid horen. Het is een geluid dat niet eens zoveel afwijkt van het geluid van een aantal nieuwe soulsterren die toevallig ook deze week worden gelanceerd, maar de muziek van Ani DiFranco blinkt uit door diepgang en doorleving. 

Revolutionary Love is over de hele linie een behoorlijk toegankelijk album met vooral invloeden uit de broeierige soul en jazz, maar het is ook een album dat vol verrassende wendingen zit en dat continu opvalt door muzikaliteit, intensiteit en emotie en dat ook filmische klanken niet schuwt.

Hier en daar hoor ik een vleugje Prince, met wie Ani DiFranco twee keer samenwerkte, maar Revolutionary Love is ook een typisch Ani DiFranco album. Na de zeer toegankelijke openingstrack graaft Ani DiFranco op het vervolg van het album net wat dieper, maar Revolutionary Love blijft een loom en zwoel album dat zich op ieder moment van de dag als een warme deken om je heen slaat. 

Het is echter ook een album waarop heel veel moois te ontdekken valt en dat uitnodigt tot volledig uitpluizen. Ik heb Ani DiFranco’s debuut ook nog maar eens beluisterd de afgelopen dagen en het is een wereld van verschil met haar nieuwe album. Beide albums vallen echter op door eigenzinnigheid, muzikaliteit en intimiteit. Ik ben al dertig jaar fan van Ani DiFranco, maar ook met Revolutionary Love weet ze me weer te verrassen. En wat klinkt dit album ondertussen lekker zwoel en laid-back. Erwin Zijleman

De muziek van Ani DiFranco is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://anidifranco.bandcamp.com/album/revolutionary-love.


Revolutionary Love van Ani DiFranco is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

29 januari 2021

James Yorkston & The Second Hand Orchestra - The Wide, Wide River

De muziek van de Schotse muzikant James Yorkston schoot de afgelopen jaren wel erg veel kanten op, maar op The Wide, Wide River klinkt het allemaal weer bijzonder lekker
James Yorkston holt van samenwerkingsverband naar samenwerkingsverband en dat levert niet altijd albums op die iets met me doen. De samenwerking met het Zweedse orkest The Second Hand Orchestra is echter zeer geslaagd. Op The Wide, Wide River hoor je weer iets van de oude glorie van de vroege albums van James Yorkston met zijn band The Athletes, maar het is ook een ontspannen album waarop ruimte is voor flink wat improvisatie. De folksongs van de Schotse muzikant worden bijzonder fraai ingekleurd en afwisselend voorzien van een klassiek, uitbundig of psychedelisch sfeertje. Misschien niet zo essentieel als zijn twee meesterwerken van ruim 15 jaar geleden, maar wel bijzonder aangenaam.


De Schotse muzikant James Yorkston maakte een kleine twintig jaar geleden op mij voor het eerst indruk met het bijzonder fraaie Moving Up Country. Samen met zijn band The Athletes tekende de muzikant uit Edinburgh voor een zeer fraaie mix van Britse folk en Amerikaanse rootsmuziek. 
Het was zeker niet de eerste stap in de muziek van de Schotse muzikant, die in de jaren 80 al deel uit maakte van de punkband Huckleberry en hierna opschoof richting folk. 

Het in 2004 verschenen Just Beyond The River was nog net wat beter dan het terecht bejubelde debuut van James Yorkston & The Athletes en ook de albums die volgden waren prima. Op een gegeven moment ben ik James Yorkston echter wat uit het oog verloren. De Schotse muzikant zocht steeds weer andere samenwerkingsverbanden op en schoot in muzikaal opzicht meerdere kanten op, zonder wat mij betreft het niveau van de bovengenoemde twee albums te benaderen. 

Deze week keert James Yorkston terug met een nieuw samenwerkingsverband, maar voor de afwisseling is het er een die me zeer goed bevalt. Op The Wide, Wide River werkt James Yorkston samen met de Zweedse producer Karl-Jonas Winqvist en zijn band The Second Hand Orchestra. 

Het Zweedse orkest begeleidt de songs van de Schotse muzikant zo nu en dan met klassiek aandoende klanken, maar hier en daar klinken de bijdragen van de Zweedse muzikanten ook verassend lichtvoetig en klink The Wide, Wide River als de samenwerking tussen James Yorkston en Belle & Sebastian. James Yorkston heeft het afgelopen decennium het patent op bijzondere samenwerkingen, maar de samenwerking met The Second Hand Orchestra is er een die geweldig uitpakt. 

De Schotse muzikant heeft ook voor The Wide, Wide River een aantal folky songs geschreven. Het zijn songs die vaak sober openen en vervolgens eerst subtiel en vervolgens steeds uitbundiger worden ingekleurd door het Zweedse orkest. 

Het knappe van het slechts in drie dagen opgenomen The Wide, Wide River is dat James Yorkston en het orkest goed naar elkaar zijn blijven luisteren. Nergens is sprake van egotripperij, alles dat je hoort is functioneel en voegt iets toe aan de songs. 

Bij beluistering van The Wide, Wide River hoor ik direct weer wat ik ooit zo goed vond aan de muziek van de Schotse muzikant. James Yorkston schrijft nog altijd redelijk toegankelijke folksongs, maar schuwt ook het experiment niet. 

De songs op The Wide, Wide River kwamen voor een belangrijk deel pas tijdens de opnamen in Zweden tot stand en zitten vol verrassende wendingen, met vaak een vleugje psychedelica, maar de muziek van James Yorkston heeft ook altijd nog wel wat van de albums van de Britse folk muzikant Nick Drake. 

Omdat er in Zweden nog stevig geïmproviseerd werd in de studio zijn niet alle songs op het album even goed uitgewerkt of even goed, maar James Yorkston slaagt er wat mij betreft wel in om een heel behoorlijk minimumniveau vast te houden, met hier en daar stevige uitschieters naar boven. 

Ik was James Yorkston zoals gezegd wat uit het oog verloren, maar The Wide, Wide River is absoluut reden om de Schotse muzikant vanaf nu weer in de gaten te houden. En het album met The Second Hand Orchestra groeit in de tussentijd nog wel even door. Erwin Zijleman

De muziek van James Yorkston is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Schotse muzikant: https://jamesyorkston.bandcamp.com/album/the-wide-wide-river.


The Wide, Wide River van James Yorkston & The Second Hand Orchestra is verkrijgbaar via de Mania webshop:
LP (coloured), 24,99 euro
LP, 22,99 euro
CD, 16,99 euro

   

Palberta - Palberta5000

Het nieuwe album van Palberta maakt het je niet makkelijk met songs die in eerste instantie energie slurpen, maar hoe vaker je naar Palberta5000 luistert, hoe meer er op zijn plek valt
Meestal weet ik na één of twee keer horen wel of een album iets voor mij is of niet, maar bij beluistering van het nieuwe album van de Amerikaanse band Palberta kwam ik er maar niet uit. In eerste instantie lijken de drie dames uit New York maar wat te doen en zoeken ze de irritatiegrens nadrukkelijk op, maar hoe vaker je naar het album luistert, hoe leuker het wordt, al gaat Palberta het je nooit echt makkelijk maken met haar eigenzinnige popliedjes vol invloeden uit de postpunk, maar ook allerlei lastiger te plaatsen invloeden. Je houdt er van of je haat het, maar oordeel zeker niet te snel.


Palberta5000 van de Amerikaanse band Palberta heb ik de afgelopen week echt talloze keren opgepakt en toch weer terzijde geschoven. Steeds weer was er in eerste instantie een goed gevoel, maar ontbrak al snel het houvast of voldoende vertrouwen in de kwaliteit van het album. 

Waardoor ik uiteindelijk toch overtuigd werd weet ik niet, maar als ik nu luister naar het album van de band uit New York heeft twijfel plaatsgemaakt voor bewondering. Het is vooral bewondering voor de eigenzinnigheid van de drie vrouwen uit New York, want Ani Ivry-Block, Lily Konigsberg en Nina Ryser leggen zichzelf geen beperkingen op. 

De naam Palberta was me nog niet eerder opgevallen, maar Palberta5000 is al het zesde album van het New Yorkse drietal. Ik heb ook de vorige albums snel beluisterd en deze zijn nog een stuk chaotischer en eclectischer, waardoor de conclusie gerechtvaardigd is dat Palberta haar meest toegankelijke album tot dusver heeft afgeleverd. 

Toegankelijk blijkt in het geval van Palberta5000 een zeer relatief begrip, want ik kan me voorstellen dat er muziekliefhebbers zijn die rode vlekken over houden aan beluistering van dit album, al is het maar omdat ik ze zelf ook had na de eerste luisterbeurten, zeker als in track twee bijna vier minuten lang dezelfde woorden voorbij komen. Deze tracks is overigens meteen een van de langere tracks op het album, want Palberta propt op Palberta5000 maar liefst 16 songs in 37 minuten. 

Palberta maakt muziek met een punky attitude, maar haalt in muzikaal opzicht de inspiratie vooral uit de postpunk. Invloeden uit de postpunk hoor je in de stevig aangezette bassen en het puntige gitaarwerk, maar binnen het genre klinkt het drietal uit New York anders dan vrijwel al haar soortgenoten. 

De relatief sobere instrumentatie wordt gecombineerd met meestal meerstemmige vocalen die al even onvast klinken als de instrumentatie en die bovendien contrasteren met de vaak wat stevig aangezette instrumentatie. 

Ik ken weinig albums als Palberta5000 en denk ook niet dat ik daar behoefte aan heb, maar ik ben stiekem toch wel gecharmeerd van de muziek van Ani Ivry-Block, Lily Konigsberg en Nina Ryser. Het is muziek die hier en daar stevig tegen de haren instrijkt of zelfs de irritatiegrens opzoekt, maar op hetzelfde moment is de rammelende postpunk van het drietal buitengewoon avontuurlijk en ook verrassend vaak charmant en voorzichtig aanstekelijk. 

Palberta heeft op haar nieuwe album echt geprobeerd om aanstekelijke popliedjes te maken, maar door de bijzondere eigen twist is het toch weer zwaardere kost dan bedoeld. Het is nog meer wennen dan een glas Rivella dat wordt omschreven als een beetje vreemd maar wel lekker. 

Palberta5000 is vaak heel vreemd, tot het moment dat er dingen op zijn plek gaan vallen en je hoort dat de drie dames veel beter spelen dan je tot dat moment door had en dat de songs bovendien knapper in elkaar steken dan bij vluchtig beluisteren. 

Vergelijken blijft lastig. Heel in de verte hoor ik iets van de cultband The Raincoats, maar veel meer dan in de verte is het niet. Je moet absoluut in de stemming zijn voor de wat onrustige en tegendraadse muziek van Palberta, maar zo op zijn tijd is het een album dat je steeds nieuwsgieriger maakt naar deze drie muzikanten uit New York. Erwin Zijleman

De muziek van Palberta is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band: https://palbertapalberta.bandcamp.com.


Palberta5000 van Palberta is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

28 januari 2021

Brit Taylor - Real Me

Brit Taylor had haar leven op orde toen alles in elkaar stortte, maar op haar debuutalbum Real Me heeft ze alle touwtjes weer in handen en overtuigt ze met een mooie mix van pop en vooral country
Ook ik heb Real Me van Brit Taylor vorig jaar laten liggen en ik was helaas niet de enige. Het is zonde, want het debuutalbum van de singer-songwriter uit Tennessee is een verrassend sterk album. Enerzijds vanwege de persoonlijke teksten en de mooie stem van Brit Taylor en anderzijds vanwege de sterke songs en het mooie geluid op Real Me. Het is een geluid waarin een randje pop niet wordt geschuwd, maar Brit Taylor schuift ook flink op richting de traditionele country van weleer. Ondanks de persoonlijke misère en de hang naar traditionele country, is Real Me echter ook een licht verteerbaar album dat zeker ook optimisme uitstraalt. Absoluut een belofte deze Brit Taylor.


Real Me, het debuut van de Amerikaanse singer-songwriter Brit Taylor, verscheen in de laatste weken van het jaar en dat waren zelfs in 2020 weken waarin nieuwe releases makkelijk ondersneeuwden. 

Het heeft er voor gezorgd dat het debuut van de singer-songwriter uit Tennessee het vooralsnog moet doen met slechts een handjevol positieve Amerikaanse recensies (waarvan wel een aantal in gerenommeerde tijdschriften) en dat het album in Europa helaas nauwelijks of zelfs helemaal geen aandacht heeft gekregen. Dat is jammer want het debuut van Brit Taylor is een uitstekend album dat zeer in de smaak zal vallen bij liefhebbers van country met een vleugje pop. 

Brit Taylor verruilde al op haar zeventiende haar geboortegrond in Kentucky voor het blinkende licht van Nashville en kreeg haar leven binnen een paar jaar aardig op de rails. Ze studeerde af, ze haalde een muziekdeal binnen, trad in het huwelijk en kocht een huis in de buurt van Nashville. 

Een universitaire opleiding kan je niet meer worden afgenomen, maar de rest van het leven van Brit Taylor viel in duigen toen haar huwelijk op de klippen liep en ze de boel financieel niet meer rond kon breien. Een diep dal was het resultaat, maar toen Brit Taylor de kans kreeg om een aantal songs te schrijven met Black Keys voorman en producer Dan Auerbach ging ze, op haar dertigste, weer op zoek naar de pieken. 

De eerste piek luistert naar de naam Real Me en is zoals gezegd een uitstekend debuutalbum. Zoals de titel van het album al doet vermoeden, is het een persoonlijk album geworden, waarop Brit Taylor op zoek gaat naar zichzelf en alle ellende van de afgelopen jaren een plekje geeft. 

De songs die ze schreef met Dan Auerbach vormden de basis voor het album dat uiteindelijk werd geproduceerd door Dave Brainard. Ik noemde Real Me hierboven een album dat waarschijnlijk in de smaak zal vallen bij liefhebbers van country met een vleugje pop en dat is echt iets anders dan countrypop zoals deze de afgelopen jaren in Nashville wordt gemaakt. 

In een aantal tracks op het album schuift Brit Taylor voorzichtig op richting de muziek van Kacey Musgraves, die binnen de countrypop op eenzame hoogte staat, maar minstens net zo vaak kiest Brit Taylor voor veel traditioneler aandoende countrymuziek. Het is de countrymuziek die we kennen uit de jaren 70, waarin de snik in de stem nog een sterk wapen was. Ook Brit Taylor beschikt over een fraaie snik, maar ze zet deze subtiel in, waardoor haar songs nooit over de top zijn. 

Real Me werd geïnspireerd door de nodige ellende, maar het is een album waarop hoorbaar met veel plezier muziek wordt gemaakt. De instrumentatie is gloedvol en kan zowel met modernere als met wat traditionelere invloeden uit de voeten. Het is een stemmige instrumentatie, met hier en daar ook flink wat strijkers en uiteraard de onmisbare pedal steel en het is een instrumentatie die bijzonder fraai kleurt bij de stem van Brit Taylor, die haar persoonlijke songs vol gevoel maar ook vol souplesse vertolkt. 

Het is al jaren dringen in dit genre, maar hoe vaker ik naar het debuutalbum van Brit Taylor luister, hoe aangenamer het wordt en hoe meer het me raakt. Alle reden dus om alsnog stil te staan bij dit album uit de laatste weken van 2020. Erwin Zijleman

Het debuutalbum van Brit Taylor is verkrijgbaar via haar eigen webshop: https://www.brittaylormusic.com/store.

   

27 januari 2021

Kiwi Jr. - Cooler Returns

Kiwi Jr. strooit op Cooler Return driftig met aanstekelijke of vrijwel onweerstaanbare popsongs, die ook nog eens een verrassend brede greep uit een aantal decennia popmuziek doen
Kiwi Jr. maakte bescheiden indruk met haar debuutalbum, maar album nummer twee is een voltreffer. De Canadese band put uit de archieven van een aantal decennia popmuziek en is hierbij zeker niet kieskeurig. Alle invloeden worden verpakt in gitaarsongs die even aangenaam rammelen als jengelen en die aan van alles en nog wat doen denken. Het levert een album op waarvan je alleen maar heel erg vrolijk kunt worden en dat komt in deze donkere dagen goed uit. En omdat de songs van Kiwi Jr. ook nog eens bijzonder makkelijk blijven hangen is Cooler Returns een gitaarplaat die later dit jaar nog wel eens hoge ogen kan gooien.


“Weer zo’n leuk gitaarbandje uit Nieuw-Zeeland”. Het is het eerste dat ik dacht bij de eerste beluistering van Cooler Returns van Kiwi Jr., dat vorige week op de mat plofte. Kiwi Jr. is absoluut een leuk gitaarbandje, als je het mij vraagt zelfs een heel leuk gitaarbandje, maar de band komt niet uit Nieuw-Zeeland, maar uit Canada. 

De naam van de band zal waarschijnlijk dus niet verwijzen naar de vogel die alleen op Nieuw-Zeeland is te vinden en ook niet naar de inwoners van het land, waarmee de groene vrucht met een hoog vitamine C gehalte overblijft. Het tweede album van de band uit Toronto is in ieder geval net zo fris en fruitig als deze vrucht en had me onmiddellijk te pakken. 

De Canadese band doet dat met een collectie zeer aanstekelijke songs, maar het zijn ook songs die de fantasie voldoende prikkelen om Kiwi Jr. niet direct te verruilen voor een andere leverancier van aanstekelijke gitaarpop. Cooler Returns is een aangenaam rammelende en jengelende gitaarplaat die direct associaties oproept met een band als Pavement of Dinosaur Jr., maar hier blijft zeker niet bij. 

Bij beluistering van Cooler Returns hoor ik net zo makkelijk iets van het vroege Roxy Music of van The Kinks als van The Strokes of Rolling Blackouts Coastal Fever, om maar een paar namen te noemen. Tussen deze uitersten zitten een aantal decennia muziekgeschiedenis en ook die overbrugt Kiwi Jr. makkelijk. 

De Canadese band kan uit de voeten met de indierock van de jaren 90 tot nu, maar duikt hier en daar ook diep in de archieven van de popmuziek uit de jaren 60 en 70 en 80, waarbij de band net zo makkelijk teruggrijpt op de ruwe energie van de Ramones als op de aanstekelijkste momenten van de Britpop. 

Ik noemde de band hierboven een gitaarbandje en dat klopt in essentie ook wel. De vaste leden van de band beperken zich tot de drie-eenheid van gitaar, bas en drums, maar het zijn juist de accenten van mondharmonica, piano en orgel die de songs van Kiwi Jr. voorzien van een eigen geluid. 

Cooler Returns is op zich geen album om heel druk over te doen, want veel nieuws gebeurt er niet op het album en ook voor muzikale of vocale hoogstandjes ben je bij de band uit Toronto aan het verkeerde adres. Het tweede album van Kiwi Jr. heeft een hoog jonge honden gehalte en rammelt zo nu en dan zo stevig dat een glimlach niet te onderdrukken is. 

Aan de andere kant is er echter ook een reden om wel heel druk te doen over het album. Kiwi Jr. slaagt er immers in om 13 songs en 36 minuten lang te vermaken met songs waarvan je heel erg vrolijk wordt. Het zijn van die songs die stil zitten onmogelijk maken en die na een keer horen voorgoed in het hoofd zijn opgeslagen. Het zijn songs die doen verlangen naar een festival met Kiwi Jr. op het podium, maar zolang dat niet kan doet Cooler Returns het ook prima op een feestje thuis (met maximaal 1 bezoeker uiteraard). 

Luister net wat beter en het valt op dat de aanstekelijke popsongs van de Canadese band, die overigens zo uit Nieuw-Zeeland had kunnen komen, verrassend veelzijdig zijn en steeds weer op een net wat andere manieren verleiden, al is de verleiding in alle gevallen genadeloos. Van dit soort albums heb ik er maar een paar of misschien zelfs maar één nodig in een jaar en die voor 2021 is binnen. Erwin Zijleman

De muziek van Kiwi Jr. is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band: https://kiwijr.bandcamp.com/album/cooler-returns.


Cooler Returns van Kiwi Jr. is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

26 januari 2021

Anna Elizabeth Laube - Annamania

Anna Elizabeth Laube komt met verzameld werk en wat extra songs en laat nog maar eens horen dat ze binnen de Amerikaanse rootsmuziek op een breed terrein uit de voeten kan
De Amerikaanse singer-songwriter Anna Elizabeth Laube maakte ruim vijf jaar geleden twee uitstekende albums, maar verdween vervolgens helaas direct weer uit beeld. Ze is nu terug met Annamania dat vooral oud werk bevat, maar ook een aantal songs die niet op haar albums zijn te vinden en een gloednieuwe song. De Amerikaanse muzikante laat nog maar eens horen dat ze een uitstekend zangeres is, die binnen de Amerikaanse rootsmuziek alle kanten op kan en prima songs schrijft. Zeer geschikt als eerste kennismaking met haar werk, maar ook voor degenen die vooral de twee vorige albums kennen, valt er op Annamania genoeg te genieten.


Anna Elizabeth Laube is een Amerikaanse singer-songwriter, die momenteel is neergestreken in het Portugese Lissabon, maar al jaren een nomadisch bestaan leidt. Ze maakte de afgelopen 15 jaar vier albums, waarvan ik de eerste twee niet ken, maar album nummer drie (Anna Laube uit 2015) en album nummer vier (Tree uit 2016) vond ik zeer de moeite waard. 

Het is een flinke tijd stil geweest rond de Amerikaanse muzikante, maar met Annamania is Anna Elizabeth Laube gelukkig terug. Annamania bevat helaas slechts één echt nieuwe song en verder songs van haar eerste vier albums en songs die tot dusver alleen als single waren uitgebracht. 

De nieuwe song, Jardim da Estrela, is een fraaie ode aan Lissabon, waar Anna Elizabeth Laube momenteel verblijft en die de sfeer van deze prachtige stad vangt, maar omdat ik de eerste twee albums van Anna Elizabeth Laube nog nooit had beluisterd en ook de singles niet kende, was ruim de helft van de songs op Annamania nieuw voor mij, waardoor ik het nieuwe album van Anna Elizabeth Laube absoluut waardevol vind. 

Muzikanten kiezen er tegenwoordig vaak voor om voor albums als Annamania nieuwe versies van oude songs op te nemen, wat helaas maar zelden echt geslaagd heeft. Anna Elizabeth Laube heeft dat gelukkig niet gedaan, waardoor Annamania goed laat horen hoe de Amerikaanse singer-songwriter zich heeft ontwikkeld en hoe veelzijdig haar muziek is. 

Anna Elizabeth Laube maakt Amerikaanse rootsmuziek in de breedste zin van het woord. De wat oudere songs op het album klinken jazzy en bluesy, maar Annamania bevat ook songs die vooral in de hokjes folk en country passen en songs die tijdloze singer-songwriter muziek laten horen. 

Ik heb persoonlijk een voorkeur voor de songs waarin Anna Elizabeth Laube genoeg heeft aan sobere piano- en gitaarklanken, maar ook de net wat voller ingekleurde songs spreken makkelijk tot de verbeelding. Tussen de songs die ik nog niet eerder had gehoord zitten de nodige pareltjes en na een stilte van vijf jaar is het ook goed om de songs van de prachtalbums Anne Laube en Tree weer eens te horen. 

Annamania bevat 13 songs en het zijn songs die, zoals eerder gezegd, opvallen door een veelheid aan stijlen en een gevarieerde instrumentatie. Constante factor is de stem van Anna Elizabeth Laube en dat is een stem die niet alleen mooi is, maar die zich ook buitengewoon soepel door het gevarieerde klankentapijt en stijlenpalet beweegt. Het levert een serie songs op die misschien wat bij elkaar geraapt zijn, maar die ook een prachtig beeld geven van de muziek van Anna Elizabeth Laube. 

De Amerikaanse singer-songwriter kreeg in 2015 en 2016 veel aandacht voor haar twee prima albums en is het momentum misschien wat kwijt, maar Annamania is voor iedereen die het werk van de Amerikaanse singer-songwriter niet kent een goede introductie tot dit werk, terwijl een ieder die vijf jaar geleden onder de indruk was van Tree de draad weer op kan pakken met minstens een aantal nieuwe songs. 

Ik moet eerlijk toegeven dat Anna Elizabeth Laube bij mij ook wat uit beeld was geraakt, maat sinds Annamania hier met enige regelmaat uit de speakers komt is de liefde voor haar muziek weer volledig opgebloeid en kijk ik nu al uit naar veel meer nieuwe songs. Erwin Zijleman

De muziek van Anna Elizabeth Laube is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://annaelizabethlaube.bandcamp.com.

   

25 januari 2021

Lande Hekt - Going To Hell

Lande Hekt overtreft het werk van haar band Muncie Girls met een soloalbum dat niet alleen een bijzonder aangename gitaarplaat is, maar bovendien een album vol intieme persoonlijke verhalen
Going To Hell van Lande Hekt lag deze week op de grotendeels virtuele stapel met nieuwe albums die bij mij niet direct een belletje deden rinkelen, maar blij vluchtige beluistering was ik direct om. In eerste instantie omdat het me wel wat aan Juliana Hatfield deed denken en dat is voor mij altijd een pre. Going To Hell valt ook nog eens op door een behoorlijk veelzijdig geluid en door intieme en persoonlijke teksten, die diepte geven aan de vaak aangenaam klinkende gitaarsongs op het album. Het zijn over het algemeen lekker in het gehoor liggende songs, die naar een hoger plan worden getild door de bijzonder aangename stem van Lande Hekt.


Lande Hekt kende ik tot voor kort alleen van de Britse band Muncie Girls, die de afgelopen jaren twee albums met een aanstekelijke maar wat mij betreft nog niet direct opzienbarende mix van punkpop en indierock uitbracht. De Britse muzikante debuteerde in 2019 als soloartiest met een aardig mini album, maar zet een flinke stap vooruit met haar volwaardige debuutalbum Going To Hell, dat deze week is verschenen. 

Het is een debuutalbum dat deels voortborduurt op de muziek van haar band, maar Going To Hell bevat wat minder invloeden uit de punk en rock en wat meer uit de pop. Bovendien heeft Lande Hekt voor haar soloalbum flinke lappen tekst geschreven, waardoor het album ook niet misstaat in het hokje singer-songwriter. 

Dat laatste gaat zeker op wanneer de elektrische gitaren een enkele keer worden verruild voor een akoestische en Lande Hekt met intieme folky songs op de proppen komt. Voor de rest domineren de elektrische gitaren, maar Going To Hell blijft voor rockbegrippen een redelijk ingetogen album. 

Op de albums van Muncie Girls was me nooit zo opgevallen dat Lande Hekt een mooie en bijzondere stem heeft, maar het is op haar soloalbum haar sterkste wapen. Het is heldere en warme stem, maar het is ook een stem met een subtiel rauw randje, waardoor Going To Hell bijzonder makkelijk verleidt, als je gevoelig bent voor dit soort stemmen natuurlijk. 

Het is een stem die me af en toe wel wat doet denken aan Sarah (tegenwoordig bekend als Sam) Bettens van K’s Choice en ook de zang van Juliana Hatfield is nooit heel ver weg. Ook in muzikaal opzicht zijn de albums van Juliana Hatfield absoluut relevant vergelijkingsmateriaal, zeker als net wat steviger gitaarwerk de basis vormt voor de songs van Lande Hekt, mooie koortjes worden toegevoegd en haar stem net wat meisjesachtiger klinkt. 

Net als op de albums van Muncie Girls zoekt Lande Hekt de inspiratie voor haar soloalbum eerder in de Verenigde Staten dan in haar vaderland Engeland en deze inspiratie komt vooral uit de jaren 90. Het is een inspiratiebron die de afgelopen tijd veel vaker opduikt, maar Going To Hell van Lande Hekt springt er tussen vergelijkbare albums van recente datum toch wel uit. 

Enerzijds vanwege haar al eerder genoemde stem, maar ook zeker vanwege de songs, die stuk voor stuk lekker in het gehoor liggen, maar ook verrassend veelzijdig zijn, wat in dit genre wel eens anders is. Lande Hekt heeft ook nog eens zeer persoonlijke songs geschreven, waarin thema’s als haar seksualiteit en zelfacceptatie centraal staan. 

Om het album nog wat extra glans te geven is het nog aardig om te vermelden dat Lande Hekt het album samen met producer Ben David opnam in Australië en hierbij alle instrumenten met uitzondering van de percussie voor haar rekening nam. 

Going To Hell is in de stevigste songs een bijzonder lekkere gitaarplaat, maar het is ook een album dat diepgang laat horen en dat in muzikaal opzicht toch wat interessanter is dan de albums van haar band. Het is bovendien een album dat net wat anders klinkt dan die van de meeste andere jonge vrouwelijke singer-songwriters van het moment en dat zijn er zoals al vaker gezegd heel veel. Going To Hell heb ik bij toeval opgepikt, maar het bevalt me echt uitstekend. Erwin Zijleman

De muziek van Lande Hekt is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://landehekt.bandcamp.com/album/going-to-hell.


Going To Hell van Lande Hekt is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

24 januari 2021

Rhye - Home

Echt veel nieuws onder de zon is er misschien niet, maar Rhye heeft haar mix van pop en R&B wel nog wat verder geperfectioneerd en presenteert op Home het equivalent van een knisperend haardvuur
Ik heb in 2013 flink moeten wennen aan Woman, het debuut van het destijds Deens-Canadese duo Rhye. Eenmaal gewend aan de zoete R&B pop van Rhye, bleek Woman het perfecte album voor vroege en late uurtjes. Na Woman ging Mike Milosh alleen verder en haalde hij het niveau van Woman net niet, maar op het deze week verschenen Home heeft de Canadese muzikant het juiste niveau weer te pakken. De instrumentatie en de songs op het album steken razend knap in elkaar, terwijl de hoge zang op zijn minst aangenaam is. Misschien nog wel belangrijker is het feit dat Rhye meedogenloos verleidt met warme en lome klanken, die zich als een lekker warme deken om je heen slaan. Precies wat we nodig hebben.


Rhye werd ruim tien jaar geleden in Denemarken geformeerd door de Deense muzikant en producer Robin Hanibal en zijn Canadese collega muzikant en producer Mike Milosh. Het leverde in 2013 het zeer goed ontvangen Woman op. Uiteindelijk ging Mike Milosh alleen verder als Rhye, wat in 2018 het tweede album Blood opleverde, in 2019 het mini-album Spirit en nu dan het vierde album Home. 

Ondanks het feit dat er na het vertrek van Robin Hannibal niet zo gek veel veranderde in de muziek van Rhye, vond ik Blood en Spirit uiteindelijk toch net wat minder sterk dan het debuut van Rhye. Het deze week verschenen Home viel bij mij een aantal weken geleden al op de mat en in de afgelopen weken is het album uitgegroeid tot een trouwe metgezel tijdens late of vroege uurtjes. 

Mike Milosh heeft geleerd van de vorige twee albums van Rhye en heeft dit keer de tijd genomen voor de puntjes op de i. De mix van de legendarische technicus Alan Moulder is de kers op de taart, maar ook de rest van Home valt op door een geslaagd streven naar perfectie. 

Zeker tijdens de late en vroege uurtjes heeft het vierde album van Rhye hetzelfde effect als een knisperend haardvuur. Laat Home uit de speakers komen en de ruimte wordt gevuld met warmte. 

Het album blijft mij maar verleiden en dat is op zich best bijzonder, want Rhye maakt het soort muziek waar ik normaal gesproken niet zo gek op ben. Ook Home staat immers weer vol met behoorlijk zoete pop met een vleugje R&B en hier en daar een snufje disco. 

Rhye staat nog steeds voor songs met een warme organische basis, waarop lagen elektronica en strijkers worden gestapeld. Hierop komen de vaak wat zachte en hoge vocalen van Mike Milosh, die de muziek van Rhye nog wat zoeter en warmer maakt. Het is muziek die zich bij mij keer op keer genadeloos opdringt. 

Dat ik Home van Rhye zo lekker vind klinken heeft meerdere redenen. Ten eerste vind ik de instrumentatie op het album echt razend knap. Het is een instrumentatie die is gebouwd op de lome beats die de onderlaag van de muziek van Rhye vormen. Hierop worden zoals gezegd meerdere extra lagen gestapeld. Soms synths, soms strijkers, maar ook hier en daar subtiele blazers, een fraai orgeltje, 70s elektronische gitaren of juist akoestische en organische klanken.

Het steekt niet alleen knap in elkaar, maar wat klinkt het ook warm en aangenaam, wat smelt alles mooi samen en wat is het de perfecte start of afsluiting van de dag. Wat voor de instrumentatie geldt, geldt overigens ook voor de zang van Mike Milosh, die zich als zanger flink heeft verbeterd en zich hier en daar prachtig laat bijstaan door een koor. En dan zijn er ook nog de songs, die je stuk voor stuk doen smelten, maar die al even knap in elkaar blijken te zitten als de instrumentatie op Home. 

Woman van Rhye heb ik ook maandenlang gekoesterd op de genoemde tijdstippen aan het begin en eind van de dag en waar Blood en Spirit toch wat tegenvielen, verwacht ik dat Home voorlopig niet van de platenspeler af zal zijn te slaan. 

Lome R&B pop laat ik meestal liggen, maar de lome, broeierige en dromerige R&B pop van Rhye smaakt na iedere beluistering naar meer. We zullen de komende weken de avond thuis door moeten brengen, maar met de gordijnen dicht en Rhye uit de speakers is dat niet per se een straf. Erwin Zijleman

De muziek van Rhye is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://rhyemusic.bandcamp.com/album/home.


Home van Rhye is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

23 januari 2021

Still Corners - The Last Exit

Still Corners heeft met The Last Exit een heuse trilogie voltooid en doet dit met een album vol beeldende, dromerige en betoverende klanken, die je meenemen op een fraaie roadtrip
Ik was Still Corners na hun eerste twee albums voor het Sub Pop label uit het oog verloren, maar ben net op tijd bij de les om de voltooiing van een heuse trilogie mee te maken. The Last Exit bevat alle invloeden die de eerste albums van de Brits-Amerikaanse band zo bijzonder maakten, maar kiest ook voor nog wat beeldendere klanken, die het gevoel van een roadtrip moeten geven. Daar is Still Corners zeker in geslaagd, want laat je meevoeren op de mooie klanken en je waant je niet langer in het koude Nederland, maar ergens in het zuiden van de Verenigde Staten, in een tijd dat je bij corona nog vooral dacht aan een Mexicaans biertje. Het vleugje Mazzy Star dat geregeld opduikt is een extra bonus.


Ik was in 2011 en 2013 behoorlijk enthousiast over de eerste twee albums van de Brits-Amerikaanse band Still Corners. Creatures Of An Hour (2011) en Strange Pleasures (2013) maakten niet alleen indruk met aangename en vaak wat dromerige klanken, maar wisten ook op fraaie wijze zeer uiteenlopende invloeden, variërend van 60s psychedelica, 70s Krautrock, 80s new wave, 90s dreampop tot filmmuziek van alle tijden, met elkaar te combineren. 

De eerste twee albums van Still Corners konden rekenen op positieve recensies, maar het was voor het roemruchte Sub Pop label kennelijk niet genoeg om het platencontract van de band te verlengen. Greg Hughes en Tessa Murray verruilden het dure Londen vervolgens voor de Britse kust, waar de Amerikaanse muzikant en zijn Britse evenknie gewoon verder gingen met het maken van muziek. 

Het deze week verschenen The Last Exit is het derde deel van een trilogie, die in 2016 werd gestart met Dead Blue en in 2018 een vervolg kreeg met Slow Air. Het zijn albums die me volledig zijn ontgaan, maar toen ik vorige week een nieuw Still Corners album in de lijst met nieuwe releases zag staan, was ik direct weer bij de les. 

De trilogie die Still Corners de afgelopen jaren heeft voltooid heeft de roadtrip als centraal thema en het is dan ook geen verrassing dat het Brits-Amerikaanse tweetal het beeldende karakter van haar muziek verder heeft versterkt. 

The Last Exit heeft echter ook nog flink wat raakvlaken met de eerste twee albums van de band. De bovengenoemde invloeden zijn allemaal, zij het in meerdere of mindere mate, hoorbaar op The Last Exit, dat hier en daar wat invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek toevoegt. 

Ondanks het feit dat Still Corners een thuis heeft gevonden aan de Britse kust, tovert The Last Exit toch vooral beelden van de uitgestrekte landschappen in de Verenigde Staten op het netvlies, zeker wanneer de muziek van de band wordt verrijkt met twangy gitaren. 

Ik heb bij beluistering van de muziek van Still Corners altijd associaties gehad met de muziek van Mazzy Star en die heb ik ook bij beluistering van The Last Exit. De zang van Tessa Murray is wat minder zwoel en broeierig dan die van Mazzy Star’s Hope Sandoval, maar ze slaagt er wel in om de muziek van Still Corners te voorzien van een luie en dromerige sfeer. 

Ook in muzikaal opzicht hoor ik hier en daar wel wat van Mazzy Star, al is de muziek van Still Corners wel wat minder ruw en intens en bovendien bestrijkt het Brits-Amerikaanse tweetal qua stijlen een veel breder palet. 

Het was even geleden dat ik naar de muziek van Still Corners had geluisterd, maar The Last Exit voelde direct vertrouwd. Het Brits-Amerikaanse duo heeft een beeldende luistertrip gemaakt waarin de songs met een kop en een staart niet zijn vergeten. 

Net als bij een echte roadtrip variëren de beelden en is het ene beeld indrukwekkender dan het andere, maar Still Corners heeft op The Last Exit een heel acceptabel minimum niveau, met enkele flinke uitschieters naar boven. 

Het is knap hoe de band er in slaagt om heel veel verschillende invloeden te combineren in een geluid dat altijd consistent klinkt en het is ook nog eens een geluid waarbij het bijzonder lekker wegdromen is op de late avond en dat kunnen we momenteel, bij gebrek aan andere opties, best gebruiken. Erwin Zijleman

De muziek van Still Corners is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://stillcorners.bandcamp.com/album/the-last-exit.


The Last Exit van Still Corners is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

22 januari 2021

Axel Flóvent - You Stay By The Sea

De piepjonge IJslandse muzikant Axel Flóvent levert een debuutalbum af dat steeds meer betovert met werkelijk prachtig ingekleurde songs en beeldende klanken vol fraaie details
De IJslandse muzikant Axel Flóvent baarde de afgelopen jaren al een aantal malen opzien met veelbelovende EP’s. Het is mij ontgaan en ook zijn debuutalbum You Stay By The Sea had ik bijna terzijde geschoven. Ik ben blij dat ik dat niet heb gedaan, want iedere keer als ik naar het debuut van Axel Flóvent luister vind ik het album weer wat mooier en indrukwekkender. De songs van de IJslandse muzikant variëren van zeer toegankelijk tot zweverig en bedwelmend en het zijn stuk voor songs die prachtig zijn ingekleurd. Van zijn stem moet je houden, maar zingen kan Axel Flóvent absoluut. Uiteindelijk valt alles op zijn plek en resteert een bijzonder fraai album.


Axel Flóvent is een piepjonge singer-songwriter uit Húsavík, een klein vissersdorp aan de IJslandse noordkust. Hij is inmiddels een jonge twintiger, maar in zijn tienerjaren bracht hij al een aantal EP’s uit, die stuk voor stuk goed werden ontvangen. You Stay By The Sea is het debuutalbum van de IJslandse muzikant en het is een debuutalbum dat me al een week lang intrigeert, zonder dat me duidelijk was of ik het album nu goed vond of niet. 

Voor beiden is wat te zeggen. In eerste instantie vond ik de songs op het album net wat te gepolijst en te braaf klinken, waardoor ik het album snel weer terzijde schoof. Bij de volgende beluistering werd ik juist zeer positief verrast door de werkelijk wonderschone klanken op het album. 

Het zijn klanken die absoluut IJslands klinken, maar ook een stuk minder zweverig zijn dan de meeste andere muziek die we kennen van het eiland. Het is een instrumentatie die niet alleen indruk maakt met ruimtelijke en beeldende klanken, maar het is ook zeer smaakvolle instrumentatie, waarin steeds weer andere mooie details opvallen. 

En dan is er ook nog de stem van de IJslandse muzikant, die ik minstens net zo vaak mooi als net wat te glad vind. Ik ben er zoals gezegd al een week mee in de weer, maar hoe vaker ik naar You Stay By The Sea van Axel Flóvent luister, hoe meer ik onder de indruk ben van het album.

De stem van de IJslandse muzikant, die hier en daar aan die van Coldplay’s Chris Martin doet deken, klinkt me steeds aangenamer in de oren, terwijl de songs voldoende buiten de lijntjes kleuren om te ontsnappen aan oordelen als te gepolijst en te braaf. 

De instrumentatie is sinds de eerste beluistering van het debuut van Axel Flóvent alleen maar mooier en indrukwekkender geworden. De IJslandse muzikant heeft zijn muziek zeker niet volgepropt, waardoor de songs op You Stay By The Sea ruimtelijk blijven klinken, maar ondertussen is het ook een instrumentatie vol wonderschone momenten, die het album al snel een flink stuk boven de middelmaat uit tillen. 

Het is absoluut muziek van deze tijd, maar zeker in de wat meer pop georiënteerde songs hoor ik hier en daar ook een vleugje popmuziek uit de jaren 80, wat weer fraai contrasteert met de bijna klassiek gearrangeerde songs en de songs waarin zweverige IJslandse klanken het toch even winnen. 

Zeker na de behoorlijk toegankelijke openingssongs laat Axel Flóvent al snel horen dat hij ook veel dieper kan graven en maakt hij indruk met songs die niet alleen goed zijn voor prachtige beelden op het netvlies, maar die ook alle aandacht vereisen om maar niets moois te missen, zeker als ook nog eens prachtig gearrangeerde blazers opduiken. 

Het is mij inmiddels duidelijk dat je niet te snel moet oordelen over het debuutalbum van Axel Flóvent en dat je zeker niet moet oordelen op basis van de eerste paar songs. In de 45 minuten die het album duurt wordt You Stay By The Sea inmiddels alleen maar mooier en indrukwekkender. 

De minpunten die me in eerste instantie wat in de weg zaten zijn inmiddels als sneeuw voor de zon verdwenen en de rek is er nog niet uit. Alle reden dus om Axel Flóvent te bestempelen als enorm talent voor de toekomst en You Stay B y The Sea uit te roepen tot een van de eerste memorabele debuutalbums van 2021. Erwin Zijleman


You Stay By The Sea van  Axel Flóvent is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

Matthew Sweet - Catspaw

Matthew Sweet maakte zijn beste albums in de eerste helft van de jaren 90, maar het deze week verschenen en wat stevigere Catspaw laat horen dat de Amerikaanse muzikant het zeker niet verleerd is
Girlfriend van Matthew Sweet trek ik nog met enige regelmaat uit de kast, maar van de albums die de Amerikaanse muzikant in het huidige millennium maakte, ken ik er niet al te veel. Het deze week verschenen Catspaw bevalt me echter zeer. Matthew Sweet kiest op zijn vijftiende album voor een wat steviger geluid waaronder nog altijd prima popliedjes zijn verstopt. Hier en daar hoor je flarden van de Matthew Sweet uit het verleden, maar Catspaw klinkt over de hele linie toch vooral anders en dat siert de man. En net als op zijn albums van lang geleden schrijft hij nog altijd popliedjes die makkelijk verleiden en even makkelijk blijven hangen.


De naam Matthew Sweet wordt op deze BLOG nog wel een aantal keren genoemd, maar albums van de Amerikaanse muzikant waren tot vandaag niet te vinden op de krenten uit de pop. Dat is best gek, want ik heb de muzikant uit Lincoln, Nebraska, absoluut hoog zitten. 

Dat heeft Matthew Sweet wel te danken aan albums die hij in de eerste helft van de jaren 90 maakte, met Girlfriend uit 1991 en 100% Fun uit 1995 als uitschieters of in ieder geval mijn persoonlijke favorieten. 

Ik moet wel toegeven dat ik de albums van Matthew Sweet de afgelopen 15 jaar niet meer heel serieus heb gevolgd, buiten de drie albums met covers die hij opnam met Susanna Hoffs. Die albums deden het prima als "guilty pleasure", maar echt onderscheidend vond ik ze uiteindelijk niet. 

Omdat het aanbod deze eerste weken van het jaar nog betrekkelijk dun is, kon ik Matthew Sweet’s nieuwe album niet laten liggen. Ik ben ook blij dat het niet is blijven liggen, want Catspaw bevalt me wel. Matthew Sweet verruilde een paar jaar geleden Los Angeles voor zijn geboortegrond in Nebraska en dat heeft hem kennelijk goed gedaan. 

Iedereen die het vroege werk van de Amerikaanse muzikant kent, weet dat Matthew Sweet destijds het patent had op volstrekt onweerstaanbare popliedjes en dit patent blijkt nog niet verlopen. 

Catspaw is een stuk rauwer dan de albums die ik van Matthew Sweet ken en staat vol lekker stevige rocksongs. Het zijn gelukkig wel rocksongs waarin de muzikant uit Nebraska zijn gaven als songwriter uitvoerig etaleert. Ondanks het veel stevigere geluid zijn het nog altijd zonnige en opgewekte popliedjes die driftig strooien met memorabele melodieën en refreinen die direct in je hoofd blijven hangen. 

In muzikaal opzicht doet het me natuurlijk denken aan Matthew Sweet, maar ook aan bands als R.E.M. en Big Star, niet de minste bands. Wanneer de gitaren net wat langer mogen janken, hoor ik ook nog wat van Neil Young en Crazy Horse en ook dat zijn invloeden waar je mij niet over zult horen klagen. 

De songs op Catspaw zijn misschien niet allemaal de 24 karaat popsongs waar Matthew Sweet in zijn beste dagen mee strooide, maar de Amerikaanse muzikant houdt op zijn 15e album een heel behoorlijk niveau vast en weet te verrassen met het wat stevigere geluid. 

De oude Matthew Sweet is in muzikaal opzicht overigens niet helemaal verdwenen, want ook de songs op Catspaw worden hier en daar verrijkt met de heerlijke koortjes die we kennen van zijn oudere werk en ook de zonnestralen zijn op dit net wat donkerder klinkende album nooit ver weg. 

Omdat Catspaw ook in vocaal opzicht een prima album is, kan ik alleen maar concluderen dat Matthew Sweet een prima album heeft afgeleverd, waarop de muzikant een flink deel van de glorie van zijn oudere albums heeft hervonden. 

Het is een enorme verrassing, al werd die wel wat minder groot toen ik de albums die ik heb laten liggen nog even beluisterde, want ook die hebben zeker hun momenten. Catspaw vind ik vergeleken met de andere recente albums echter een stuk beter en is een album dat van de eerste tot de laatste noot Matthew Sweet waardig is. 

Ik zal niet de enige zijn die de muzikant uit Nebraska al had afgeschreven, maar dat blijkt na beluistering van het uitstekende Catspaw op zijn minst voorbarig. Erwin Zijleman


Catspaw van Matthew Sweet is verkrijgbaar via de Mania webshop:
LP (indie), 29,99 euro