31 maart 2021

Chantal Acda - Saturday Moon

Chantal Acda keert terug met een volgend prachtalbum, dat wordt gedragen door fraaie bijdragen van topmuzikanten, maar vooral door de wonderschone stem van Chantal Acda en haar emotievolle voordracht
Met het vorige album van Chantal Acda kon ik net wat minder, maar de twee albums ervoor waren van een bijzonder hoog niveau. Ook het deze week verschenen Saturday Moon is weer prachtig. Chantal Acda wilde het album eigenlijk zoveel mogelijk in haar eentje maken, maar uiteindelijk doken toch weer flink wat gastmuzikanten op, die tekenen voor een prachtig en ook gevarieerd geluid. Het is een geluid dat het album voorziet van avontuur, maar het is ook een geluid dat fraai kleurt bij de stem van de Nederlandse singer-songwriter. Het is een stem die ook op dit album weer zorgt voor kippenvel, deels vanwege de schoonheid en deels vanwege al het gevoel. Saturday Moon is een album van een niveau dat maar weinigen gegeven is.


De Nederlandse singer-songwriter Chantal Acda, die overigens al jaren in België woont, maakte met The Sparkle In Our Flaws uit 2015 en Bounce Back uit 2017 in ieder geval twee albums die ik koester. 

Met het twee jaar geleden verschenen PŪWAWAU, waarop de popsongs met een kop en een staart vrijwel volledig uit het oog waren verloren, kon ik helaas veel minder goed overweg. Ik was dan ook benieuwd welke kant Chantal Acda op zou gaan op haar nieuwe album en deze vraag beantwoordt ze deze week met Saturday Moon. 

Het is een antwoord dat me bevalt, want Saturday Moon ligt dichter bij The Sparkle In Our Flaws en Bounce Back dan bij PŪWAWAU, al heeft ook het laatstgenoemde album wel wat sporen nagelaten op het nieuwe album van Chantal Acda. 

De Nederlandse singer-songwriter maakte haar vorige albums met topproducers als Nils Frahm, Peter Broderick en Phill Brown en met een imposante lijst gastmuzikanten, maar Saturday Moon wilde ze oorspronkelijk in haar eentje maken, wat natuurlijk ook past in deze tijd. Uiteindelijk kon Chantal Acda het zoeken van samenwerking toch niet laten, waardoor de meeste songs op Saturday Moon toch weer wat voller zijn ingekleurd. 

Je hoort het direct in de openingstrack en titeltrack, waarin naast het geweldige drumwerk van Eric Thielemans vooral het soepele gitaarwerk van de Congolese gitarist Rodriguez Vangama opvalt. Het voorziet de openingstrack van het album van een bijzondere sfeer, die wordt versterkt door het koor dat ook op PŪWAWAU zo’n belangrijke rol speelde, maar nu zeer functioneel bijdraagt aan een ijzersterke song. 

Het sterkste wapen van Chantal Acda heb ik nog niet benoemd, want dat is haar prachtige stem. De stem van Chantal Acda is niet alleen mooi, maar het is ook een stem vol gevoel, die de zeer persoonlijke teksten op het album met de nodige emotie overdraagt, wat het album voorziet van lading en zeggingskracht. 

Na de redelijk vol klinkende openingstrack neemt Chantal Acda even wat gas terug met Conflict Of Minds, dat het vooral moet doen met een akoestische gitaar en werkelijk wonderschone zang, al hoor je ook dit keer op de achtergrond subtiele accenten van onder andere bas en drums, tot de strijkers mogen aanzwellen. Het is een track die keer op keer goed is voor kippenvel en dat geldt voor nagenoeg alle tracks op het album. 

In Disappear krijgt Chantal Acda gezelschap van Mimi Parker en Alan Sparhawk van Low, wat respectievelijk bijzondere vocalen en eigenzinnige gitaarlijnen oplevert. Al even fraaie en ruimtelijke gitaarlijnen komen in twee andere tracks van topgitarist Bill Frisell en uiteindelijk schoven er maar liefst 18 muzikanten aan tijdens de opnames van Saturday Moon, onder wie topkrachten als Marc Ribot, Shahzad Ismaily (Tom Waits), Borgar Magnason (Sigur Rós) en Gerd van Mulders en Pieter Van Dessel (beiden van de band Marble Sounds). 

In een aantal songs op het album hoor je nog wel wat terug van de oorspronkelijke wens om een intiem soloalbum te maken, maar in de meeste songs is het geluid van Chantal Acda prachtig ingekleurd. Gelukkig krijgt de stem van Chantal Acda alle ruimte in het mooie klankentapijt, want de zang op Saturday Moon is van een niveau dat slechts voor heel weinig zangeressen haalbaar is. Het levert absoluut een van de mooiste albums van 2021 tot dusver op. Erwin Zijleman

De muziek van Chantal Acda is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://chantalacda.bandcamp.com/album/saturday-moon.


Saturday Moon van Chantal Acda is verkrijgbaar via de Mania webshop:

 

30 maart 2021

Renée Reed - Renée Reed

De Amerikaanse singer-songwriter Renée Reed heeft haar debuutalbum gemaakt met minimale middelen, maar het effect van haar dromerige folk is in de meeste songs op het album maximaal
Ik laat me meestal niet zo heel makkelijk overtuigen door folky songs die genoeg hebben aan een akoestische gitaar en een stem, maar het debuutalbum van Renée Reed uit Lafayette, Louisiana, overtuigde me uiteindelijk redelijk snel en makkelijk. Vrijwel alle songs op het album moeten het doen met een paar gitaarakkoorden en de bijzondere zang van de Amerikaanse muzikante. Ik heb het normaal gesproken liever wat voller, maar de muziek van Renée Reed heeft al snel een bezwerende uitwerking. Het heeft af en toe wat van de psychedelische folkzangeressen uit de jaren 60, maar Renée Reed is ook een kind van deze tijd. Een bijzonder fascinerend debuut wat mij betreft.


Renée Reed is een singer-songwriter uit Lafayette, Louisiana, die deze week debuteert met een titelloos album. Het is een album dat ze vrijwel volledig in haar eentje maakte en dat volgens haar bandcamp pagina is gevuld met “dream-fi folk from the cajun prairies”. 

Daar kon ik me op voorhand niet veel bij voorstellen, maar na enige gewenning bevalt het debuutalbum van Renée Reed me wel. Ik moest in eerste instantie zowel wennen aan de instrumentatie als aan de zang en misschien ook nog wel aan de songs, waarmee we alle ingrediënten van de muziek van Renée Reed te pakken hebben. 

Laten we met de instrumentatie beginnen. Deze is uiterst sober. Veel meer dan akoestische gitaar is er niet te horen op het album (slechts één keer hoor ik een orgeltje of percussie). Het is sober en vaak wat repeterend gitaarspel, dat je mee terugneemt naar de psychedelische folk uit de jaren 60 en 70. 

Het klinkt absoluut mooi en sfeervol, maar veel variatie zit er natuurlijk niet in, al probeert Renée absoluut te variëren met akkoorden en klanken, waardoor het even wachten is tot je gegrepen wordt door de klanken op het album. Dat gebeurde bij mij nog redelijk snel, want als je een tijdje luistert naar het debuut van Renée Reed , krijgen de akoestische klanken langzaam maar zeker een bezwerende uitwerking. 

Wat voor de instrumentatie geldt, geldt ook voor de zang van de muzikante uit Lafayette. Renée Reed zingt zacht en wat zweverig, wat het psychedelische effect van haar muziek versterkt. Net als het gitaarspel vond ik ook de zang op het album in eerste instantie niet heel bijzonder, maar ook deze zang heeft na enige gewenning een bijna hypnotiserende uitwerking en de stem van de Amerikaanse singer-songwriter is er bovendien een die nog lang mooier wordt. 

Voor de songs op het album geldt in grote lijnen hetzelfde als voor de instrumentatie en zang. In eerste instantie kabbelt het debuutalbum van Renée Reed wat voort en het album doet dit zonder al teveel indruk te maken. Wanneer er meer op zijn plek begint te vallen, beginnen ook de songs op het album te groeien. Hier en daar hoor ik zelfs een vleugje Mazzy Star, maar naast onder andere Jessica Pratt zijn ook de Amerikaanse psychedelische folkzangeressen uit de late jaren 60 relevant vergelijkingsmateriaal. 

Wanneer alles op zijn plek valt, wordt het ook tijd om naar de teksten van Renée Reed te luisteren, want ook in tekstueel opzicht is het debuutalbum van de singer-songwriter uit Louisiana de moeite waard, al is het maar omdat de zeer persoonlijke thema’s niet worden geschuwd. 

De omschrijving “dream-fi folk from the cajun prairies” blijkt uiteindelijk ook verrassend treffend. Het debuutalbum van Renée Reed is dromerig, klinkt lo-fi, is ruimtelijk en refereert, ondanks het feit dat het album bijna volledig Engelstalig is, ook naar de Franstalige cajun cultuur waarin de muzikante uit Lafayette opgroeide en waarvan ze de muziek met de paplepel kreeg ingegoten. 

Op het eerste gehoor klonk het voor mij vooral als een album om bij weg te dommelen in de lentezon, waar het album ook zeker geschikt voor is, maar inmiddels zie ik het debuut van Renée Reed als een uitstekend album dat veel meer te bieden heeft dan je bij vluchtige beluistering zal vermoeden. Het kost even wat tijd, maar de beloning volgt snel. Erwin Zijleman

De muziek van Renée Reed is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://reneereed.bandcamp.com/album/ren-e-reed.


Renée Reed van Renée Reed is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

29 maart 2021

The Antlers - Green To Gold

De muziek van The Antlers was vaak donker en stekelig, maar op Green To Gold omarmt de Amerikaanse band nadrukkelijk de lente met heerlijk lome songs en prachtige klankentapijten
Het is een tijd stil geweest rond The Antlers, maar deze week keert de band uit New York terug met een nieuw album. Het is een album dat uitstekend dienst kan doen als soundtrack voor de aankomende lente, want wat klinkt het allemaal aangenaam. De instrumentatie is wonderschoon en dromerig en ook de zang op het album is met deze begrippen te omschrijven. Het kabbelt allemaal bijzonder aangenaam voort, maar het steekt ook allemaal knap in elkaar. Het nieuwe album van The Antlers is een heerlijk album om de lente mee te omarmen, maar dit album kan ook de zomer en nazomer nog prima mee. Wat mij betreft een zeer aangename verrassing.


Als de weersvoorspellingen kloppen is het deze week al heel even lente, maar de echte lente komt er ook aan natuurlijk, althans daar gaan we voorlopig nog maar even van uit. De soundtrack voor een mooie lente is deze week in ieder geval alvast verschenen, want laat Green To Gold van The Antlers uit de speakers komen en de vogeltjes gaan fluiten, de insecten zoemen om je heen, de bomen beginnen te bloeien, de bloemetjes komen te voorschijn en de zon gaat schijnen. 

De band uit Brooklyn, New York, haalt de lente binnen met de instrumentale openingstrack, maar wanneer ook vocalen worden toegevoegd wordt het alleen maar mooier. Het werd overigens wel weer eens tijd voor een nieuw album van The Antlers, want tot voor kort kwam het laatste wapenfeit van de band uit 2014. 

Met Green To Gold levert de band haar zesde album in vijftien jaar af . Als je de vroege albums van de band er nog eens bij pakt, hoor je dat er in die vijftien jaar heel veel is veranderd. The Antlers weet op alle tot dusver verschenen albums te verrassen met bijzondere klankentapijten, maar zo toegankelijk als op Green To Gold waren ze nog nooit. Het is een klankentapijt dat niet alleen toegankelijker is dan we van de band gewend zijn, maar het klinkt ook voller en organischer. 

Hiermee zijn we er nog niet, want waar de vorige albums van de band behoorlijk donker getint waren, klinkt Green To Gold zonnig en verrassend opgewekt. The Antlers zijn de afgelopen vijftien jaar in meerdere hokjes geduwd en lijken nu te solliciteren naar het hokje indiepop, al zou indiefolk ook passend zijn. 

De dromerige popliedjes op Green To Gold hebben bovendien iets psychedelisch en herinneren aan de vroege albums van Mercury Rev, wat ook kan liggen aan de betrekkelijk hoge zang van voorman Peter Silberman, die we overigens ook kennen van de vorige albums van The Antlers. 

De muziek van de band uit New York was in het verleden altijd avontuurlijk en vaak wat stekelig, maar op het nieuwe album domineren de betoverend mooie klanken. Het zijn dromerige klanken die het lentegevoel in grote bakken over je uit storten. Daar moet je vatbaar voor zijn natuurlijk, want ik kan me best voorstellen dat liefhebbers van de wat experimentelere albums van The Antlers het geluid op Green To Gold wel erg zoet en braafjes vinden klinken. 

Ik ben zelf kennelijk wel toe aan wat lentekriebels, want ik vind het nieuwe album van de Amerikaanse band echt prachtig. Het volle en uit meerdere lagen bestaande geluid slaagt er steeds weer om een aangename sfeer te creëren en het is een sfeer die doet verlangen naar de eerste lentedagen, naar lome zomeravonden en naar een aangename nazomer. We kunnen voorlopig dus wel even vooruit met Green To Gold en dat is goed nieuws. 

Het nieuwe album van The Antlers strooit niet alleen met prachtige klanken, die goed zijn voor al even fraaie beelden, maar de band heeft ook een serie interessante songs afgeleverd. die nog wel wat door kunnen groeien. Ook in het klankentapijt is overigens veel moois te ontdekken, bijvoorbeeld wanneer ook nog eens blazers worden ingezet en alles net wat steviger wordt aangezet. Ik probeer het inmiddels al een tijdje met Green To Gold van The Antlers en vooralsnog wordt het lentegevoel alleen maar sterker en het album steeds mooier. Erwin Zijleman

De muziek van The Antlers is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://theantlers.bandcamp.com/album/green-to-gold.


Green To Gold van The Antlers is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

28 maart 2021

Esther Rose - How Many Times

Esther Rose zet een flinke stap op haar derde album How Many Times dat voller en net wat eigentijdser klinkt dan zijn voorgangers en dat nog altijd opvalt door haar bijzondere stem
Binnen de Amerikaanse rootsmuziek valt op het moment ontzettend veel te kiezen. Zoveel dat ook uitstekende albums buiten de boot vallen, maar het derde album van Esther Rose uit New Orleans zou ik zeker niet laten liggen. De net wat vollere instrumentatie en productie pakken geweldig uit op How Many Times en Esther Rose is een uitstekende zangeres die haar wat weemoedige songs over slechte ervaringen in de liefde met veel gevoel vertolkt. Haar vorige albums vond ik wat te traditioneel en net niet aansprekend genoeg, maar How Many Times is van de eerste tot de laatste noot raak. Ik heb er weer een favoriete rootsmuzikant bij, dat is zeker.


How Many Times is het derde album van de Amerikaanse singer-songwriter Esther Rose. Voorgangers This Time Last Night uit 2017 en You Made It This Far uit 2019 vond ik op zich best interessante albums, maar ze waren me net wat te traditioneel en klonken naar mijn smaak ook wel wat te kaal. 

Voor How Many Times deed Esther Rose voor het eerst een beroep op een producer en dat heeft wat mij betreft zijn vruchten afgeworpen. De singer-songwriter uit New Orleans, Louisiana, koos voor de productie van How Many Times voor de ook uit New Orleans afkomstige en van de synthpop band Video Age bekende Ross Farbe. 

Het is een opvallende keuze, maar liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek hoeven niet bang te zijn. Op How Many Times is immers geen synthesizer te horen, maar het geluid van Esther Rose klinkt wel een stuk voller. 

Net als op haar vorige twee albums spelen de viool en de pedal steel een belangrijke rol in het geluid van Esther Rose, dat verder wordt aangevuld door een prima spelende ritmesectie en vooral door geweldig gitaarwerk van Max Bien Kahn. 

De zeer competent spelende muzikanten die Esther Rose om zich heen heeft verzameld tekenen nog altijd voor een wat traditioneel aandoend rootsgeluid met vooral invloeden uit de folk en de country. Dat stond me op de vorige albums nog wat tegen, maar met name door de geweldige gitaarimpulsen, is het geluid van Esther Rose wel wat opgeschoven richting eigentijds klinkende rootsmuziek. 

Het geluid klinkt niet alleen een stuk voller dan we van Esther Rose gewend zijn, maar ook een stuk warmer. Zeker door de geweldige bijdragen van gitaar, pedal steel en viool, wordt het geluid op How Many Times een flink stuk opgetild en verleidt het album een stuk makkelijker dan zijn voorgangers. 

Dat verleiden doet Esther Rose ook met haar karakteristieke stem. Het is een stem die gemaakt is voor Amerikaanse rootsmuziek in het algemeen en voor countrymuziek in het bijzonder, maar af en toe hoor ik ook wel een randje zwoele pop in de stem van de Amerikaanse muzikante. 

Door de stem van Esther Rose en de hier en daar prachtig jankende lap steel krijgt de muziek van de singer-songwriter uit New Orleans iets melancholisch en weemoedigs, wat nog verder wordt versterkt door de teksten, waarin de door de liefde veroorzaakte ellende een belangrijke rol speelt. 

Het klinkt misschien wat stereotiep, maar Esther Rose is zeker geen dertien in een dozijn countryzangeres die met een snik in haar stem afrekent met alle overspelige mannen in haar leven. How Many Times doet zoals gezegd wat traditioneel aan, maar na herhaalde beluistering vind ik het toch vooral een eigentijds roots of alt-country album, dat absoluut buiten de lijntjes van het genre durft te kleuren. 

Door al het liefdesverdriet dat wordt bezongen is How Many Times een intiem en wat donker album, maar Esther Rose slaagt er absoluut in om je deelgenoot te maken van haar gevoelens, waardoor How Many Times makkelijk indruk maakt. 

Het is nog altijd dringen binnen de Amerikaanse rootsmuziek, maar het derde album van Esther Rose zou ik er zeker uit pikken. How Many Times is immers een album dat zowel in muzikaal als in vocaal opzicht makkelijk indruk maakt en ook nog een tijd lang beter wordt. Erwin Zijleman

De muziek van Esther Rose is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de muzikante uit New Orleans: https://estherrosemusic.bandcamp.com/album/how-many-times.


How Many Times van Esther Rose is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

27 maart 2021

Fretland - Could Have Loved You

Fretland overweldigde vorig jaar met een werkelijk fantastisch debuut, maar kiest nu voor een meer ingetogen geluid, dat misschien niet direct imponeert, maar als snel van een bijzondere schoonheid blijkt
Het titelloze debuut van de Amerikaanse band Fretland hoort wat mij betreft bij de beste albums van 2020. Nog geen jaar later is de band terug met een nieuw album. Vergeleken met het uitbundige geluid op het debuut klinkt Could Have Loved You introspectief en meer ingetogen, maar de uithalen die het debuut zoveel glans gaven zijn zeker niet verdwenen uit de muziek van Fretland. Bovendien is ook het meer ingetogen geluid van een bijzondere schoonheid en klinkt de zang van Hillary Grace Fretland nog net wat mooier dan op het debuut. Fretland schaarde zich een jaar geleden in één klap onder mijn favoriete bands en bevestigt deze status met het prachtige Could Have Loved You.


De Amerikaanse band Fretland debuteerde nog geen jaar geleden met een titelloos album dat aan het eind van het jaar hoog opdook in mijn jaarlijstje. De band uit Snohomish, Washington, maakte op haar debuut indruk met een fraai Americana geluid met een hoofdrol voor gitaren, met songs die zich genadeloos opdrongen en met de even mooie als gloedvolle vocalen van zangeres Hillary Grace Fretland. 

De band kon sinds de release van haar debuut in de lente van 2020 niet veel meer dan het opnemen van nieuwe muziek, waardoor we deze week al kunnen genieten van het tweede album van Fretland. Could Have Loved You ligt voor een deel in het verlengde van het terecht zo goed ontvangen debuut, maar klinkt toch ook duidelijk anders dan dit debuut. 

Vorig jaar mocht het gitaarwerk zo af en toe nog flink ontsporen in de muziek van Fretland en kwam de zang vaak uit de tenen, maar op haar tweede album kiest de Amerikaanse band voor een meer ingetogen geluid. Het is een geluid dat op het eerste gehoor wat minder onderscheidend is dan het geluid op het debuut, maar nu ik het album flink wat keren heb gehoord kan ik ook alleen maar concluderen dat de muziek van Fretland aan schoonheid heeft gewonnen en niet aan kracht heeft ingeboet. 

Zowel de instrumentatie als de zang op Could Have Loved You zijn minder uitbundig dan op het debuut van de band. Je hoort het direct in de openingstrack waarin akoestische gitaren domineren en Hillary Grace Fretland zacht en ingetogen zingt. 

Could Have Loved You klinkt niet alleen meer ingetogen maar ook minder geproduceerd dan het titelloze debuut van Fretland. Het is de muziek zoals die noodgedwongen wordt gemaakt tijdens de coronapandemie, maar ook met een meer ingetogen geluid overtuigt Fretland makkelijk. 

De verschillen met het debuut van de band moeten ook niet overdreven worden. Ook op Could Have Loved You duiken de elektrische gitaren met enige regelmaat op en ook de gloedvolle vocalen die het debuut zo imponerend maakte zijn zeker niet helemaal verdwenen, waardoor de muziek van Fretland aan dynamiek heeft gewonnen.

De Amerikaanse band valt ook op haar nieuwe album op met een mooi klinkende instrumentatie. Het is er een zonder al teveel opsmuk en het is er een waarin de gitaren domineren, maar hier en daar zijn fraaie accenten te horen, onder andere van de in het genre onmisbare pedal steel. 

Persoonlijk bevalt het meer ingetogen geluid me wel. Het is een geluid dat doet verlangen naar lome zomerdagen en naar tijden waarin de pandemie van het afgelopen jaar slechts een boze droom is. 

Nu de gitaren nog maar heel af en toe fel uithalen kan Hillary Grace Fretland wat zachter zingen en dat klinkt echt prachtig, al is het maar omdat de enkele wat stevigere uithaal nu veel meer opvalt. Could Have Loved You laat ook nog eens groei horen in de songs, die van een wat consistenter niveau zijn, wat meer de variatie zoeken en ook wat persoonlijker zijn, met verloren liefdes als centraal thema.

Het tweede album van Fretland laat zich, net als zijn voorganger, beluisteren als een tijdloos Americana album en waar het debuut van de band uit Washington State bol stond van de belofte, maakt Fretland deze belofte op Could Have Loved You meer dan waar. Het was in het begin even wennen aan het meer in getogen geluid, maar nu ik Could Have Loved You vaker heb gehoord vind ik het album misschien nog wel mooier dan de zo imponerende voorganger. Wat een geweldige band. Erwin Zijleman

De muziek van Fretland is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://fretlandtheband.bandcamp.com/album/could-have-loved-you.


Could Have Loved You van Fretland is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

26 maart 2021

New Pagans - The Seed, The Vessel, The Roots And All

Na alle geweldige bands die de afgelopen jaren opdoken uit het Ierse Dublin, komt het Noord-Ierse Belfast deze week op de proppen met het debuut van New Pagans, dat bol staat van de potentie
Ik had een publiciteitsstorm verwacht rond het debuut van de Noord-Ierse band New Pagans, maar het is vooralsnog redelijk stil rond het debuutalbum van de band. Het is echter een debuutalbum dat veel te bieden heeft. De mix van indierock, new wave en een beetje postpunk is aanstekelijk, het gitaarwerk op het album is prachtig en New Pagans beschikt ook nog eens over een aansprekende frontvrouw die zowel in vocaal als in tekstueel opzicht makkelijk overtuigt. Ook het niveau van de songs is heel behoorlijk, zeker als je je bedenkt dat het gaat om een debuutalbum. Luister naar het debuut van New Pagans en je hoort een band die zomaar heel groot kan worden.


Het is tot dusver, zeker in Nederland, verrassend stil rond het debuut van de Noord-Ierse band New Pagans. Dat is bijzonder want The Seed, The Vessel, The Roots And All beschikt absoluut over de potentie om stevig te scoren dit jaar en is in het beperkte aantal recensies dat is verschenen onthaald met mooie woorden. 

New Pagans wordt hier en daar vergeleken met al die geweldige postpunk bands die de afgelopen jaren opdoken vanuit het Ierse Dublin, maar de band uit het Noord-Ierse Belfast klinkt wat mij betreft toch net wat anders. Dat net was anders is samen te vatten als minder postpunk, meer new wave en meer indierock. 

Het voor mij belangrijkste vergelijkingsmateriaal komt echter wel uit Ierland, al moet ik daar wel wat verder voor terug in de tijd. Zo herinnert het gitaarwerk op het album me vaak aan dat van U2’s The Edge in zijn jonge jaren, maar de meeste associaties heb ik toch met de muziek van de inmiddels vergeten Ierse band In Tua Nua. 

Deze Ierse band beschikte in de persoon van Leslie Dowdall over een charismatische frontvrouw en die heeft New Pagans ook. Lyndsey McDougall koos tot voor kort uitsluitend voor een carrière in de wetenschap, maar haar eerste stappen in de muziek zijn zeer overtuigend. 

De Noord-Ierse muzikante houdt zich uitstekend staande in het volle en soms zelfs wat bombastische geluid van New Pagans en voorziet dit geluid van een eigen smoel. Ze maakt bovendien geen geheim van haar geletterdheid, wat fraaie beschouwingen oplevert in de teksten, die onder andere gaan over de positie van de kerk in Noord-Ierland en de positie van vrouwen. 

Het gitaarwerk doet zoals gezegd zo nu en dan denken aan het geluid van U2 in haar jongere jaren, maar waar de muziek van U2 nooit echt ontspoorde, klinkt de muziek van New Pagans wel iets rauwer. Hier en daar duiken wat flarden van bands als de Pixies op, maar The Seed, The Vessel, The Roots And All kiest over het algemeen toch weer snel voor breed uitwaaiende gitaarwolken, wat een serie aanstekelijke songs oplevert. 

Door het aanstekelijke karakter van de songs en het verruilen voor invloeden van de pioniers van de postpunk voor het stadiongeluid van een band als U2, zal New Pagans in bredere kring niet op de superlatieven kunnen rekenen die de Ierse postpunk bands van het moment over zich uitgestort kregen, maar New Pagans verdient absoluut meer aandacht dan de band tot dusver in Nederland heeft gekregen. 

Het gaat misschien wat ver om New Pagans te bombarderen tot “the next big thing”, maar dat geldt natuurlijk ook voor al die postpunkbands die momenteel aan de weg timmeren zonder een geheim te maken van hun belangrijkste inspiratiebronnen. New Pagans verdient dezelfde status als een band als Wolf Alice, die de afgelopen jaren wel omarmd is door de critici en zich deels op hetzelfde terrein beweegt. 

Als ik luister naar The Seed, The Vessel, The Roots And All hoor ik vooral potentie. Ik ben zeer gecharmeerd van het gitaarwerk op het album en van de zang van Lyndsey McDougall. De songs zijn zeker niet allemaal even goed, maar vrijwel alle songs op het album scoren een dikke voldoende en er zijn wel wat uitschieters naar boven. Ik vind New Pagans al met al een leuk bandje met een knap debuut. Erwin Zijleman

Het debuut van New Pagans is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band uit Noord-Ierland: https://newpagans.bandcamp.com.


The Seed, The Vessel, The Roots And All van New Pagans is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

Mint Julep - In A Deep And Dreamless Sleep

Mint Julep kiest op haar nieuwe album voor een voller, rijker en vooral atmosferischer klankentapijt, dat je, in combinatie met de mooie lome vocalen, snel in dromenland brengt
Ik was vorig jaar nog niet heel erg onder de indruk van de muziek van Mint Julep, maar het deze week verschenen In A Deep And Dreamless Sleep is wat mij betreft veel beter. Het is een album waarop bezwerende elektronische klanken en al even bezwerende vocalen de hoofdrol spelen, maar in het bijzondere geluid van Mint Julep blijkt nog veel meer moois verstopt. De instrumentatie is niet alleen atmosferisch en beeldend, maar zit ook vol mooie details, die weer worden versterkt door de fraaie zang op het album. Een heerlijk album om bij weg te dromen en om mooie beelden mee op het netvlies te toveren. Je moet er voor in de stemming zijn, maar als je dat bent is het genieten.


De Amerikaanse band Mint Julep draait al ruim tien jaar mee, maar zelf ken ik de muziek van de band pas sinds het vorig jaar uitgebrachte Stray Fantasies. Deze week verscheen er alweer een nieuw album van Mint Julep, In A Deep And Dreamless Sleep. 

Mint Julep is een duo uit Boston, Massachusetts, dat bestaat uit Keith en Hollie Kenniff. Hollie Kenniff tekent voor wat dromerige vocalen, terwijl haar echtgenoot Keith (die ook muziek maakt als Goldmund) verantwoordelijk is voor de aangenaam zweverige instrumentatie op het album. 

Ik was vorig jaar slechts voorzichtig gecharmeerd van Stray Fantasies, maar In A Deep And Dreamless Sleep is wat mij betreft een stuk beter. Waar Mint Julep op haar vorige album met grote regelmaat koos voor een lichtvoetige en soms vrij elementaire elektronische instrumentatie, is het klankentapijt op het nieuwe album van het Amerikaanse duo een stuk voller en atmosferischer. 

In A Deep And Dreamless Sleep benevelt direct vanaf de eerste noten met wolken atmosferische elektronica, waarin van alles en nog wat de aandacht trekt en waarin ook de lome en dromerige vocalen van Hollie Kenniff nog eens opduiken. 

Bij oppervlakkige beluistering hoor je vooral de nevelwolken vol elektronica, maar bij beluistering met de koptelefoon hoor je dat er ook dichter bij het aardoppervlak veel moois is verstopt in het geluid van Mint Julep, dat vergeleken met het vorige album van de band een stuk rijker, maar ook een stuk avontuurlijker is geworden. 

Het Amerikaanse duo koos op haar vorige album nog voor redelijk puntige popliedjes, maar In A Deep And Dreamless Sleep moet het toch vooral hebben van aanhoudende sfeervolle klanken, al zijn er hier en daar ook wel voorzichtige uitstapjes richting dansbare muziek. 

In A Deep And Dreamless Sleep is een album dat een rustgevende uitwerking heeft op de luisteraar, maar het album brengt je zeker niet in een droomloze slaap. Daarvoor is de muziek van Mint Julep niet alleen te beeldend, maar ook te spannend. 

Albums met een vol en atmosferisch geluid en ook nog eens dromerige vocalen als In A Deep And Dreamless Sleep van Mint Julep weten mij over het algemeen niet zo heel lang te boeien, maar het album van het duo uit Boston is absoluut een uitzondering op deze regel. Het is een album dat mij eigenlijk onmiddellijk te pakken had, maar het is ook een album dat mooier en mooier wordt wanneer je steeds meer lagen en geheimen in de muziek van Mint Julep ontrafelt. 

In A Deep And Dreamless Sleep wordt hier en daar vergeleken met de muziek van The Cocteau Twins in hun beste jaren, maar het is wel een moderne variant op de muziek van de iconische band uit de jaren 80 en Hollie Kenniff klinkt ook duidelijk anders dan Elizabeth Fraser, die de muziek van The Cocteau Twins zo bijzonder inkleurde met haar zang. 

Net als de muziek van de Britse band is de muziek van Mint Julep op In A Deep And Dreamless Sleep behoorlijk ongrijpbaar en is het steeds maar weer afwachten welke kant Keith en Hollie Kenniff opschieten op hun album dat aan de ene kant consistent klinkt, maar aan de andere kant meerdere richtingen op kan waaien en zelfs de shoegaze niet schuwt. 

Het is wat mij betreft zeker geen album voor alle momenten, maar wanneer je je weg wilt laten voeren en bij voorkeur ver weg van hier is het echt een heerlijk album. Erwin Zijleman

De muziek van Mint Julep is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het Amerikaanse duo: https://mintjulep.bandcamp.com/album/in-a-deep-and-dreamless-sleep.


In A Deep And Dreamless Sleep van Mint Julep is verkrijgbaar via de Mania webshop:
   

25 maart 2021

Gold Child - Far From You

Gold Child levert met Far From You een zoete, maar ook aangename en interessante verrassing af, met een vleugje 70s country, een vleugje 70s Los Angeles pop en een hedendaagse twist
Het is echt puur toeval dat ik Far From You van Gold Child tegen kwam de afgelopen week, want dit album heeft echt nul komma nul aandacht gekregen. Dat is zonde, want het tweede album van de singer-songwriter uit Brooklyn is op zijn minst een “guilty pleasure”. Uiteindelijk is het voor mij veel meer dan dat, want zowel de instrumentatie, de zang en de songs, blijken al snel van een hoger niveau dan bij oppervlakkige beluistering het geval leek. In mijn geval transformeerde zwoel en aangenaam muzikaal belang al snel in een album waarvan ik geen detail wil missen en bovendien een album dat ik steeds weer wat mooier en bijzonderder vind.


Met Far From You van Gold Child dacht ik bijna een week geleden de ultieme “guilty pleasure” in handen te hebben, maar inmiddels twijfel ik steeds nadrukkelijker of het album niet veel meer is dan dat. 

In eerste instantie kon ik maar weinig vinden over het album. Zoeken op “Gold Child Far From You” levert alleen de link naar de bandcamp pagina van Gold Child op, maar hier is geen aanvullende informatie te vinden. De wat kitscherige cover waarop de vrouw achter Gold Child is gestoken in een zuurstokroze pak bevestigde mijn vermoeden van een “guilty pleasure”. Het is wel een hele aangename “guilty pleasure” want iedere keer als ik het album uit de speakers laat komen ben ik 31 minuten volledig zen. 

Inmiddels weet ik net wat meer over Gold Child. Het is het alter ego van de uit Brooklyn, New York, afkomstige singer-songwriter Emily Fehler, die haar opleiding genoot aan het roemruchte Berklee College of Music. Volgens haar website heeft Emily Fehler een enorm zwak voor de grote countryzangeressen uit het verleden en dat hoor je af en toe ook wel. 

Far From You laat met grote regelmaat invloeden uit de countrymuziek horen, al zijn deze invloeden wel op zeer subtiele wijze verwerkt. Hier en daar hoor je op de achtergrond klanken die onlosmakelijk zijn verbonden met de countrymuziek, maar deze klanken zijn vervolgens overgoten met een loom en wat zweverig elektronisch klankentapijt. 

Ook dit elektronische klankentapijt is overigens subtiel, waardoor de mooie en heldere stem van Emily Fehler alle ruimte krijgt. Het is een stem die ik vooral associeer met pop, al verbergt de muzikante uit Brooklyn haar liefde voor de grote countryzangeressen uit het verleden niet volledig. 

Wanneer de invloeden uit de pop domineren kom ik uit bij de tijdloze pop zoals deze halverwege de jaren 70 in Los Angeles werd gemaakt, wat fraai combineert met de countryinvloeden uit dezelfde periode. Far From You klinkt op hetzelfde moment eigentijds, al heb ik niet direct goed vergelijkingsmateriaal voorhanden. 

Ik duwde het tweede album van Gold Child (haar titelloze debuut verscheen in 2019) makkelijk in het hokje “guilty pleasure” omdat het album op het eerste hoor wel erg gepolijst klinkt, maar zeker wanneer je het album met wat meer aandacht en bij voorkeur met de koptelefoon beluistert, hoor je dat de instrumentatie op Far From You knapper in elkaar steekt dan je op het eerste gehoor zult vermoeden. 

Ook de zang is een stuk mooier wanneer je met aandacht naar de muziek van Gold Child luistert en dat geldt ook nog eens voor de songs, die vaak een tijdloos karakter hebben, maar die met de juiste promotie en een net wat traditioneler instrumentarium ook absoluut over Nashville hitpotentie beschikken. 

Inmiddels hoor ik al lang geen album meer waarvoor ik me stiekem zou moeten schamen, want dat is een “guilty pleasure” toch, maar een mooi en bijzonder album dat me keer op keer een goed gevoel geeft. Ik begrijp dan ook niet zo goed dat er echt bijna niets over dit album is te vinden, maar mogelijk moet ik nog wat geduld hebben. Zelf ben ik inmiddels behoorlijk onder de indruk van dit modern klinkende countryalbum dat vrijwel nooit klinkt als een countryalbum, maar er stiekem toch een is. Erwin Zijleman

De muziek van Gold Child is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://goldchildband.bandcamp.com/album/far-from-you.

   

Middle Kids - Today We're The Greatest

Middle Kids debuteerde op zijn minst aardig, maar zet nu een flinke stap met het tweede album dat volwassener klinkt en ook buiten de pure pop muziekliefhebbers aan moet kunnen spreken
Today We’re The Greatest van de Australische band Middle Kids is een album dat eigenlijk direct lekker klinkt, maar waarvan je je ook direct afvraagt of het meer is dan gewoon lekker. Dat is een lastige vraag, maar Middle Kids beschikt over een aantal sterke wapens. Zo is frontvrouw Hannah Joy een uitstekend zangeres, zijn de popsongs op het nieuwe album van de Australische band smaakvol en veelzijdig ingekleurd en staat het album ook nog eens vol met lekker in het gehoor liggende popliedjes die zeker niet in de categorie dertien in een dozijn popliedjes vallen. Het debuut van de band vond ik niet bijzonder genoeg, maar dit tweede album is echt prima.


Lost Friends, het debuut van de Australische band Middle Kids, werd bijna drie jaar geleden warm onthaald. Daar viel niet veel op af te dingen, want het debuut van de band uit Sydney bevatte een aantal geweldige songs met hier en daar wat flarden uit de jaren 80 en 90. Tegenover die geweldige songs stonden wat mij betreft echter ook wat mindere songs, waardoor ik Lost Friends uiteindelijk toch niet bijzonder genoeg vond. 

Deze week verscheen het tweede album van de Australische band, Today We’re The Greatest. Middle Kids klinkt op haar tweede album inderdaad als een grote band, iets dat de band op haar debuut ook al deed, maar dan met wat minder overtuiging. Op Today We’re The Greatest hoor ik wat minder flarden uit het verleden en ook een wat subtieler geluid, al is het ook nog altijd een geluid waarmee de band in de toekomst festivalweides moet kunnen vullen. 

Het is een geluid dat hier en daar wordt omschreven als “middle of the road”, maar de (indie)pop en (indie)rock van Middle Kids blijft wat mij betreft toch aan de goede kant van de streep. Dat is voor een belangrijk deel de verdienste van frontvrouw Hannah Joy, die ook op het tweede album van de Australische band weer overtuigt als zangeres. maar ook de songs van Middle Kids en het geluid van de band springen er wat mij betreft in positieve zin uit. 

Today We’re The Greatest opent met een song die akoestische gitaren als basis heeft, waarna elektronica moet zorgen voor een wat grootser, maar nog altijd redelijk ingetogen geluid. Het is een geluid dat aansluit bij veel pop en rock van het moment, maar ik vind de muziek van de Australische band net wat interessanter. Het onderscheidend vermogen is wat minder groot wanneer de band overstapt op een wat voller en bombastischer geluid, maar dat geluid is op het nieuwe album in de minderheid. 

In haar muziek weet Middle Kids te verrassen met opvallende bijdragen van onder andere blazers, strijkers en een banjo, waardoor de songs steeds weer net wat anders klinken. Hiernaast slaagt de Australische band er steeds weer in om de grootse passages af te wisselen met meer ingetogen momenten, die wat mij betreft vaak net wat spannender en memorabeler zijn, zeker als de band kiest voor songs met bijna folky passages. 

Ik begrijp dat er critici zijn die de band uit Sydney als “middle of the road” bestempelen, want er zijn veel bands als Middle Kids. Die bands vind ik echter zonder uitzondering minder leuk dan de Australische band, die weliswaar grossiert in aanstekelijke popliedjes, maar die ook haar best heeft gedaan om deze popliedjes op avontuurlijke en gevarieerde wijze in te kleuren en die bovendien beschikt over een bovengemiddeld goede zangeres. 

Waar ik het debuut van de band na een paar keer wel had gehoord is Today We’re The Greatest een album dat toch iedere keer weer terug komt. Je moet waarschijnlijk een zwak hebben voor pop om echt van dit album te kunnen genieten, maar als je van pop houdt is er op het nieuwe album van Middle Kids veel moois te horen. Hoe lang en hoe vaak ik naar dit album blijf luisteren zal de tijd moeten leren, maar vooralsnog vind ik Today We’re The Greatest iedere keer weer leuk en vaak zelfs een stukje leuker dan de vorige keer dat ik het album hoorde. Erwin Zijleman

Today We're The Greatest van Middle Kids is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Australische band: https://middlekids.bandcamp.com/album/today-we-re-the-greatest.


Today We're The Greatest is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

24 maart 2021

Daniel Lanois - Heavy Sun

Daniel Lanois is natuurlijk vooral bekend als producer, maar ook als muzikant doet hij zo nu en dan bijzondere dingen, zoals op dit zeer fraaie en vooral door gospel beïnvloede nieuwe album
Heavy Sun van Daniel Lanois wordt hier en daar beschreven als een mix van gospel, orgelmuziek en ambient. Dat leek me op voorhand op zijn minst een bijzondere combinatie, maar het pakt verrassend goed uit. De Canadese muzikant en producer maakte Heavy Sun met drie andere muzikanten en het heeft een bijzonder klinkend album opgeleverd, waarin het orgel en gospelvocalen inderdaad een belangrijke rol spelen, maar Daniel Lanois hier en daar ook zijn zo karakteristieke geluid kwijt kan. In muzikaal en vocaal opzicht is het smullen, maar uiteraard is ook de productie van het niveau dat we inmiddels van Daniel Lanois gewend zijn. Bijzonder album.


Daniel Lanois vergaarde alleen met zijn werk voor Bob Dylan, Emmylou Harris, Peter Gabriel en U2 al flink wat roem als producer, maar hij heeft ook zeker zijn sporen verdiend als muzikant. Met zijn debuut Acadie uit 1989, opvolger For The Beauty Of Wynona uit 1993 en Shine uit 2003 maakte de Canadese muzikant minstens drie memorabele albums en dat is op zich een hele acceptabele score voor een muzikant. 

Deze week verscheen een nieuw album van Daniel Lanois, Heavy Sun. Het is de opvolger van de drie jaar geleden verschenen samenwerking met Venetian Snares (Venetian Snares x Daniel Lanois), waar ik persoonlijk helaas geen chocola van kon maken. Heavy Sun klinkt weer totaal anders dan de door experimentele elektronica gedomineerde voorganger. 

Op Heavy Sun brengt Daniel Lanois zijn liefde voor gospel, orgels en ambient samen. Dat klonk voor mij op voorhand een beetje als patat met chocoladesaus en mandarijn partjes, oftewel als een combinatie van dingen die zich lastig laten verenigen. 

Ik was daarom in eerste instantie vooral benieuwd naar de productie van het album, die Daniel Lanois uiteraard zelf voor zijn rekening nam. Die productie is, zoals we inmiddels ook wel van de Canadese muzikant en producer kunnen verwachten, een waar kunststukje. Het in Los Angeles en Toronto opgenomen album klinkt fantastisch, bevat hier en daar flarden van het zo karakteristieke Daniel Lanois geluid en laat alle ingrediënten van de muziek op Heavy Sun glashelder uit de speakers komen. 

Daniel Lanois werkt op Heavy Sun samen met gitarist Rocco DeLuca en bassist Jim Wilson. Hiernaast werd een beroep gedaan op Johnny Shepherd, in het dagelijks leven zanger en organist in de Zion Baptist Church in Shreveport, Louisiana. Hier en daar zijn ook nog drums te horen, die me even deden denken aan de fabuleuze drummer Brian Blade, maar de drums werden door Daniel Lanois zelf geprogrammeerd. 

Heavy Sun laat niet alleen vier geweldige muzikanten horen (Daniel Lanois speelt zelf gitaar op het album), maar ook vier uitstekende zangers, met een glansrol voor Johnny Shepherd. Deze Johnny Shepherd had absoluut zijn naam verdiend op de cover, want zijn geweldige orgelspel en zijn prachtige gospelvocalen zijn wat mij betreft de twee belangrijkste ingrediënten van de muziek op Heavy Sun. 

Ik ben op zich geen groot gospelliefhebbers, maar Heavy Sun biedt de warmte en hoop die we momenteel goed kunnen gebruiken. Een pandemie album is het echter zeker niet, want het album werd voor de komst van het coronavirus in de Verenigde Staten en Canada opgenomen. 

Voor een album dat ik op voorhand beschreef als patat met chocoladesaus en mandarijn partjes, is Heavy Sun een behoorlijk toegankelijk album. De ambient invloeden op het album hoor ik persoonlijk niet zo goed, of het moeten de hier en daar wat atmosferische klanken zijn. De combinatie van gospel en orgel is natuurlijk een prima combinatie en ook het prachtige gitaarwerk op het album en de donkere bassen sluiten naadloos aan op de rest van de instrumentatie. 

Heavy Sun is al met al een album is dat ik geen moment van Daniel Lanois had verwacht. Het is op hetzelfde moment ook een album dat zijn talent als muzikant en als producer onderstreept. Fascinerend album. Erwin Zijleman


Heavy Sun van Daniel Lanois is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

23 maart 2021

Morgan Wade - Reckless

De Amerikaanse muzikante Morgan Wade maakt op haar solodebuut Reckless indruk met prima songs, persoonlijke teksten, een mooi gitaargeluid en vooral met een bijzonder lekkere rauwe stem
Iedere week verschijnen stapels nieuwe albums die in het hokje Amerikaanse rootsmuziek passen. Het valt niet mee om je nog te onderscheiden, maar de jonge Amerikaanse muzikante Morgan Wade slaagt er wat mij betreft in. Dat doet ze vooral met een uitstekende stem met een aangenaam rauw randje, maar ook de persoonlijke songs op het album spreken zeer tot de verbeelding. Het zijn songs die bestaan uit gelijke delen Americana en pop en het zijn songs die prachtig zijn ingekleurd met een gitaar georiënteerd geluid, dat fraai werd geproduceerd door Jason Isbell gitarist Sadler Vaden. Absoluut een aanwinst voor het genre deze Morgan Wade.


De Amerikaanse muzikante Morgan Wade was drie jaar geleden te horen op Puppets With My Heart, het debuut van Morgan Wade & The Stepbrothers. Het is een album dat mij drie jaar geleden eerlijk gezegd niet is opgevallen, maar het is een heerlijk ruw rootsalbum met een hoofdrol voor de rauwe strot van de jonge Morgan Wade. Het is echt een album dat veel meer aandacht had verdiend, maar helaas niet heeft gekregen. 

Deze week krijgt de Amerikaanse een nieuwe kans met de release van haar solodebuut Reckless. Morgan Wade is pas 26, maar heeft een ruig leven achter zich, waarin de fles vaak goed gezelschap was. Die fles heeft de muzikante uit Floyd, Virginia, inmiddels afgezworen, al is het maar om haar carrière in de muziek van de grond te kunnen krijgen. Die muziek kreeg de jonge Amerikaanse op het platteland in Virginia overigens met de paplepel ingegoten, maar een carrière in de muziek prefereerde ze lange tijd niet. 

Op Reckless wordt ze bijgestaan door Sadler Vaden, de gitarist van Jason Isbell. Het in Nashville opgenomen album klinkt niet zo ruw als het album dat Morgan Wade drie jaar geleden maakte met The Stepbrothers en ook haar stembanden klinken wat minder gruizig. In muzikaal opzicht heeft Morgan Wade een balans gevonden tussen country en pop, met hier en daar een vleugje rock. 

Reckless sluit hiermee aan op de countrypop die in Nashville de afgelopen jaren zo succesvol is, maar Morgan Wade is zeker geen dertien in een dozijn Nashville countrypop zangeres. Hiervoor is haar verleden toch wat te wild, heeft ze wat teveel tatoeages en heeft ze een stem die rauwer is dan gebruikelijk in het genre. Het is een stem die desondanks verrassend goed past bij de songs op Reckless, die stuk voor stuk bijzonder lekker in het gehoor liggen. 

Het zijn songs die soms flink tegen de country aan schuren, maar ook uit de voeten kunnen met meer pop georiënteerde songs. Het zijn songs die makkelijk een breed publiek moeten kunnen aanspreken, maar het zijn ook songs vol persoonlijke teksten, waarin de singer-songwriter uit Virginia geen blad voor de mond neemt. 

Ik heb persoonlijk een zwak voor countrypop en was dan ook vrijwel onmiddellijk overtuigd van de kwaliteit van Reckless, dat uiteindelijk toch meer roots dan pop is. In muzikaal opzicht klinkt het allemaal bijzonder lekker. Morgan Wade sleept er over het algemeen niet al teveel instrumenten bij en overtuigt met een geluid waarin de gitaren mogen domineren, maar nooit uit de bocht vliegen. 

Het sterkste wapen van Morgan Wade is echter haar stem. Het is een stem die bij haar eerste stappen in de muziek vaak als te rauw werd ervaren, maar op Reckless klinkt het alleen maar bijzonder lekker, met het rauwe randje op de stembanden van Morgan Wade als aantrekkelijk ingrediënt. Het is een stem die goed uit de voeten kan met aanstekelijke countrypop, maar ook in de wat meer doorleefde rootssongs op het album blijft Morgan Wade bijzonder makkelijk overeind. 

De jonge Amerikaanse muzikante opereert in een genre waarin het al jaren dringen is en waarin de lat inmiddels behoorlijk hoog ligt, maar Reckless van Morgan Wade is wat mij betreft een album dat bol staat van de belofte en zich zomaar tussen de gevestigde orde in het genre kan dringen. Erwin Zijleman


Reckless van Morgan Wade is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

22 maart 2021

Jon Batiste - WE ARE

De Amerikaanse muzikant Jon Batiste brengt op WE ARE een ode aan de zwarte muziek uit het verleden en het heden en doet dit met flink wat vocale, muzikale en productionele hoogstandjes
WE ARE is mijn eerste kennismaking met de muziek van Jon Batiste en wat is het een imponerende kennismaking. Hier en daar klinkt WE ARE als het album dat Prince waarschijnlijk best had willen maken en een groter compliment kun je een muzikant niet geven. Het album schiet ook nog talloze andere kanten op. Soul, funk, disco, gospel, hiphop, jazz, R&B en pop worden keer op keer op bijzonder aangename wijze aan elkaar gesmeed, waarbij het smullen is van de songs, de zang, de instrumentatie en de productie. Jon Batiste had van mij best wat kieskeuriger mogen zijn met het toevoegen van invloeden, wat mogelijk een soulklassieker had opgeleverd, maar de diversiteit van WE ARE heeft ook zijn charme.


De Amerikaanse muzikant Jon Batiste heeft al een flinke stapel (jazz)albums op zijn naam staan, maar persoonlijk ken ik hem alleen als bandleider van de Amerikaanse tv-show The Late Show (met Stephen Colbert) en van de song WE ARE. 

Laatstgenoemde song werd vorig jaar een van de lijfliederen van de Black Lives Matter demonstranten en het is ook de titeltrack en openingstrack van het nieuwe album van Jon Batiste. Het is een track waarin invloeden uit de soul, gospel, funk en disco worden gecombineerd met een onweerstaanbaar gitaarloopje dat zo van de hand van Nile Rodgers had kunnen zijn, met een zeer aanstekelijk refrein en met een vleugje jazz aan het eind. 

Het is een prima start van een album dat vervolgens op fascinerende wijze aan de haal gaat met de archieven van de zwarte muziek. Luister naar WE ARE en een heel arsenaal aan grote soulzangers komt voorbij. De ene keer kiest Jon Batiste voor de stuwende funk van James Brown om niet veel later de hoge noten van Al Green te evenaren of juist te kiezen voor de soul en hiphop uit het heden. In vocaal opzicht klinkt het allemaal geweldig. Jon Batiste is niet alleen een geweldige soulzanger, maar kan ook in alle hoeken van het genre en in enkele omliggende genres uit de voeten. 

Zoals gezegd put de muzikant uit New Orleans stevig uit de archieven van de zwarte muziek en met alle invloeden uit deze archieven springt hij van de hak op de tak. Van vintage jaren 70 soul tot stuwende funk, van jazzy soul tot de hiphop van het moment, inclusief raps (waar ik persoonlijk nog steeds niet zo gek op ben, maar dat zal de leeftijd zijn). 

Jon Batiste stapt met zevenmijlslaarzen door genres en tikt iedere keer weer iets anders aan. Ik vind het zeker niet allemaal even goed en het had van mij ook best wat consistenter gemogen, maar de beste tracks op het album zijn ook echt heel erg goed. En wat kun je van een muzikant uit New Orleans anders verwachten dan een smeltkroes vol invloeden. 

In vocaal opzicht staat het als een huis, maar ook in muzikaal opzicht houdt Jon Batiste een enorm hoog niveau vast. De Amerikaanse bandleider en zijn medemuzikanten kunnen de soul en funk uit een ver verleden met grote precisie reproduceren, maar sluiten net zo makkelijk aan bij jazzy klanken uit een nog verder verleden, met uiteraard fantastisch pianospel van de man die ooit vooral bekend was als jazzpianist, of juist bij de R&B en hiphop van het moment. 

Zeker in de moddervet klinkende tracks met blazers, veel keyboards en wat ingetogen vocalen hoor ik echo’s van de muziek van Prince, die een album als WE ARE waarschijnlijk ook graag gemaakt zou hebben. Een groter compliment kan ik Jon Batiste persoonlijk niet geven. 

Na de songs, de zang en de muziek, verdient ook de productie van het album, waarvoor Jon Batiste een aantal producers in huis haalde, een pluim, want wat komt het allemaal lekker uit de speakers. Een aantal gastmuzikanten van naam en faam, onder wie Mavis Staples en Quincy Jones zijn de kers op de taart. 

Jon Batiste heeft met WE ARE een eigentijds album gemaakt dat de pop niet schuwt, maar dat vooral de zwarte muziek uit het heden en het verleden eert. Ik sla af en toe een track over moet ik toegeven, maar het is toch zeker een half uur intens genieten. Erwin Zijleman


WE ARE van Jon Batiste is verkrijgbaar via de Mania webshop: