Mystery Hour van Pavo Pavo staat zo bol van de verrassende wendingen dat het je soms duizelt, maar uiteindelijk overtuigt deze plaat verassend makkelijk
Het debuut van de Amerikaanse band Pavo Pavo wist me ruim twee jaar geleden onvoldoende te boeien. Mooie en dromerige klanken en veel invloeden, maar uiteindelijk hield het de aandacht niet vast. De tweede plaat van de band uit Brooklyn doet dat wel, en hoe. Mystery Hour roept associaties op met steeds andere flarden uit een aantal decennia popmuziek en integreert al dat moois in een even ongrijpbaar als eigen geluid. De ene keer valt het een op, de andere keer het ander, maar de muziek van Pavo Pavo is altijd mooi en avontuurlijk. De perfecte plaat om je mee op te sluiten op een regenachtige dag en iedere keer dat je de plaat hoort is hij mooier en bijzonderder.
Narrator In The Breakers, het in 2016 verschenen debuut van de uit Brooklyn, New York, afkomstige band Pavo Pavo, heb ik in de winter van 2016 flink wat kansen gegeven, maar het overtuigde me op een of andere manier toch net niet genoeg.
Achteraf bezien is dat best gek, want toen ik het debuut van de Amerikaanse band er deze week nog eens bij pakte, vond ik de dromerige en psychedelische klanken van Pavo Pavo wel direct mooi. Reden om lang te treuren is er echter niet, want de deze week verschenen tweede plaat van de band uit Brooklyn is mooier en uiteindelijk ook beter.
Pavo Pavo zag de afgelopen twee jaar nogal wat bandleden vertrekken, maar de spil van de band is met multi-instrumentalist Oliver Hill en zangeres Eliza Bagg nog intact.
Direct wanneer de eerste noten van Mystery Hour uit de speakers komen, is duidelijk dat Pavo Pavo vast heeft gehouden aan een vol en groots geluid. In de openingstrack doemen flarden van Mercury Rev en The Flaming Lips op en dat is vergelijkingsmateriaal dat vaker bruikbaar is bij beluistering van de tweede plaat van de Amerikaanse band.
Zeker wanneer Eliza Bagg de lead-vocalen voor haar rekening neemt, staat het geluid van Pavo Pavo ook bol van invloeden uit de dreampop en de electropop, terwijl de songs met een hoofdrol voor Oliver Hill juist meer de kant van de 80s synthpop op gaan.
Ik heb in de eerste zinnen van deze recensie al flink wat namen en genres genoemd, maar het is slechts het topje van de ijsberg. Pavo Pavo maakt op Mystery Hour immers ook suikerzoete indiepop, lijkt in de orkestraties hier en daar goed te hebben geluisterd naar Electric Light Orchestra, heeft in de koortjes soms iets van de Beach Boys, is ook niet vies van Beatlesque melodieën en refreinen en lijkt ook voor de instrumentatie hier en daar goed geluisterd te hebben naar de Fab Four.
Op basis van alle namen en genres klinkt Mystery Hour van Pavo Pavo misschien een allegaartje of een vat vol tegenstrijdigheden, maar beide typeringen zijn uiteindelijk niet van toepassing op de muziek van de band uit Brooklyn. Oliver Hill en Eliza Bagg smeden alle bijzondere invloeden immers aan elkaar in songs met een eigen geluid, dat ik op het moment alleen maar het Pavo Pavo geluid kan noemen.
Dromerige en atmosferische soundscapes houden nooit lang aan en transformeren langzaam maar zeker in aantrekkelijke popliedjes met een kop en een staart. Tussen deze kop en staart is van alles mogelijk. Pavo Pavo klinkt het ene moment aanstekelijk en toegankelijk, maar kan het volgende moment vol kiezen voor experiment. Het variëren met mannen en vrouwenstemmen zorgt voor nog wat meer variatie op een plaat die aan van alles en nog wat doet denken, maar uiteindelijk nergens op lijkt.
Pavo Pavo is zo dromerig als Mercury Rev en Beach House, maar is ook zo zoet als Belle & Sebastian, zo avontuurlijk als The Flaming Lips of Grizzly Bear en bij vlagen zo heerlijk onderkoeld als Mazzy Star, The Sundays of Lush. Het is allemaal vergelijkingsmateriaal dat maar voor flarden van de songs op Mystery Hour relevant is en voor de andere flarden kun je er nog lange lijsten met namen bij slepen.
De tweede plaat van Pavo Pavo zet je hierdoor talloze keren op het verkeerde been, maar zorgt er ook voor dat je na meerdere keren horen nog nieuwe dingen en nieuwe invloeden hoort. Waar bij de eerste plaat van de band uit Brooklyn de aandacht na een tijdje verslapte, houdt Mystery Hour mij 11 songs en bijna 35 minuten lang op het puntje van de stoel. Hierna kun je de plaat direct weer uit de speakers laten komen, want geen enkele luisterbeurt is hetzelfde.
In een week met stapels interessante releases zal het Pavo Pavo niet meevallen om aandacht te trekken met haar tweede plaat, maar Mystery Hour verdient deze aandacht absoluut. Erwin Zijleman
De muziek van Pavo Pavo is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://pavopavo.bandcamp.com/album/mystery-hour.
31 januari 2019
30 januari 2019
Suzanne Jarvie - In The Clear
Acht jaar geleden was Suzanne Jarvie nog advocaat en had ze nog nooit een song geschreven, maar inmiddels kan ze mee met de allerbesten in het rootsgenre
Wat was ik alweer iets meer dan vier jaar geleden onder de indruk van het debuut van Suzanne Jarvie. De Canadese singer-songwriter imponeerde met mooie verhalen, aansprekende songs en een stem die van alles met me deed. De fraaie instrumentatie en productie maakten het af. Alle ingrediënten die dit debuut zo bijzonder maakten, zijn terug op In The Clear, maar Suzanne Jarvie is in alle opzichten gegroeid. De verhalen zijn nog persoonlijk en intenser en worden vertolkt met nog wat meer gevoel en emotie in de prachtige stem van Suzanne Jarvie. In The Clear klinkt bovendien nog wat warmer en smaakvoller. Het levert een rootsplaat op die er momenteel een flink stuk bovenuit steekt.
Acht jaar geleden was Suzanne Jarvie nog werkzaam als advocaat en was ze bovendien moeder van vier kinderen. Toen haar oudste zoon in 2011 na een ongelukkige val in coma raakte en de vooruitzichten uiterst somber waren, ontdekte Suzanne Jarvie de singer-songwriter in zichzelf.
Ze begon met het schrijven van songs en debuteerde uiteindelijk aan het einde van 2014 met het prachtige Spiral Road, dat met superlatieven werd ontvangen en flink wat jaarlijstjes haalde, waaronder die van mij.
We hebben vervolgens heel lang moeten wachten op de tweede plaat van Suzanne Jarvie, maar In The Clear was het wachten gelukkig meer dan waard.
De singer-songwriter uit het Canadese Toronto imponeerde op haar debuut met songs die van alles met je deden. Suzanne Jarvie vertelde op Spiral Road fraaie, indringende en doorleefde verhalen en vertolkte ze vol gevoel. De voormalige advocaat bleek ook nog eens gezegend met een geweldige stem en had in Hugh Christopher Brown een producer gevonden die de bijzondere stem van Suzanne Jarvie wist te omgeven met een prachtig en uiterst trefzeker geluid.
Vier jaren zijn verstreken sinds het debuut van Suzanne Jarvie, maar op In The Clear lijkt de tijd stil te hebben gestaan. Ook op haar tweede plaat werkt de Canadese singer-songwriter samen met de talentvolle producer Hugh Christopher Brown. De eveneens uit Toronto afkomstige muzikant en producer heeft In The Clear voorzien van een sfeervol en stemmig klankentapijt.
Het is een vrijwel volledig akoestisch klankentapijt waarin dobro, mandoline, gitaar, viool en bas domineren, maar ook een keer blazers opduiken. Hugh Christopher Brown heeft ook dit keer gekozen voor een heldere productie waarin alle details hoorbaar zijn, wat het prachtige snarenwerk op de plaat een extra dimensie geeft.
Het kleurt mooi bij de doorleefde stem van Suzanne Jarvie, die nog een stuk beter is gaan zingen dan op haar debuut. Op dit debuut deed de Canadese singer-songwriter me meer dan eens denken aan Lucinda Williams en dat is nog steeds relevant vergelijkingsmateriaal. De naam van koningin Emmylou Harris mag er dit keer best aan worden toegevoegd, want de zang van Suzanne Jarvie snijdt op In The Clear bijna onophoudelijk door de ziel.
In tekstueel opzicht graaft de singer-songwriter uit Toronto nog wat dieper dan op haar debuut. Ze zoomt nog wat verder in op het noodlot dat haar inspireerde tot het schrijven van haar eerste songs (haar zoon overleefde het ongeval overigens) en vertelt verhalen die de songs op de plaat voorzien van emotie en diepgang.
Het was razendknap hoe Suzanne Jarvie vier jaar geleden als beginnend singer-songwriter debuteerde en het is minstens even knap hoe ze haar debuut nu opvolgt. In The Clear is een rootsplaat van een zeldzaam hoog niveau en het is een rootsplaat waarop alles klopt. De productie is prachtig, de instrumentatie sfeervol en trefzeker, de verhalen zijn mooi en indringend en de songs zijn aansprekend.
De hele mooie stem van Suzanne Jarvie maakt het af en zorgt voor een plaat die niet onder doet voor alle andere platen die momenteel in het genre verschijnen. Integendeel. Als ik In The Clear vergelijk met de andere rootsplaten van het moment, en dat zijn er verrassend veel, steekt Suzanne Jarvie er toch een stukje bovenuit. Erwin Zijleman
De muziek van Suzanne Jarvie is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://suzannejarvie.bandcamp.com.
Wat was ik alweer iets meer dan vier jaar geleden onder de indruk van het debuut van Suzanne Jarvie. De Canadese singer-songwriter imponeerde met mooie verhalen, aansprekende songs en een stem die van alles met me deed. De fraaie instrumentatie en productie maakten het af. Alle ingrediënten die dit debuut zo bijzonder maakten, zijn terug op In The Clear, maar Suzanne Jarvie is in alle opzichten gegroeid. De verhalen zijn nog persoonlijk en intenser en worden vertolkt met nog wat meer gevoel en emotie in de prachtige stem van Suzanne Jarvie. In The Clear klinkt bovendien nog wat warmer en smaakvoller. Het levert een rootsplaat op die er momenteel een flink stuk bovenuit steekt.
Acht jaar geleden was Suzanne Jarvie nog werkzaam als advocaat en was ze bovendien moeder van vier kinderen. Toen haar oudste zoon in 2011 na een ongelukkige val in coma raakte en de vooruitzichten uiterst somber waren, ontdekte Suzanne Jarvie de singer-songwriter in zichzelf.
Ze begon met het schrijven van songs en debuteerde uiteindelijk aan het einde van 2014 met het prachtige Spiral Road, dat met superlatieven werd ontvangen en flink wat jaarlijstjes haalde, waaronder die van mij.
We hebben vervolgens heel lang moeten wachten op de tweede plaat van Suzanne Jarvie, maar In The Clear was het wachten gelukkig meer dan waard.
De singer-songwriter uit het Canadese Toronto imponeerde op haar debuut met songs die van alles met je deden. Suzanne Jarvie vertelde op Spiral Road fraaie, indringende en doorleefde verhalen en vertolkte ze vol gevoel. De voormalige advocaat bleek ook nog eens gezegend met een geweldige stem en had in Hugh Christopher Brown een producer gevonden die de bijzondere stem van Suzanne Jarvie wist te omgeven met een prachtig en uiterst trefzeker geluid.
Vier jaren zijn verstreken sinds het debuut van Suzanne Jarvie, maar op In The Clear lijkt de tijd stil te hebben gestaan. Ook op haar tweede plaat werkt de Canadese singer-songwriter samen met de talentvolle producer Hugh Christopher Brown. De eveneens uit Toronto afkomstige muzikant en producer heeft In The Clear voorzien van een sfeervol en stemmig klankentapijt.
Het is een vrijwel volledig akoestisch klankentapijt waarin dobro, mandoline, gitaar, viool en bas domineren, maar ook een keer blazers opduiken. Hugh Christopher Brown heeft ook dit keer gekozen voor een heldere productie waarin alle details hoorbaar zijn, wat het prachtige snarenwerk op de plaat een extra dimensie geeft.
Het kleurt mooi bij de doorleefde stem van Suzanne Jarvie, die nog een stuk beter is gaan zingen dan op haar debuut. Op dit debuut deed de Canadese singer-songwriter me meer dan eens denken aan Lucinda Williams en dat is nog steeds relevant vergelijkingsmateriaal. De naam van koningin Emmylou Harris mag er dit keer best aan worden toegevoegd, want de zang van Suzanne Jarvie snijdt op In The Clear bijna onophoudelijk door de ziel.
In tekstueel opzicht graaft de singer-songwriter uit Toronto nog wat dieper dan op haar debuut. Ze zoomt nog wat verder in op het noodlot dat haar inspireerde tot het schrijven van haar eerste songs (haar zoon overleefde het ongeval overigens) en vertelt verhalen die de songs op de plaat voorzien van emotie en diepgang.
Het was razendknap hoe Suzanne Jarvie vier jaar geleden als beginnend singer-songwriter debuteerde en het is minstens even knap hoe ze haar debuut nu opvolgt. In The Clear is een rootsplaat van een zeldzaam hoog niveau en het is een rootsplaat waarop alles klopt. De productie is prachtig, de instrumentatie sfeervol en trefzeker, de verhalen zijn mooi en indringend en de songs zijn aansprekend.
De hele mooie stem van Suzanne Jarvie maakt het af en zorgt voor een plaat die niet onder doet voor alle andere platen die momenteel in het genre verschijnen. Integendeel. Als ik In The Clear vergelijk met de andere rootsplaten van het moment, en dat zijn er verrassend veel, steekt Suzanne Jarvie er toch een stukje bovenuit. Erwin Zijleman
De muziek van Suzanne Jarvie is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://suzannejarvie.bandcamp.com.
29 januari 2019
Lee Harvey Osmond - Mohawk
Lee Harvey Osmond keert na een paar jaar afwezigheid terug met een plaat die voortborduurt op zijn vorige werk maar ook nieuwe wegen in slaat
Mohawk is, net als de vorige twee platen van Lee Harvey Osmond, een plaat die makkelijk verleidt en zich makkelijk opdringt. Het is een plaat die direct bij eerste beluistering bekend in de oren klinkt, maar toch is het niet makkelijk om de muziek van de Canadese muzikant te vergelijken met muziek van anderen. Laat Mohawk uit de speakers komen en je waant je vaak in een rokerige nachtclub, waar alleen in goede films bands als Lee Harvey Osmond spelen. Het bijzondere verhaal dat Tom Wilson op de nieuwe plaat van zijn alter ego vertelt, geeft het fraaie Mohawk nog een extra dimensie.
Lee Harvey Osmond (ook een tijd lang geschreven als LeE HARVeY OsMOND) is het alter ego van de Canadese muzikant Tom Wilson. Deze Tom Wilson debuteerde in 2010 met het slechts in kleine kring opgepikte A Quiet Evil, maar maakte vervolgens veel indruk met The Folk Sinner uit 2013 en Beautiful Scars uit 2015.
De laatste twee platen vergeleek ik op deze BLOG afwisselend met het werk van Tom Waits, Robbie Robertson en Dr. John, maar het waren stuk voor stuk vergelijkingen die maar kort meegingen.
Het is een tijd stil geweest rond Lee Harvey Osmond, maar gelukkig is Tom Wilson nu terug met een nieuwe plaat. Het is een plaat met een bijzonder verhaal. Tom Wilson ging er tot zijn 53e van uit dat hij een Canadees met Ierse roots was, maar hoorde toen dat de ouders die hem hebben grootgebracht niet zijn biologische ouders zijn. Zijn biologische ouders bleken Mohawk Indianen uit het Canadese Kahnawake reservaat en sindsdien doet Tom Wilson zijn best om zich Mohawk te voelen.
In muzikaal opzicht is daar nog niet zoveel van te merken, want Mohawk ligt in het verlengde van zijn twee voorgangers. Ook op Mohawk staat Lee Harvey Osmond garant voor zwoele en wat broeierige muziek die je net zo makkelijk meeneemt naar een duistere nachtclub als naar het straatleven in New Orleans.
Mohawk werd, net als zijn twee voorgangers geproduceerd door Cowboy Junkies gitarist Michael Timmins en kent gastbijdragen van onder andere Suzie Ungerleider (Oh Susanna), die ook op de vorige plaat was te horen. Ook Mohawk laat weer raakvlakken horen met de muziek van Tom Waits, Robbie Robertson en Dr. John en hiernaast duikt af en toe een flard van Leonard Cohen (de instrumentatie, de inzet van vrouwenstemmen), J.J. Cale (de laid-back sfeer) en The Doors (de inzet van psychedelica) op.
Heel zinvol is vergelijken met de muziek van anderen echter niet, want ook op Mohawk laat Lee Harvey Osmond een opvallend eigen geluid horen. De instrumentatie op Mohawk is vaak zweterig en broeierig en veelkleurig, maar kan ook flink gas terugnemen. Het is een instrumentatie die past bij de rhythm & blues zoals die rond New Orleans wordt gemaakt, maar ook op Mohawk maakt Tom Wilson ook uitstapjes richting de Amerikaanse en Canadese rootsmuziek. Het is een instrumentatie vol fraai snarenwerk en veelkleurige blazers, waaraan subtiele accenten zijn toegevoegd.
Uiteindelijk worden onder andere folk, country, psychedelica, jazz, blues en rock aan elkaar gesmeed in het aangename geluid van Lee Harvey Osmond. Vergeleken met de vorige twee platen is de stem van de Canadese muzikant nog wat rauwer en donkerder geworden. Het past uitstekend bij de stemmige klanken op de plaat.
Het is lastig om Mohawk in een hokje te duwen en het is lastig om de plaat te vergelijken met die van anderen (het citaat "Think JJ Cale with a haunting, voodoo feel" dat ik ergens tegen kwam vond ik wel een mooie), maar desondanks is ook de nieuwe plaat van Lee Harvey Osmond er weer een die zich vrij makkelijk opdringt, zeker wanneer de avond is gevallen. Of Tom Wilson zich inmiddels wat meer Mohawk voelt kan ik op basis van de muziek niet zeggen, maar een getalenteerd muzikant is het nog altijd. Erwin Zijleman
Mohawk is, net als de vorige twee platen van Lee Harvey Osmond, een plaat die makkelijk verleidt en zich makkelijk opdringt. Het is een plaat die direct bij eerste beluistering bekend in de oren klinkt, maar toch is het niet makkelijk om de muziek van de Canadese muzikant te vergelijken met muziek van anderen. Laat Mohawk uit de speakers komen en je waant je vaak in een rokerige nachtclub, waar alleen in goede films bands als Lee Harvey Osmond spelen. Het bijzondere verhaal dat Tom Wilson op de nieuwe plaat van zijn alter ego vertelt, geeft het fraaie Mohawk nog een extra dimensie.
Lee Harvey Osmond (ook een tijd lang geschreven als LeE HARVeY OsMOND) is het alter ego van de Canadese muzikant Tom Wilson. Deze Tom Wilson debuteerde in 2010 met het slechts in kleine kring opgepikte A Quiet Evil, maar maakte vervolgens veel indruk met The Folk Sinner uit 2013 en Beautiful Scars uit 2015.
De laatste twee platen vergeleek ik op deze BLOG afwisselend met het werk van Tom Waits, Robbie Robertson en Dr. John, maar het waren stuk voor stuk vergelijkingen die maar kort meegingen.
Het is een tijd stil geweest rond Lee Harvey Osmond, maar gelukkig is Tom Wilson nu terug met een nieuwe plaat. Het is een plaat met een bijzonder verhaal. Tom Wilson ging er tot zijn 53e van uit dat hij een Canadees met Ierse roots was, maar hoorde toen dat de ouders die hem hebben grootgebracht niet zijn biologische ouders zijn. Zijn biologische ouders bleken Mohawk Indianen uit het Canadese Kahnawake reservaat en sindsdien doet Tom Wilson zijn best om zich Mohawk te voelen.
In muzikaal opzicht is daar nog niet zoveel van te merken, want Mohawk ligt in het verlengde van zijn twee voorgangers. Ook op Mohawk staat Lee Harvey Osmond garant voor zwoele en wat broeierige muziek die je net zo makkelijk meeneemt naar een duistere nachtclub als naar het straatleven in New Orleans.
Mohawk werd, net als zijn twee voorgangers geproduceerd door Cowboy Junkies gitarist Michael Timmins en kent gastbijdragen van onder andere Suzie Ungerleider (Oh Susanna), die ook op de vorige plaat was te horen. Ook Mohawk laat weer raakvlakken horen met de muziek van Tom Waits, Robbie Robertson en Dr. John en hiernaast duikt af en toe een flard van Leonard Cohen (de instrumentatie, de inzet van vrouwenstemmen), J.J. Cale (de laid-back sfeer) en The Doors (de inzet van psychedelica) op.
Heel zinvol is vergelijken met de muziek van anderen echter niet, want ook op Mohawk laat Lee Harvey Osmond een opvallend eigen geluid horen. De instrumentatie op Mohawk is vaak zweterig en broeierig en veelkleurig, maar kan ook flink gas terugnemen. Het is een instrumentatie die past bij de rhythm & blues zoals die rond New Orleans wordt gemaakt, maar ook op Mohawk maakt Tom Wilson ook uitstapjes richting de Amerikaanse en Canadese rootsmuziek. Het is een instrumentatie vol fraai snarenwerk en veelkleurige blazers, waaraan subtiele accenten zijn toegevoegd.
Uiteindelijk worden onder andere folk, country, psychedelica, jazz, blues en rock aan elkaar gesmeed in het aangename geluid van Lee Harvey Osmond. Vergeleken met de vorige twee platen is de stem van de Canadese muzikant nog wat rauwer en donkerder geworden. Het past uitstekend bij de stemmige klanken op de plaat.
Het is lastig om Mohawk in een hokje te duwen en het is lastig om de plaat te vergelijken met die van anderen (het citaat "Think JJ Cale with a haunting, voodoo feel" dat ik ergens tegen kwam vond ik wel een mooie), maar desondanks is ook de nieuwe plaat van Lee Harvey Osmond er weer een die zich vrij makkelijk opdringt, zeker wanneer de avond is gevallen. Of Tom Wilson zich inmiddels wat meer Mohawk voelt kan ik op basis van de muziek niet zeggen, maar een getalenteerd muzikant is het nog altijd. Erwin Zijleman
28 januari 2019
Carson McHone - Carousel
Carson McHone is pas halverwege de twintig, maar wat klinkt haar muziek volwassen en doorleefd en wat klinkt het urgent
Carousel van de Texaanse singer-songwriter Carson McHone verscheen in de Verenigde Staten een paar maanden geleden en werd daar zeer warm onthaald. Nu is Nederland aan de beurt en ook hier verdient de jonge Carson McHone alle aandacht. Met Carousel heeft ze immers een rootsplaat afgeleverd die je in vuur en vlam zet door alle passie en doorleving, door de geweldige instrumentatie, door de uitstekende songs en vooral door de geweldige stem van de Amerikaanse singer-songwriter, die is gezegend met een bijzonder fraaie snik. Het jaar is net begonnen, maar dit is een Amerikaanse rootsplaat die de lat direct bijzonder hoog legt.
Carousel van Carson McHone stond in het najaar van 2018 een paar dagen op Spotify en de andere streaming media, maar verdween helaas weer toen bleek dat de tweede plaat van de singer-songwriter uit Austin, Texas, pas in 2019 een Nederlandse release zou krijgen.
Dat is inmiddels gebeurd en dat werd tijd ook. Carson McHone debuteerde in 2015 met het uitstekende Goodluck Man, werd in de Verenigde Staten al in 2017 geschaard onder de grote beloften binnen de Amerikaanse rootsmuziek en Carousel haalde daar een maand geleden bovendien flink wat jaarlijstjes waarin het genre centraal staat.
Dat is zeker niet overdreven, want Carousel is echt een geweldige rootsplaat. Carson McHone is ondanks jaren ervaring in de muziek pas een jonge twintiger, maar levert met Carousel een verrassend volwassen en verrassend doorleefde plaat af.
In de teksten maakt Carson McHone geen geheim van haar mislukkingen in de liefde en met de problemen die ze tegenkwam toen ze zich als tiener probeerde staande te houden in de rauwe muziekscene, maar in haar toon hoor je dat de jonge Texaanse singer-songwriter inmiddels een sterke jonge vrouw is, die precies weet wat ze wil. Het voorziet Carousel van kracht en die kracht wordt verder versterkt door de werkelijk geweldige stem van Carson McHone.
De jonge Amerikaanse heeft een heerlijke snik in haar stem, wat het geweldig doet in de door country gedomineerde muziek die ze maakt op Carousel. Het doet me af en toe wel wat denken aan de stem van Jewel, maar Carson McHone herinnert ook aan de groten uit de countrymuziek, onder wie Patty Griffin en Lucinda Williams, en doet ook wel wat denken aan haar minder bekende stadgenoot Amanda Pearcy.
Carousel was vast een hele andere plaat geworden wanneer Carson McHone niet uit Austin, Texas, maar uit Nashville, Tennessee, was gekomen. Carousel, dat overigens wel in Nashville werd opgenomen, citeert nadrukkelijk uit de archieven van de country, maar klinkt niet zo gepolijst als de meeste platen uit Nashville. De gitaren mogen af en toe lekker los gaan en het tempo wordt hier en daar flink opgeschroefd, waardoor er veel vaart in de plaat zit. Verder verrijkt de jonge Amerikaanse haar country met hier en daar een wals en wat honky tonk, waardoor Carousel zowel alternatief als oorspronkelijk klinkt.
Op Carousel werkt Carson McHone met de ervaren producer Mike McCarthy, die eerder werkte met onder andere Patty Griffin, Heartless Bastards en Lee Ann Womack. De ervaren producer was zo gecharmeerd van het debuut van een toen nog piepjonge Carson McHone dat hij haar wist te overtuigen om een aantal van de songs van het debuut een nieuwe kans te geven. De songs die Carson McHone als puber schreef misstaan zeker niet tussen de veel nieuwere songs, die laten horen dat de Texaanse muzikante een zeer getalenteerd songwriter is.
Mike McCarthy heeft de uitstekende songs op de plaat voorzien van een warm en gloedvol geluid, waarin gitaren fraai samenvloeien met violen en de pedaal steel. Het is een warm, maar ook wat weemoedig geluid en dit past uitstekend bij de geweldige stem van Carson McHone, zeker wanneer ze haar geweldige snik uitbuit. Direct bij eerste beluistering was ik diep onder de indruk, maar inmiddels is Carousel van Carson McHone een rootsplaat die ik koester als een van de beste van de laatste tijd. Erwin Zijleman
Carousel van de Texaanse singer-songwriter Carson McHone verscheen in de Verenigde Staten een paar maanden geleden en werd daar zeer warm onthaald. Nu is Nederland aan de beurt en ook hier verdient de jonge Carson McHone alle aandacht. Met Carousel heeft ze immers een rootsplaat afgeleverd die je in vuur en vlam zet door alle passie en doorleving, door de geweldige instrumentatie, door de uitstekende songs en vooral door de geweldige stem van de Amerikaanse singer-songwriter, die is gezegend met een bijzonder fraaie snik. Het jaar is net begonnen, maar dit is een Amerikaanse rootsplaat die de lat direct bijzonder hoog legt.
Carousel van Carson McHone stond in het najaar van 2018 een paar dagen op Spotify en de andere streaming media, maar verdween helaas weer toen bleek dat de tweede plaat van de singer-songwriter uit Austin, Texas, pas in 2019 een Nederlandse release zou krijgen.
Dat is inmiddels gebeurd en dat werd tijd ook. Carson McHone debuteerde in 2015 met het uitstekende Goodluck Man, werd in de Verenigde Staten al in 2017 geschaard onder de grote beloften binnen de Amerikaanse rootsmuziek en Carousel haalde daar een maand geleden bovendien flink wat jaarlijstjes waarin het genre centraal staat.
Dat is zeker niet overdreven, want Carousel is echt een geweldige rootsplaat. Carson McHone is ondanks jaren ervaring in de muziek pas een jonge twintiger, maar levert met Carousel een verrassend volwassen en verrassend doorleefde plaat af.
In de teksten maakt Carson McHone geen geheim van haar mislukkingen in de liefde en met de problemen die ze tegenkwam toen ze zich als tiener probeerde staande te houden in de rauwe muziekscene, maar in haar toon hoor je dat de jonge Texaanse singer-songwriter inmiddels een sterke jonge vrouw is, die precies weet wat ze wil. Het voorziet Carousel van kracht en die kracht wordt verder versterkt door de werkelijk geweldige stem van Carson McHone.
De jonge Amerikaanse heeft een heerlijke snik in haar stem, wat het geweldig doet in de door country gedomineerde muziek die ze maakt op Carousel. Het doet me af en toe wel wat denken aan de stem van Jewel, maar Carson McHone herinnert ook aan de groten uit de countrymuziek, onder wie Patty Griffin en Lucinda Williams, en doet ook wel wat denken aan haar minder bekende stadgenoot Amanda Pearcy.
Carousel was vast een hele andere plaat geworden wanneer Carson McHone niet uit Austin, Texas, maar uit Nashville, Tennessee, was gekomen. Carousel, dat overigens wel in Nashville werd opgenomen, citeert nadrukkelijk uit de archieven van de country, maar klinkt niet zo gepolijst als de meeste platen uit Nashville. De gitaren mogen af en toe lekker los gaan en het tempo wordt hier en daar flink opgeschroefd, waardoor er veel vaart in de plaat zit. Verder verrijkt de jonge Amerikaanse haar country met hier en daar een wals en wat honky tonk, waardoor Carousel zowel alternatief als oorspronkelijk klinkt.
Op Carousel werkt Carson McHone met de ervaren producer Mike McCarthy, die eerder werkte met onder andere Patty Griffin, Heartless Bastards en Lee Ann Womack. De ervaren producer was zo gecharmeerd van het debuut van een toen nog piepjonge Carson McHone dat hij haar wist te overtuigen om een aantal van de songs van het debuut een nieuwe kans te geven. De songs die Carson McHone als puber schreef misstaan zeker niet tussen de veel nieuwere songs, die laten horen dat de Texaanse muzikante een zeer getalenteerd songwriter is.
Mike McCarthy heeft de uitstekende songs op de plaat voorzien van een warm en gloedvol geluid, waarin gitaren fraai samenvloeien met violen en de pedaal steel. Het is een warm, maar ook wat weemoedig geluid en dit past uitstekend bij de geweldige stem van Carson McHone, zeker wanneer ze haar geweldige snik uitbuit. Direct bij eerste beluistering was ik diep onder de indruk, maar inmiddels is Carousel van Carson McHone een rootsplaat die ik koester als een van de beste van de laatste tijd. Erwin Zijleman
27 januari 2019
Ina Forsman - Been Meaning To Tell You
Finse zangeres zingt de pannen van het dak op een geweldige plaat vol soul, jazz en blues en het is een plaat die herinnert aan de groten in het genre
Een jaar of drie geleden noemde ik haar nog een grote belofte voor de toekomst, maar de belofte is Ina Forsman inmiddels ver voorbij. Ook Been Meaning To Tell You werd opgenomen in Austin, Texas, waar alleen gelouterde muzikanten werden toegelaten in de studio. De tweede plaat klinkt dan ook als een klok, maar het is vooral de stem van de Finse zangeres die diepe indruk maakt. Ina Forsman kan soulvol uithalen en jazzy verleiden, maar ze beheerst ook de kunst van het doseren, waardoor de Finse zangeres maar blijft zorgen voor kippenvel op deze prachtplaat.
Ina Forsman stond op haar 17e in de Finse editie van de talentenjacht Idols, maar bleek direct een maatje te groot voor een talentenjacht. Haar drie jaar geleden verschenen titelloze debuut liep over van de belofte en liet een zangeres horen die zich opvallend soepel bewoog door een muzikaal landschap dat werd gedomineerd door soul en blues.
Het riep onder andere de vergelijking op met de muziek van Amy Winehouse, wat op dat moment voldoende was om de jonge Finse zangeres te scharen onder de grote beloften voor de toekomst.
Sindsdien stond Ina Forsman heel veel op het podium, onder andere met haar blues sisters Layla Zoe en Tasha Tayler met wie ze een live-plaat uitbracht. Het heeft de jonge Finse zangeres van een belofte voor de toekomst getransformeerd in een gelouterde zangeres, die laat horen dat ze met de allerbesten mee kan.
Been Meaning To Tell You werd, net als het debuut van Ina Forsman, opgenomen in Austin, Texas, met producer Mark “Kaz” Kazanoff, die zijn sporen in de blues, soul en jazz ruimschoots heeft verdiend, achter de knoppen. Deze Mark Kazanoff haalde ook dit keer een aantal geweldige muzikanten naar de studio in Austin en het zijn ook dit keer muzikanten die uitstekend uit de voeten kunnen met soul en blues. Been Meaning To Tell You bevat hiernaast flink wat invloeden uit de jazz en ook dat is een genre waarin Ina Forsman en haar muzikanten uitstekend uit de voeten kunnen.
Dankzij de geweldige muzikanten, die in alle genoemde genres excelleren, en de trefzekere en lekker vol klinkende productie is Been Meaning To Tell You in muzikaal opzicht smullen, maar het beste komt toch van Ina Forsman zelf. De Finse zangeres maakt gehakt van alle popprinsessen die de soul hebben omarmd en doet niet onder voor de groten in het genre.
Vergeleken met de meeste popprinsessen van het moment beheerst Ina Forsman de kunst van het doseren. Wanneer de instrumenten aanzwellen kan ze genadeloos uithalen, maar wanneer de muzikale storm gaat liggen, neemt ook Ina Forsman gas terug en maakt ze diepe indruk met vocalen vol soul, passie en emotie.
Op haar debuut imponeerde de jonge Finse zangeres al met haar zang, maar wat ze op Been Meaning To Tell You laat horen is van een angstaanjagend hoog niveau. Ina Forsman is nog altijd pas 24 jaar oud, maar ze zingt op haar nieuwe plaat met een vanzelfsprekendheid en souplesse die suggereren dat ze dit al een aantal decennia doet. Het is een genot om naar te luisteren en het tilt de dampende mix van soul, blues en jazz naar een steeds wat hoger niveau. Dat Ina Forsman de belofte met Been Meaning To Tell You heel ver voorbij is zal inmiddels duidelijk zijn. Erwin Zijleman
Een jaar of drie geleden noemde ik haar nog een grote belofte voor de toekomst, maar de belofte is Ina Forsman inmiddels ver voorbij. Ook Been Meaning To Tell You werd opgenomen in Austin, Texas, waar alleen gelouterde muzikanten werden toegelaten in de studio. De tweede plaat klinkt dan ook als een klok, maar het is vooral de stem van de Finse zangeres die diepe indruk maakt. Ina Forsman kan soulvol uithalen en jazzy verleiden, maar ze beheerst ook de kunst van het doseren, waardoor de Finse zangeres maar blijft zorgen voor kippenvel op deze prachtplaat.
Ina Forsman stond op haar 17e in de Finse editie van de talentenjacht Idols, maar bleek direct een maatje te groot voor een talentenjacht. Haar drie jaar geleden verschenen titelloze debuut liep over van de belofte en liet een zangeres horen die zich opvallend soepel bewoog door een muzikaal landschap dat werd gedomineerd door soul en blues.
Het riep onder andere de vergelijking op met de muziek van Amy Winehouse, wat op dat moment voldoende was om de jonge Finse zangeres te scharen onder de grote beloften voor de toekomst.
Sindsdien stond Ina Forsman heel veel op het podium, onder andere met haar blues sisters Layla Zoe en Tasha Tayler met wie ze een live-plaat uitbracht. Het heeft de jonge Finse zangeres van een belofte voor de toekomst getransformeerd in een gelouterde zangeres, die laat horen dat ze met de allerbesten mee kan.
Been Meaning To Tell You werd, net als het debuut van Ina Forsman, opgenomen in Austin, Texas, met producer Mark “Kaz” Kazanoff, die zijn sporen in de blues, soul en jazz ruimschoots heeft verdiend, achter de knoppen. Deze Mark Kazanoff haalde ook dit keer een aantal geweldige muzikanten naar de studio in Austin en het zijn ook dit keer muzikanten die uitstekend uit de voeten kunnen met soul en blues. Been Meaning To Tell You bevat hiernaast flink wat invloeden uit de jazz en ook dat is een genre waarin Ina Forsman en haar muzikanten uitstekend uit de voeten kunnen.
Dankzij de geweldige muzikanten, die in alle genoemde genres excelleren, en de trefzekere en lekker vol klinkende productie is Been Meaning To Tell You in muzikaal opzicht smullen, maar het beste komt toch van Ina Forsman zelf. De Finse zangeres maakt gehakt van alle popprinsessen die de soul hebben omarmd en doet niet onder voor de groten in het genre.
Vergeleken met de meeste popprinsessen van het moment beheerst Ina Forsman de kunst van het doseren. Wanneer de instrumenten aanzwellen kan ze genadeloos uithalen, maar wanneer de muzikale storm gaat liggen, neemt ook Ina Forsman gas terug en maakt ze diepe indruk met vocalen vol soul, passie en emotie.
Op haar debuut imponeerde de jonge Finse zangeres al met haar zang, maar wat ze op Been Meaning To Tell You laat horen is van een angstaanjagend hoog niveau. Ina Forsman is nog altijd pas 24 jaar oud, maar ze zingt op haar nieuwe plaat met een vanzelfsprekendheid en souplesse die suggereren dat ze dit al een aantal decennia doet. Het is een genot om naar te luisteren en het tilt de dampende mix van soul, blues en jazz naar een steeds wat hoger niveau. Dat Ina Forsman de belofte met Been Meaning To Tell You heel ver voorbij is zal inmiddels duidelijk zijn. Erwin Zijleman
26 januari 2019
Lula Wiles - What Will We Do
Lula Wiles combineert stokoude Amerikaanse rootsmuziek met frisse songs en betoverend mooie zang op een plaat die maar groeit en groeit
Een paar jaar geleden vond ik de muziek van Lula Wiles nog weinig bijzonder, maar wat is het trio uit Boston gegroeid. Eleanor Buckland, Isa Burke en Mali Obomsawin slaan op hun tweede plaat op indrukwekkende een brug tussen Amerikaanse muzikale tradities van heel lang geleden en het heden. What Will We Do heeft oog voor traditie, maar klinkt ook verrassend fris en eigentijds. In muzikaal opzicht is het smullen, maar de vocalen en harmonieën zijn zo nu en dan van een bijna onwerkelijke schoonheid. Het levert een plaat op die onmiddellijk indruk maakt, maar dan nog moet beginnen aan een indrukwekkend groeiproces.
Het muziekjaar 2019 is inmiddels in alle hevigheid losgebarsten en met name binnen de Amerikaanse rootsmuziek verschijnt op het moment het ene na het andere album dat ertoe doet.
Tussen deze albums mag What Will We Do van Lula Wiles zeker niet ontbreken. Lula Wiles is een trio uit Boston, Massachusetts, dat bijna drie jaar geleden debuteerde met een album dat ik bij vlagen mooi, maar over het geheel genomen onvoldoende onderscheidend vond.
Op What Will We Do hebben Eleanor Buckland, Isa Burke en Mali Obomsawin echter een enorme stap gezet. De tweede plaat van Lula Wiles verschijnt op het bijzondere Smithsonian/Folkways label, dat vooral de traditionele Amerikaanse folk omarmt, maar Lula Wiles klinkt op haar tweede plaat juist frisser en eigentijdser dan op haar debuut.
Eleanor Buckland, Isa Burke en Mali Obomsawin studeerden alle drie aan het fameuze Berklee College of Music in Boston en kunnen uitstekend uit de voeten op meerdere snareninstrumenten. In muzikaal opzicht klinkt het fantastisch, waarbij vooral de viool en staande bas nadrukkelijk de aandacht opeisen, maar ook de gitaarlijnen zijn van een bijzondere schoonheid.
Net als op haar debuut laat Lula Wiles zich nog altijd stevig inspireren door stokoude folk, bluegrass en country, waardoor de plaat zeker in de smaak zal vallen bij de liefhebbers van traditionele Amerikaanse rootsmuziek. Lula Wiles is er echter ook in geslaagd om haar muziek fris te laten klinken, waardoor de Appalachen van honderd jaar geleden fraai samenvloeien met het Boston van nu.
Eleanor Buckland, Isa Burke en Mali Obomsawin kunnen uitstekend uit de voeten op de instrumenten die ze op What Will We Do bespelen, maar kiezen niet voor een aaneenschakeling van muzikale hoogstandjes. De instrumentatie staat in dienst van de songs en van de bijzonder fraaie zang op de plaat.
Lula Wiles tekent op haar tweede plaat voor fluisterzachte en glasheldere zang en voor hemeltergend mooie harmonieën. Zeker wanneer Eleanor Buckland, Isa Burke en Mali Obomsawin samen zingen is What Will We Do bij vlagen van een bijna onwerkelijke schoonheid en stijgt de plaat ver boven het andere aanbod van het moment uit.
Het is knap hoe het drietal uit Boston in muzikaal opzicht het verre verleden en het heden met elkaar weet te verbinden en Eleanor Buckland, Isa Burke en Mali Obomsawin doen dat ook in hun teksten, die teruggrijpen op oude verhalen, maar ook hun licht laten schijnen op het Amerika van nu.
What Will We Do van Lula Wiles heeft zeker raakvlakken met de platen van trio’s als The Pistol Annies, I’m With Her, The Wailin' Jennys en Dixie Chicks, maar heeft op hetzelfde moment ook een geluid dat aan de ene kant dieper is geworteld in tradities en dat aan de andere kant nadrukkelijker een eigen weg zoekt.
Ik vond het debuut van Lula Wiles bijna drie jaar geleden zoals gezegd te weinig onderscheidend, maar de tweede plaat van het drietal uit Boston is juist zeer onderscheidend. Het ene moment sleept Lula Wiles je mee naar de traditionele muziek uit de Appalachen of van de oevers van de Mississippi, dan weer naar de frisse indie-folk van First Aid Kit of juist naar de onthaastende muziek van Gillian Welch en Dave Rawlings. Het levert een plaat op die zich steeds nadrukkelijker opdringt en maar mooier en mooier wordt. Indrukwekkend. Bijzonder indrukwekkend zelfs. Erwin Zijleman
Een paar jaar geleden vond ik de muziek van Lula Wiles nog weinig bijzonder, maar wat is het trio uit Boston gegroeid. Eleanor Buckland, Isa Burke en Mali Obomsawin slaan op hun tweede plaat op indrukwekkende een brug tussen Amerikaanse muzikale tradities van heel lang geleden en het heden. What Will We Do heeft oog voor traditie, maar klinkt ook verrassend fris en eigentijds. In muzikaal opzicht is het smullen, maar de vocalen en harmonieën zijn zo nu en dan van een bijna onwerkelijke schoonheid. Het levert een plaat op die onmiddellijk indruk maakt, maar dan nog moet beginnen aan een indrukwekkend groeiproces.
Het muziekjaar 2019 is inmiddels in alle hevigheid losgebarsten en met name binnen de Amerikaanse rootsmuziek verschijnt op het moment het ene na het andere album dat ertoe doet.
Tussen deze albums mag What Will We Do van Lula Wiles zeker niet ontbreken. Lula Wiles is een trio uit Boston, Massachusetts, dat bijna drie jaar geleden debuteerde met een album dat ik bij vlagen mooi, maar over het geheel genomen onvoldoende onderscheidend vond.
Op What Will We Do hebben Eleanor Buckland, Isa Burke en Mali Obomsawin echter een enorme stap gezet. De tweede plaat van Lula Wiles verschijnt op het bijzondere Smithsonian/Folkways label, dat vooral de traditionele Amerikaanse folk omarmt, maar Lula Wiles klinkt op haar tweede plaat juist frisser en eigentijdser dan op haar debuut.
Eleanor Buckland, Isa Burke en Mali Obomsawin studeerden alle drie aan het fameuze Berklee College of Music in Boston en kunnen uitstekend uit de voeten op meerdere snareninstrumenten. In muzikaal opzicht klinkt het fantastisch, waarbij vooral de viool en staande bas nadrukkelijk de aandacht opeisen, maar ook de gitaarlijnen zijn van een bijzondere schoonheid.
Net als op haar debuut laat Lula Wiles zich nog altijd stevig inspireren door stokoude folk, bluegrass en country, waardoor de plaat zeker in de smaak zal vallen bij de liefhebbers van traditionele Amerikaanse rootsmuziek. Lula Wiles is er echter ook in geslaagd om haar muziek fris te laten klinken, waardoor de Appalachen van honderd jaar geleden fraai samenvloeien met het Boston van nu.
Eleanor Buckland, Isa Burke en Mali Obomsawin kunnen uitstekend uit de voeten op de instrumenten die ze op What Will We Do bespelen, maar kiezen niet voor een aaneenschakeling van muzikale hoogstandjes. De instrumentatie staat in dienst van de songs en van de bijzonder fraaie zang op de plaat.
Lula Wiles tekent op haar tweede plaat voor fluisterzachte en glasheldere zang en voor hemeltergend mooie harmonieën. Zeker wanneer Eleanor Buckland, Isa Burke en Mali Obomsawin samen zingen is What Will We Do bij vlagen van een bijna onwerkelijke schoonheid en stijgt de plaat ver boven het andere aanbod van het moment uit.
Het is knap hoe het drietal uit Boston in muzikaal opzicht het verre verleden en het heden met elkaar weet te verbinden en Eleanor Buckland, Isa Burke en Mali Obomsawin doen dat ook in hun teksten, die teruggrijpen op oude verhalen, maar ook hun licht laten schijnen op het Amerika van nu.
What Will We Do van Lula Wiles heeft zeker raakvlakken met de platen van trio’s als The Pistol Annies, I’m With Her, The Wailin' Jennys en Dixie Chicks, maar heeft op hetzelfde moment ook een geluid dat aan de ene kant dieper is geworteld in tradities en dat aan de andere kant nadrukkelijker een eigen weg zoekt.
Ik vond het debuut van Lula Wiles bijna drie jaar geleden zoals gezegd te weinig onderscheidend, maar de tweede plaat van het drietal uit Boston is juist zeer onderscheidend. Het ene moment sleept Lula Wiles je mee naar de traditionele muziek uit de Appalachen of van de oevers van de Mississippi, dan weer naar de frisse indie-folk van First Aid Kit of juist naar de onthaastende muziek van Gillian Welch en Dave Rawlings. Het levert een plaat op die zich steeds nadrukkelijker opdringt en maar mooier en mooier wordt. Indrukwekkend. Bijzonder indrukwekkend zelfs. Erwin Zijleman
De muziek van Lula Wiles is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het drietal: https://lulawiles.bandcamp.com.
25 januari 2019
Frances Cone - Late Riser
Frances Cone maakt ongrijpbare en bijzondere elektronische muziek die varieert van groots en meeslepend tot rauw en meedogenloos tot zwoele slaapkamerpop
Frances Cone verruilde Brooklyn, New York, vorig jaar voor Nashville, Tennessee, maar het heeft zich niet laten beïnvloeden door de hoofdstad van de Amerikaanse countrymuziek. De muziek van Frances Come is loom en dromerig, soms zelf broeierig en valt op door een veelzijdig elektronisch klankentapijt en al even bijzondere vocalen van met name Christina Cone. Het gekke is dat het duo muziek maakt die ik normaal gesproken graag laat liggen, maar Late Riser van Frances Cone heeft iets intrigerends en iets moois en bedwelmends. Bovendien kan het zomaar inslaan richting een rauwe track of een fris popliedje. Een vat vol tegenstrijdigheden, maar ook een plaat om heerlijk bij weg te dromen.
Na een paar weken met weinig tot geen interessante nieuwe releases, was het vorige week weer ouderwets raak met een stapel nieuwe albums om bang van te worden. Een paar platen sprongen er voor mij direct uit, een paar platen vielen me tegen, maar er zaten ook platen tussen die ik nog een paar keer wilde beluisteren. Late Riser van Frances Cone was een van deze platen.
Nu zijn de platen die in drukke weken niet direct iets met me doen meestal platen die op de stapel verdwijnen, maar Late Riser van Frances Cone liet me maar niet los en doet dat nog steeds niet.
Ik heb niet heel veel informatie over de plaat of over de band. Ik weet dat Frances Cone een duo is dat bestaat uit Christina Cone en Andrew Doherty. De twee werden geboren in South Carolina, formeerden het duo in Brooklyn, New York, en debuteerden een paar jaar geleden met een plaat die ik in ieder geval niet in handen heb gekregen. Voor hun tweede plaat verruilden Christina Cone en Andrew Doherty het mondaine Brooklyn voor Nashville, Tennessee, waar Late Riser het levenslicht zag.
Wat verder nog het vermelden waard is, is dat Christina Cone klassiek geschoold is en een voorliefde heeft voor opera. Tot zover het verhaal van Frances Cone, dat een stuk minder ingewikkeld is dan de muziek van het Amerikaanse tweetal.
Gezien de verhuizing naar Nashville, de hoofdstad van de Amerikaanse countrymuziek, had ik in ieder geval iets van Amerikaanse rootsmuziek verwacht op Late Riser, maar dat is een genre waarmee Frances Cone niet aan de haal gaat.
De tweede plaat van Frances Cone bevat wel rijk georkestreerde elektronische klanken met hier en daar wat breed uitwaaiende gitaren. Het zijn warme, volle en zich langzaam voortslepende klanken, die zowel dromerig als zweverig, maar op een of andere manier ook soulvol klinken.
Het klinkt hier en daar zoals de vele zwoele en elektronische platen die op een slaapkamer in elkaar zijn geknutseld tijdens de nachtelijke uurtjes, maar hiervoor klinkt Late Riser ook weer te uitbundig, zeker wanneer Christina Cone in vocaal opzicht uithaalt.
En zo is de tweede plaat van Late Riser een vat vol tegenstrijdigheden. De instrumentatie is vaak mooi en zweverig, maar kan ook veel ruwer en directer zijn. Hetzelfde geldt voor de zang van Christina Cone en de begeleidende vocalen van Andrew Doherty. Christina Cone kan prachtig zweverig zingen en zeker wanneer ze haar stem in meerdere lagen uit de speakers laat komen is het behoorlijk imponerend wat ze laat horen.
Het doet af en toe wel wat denken aan de muziek van Lucius, maar net als je daar uit bent, gaat het toch weer een hele andere kant op. Frances Cone klinkt vaak als de Eurythmics mogelijk zouden hebben geklonken wanneer Annie Lennox en Dave Stewart nu jong waren geweest, zeker wanneer het tweetal frisse en avontuurlijke popliedjes maakt, maar het duo uit Nashville schuift ook op van zwoele slaapkamerpop naar R&B en pakt zo nu en dan ook met bijna pompeuze klanken of met muziek die die van The Cocteau Twins evenaart qua zweverigheid en ruimtelijkheid, wat zo weer kan worden gevolgd door een hitgevoelige popsong.
Frances Cone maakt muziek die ik qua genre lang niet altijd tot mijn favoriete muziek reken, maar het Amerikaanse duo heeft wat bijzonders en het is iets bijzonders dat me intrigeert en uiteindelijk ook heeft overtuigd. Apart tweetal dat Frances Cone, bijzondere plaat dit Late Riser. Erwin Zijleman
24 januari 2019
Juliana Hatfield - Weird
Juliana Hatfield maakt al sinds het eind van de jaren 80 geweldige platen en ook het zonnige Weird is er weer een om te koesteren
Ik hou al sinds het eind van de jaren 80 van de stem van Juliana Hatfield en sinds het begin van de jaren 90 van haar soloplaten, maar steeds weer weet de Amerikaanse singer-songwriter me te verrassen. Dat doet ze dit keer met op het eerste oor verrassend zonnige en lichtvoetige popliedjes, maar donkere wolken en avontuurlijke uitstapjes zijn gelukkig nooit ver weg. Het persoonlijke Weird is direct herkenbaar als een plaat van Juliana Hatfield, maar toch is hij weer net wat anders dan al die geweldige voorgangers. Ik hield al heel veel van de muziek van Juliana Hatfield, maar door Weird is de liefde weer een beetje sterker.
Na de opvallend aangename plaat met Olivia Newton-John covers van vorig jaar (Juliana Hatfield Sings Olivia Newton-John) is Juliana Hatfield terug met een nieuwe plaat.
De singer-songwriter uit Boston, Massachusetts, heeft inmiddels al een stuk of 15 soloplaten op haar naam staan en dan zijn er ook nog eens de platen die ze maakte met de cultband Blake Babies en zijuitstapjes als Some Girls en The I Don’t Cares (met Paul Westerberg).
Het solowerk van Juliana Hatfield is, zeker in Nederland, niet heel bekend, maar van een opvallend hoog en constant niveau. Twee jaar geleden maakte ze met het venijnige Pussycat, waarop de ze verkiezingswinst van Donald Trump probeerde te verwerken, nog een jaarlijstjesplaat en ook het nu verschenen Weird is weer een hele sterke plaat.
Het is een plaat die, net als alle andere platen van Juliana Hatfield, wordt gedomineerd door haar uit duizenden herkenbare en nog steeds wat meisjesachtige zang. Toch klinkt Weird weer net wat anders dan de andere platen van de Amerikaanse singer-songwriter. Vergeleken met Pussycat klinkt Weird wat minder venijnig en laat Juliana Hatfield de zon weer schijnen met haar muziek.
Een aantal songs op de plaat sluit aan bij de indie-rock die Juliana Hatfield al haar hele leven maakt, maar hier en daar is ook ruimte voor wat zoetere en lichtvoetige popliedjes, waarin bijna achteloos invloeden van de vorig jaar vertolkte songs van Olivia Newton-John zijn verwerkt.
Ik verbaas me vaak over het feit dat Juliana Hatfield ontbreekt in heel veel platenkasten, terwijl ze zo invloedrijk is geweest de afgelopen decennia en nog steeds is. Jonge vrouwelijke singer-songwriters als Soccer Mommy, Lucy Dacus, Phoebe Bridgers en Julien Baker zijn absoluut schatplichtig aan het baanbrekende werk van de singer-songwriter uit Boston, die honingzoet en gruizig al zo lang met elkaar weet te verenigen.
Het is niet eens zo makkelijk om uit te leggen wat ik zo goed vind aan de muziek van Juliana Hatfield, maar ook Weird is weer een warm bad. De melodieën zijn geweldig, de refreinen aanstekelijk, de zang weer bijzonder aangenaam, maar Weird is ook een plaat vol dynamiek en vol verborgen parels en de nodige stekels.
Weird is een persoonlijke plaat, waarop Juliana Hatfield toegeeft aan het gevoel dat ze er vaak alleen voor staat en niet zo goed past op deze wereld als de meeste van haar soortgenoten. Weird is hiermee een ode aan de einzelgänger en weirdo’s en in deze categorie is Juliana Hatfield een bijzondere.
Ze sleutelde de plaat misschien grotendeels alleen in elkaar, maar maakt ook dit keer popliedjes die een hele grote groep muziekliefhebbers in vervoering moeten kunnen brengen. Na het sterke Pussycat laat Weird weer een andere kant van Juliana Hatfield zien en ook deze kant bevalt me zeer. Weird staat immers vol met popliedjes die de fantasie prikkelen en je aan het denken zet, maar het zijn ook popliedjes om zielsgelukkig van te worden. Erwin Zijleman
De muziek van Juliana Hatfield is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://julianahatfield.bandcamp.com.
Ik hou al sinds het eind van de jaren 80 van de stem van Juliana Hatfield en sinds het begin van de jaren 90 van haar soloplaten, maar steeds weer weet de Amerikaanse singer-songwriter me te verrassen. Dat doet ze dit keer met op het eerste oor verrassend zonnige en lichtvoetige popliedjes, maar donkere wolken en avontuurlijke uitstapjes zijn gelukkig nooit ver weg. Het persoonlijke Weird is direct herkenbaar als een plaat van Juliana Hatfield, maar toch is hij weer net wat anders dan al die geweldige voorgangers. Ik hield al heel veel van de muziek van Juliana Hatfield, maar door Weird is de liefde weer een beetje sterker.
Na de opvallend aangename plaat met Olivia Newton-John covers van vorig jaar (Juliana Hatfield Sings Olivia Newton-John) is Juliana Hatfield terug met een nieuwe plaat.
De singer-songwriter uit Boston, Massachusetts, heeft inmiddels al een stuk of 15 soloplaten op haar naam staan en dan zijn er ook nog eens de platen die ze maakte met de cultband Blake Babies en zijuitstapjes als Some Girls en The I Don’t Cares (met Paul Westerberg).
Het solowerk van Juliana Hatfield is, zeker in Nederland, niet heel bekend, maar van een opvallend hoog en constant niveau. Twee jaar geleden maakte ze met het venijnige Pussycat, waarop de ze verkiezingswinst van Donald Trump probeerde te verwerken, nog een jaarlijstjesplaat en ook het nu verschenen Weird is weer een hele sterke plaat.
Het is een plaat die, net als alle andere platen van Juliana Hatfield, wordt gedomineerd door haar uit duizenden herkenbare en nog steeds wat meisjesachtige zang. Toch klinkt Weird weer net wat anders dan de andere platen van de Amerikaanse singer-songwriter. Vergeleken met Pussycat klinkt Weird wat minder venijnig en laat Juliana Hatfield de zon weer schijnen met haar muziek.
Een aantal songs op de plaat sluit aan bij de indie-rock die Juliana Hatfield al haar hele leven maakt, maar hier en daar is ook ruimte voor wat zoetere en lichtvoetige popliedjes, waarin bijna achteloos invloeden van de vorig jaar vertolkte songs van Olivia Newton-John zijn verwerkt.
Ik verbaas me vaak over het feit dat Juliana Hatfield ontbreekt in heel veel platenkasten, terwijl ze zo invloedrijk is geweest de afgelopen decennia en nog steeds is. Jonge vrouwelijke singer-songwriters als Soccer Mommy, Lucy Dacus, Phoebe Bridgers en Julien Baker zijn absoluut schatplichtig aan het baanbrekende werk van de singer-songwriter uit Boston, die honingzoet en gruizig al zo lang met elkaar weet te verenigen.
Het is niet eens zo makkelijk om uit te leggen wat ik zo goed vind aan de muziek van Juliana Hatfield, maar ook Weird is weer een warm bad. De melodieën zijn geweldig, de refreinen aanstekelijk, de zang weer bijzonder aangenaam, maar Weird is ook een plaat vol dynamiek en vol verborgen parels en de nodige stekels.
Weird is een persoonlijke plaat, waarop Juliana Hatfield toegeeft aan het gevoel dat ze er vaak alleen voor staat en niet zo goed past op deze wereld als de meeste van haar soortgenoten. Weird is hiermee een ode aan de einzelgänger en weirdo’s en in deze categorie is Juliana Hatfield een bijzondere.
Ze sleutelde de plaat misschien grotendeels alleen in elkaar, maar maakt ook dit keer popliedjes die een hele grote groep muziekliefhebbers in vervoering moeten kunnen brengen. Na het sterke Pussycat laat Weird weer een andere kant van Juliana Hatfield zien en ook deze kant bevalt me zeer. Weird staat immers vol met popliedjes die de fantasie prikkelen en je aan het denken zet, maar het zijn ook popliedjes om zielsgelukkig van te worden. Erwin Zijleman
De muziek van Juliana Hatfield is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://julianahatfield.bandcamp.com.
23 januari 2019
Deerhunter - Why Hasn't Everything Already Disappeared?
Deerhunter maakt haar beste plaat tot dusver en overtuigt met popliedjes die soms schaamteloos toegankelijk klinken maar ook continu de fantasie prikkelen
Ik was tot voor kort geen groot Deerhunter fan, maar de platen van de band uit Athens, Georgia, kunnen wel altijd op mijn aandacht rekenen. Deerhunter schoof een paar jaar geleden al wat op richting toegankelijkere en meer elektronische popsongs en het trekt deze lijn op fascinerende wijze door. Why Hasn't Everything Already Disappeared? is een plaat vol popsongs die het oor genadeloos strelen, maar het is ook een vat vol tegenstrijdigheden, dat steeds net iets anders doet dan je had verwacht. Muziek van Deerhunter vond ik tot dusver aangenaam, maar het vervloog ook snel. Dat is dit keer anders, want wat blijft deze plaat lekker hangen.
Ik heb inmiddels al een jaar of 15 een moeizame relatie met de muziek van de Amerikaanse band Deerhunter. Bij vlagen vind ik het prachtig, maar ik vind de muziek van de band uit Atlanta, Georgia, minstens even vaak te ongrijpbaar of juist te toegankelijk.
Met name Halcyon Digest uit 2013 en Fading Frontier uit 2015 vond ik prima platen en ik heb ze dan ook geprezen op deze BLOG, maar het zijn ook platen waar ik sinds het schrijven van de recensies niet of nauwelijks meer naar heb geluisterd.
Op Fading Frontier bewoog de Amerikaanse band zich langzaam maar zeker richting toegankelijke en lekker in het gehoor liggende, maar ook in artistiek opzicht interessante popliedjes. Het is een lijn die op overtuigende wijze wordt doorgetrokken op het deze week verschenen Why Hasn't Everything Already Disappeared?, dat ik na een paar keer horen heb beluisterd als de beste Deerhunter plaat tot dusver.
Op Fading Frontier werd het geluid van Deerhunter al met meer elektronica ingekleurd dan ik van de band gewend was en deze lijn is nog een flink stuk doorgetrokken op de nieuwe plaat van de Amerikaanse band. Veel songs op Why Hasn't Everything Already Disappeared? Worden gedomineerd door synths en zelfs al ik blazers, strijkers en gitaren hoor vraag ik me af of ze niet uit een doosje komen. Het is me verder om het even, want het geluid op Why Hasn't Everything Already Disappeared? is ondanks alle elektronica warm en gloedvol.
De nieuwe plaat van Deerhunter werd opgenomen in Marfa, Texas, waar, toch wel wat verrassend, de Britse singer-songwriter Cate LeBon aanschoof als producer. Cate LeBon heeft stiekem wat Britse invloeden in de muziek van Deerhunter gefietst, want bij beluistering van de nieuwe plaat van de Amerikanen had ik onder andere associaties met de muziek van The Blue Nile, Prefab Sprout, China Crisis en The Lotus Eaters.
Wanneer deze associaties opduiken maakt Deerhunter muziek die zich heeft laten beïnvloeden door de zoete popmuziek uit de jaren 80, maar op Why Hasn't Everything Already Disappeared? hoor ik nog veel meer.
Het ene moment neemt Deerhunter je mee terug naar de tijdloze popmuziek uit de jaren 90, het volgende moment is de band vaandeldrager van de hedendaagse indie-pop. De ene keer hoor ik invloeden uit het vroege werk van Roxy Music of uit de avontuurlijke muziek van Peter Gabriel, het volgende moment zijn de songs van Deerhunter zo schaamteloos aanstekelijk dat ook bands als Snow Patrol en Coldplay er mee zouden scoren, maar ook invloeden uit de elektronische popmuziek van de late jaren 70 duiken met enige regelmaat op.
Het is knap hoe Deerhunter de balans weet te bewaren tussen bijna hitgevoelige popmuziek en popmuziek die de fantasie prikkelt. Het zorgt ervoor dat de band zich waarschijnlijk niet zal scharen onder de allergrootsten, maar het zorgt er ook voor dat Deerhunter ook voor de serieuzere en avontuurlijkere muziekliefhebber interessant blijft.
Why Hasn't Everything Already Disappeared? is een plaat die ook een paar jaar geleden gemaakt had kunnen worden door The Arcade Fire of een jaar of twintig geleden door Pulp, maar het is ook een plaat die het unieke stempel van Deerhunter draagt. Het is een stempel dat me tot dusver lang niet altijd weet te overtuigen, maar op de nieuwe plaat van de band zijn de songs onweerstaanbaarder en graven ze op hetzelfde moment dieper, bijvoorbeeld in de teksten, die met verbazing kijken naar de wereld waarin we leven. Ik ben voor het eerst echt helemaal om. Erwin Zijleman
Ik was tot voor kort geen groot Deerhunter fan, maar de platen van de band uit Athens, Georgia, kunnen wel altijd op mijn aandacht rekenen. Deerhunter schoof een paar jaar geleden al wat op richting toegankelijkere en meer elektronische popsongs en het trekt deze lijn op fascinerende wijze door. Why Hasn't Everything Already Disappeared? is een plaat vol popsongs die het oor genadeloos strelen, maar het is ook een vat vol tegenstrijdigheden, dat steeds net iets anders doet dan je had verwacht. Muziek van Deerhunter vond ik tot dusver aangenaam, maar het vervloog ook snel. Dat is dit keer anders, want wat blijft deze plaat lekker hangen.
Ik heb inmiddels al een jaar of 15 een moeizame relatie met de muziek van de Amerikaanse band Deerhunter. Bij vlagen vind ik het prachtig, maar ik vind de muziek van de band uit Atlanta, Georgia, minstens even vaak te ongrijpbaar of juist te toegankelijk.
Met name Halcyon Digest uit 2013 en Fading Frontier uit 2015 vond ik prima platen en ik heb ze dan ook geprezen op deze BLOG, maar het zijn ook platen waar ik sinds het schrijven van de recensies niet of nauwelijks meer naar heb geluisterd.
Op Fading Frontier bewoog de Amerikaanse band zich langzaam maar zeker richting toegankelijke en lekker in het gehoor liggende, maar ook in artistiek opzicht interessante popliedjes. Het is een lijn die op overtuigende wijze wordt doorgetrokken op het deze week verschenen Why Hasn't Everything Already Disappeared?, dat ik na een paar keer horen heb beluisterd als de beste Deerhunter plaat tot dusver.
Op Fading Frontier werd het geluid van Deerhunter al met meer elektronica ingekleurd dan ik van de band gewend was en deze lijn is nog een flink stuk doorgetrokken op de nieuwe plaat van de Amerikaanse band. Veel songs op Why Hasn't Everything Already Disappeared? Worden gedomineerd door synths en zelfs al ik blazers, strijkers en gitaren hoor vraag ik me af of ze niet uit een doosje komen. Het is me verder om het even, want het geluid op Why Hasn't Everything Already Disappeared? is ondanks alle elektronica warm en gloedvol.
De nieuwe plaat van Deerhunter werd opgenomen in Marfa, Texas, waar, toch wel wat verrassend, de Britse singer-songwriter Cate LeBon aanschoof als producer. Cate LeBon heeft stiekem wat Britse invloeden in de muziek van Deerhunter gefietst, want bij beluistering van de nieuwe plaat van de Amerikanen had ik onder andere associaties met de muziek van The Blue Nile, Prefab Sprout, China Crisis en The Lotus Eaters.
Wanneer deze associaties opduiken maakt Deerhunter muziek die zich heeft laten beïnvloeden door de zoete popmuziek uit de jaren 80, maar op Why Hasn't Everything Already Disappeared? hoor ik nog veel meer.
Het ene moment neemt Deerhunter je mee terug naar de tijdloze popmuziek uit de jaren 90, het volgende moment is de band vaandeldrager van de hedendaagse indie-pop. De ene keer hoor ik invloeden uit het vroege werk van Roxy Music of uit de avontuurlijke muziek van Peter Gabriel, het volgende moment zijn de songs van Deerhunter zo schaamteloos aanstekelijk dat ook bands als Snow Patrol en Coldplay er mee zouden scoren, maar ook invloeden uit de elektronische popmuziek van de late jaren 70 duiken met enige regelmaat op.
Het is knap hoe Deerhunter de balans weet te bewaren tussen bijna hitgevoelige popmuziek en popmuziek die de fantasie prikkelt. Het zorgt ervoor dat de band zich waarschijnlijk niet zal scharen onder de allergrootsten, maar het zorgt er ook voor dat Deerhunter ook voor de serieuzere en avontuurlijkere muziekliefhebber interessant blijft.
Why Hasn't Everything Already Disappeared? is een plaat die ook een paar jaar geleden gemaakt had kunnen worden door The Arcade Fire of een jaar of twintig geleden door Pulp, maar het is ook een plaat die het unieke stempel van Deerhunter draagt. Het is een stempel dat me tot dusver lang niet altijd weet te overtuigen, maar op de nieuwe plaat van de band zijn de songs onweerstaanbaarder en graven ze op hetzelfde moment dieper, bijvoorbeeld in de teksten, die met verbazing kijken naar de wereld waarin we leven. Ik ben voor het eerst echt helemaal om. Erwin Zijleman
22 januari 2019
Sharon Van Etten - Remind Me Tomorrow
Sharon Van Etten kiest voor een elektronischer en zwaarder aangezet geluid, maar blijft gelukkig ook gewoon Sharon Van Etten
Ik lees nogal wat kritische woorden over de productie van de nieuwe plaat van Sharon van Etten, maar persoonlijk kan ik zwaar aangezette en veel elektronischere geluid van topproducer John Congleton wel waarderen. Remind Me Tomorrow klinkt anders dan zijn voorgangers, maar is desondanks een echte Sharon van Etten plaat met emotievolle en gepassioneerde vocalen en bloedstollend mooie songs, die vaak een voorkeur voor donkere of zelfs duistere tinten lijken te hebben. De nieuwe van Sharon Van Etten is bovendien een plaat die steeds nieuwe dingen laat horen en daarom lang aan kracht wint.
Remind Me Tomorrow, de nieuwe plaat van Sharon Van Etten, roept de eerste dagen na de release nogal gemengde reacties op. De een vindt het fantastisch, de ander vindt het zwaar tegenvallen; een tussenweg lijkt er niet te zijn.
Direct bij eerste beluistering heb ik gekozen voor het eerste kamp en ook na flink wat keren horen vind ik de nieuwe plaat van Sharon Van Etten erg goed. Heel erg goed zelfs.
Nu was ik ook wel toe aan een nieuwe plaat van de Amerikaanse muzikante, want haar tot voor kort laatste wapenfeit, Are We There, stamt uit het voorjaar van 2014. Sharon Van Etten werd sinds die behoorlijk donkere plaat moeder en ontdekte dat de liefde ook mooi kan zijn.
Overigens verscheen vorig jaar een reissue van Sharon Van Etten’s debuut Because I Was In Love uit 2009. Het was een plaat die destijds nauwelijks aandacht trok, maar het is een hele mooie plaat, die het talent van de Amerikaanse al nadrukkelijk laat horen. Het is ook een plaat die mijlenver is verwijderd van het deze week verschenen Remind Me Tomorrow. Waar het debuut van Sharon Van Etten een uiterst ingetogen en zeer spaarzaam geproduceerde plaat is, valt Remind Me Tomorrow op door een vol en bij vlagen zwaar aangezet geluid.
Het is een geluid waarvoor de zeer ervaren producer John Congleton heeft getekend. Deze John Congleton heeft een CV om bang van te worden en is onder andere bekend van het zwaar aangezette elektronische geluid waarmee St. Vincent de wereld heeft veroverd de afgelopen jaren. Een aantal tracks op Remind Me Tomorrow doet wel wat denken aan de zwaar aangezette elektronische muziek van St. Vincent en het is in deze tracks dat Sharon Van Etten het verst is afgedwaald van haar zo bijzondere eigen geluid.
Het zijn ook deze tracks die waarschijnlijk de meeste weerstand oproepen bij een ieder die Epic uit 2010, Tramp uit 2012 of Are We There uit 2014 in zijn of haar jaarlijstje zette, maar het zijn ook tracks die op Remind Me Tomorrow in de minderheid zijn. Veel tracks op de plaat zijn wat mij betreft niet eens zo heel ver verwijderd van de Sharon Van Etten die we kennen. Natuurlijk heeft John Congleton de nodige elektronica toegevoegd aan het geluid van Sharon Van Etten, maar de donkere sfeer en de onderhuidse spanning die haar vorige plaat zo mooi en bijzonder maakte zijn gebleven, net als de subtiliteit.
Sharon van Etten heeft zich bij het schrijven van de songs van haar nieuwe plaat naar verluidt laten beïnvloeden door Nick Cave en Portishead en met name invloeden van de laatste band zijn goed hoorbaar. Ik kan daar van alles aan toevoegen (variërend van PJ Harvey tot Florence + The Machine), maar uiteindelijk hoor ik toch vooral Sharon Van Etten.
Ik kan me voorstellen dat het vollere en elektronischere geluid van Sharon Van Etten niet bij iedereen in de smaak valt, maar aan de andere kant is het een bijzonder smaakvol en avontuurlijk geluid, dat steeds weer bijzondere dingen laat horen en prima past bij de emotievolle en gepassioneerde vocalen van Sharon Van Etten en haar intense songs. Het zijn vocalen die een extra lading krijgen door de vaak duistere en zwaar aangezette klanken, wat weer flink gecontrasteerd met de toch net wat toegankelijkere popsongs van de Amerikaanse muzikante, maar ook fraai tegenwicht geeft aan de enkele wat meer ingetogen songs op de plaat.
Uiteindelijk vind ik het verschil met de vorige platen van Sharon Van Etten niet eens zo groot en zijn haar bijzondere zang, haar vaak wat beklemmende en opvallend intense songs (het is niet zo gek dat ze mocht bijdragen aan Twin Peaks) en het hoge niveau van deze songs vaste waarden. Het levert een plaat op die wat mij betreft alleen maar mooier wordt, die me in een steeds stevigere wurggreep houdt en die zeker niet misstaat naast de terecht zo bejubelde voorgangers. Erwin Zijleman
De muziek van Sharon Van Etten is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://sharonvanetten.bandcamp.com/album/remind-me-tomorrow.
Ik lees nogal wat kritische woorden over de productie van de nieuwe plaat van Sharon van Etten, maar persoonlijk kan ik zwaar aangezette en veel elektronischere geluid van topproducer John Congleton wel waarderen. Remind Me Tomorrow klinkt anders dan zijn voorgangers, maar is desondanks een echte Sharon van Etten plaat met emotievolle en gepassioneerde vocalen en bloedstollend mooie songs, die vaak een voorkeur voor donkere of zelfs duistere tinten lijken te hebben. De nieuwe van Sharon Van Etten is bovendien een plaat die steeds nieuwe dingen laat horen en daarom lang aan kracht wint.
Remind Me Tomorrow, de nieuwe plaat van Sharon Van Etten, roept de eerste dagen na de release nogal gemengde reacties op. De een vindt het fantastisch, de ander vindt het zwaar tegenvallen; een tussenweg lijkt er niet te zijn.
Direct bij eerste beluistering heb ik gekozen voor het eerste kamp en ook na flink wat keren horen vind ik de nieuwe plaat van Sharon Van Etten erg goed. Heel erg goed zelfs.
Nu was ik ook wel toe aan een nieuwe plaat van de Amerikaanse muzikante, want haar tot voor kort laatste wapenfeit, Are We There, stamt uit het voorjaar van 2014. Sharon Van Etten werd sinds die behoorlijk donkere plaat moeder en ontdekte dat de liefde ook mooi kan zijn.
Overigens verscheen vorig jaar een reissue van Sharon Van Etten’s debuut Because I Was In Love uit 2009. Het was een plaat die destijds nauwelijks aandacht trok, maar het is een hele mooie plaat, die het talent van de Amerikaanse al nadrukkelijk laat horen. Het is ook een plaat die mijlenver is verwijderd van het deze week verschenen Remind Me Tomorrow. Waar het debuut van Sharon Van Etten een uiterst ingetogen en zeer spaarzaam geproduceerde plaat is, valt Remind Me Tomorrow op door een vol en bij vlagen zwaar aangezet geluid.
Het is een geluid waarvoor de zeer ervaren producer John Congleton heeft getekend. Deze John Congleton heeft een CV om bang van te worden en is onder andere bekend van het zwaar aangezette elektronische geluid waarmee St. Vincent de wereld heeft veroverd de afgelopen jaren. Een aantal tracks op Remind Me Tomorrow doet wel wat denken aan de zwaar aangezette elektronische muziek van St. Vincent en het is in deze tracks dat Sharon Van Etten het verst is afgedwaald van haar zo bijzondere eigen geluid.
Het zijn ook deze tracks die waarschijnlijk de meeste weerstand oproepen bij een ieder die Epic uit 2010, Tramp uit 2012 of Are We There uit 2014 in zijn of haar jaarlijstje zette, maar het zijn ook tracks die op Remind Me Tomorrow in de minderheid zijn. Veel tracks op de plaat zijn wat mij betreft niet eens zo heel ver verwijderd van de Sharon Van Etten die we kennen. Natuurlijk heeft John Congleton de nodige elektronica toegevoegd aan het geluid van Sharon Van Etten, maar de donkere sfeer en de onderhuidse spanning die haar vorige plaat zo mooi en bijzonder maakte zijn gebleven, net als de subtiliteit.
Sharon van Etten heeft zich bij het schrijven van de songs van haar nieuwe plaat naar verluidt laten beïnvloeden door Nick Cave en Portishead en met name invloeden van de laatste band zijn goed hoorbaar. Ik kan daar van alles aan toevoegen (variërend van PJ Harvey tot Florence + The Machine), maar uiteindelijk hoor ik toch vooral Sharon Van Etten.
Ik kan me voorstellen dat het vollere en elektronischere geluid van Sharon Van Etten niet bij iedereen in de smaak valt, maar aan de andere kant is het een bijzonder smaakvol en avontuurlijk geluid, dat steeds weer bijzondere dingen laat horen en prima past bij de emotievolle en gepassioneerde vocalen van Sharon Van Etten en haar intense songs. Het zijn vocalen die een extra lading krijgen door de vaak duistere en zwaar aangezette klanken, wat weer flink gecontrasteerd met de toch net wat toegankelijkere popsongs van de Amerikaanse muzikante, maar ook fraai tegenwicht geeft aan de enkele wat meer ingetogen songs op de plaat.
Uiteindelijk vind ik het verschil met de vorige platen van Sharon Van Etten niet eens zo groot en zijn haar bijzondere zang, haar vaak wat beklemmende en opvallend intense songs (het is niet zo gek dat ze mocht bijdragen aan Twin Peaks) en het hoge niveau van deze songs vaste waarden. Het levert een plaat op die wat mij betreft alleen maar mooier wordt, die me in een steeds stevigere wurggreep houdt en die zeker niet misstaat naast de terecht zo bejubelde voorgangers. Erwin Zijleman
De muziek van Sharon Van Etten is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://sharonvanetten.bandcamp.com/album/remind-me-tomorrow.
21 januari 2019
Liz Brasher - Painted Image
Jonge Amerikaanse zangeres haalt de soul uit haar tenen, maar imponeert pas echt in de power ballads die je compleet omver blazen
Liz Brasher treedt op haar debuut in de voetsporen van grote zangeressen uit de Southern soul, vult de leegte die Amy Winehouse heeft achtergelaten, maar kan nog veel meer. Wanneer ze kiest voor pop zingt ze de pannen van het dak, maar de Amerikaanse zangeres kan ook uit de voeten met gedreven gospel of weemoedige blues. In vocaal opzicht is het smullen, maar ook de instrumentatie op Painted Image is een kunststukje. De plaat neemt je mee terug naar de hoogtijdagen van de Southern soul, maar voegt talloze accenten van recentere datum toe. De concurrentie is moordend voor Liz Brasher, maar ik kies zonder een spoor van twijfel voor deze getalenteerde dame.
De Amerikaanse zangeres Liz Brasher debuteerde in het voorjaar van 2018 met de prima EP Outcast. Op de op het Fat Possum label verschenen EP maakte de in North Carolina opgegroeide zangeres indruk met een authentiek klinkend soulgeluid, dat af en toe flirtte met Southern Rock. Alle reden dus om uit te zien naar haar debuutalbum.
Liz Brasher maakte als kind en als lid van het plaatselijke kerkkoor kennis met gospel, ontdekte de rijke geschiedenis van de soulmuziek toen ze naar Chicago verhuisde en ontdekte haar eigen soulstem toen ze zich in Memphis, Tennessee, had gevestigd.
De keuze voor Memphis, Tennessee, is geen toevallige. Luister naar Painted Image, het debuutalbum van Liz Brasher, en je wordt meer dan eens mee teruggenomen naar de hoogtijdagen van de Memphis soul. Liz Brasher nam haar debuut op in twee legendarische studio’s in Memphis en deed een beroep op gelouterde muzikanten, die prima weten hoe een goede soulplaat moet klinken.
Painted Image schuurt tegen de groten uit de Southern soul aan, doet me meer dan eens denken aan de muziek waarmee Amy Winehouse een wereldster werd, maar Liz Brasher toont op haar debuut toch net wat meer lef dan de meeste van haar soortgenoten. De authentiek klinkende soul wordt hier en daar verruild voor donker en broeierig klinkende popmuziek vol grootse uithalen. Painted Image heeft dan raakvlakken met Ellen Foley’s briljante Nightout of schuift op richting de even krachtige blue-eyed soul van Dusty Springfield.
Liz Brasher heeft hiernaast dezelfde voorliefde voor retro als bijvoorbeeld Nicole Atkins, maar kan ook kiezen voor songs die weer eerder in het hokje singer-songwriter muziek passen of kiezen voor gospel of blues. Ik kan me voorstellen dat veel muziekliefhebbers behoefte hebben aan wat meer focus, maar mij bevalt het wispelturige karakter van Painted Image wel.
Liz Brasher beschikt over een stem die alle kanten op kan. Ze kan heerlijk soulvol klinken, maar ook pop en folk zet ze moeiteloos naar haar hand. Het is bovendien een stem met een eigen karakter, die zich niet zomaar laat vergelijken met een stem uit het verleden.
Het is een stem die nog wat verder wordt opgetild door de bijzonder fraaie instrumentatie op Painted Image. Wanneer de blazers aanzwellen heeft de soul direct gewonnen op het debuut van Liz Brasher, maar wanneer het orgeltje warm en mysterieus klinkt en de gitaren op fraaie wijze de ruimte vullen, schiet de muziek van de Amerikaanse singer-songwriter direct een andere kant op en hetzelfde gebeurt wanneer weemoedige strijkers domineren.
Het zorgt ervoor dat Liz Brasher de aandacht veel makkelijker vasthoudt dan al die jonge soulzangeressen die een graantje mee willen pikken van het enorme gat dat Amy Winehouse een paar jaar geleden heeft achtergelaten. In de meest soulvolle momenten vult Liz Brasher dit gat op indrukwekkende wijze, maar Painted Image doet nog veel meer. Bezwerende gospel, melancholische blues, dampende soul of een popballad waarin de zangeres uit Memphis de pannen van het dak zingt; Painted Image heeft het allemaal en hoe vaker ik naar de plaat luister hoe meer ik Liz Brasher geloof.
Wanneer je een stem hebt als Liz Brasher en een beroep kunt doen op de muzikanten die meespelen op Painted Image is het maken van een acceptabele plaat niet zo moeilijk, maar het debuut van Liz Brasher is veel meer dan een acceptabele plaat. In het begin vond ik het jammer dat ze niet vol had gekozen voor de soul, maar inmiddels zijn het vooral de power ballads die goed zijn voor kippenvel en iedere keer is het weer wat meer. Erwin Zijleman
De muziek van Liz Brasher is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://lizbrasher.bandcamp.com/album/painted-image.
Liz Brasher treedt op haar debuut in de voetsporen van grote zangeressen uit de Southern soul, vult de leegte die Amy Winehouse heeft achtergelaten, maar kan nog veel meer. Wanneer ze kiest voor pop zingt ze de pannen van het dak, maar de Amerikaanse zangeres kan ook uit de voeten met gedreven gospel of weemoedige blues. In vocaal opzicht is het smullen, maar ook de instrumentatie op Painted Image is een kunststukje. De plaat neemt je mee terug naar de hoogtijdagen van de Southern soul, maar voegt talloze accenten van recentere datum toe. De concurrentie is moordend voor Liz Brasher, maar ik kies zonder een spoor van twijfel voor deze getalenteerde dame.
De Amerikaanse zangeres Liz Brasher debuteerde in het voorjaar van 2018 met de prima EP Outcast. Op de op het Fat Possum label verschenen EP maakte de in North Carolina opgegroeide zangeres indruk met een authentiek klinkend soulgeluid, dat af en toe flirtte met Southern Rock. Alle reden dus om uit te zien naar haar debuutalbum.
Liz Brasher maakte als kind en als lid van het plaatselijke kerkkoor kennis met gospel, ontdekte de rijke geschiedenis van de soulmuziek toen ze naar Chicago verhuisde en ontdekte haar eigen soulstem toen ze zich in Memphis, Tennessee, had gevestigd.
De keuze voor Memphis, Tennessee, is geen toevallige. Luister naar Painted Image, het debuutalbum van Liz Brasher, en je wordt meer dan eens mee teruggenomen naar de hoogtijdagen van de Memphis soul. Liz Brasher nam haar debuut op in twee legendarische studio’s in Memphis en deed een beroep op gelouterde muzikanten, die prima weten hoe een goede soulplaat moet klinken.
Painted Image schuurt tegen de groten uit de Southern soul aan, doet me meer dan eens denken aan de muziek waarmee Amy Winehouse een wereldster werd, maar Liz Brasher toont op haar debuut toch net wat meer lef dan de meeste van haar soortgenoten. De authentiek klinkende soul wordt hier en daar verruild voor donker en broeierig klinkende popmuziek vol grootse uithalen. Painted Image heeft dan raakvlakken met Ellen Foley’s briljante Nightout of schuift op richting de even krachtige blue-eyed soul van Dusty Springfield.
Liz Brasher heeft hiernaast dezelfde voorliefde voor retro als bijvoorbeeld Nicole Atkins, maar kan ook kiezen voor songs die weer eerder in het hokje singer-songwriter muziek passen of kiezen voor gospel of blues. Ik kan me voorstellen dat veel muziekliefhebbers behoefte hebben aan wat meer focus, maar mij bevalt het wispelturige karakter van Painted Image wel.
Liz Brasher beschikt over een stem die alle kanten op kan. Ze kan heerlijk soulvol klinken, maar ook pop en folk zet ze moeiteloos naar haar hand. Het is bovendien een stem met een eigen karakter, die zich niet zomaar laat vergelijken met een stem uit het verleden.
Het is een stem die nog wat verder wordt opgetild door de bijzonder fraaie instrumentatie op Painted Image. Wanneer de blazers aanzwellen heeft de soul direct gewonnen op het debuut van Liz Brasher, maar wanneer het orgeltje warm en mysterieus klinkt en de gitaren op fraaie wijze de ruimte vullen, schiet de muziek van de Amerikaanse singer-songwriter direct een andere kant op en hetzelfde gebeurt wanneer weemoedige strijkers domineren.
Het zorgt ervoor dat Liz Brasher de aandacht veel makkelijker vasthoudt dan al die jonge soulzangeressen die een graantje mee willen pikken van het enorme gat dat Amy Winehouse een paar jaar geleden heeft achtergelaten. In de meest soulvolle momenten vult Liz Brasher dit gat op indrukwekkende wijze, maar Painted Image doet nog veel meer. Bezwerende gospel, melancholische blues, dampende soul of een popballad waarin de zangeres uit Memphis de pannen van het dak zingt; Painted Image heeft het allemaal en hoe vaker ik naar de plaat luister hoe meer ik Liz Brasher geloof.
Wanneer je een stem hebt als Liz Brasher en een beroep kunt doen op de muzikanten die meespelen op Painted Image is het maken van een acceptabele plaat niet zo moeilijk, maar het debuut van Liz Brasher is veel meer dan een acceptabele plaat. In het begin vond ik het jammer dat ze niet vol had gekozen voor de soul, maar inmiddels zijn het vooral de power ballads die goed zijn voor kippenvel en iedere keer is het weer wat meer. Erwin Zijleman
De muziek van Liz Brasher is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://lizbrasher.bandcamp.com/album/painted-image.
Abonneren op:
Posts (Atom)