29 april 2024

Françoiz Breut - Vif!

Françoiz Breut draait inmiddels al zo’n 25 jaar mee en weet ook op haar nieuwe album Vif! weer te verrassen met een bonte mix van invloeden, die zowel van binnen als buiten de Franse landsgrenzen komen
Het was lang geleden dat ik naar de muziek van Françoiz Breut had geluisterd. Ik had de Franse muzikante hoog zitten toen ze rond het begin van dit millennium een aantal mooie en interessante albums uitbracht, maar uiteindelijk verloor ik haar uit het oog. Met Vif! laat de Franse muzikante horen dat ze nog steeds interessante muziek maakt. Vif! neemt je mee terug naar het Parijs van de jaren 60 en 70, maar ook de psychedelica van de Amerikaanse westkust uit deze periode heeft een plekje gekregen op het album dat continu bezweert, maar ook continu de fantasie prikkelt met verrassende wendingen en invloeden. Vif! krijgt niet veel aandacht, maar ik zou dit album zeker niet laten liggen.



Guuz Hoogaerts, ook bekend als Guuzbourg, van de website Filles Sourires adviseerde me een paar dagen geleden om eens te luisteren naar het nieuwe album van Françoiz Breut. Het is een naam die bij mij direct herinneringen opriep, al moest ik er wel een stuk voor terug in de tijd. De Franse muzikante debuteerde in 1998 met een titelloos en buitengewoon stemmig album, waarop invloeden uit het Franse chanson werden gecombineerd met invloeden uit de Britse en Amerikaanse folk en wat exotische invloeden. 

Op het prachtige Vingt A Trente Mille Jours uit 2001, voor mij destijds een jaarlijstjesalbum, verwerkte de Franse muzikante nog veel meer invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek en vermengde ze spaghetti westerns met Franse cultfilms. Une Saison Volée klonk in 2005 als een album dat Serge Gainsbourg graag zou hebben geproduceerd en dat gold ook voor het prachtige À l'Aveuglette uit 2008, dat ook goed scoorde in mijn jaarlijstje. Françoiz Breut behoorde destijds absoluut bij het beste dat de Franse popmuziek te bieden had, maar haar albums waren wat te eigenzinnig om mee te kunnen liften op het succes van de Franse zuchtmeisjes. 

Françoiz Breut kreeg helaas steeds minder aandacht, waardoor ik het in 2012 uitgebrachte La Chirurgie Des Sentiments, het in 2016 verschenen Zoo, het uit 2021 stammende Flux Flou De La Foule, het in 2022 uitgebrachte Grand Déménagement en het vorig jaar samen met Don Niño gemaakte covers album Cover Songs In Inferno helemaal heb gemist. Dat was zonder de tip van Guuz Hoogaerts ook zeker gebeurd met het vorige week verschenen Vif!, want ook het tiende album van Françoiz Breut kwam ik vorige week in geen enkele releaselijst tegen. 

Ik ga de schade van de afgelopen vijftien jaar nog inhalen, maar voorlopig concentreer ik me op Vif! dat niet alleen een typisch Françoiz Breut album is, maar bovendien een album dat echt meer aandacht verdient dan het album tot dusver krijgt. Het is een typisch Françoiz Breut album omdat de Franse muzikante ook dit keer uiteenlopende invloeden verwerkt in haar muziek. 

Het is ook dit keer muziek waarvoor Serge Gainsbourg zich niet zou hebben geschaamd. Vif! heeft meer dan eens de sfeer van de Franse alternatieve popmuziek en filmmuziek uit de jaren 60 en 70, maar Françoiz Breut vindt haar inspiratie ook buiten de Franse landsgrenzen. Zeker de tracks waarin orgels en synths het geluid bepalen storten een flinke dosis Amerikaanse Westcoast psychedelica over je uit. Het zijn tracks met wat monotone baslijnen, fraai drumwerk en flink wat elektronica, wat wordt gecombineerd met de bezwerende zang van Françoiz Breut. 

Wanneer de analoge synths de overhand hebben hoor ik zelfs een vleugje prog op het album, waarna er ook nog een subtiel snufje dub voorbij komt. Het combineert allemaal fraai met de invloeden uit het Franse chanson, want ook die invloeden eert Françoiz Breut op fraaie wijze in haar songs die in niets lijken op de songs van andere Franse singer-songwriters van het moment. 

Het is knap hoe ze inmiddels ruim 25 jaar aan de weg timmert met albums die buiten de lijntjes van de Franse popmuziek kleuren en op de albums die ik ken is het niveau opvallend hoog. Ik ben dan ook heel blij met het prachtige Vif! dat de muziek van Françoiz Breut weer onder mijn aandacht heeft gebracht. Jammer dat ik haar de afgelopen vijftien jaar over het hoofd heb gezien, maar dat levert wel een stapeltje waarschijnlijk ook zeer interessante albums op. Erwin Zijleman


Vif! van Françoiz Breut is verkrijgbaar via de Mania webshop:


28 april 2024

Sonic Youth - Daydream Nation (1988)

Sonic Youth leverde gedurende haar bestaan een stapeltje geweldige albums af, maar op het dubbelalbum Daydream Nation uit 1988 vindt de band de perfecte balans tussen toegankelijke indierock en ongeremde experimenteerdrang
Het einde van het huwelijk van Kim Gordon en Thurston Moore betekende helaas ook het einde van Sonic Youth, maar de band maakte in haar dertig jaar durende bestaan veel bijzondere muziek. Mijn persoonlijke favoriet in het oeuvre van de band is Daydream Nation uit 1988. Het is een album dat een brug slaat tussen de experimentele kant van Sonic Youth en de rockband Sonic Youth. Daydream Nation is een relatief toegankelijk album, maar concessies doet de band uit New York niet. Het gitaarwerk op het album is weergaloos, maar luister zeker ook naar de ritmesectie en naar de onweerstaanbare zang van Kim Gordon. Ik koester meerdere Sonic Youth albums, maar Daydream Nation springt er voor mij nog altijd uit.



De Amerikaanse band Sonic Youth werd in 1981 door Thurston Moore, Kim Gordon en Lee Ranaldo geformeerd in New York. De band zag naast dit drietal meerdere bandleden komen en gaan, maar Steve Shelley was het grootste deel van de tijd de drummer van de band. Toen in 2011 het huwelijk van Kim Gordon en Thurston Moore op de klippen liep, viel na dertig jaar definitief het doek voor Sonic Youth. 

In die dertig jaar leverde de band zo’n twintig reguliere albums af, waarvan er een aantal me zeer dierbaar zijn. Als ik een stapeltje favoriete Sonic Youth albums moet selecteren kom ik uit bij Sister uit 1987, Goo uit 1990, Dirty uit 1992, Murray St. uit 2002 en het slotakkoord The Eternal uit 2009, maar met afstand mijn favoriete Sonic Youth album is Daydream Nation uit 1988. Dat is deels bepaald door persoonlijke herinneringen aan het album en de tijd waarin het werd uitgebracht, maar ook objectief bezien is Daydream Nation een van de betere albums van Sonic Youth. 

De muziek van de band uit New York was in eerste instantie nogal experimenteel, maar op Sister uit 1987 schoof de band op richting wat toegankelijkere rocksongs. Die rocksongs werden geperfectioneerd op het een jaar later verschenen Daydream Nation. Wanneer ik Daydream Nation vergelijk met de andere (indie)rock albums die aan het eind van de jaren 80 verschenen klinkt Daydream Nation op het eerste gehoor een stuk rommeliger en experimenteler, maar wanneer je de tijd neemt voor het ruim een uur durende dubbelalbum valt al snel alles op zijn plek. 

Centraal in het geluid van Sonic Youth op Daydream Nation staat het gitaarspel van Thurston Moore en Lee Ranaldo. De twee gitaristen spelen toegankelijke riffs, maar verrassen ook song na song met heerlijk in en uit elkaar draaiende gitaarakkoorden. De baslijnen van Kim Gordon en Steve Shelley vallen wat minder op, maar vormen het cement dat het gitaarwerk bij elkaar houdt. 

In muzikaal opzicht werd in het geval van Sonic Youth meestal volstaan met het opplakken van het etiket noiserock, maar het geluid van de band is een bonte mix van invloeden variërend van garagerock, hardcore en psychedelica tot punk, indierock en collegerock. Op Daydream Nation is Sonic Youth zoals gezegd wat opgeschoven richting net wat toegankelijkere rocksongs, maar de band uit New York laat zich ook op een van haar meest toegankelijke albums niet beperken. Songs die beginnen als redelijk toegankelijke indierock songs kunnen uiteindelijk ontsporen in een enorme bak gitaargeweld of zwaar psychedelische klankentapijten, maar de rocksong met een kop en een staart verliest Sonic Youth op dit album nooit helemaal uit het oog, al kunnen de uitstapjes buiten de gebaande paden even duren. 

Ik had in 1988 een enorm zwak voor de zang van Kim Gordon en ook ruim 35 jaar later springen de door haar gezongen songs er wat mij betreft wat uit, vooral omdat haar stem nog wat mooier contrasteert met al het gitaargeweld op het album. Het gitaargeluid van Sonic Youth was in 1988 veel mooier en interessanter dan het gitaargeluid van andere indierock bands en ook nu vind ik het gitaarwerk op het album nog fantastisch. Ik luister niet heel vaak meer naar de muziek van de band en als ik er naar luister is het meestal naar Murray St. Uit 2002, maar als ik naar Daydream Nation luister ben ik altijd weer onder de indruk. Erwin Zijleman

De muziek van Sonic Youth is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://sonicyouth.bandcamp.com/album/daydream-nation.


Daydream Nation van Sonic Youth is verkrijgbaar via de Mania webshop:



St. Vincent - All Born Screaming

Natuurlijk klinkt de muziek van Annie Clark op haar nieuwe album All Born Screaming weer anders dan op alle vorige albums, maar je hoort in alle songs ook onmiskenbaar het unieke stempel van St. Vincent
Annie Clarke heeft zich de afgelopen vijftien jaar ontwikkeld tot een muzikale kameleon die vaker en indrukwekkender van kleur verschiet dan haar soortgenoten. Het is dus altijd weer even afwachten waarmee ze op de proppen komt en ik denk niet dat velen op voorhand een album als All Born Screaming zouden hebben voorspeld. Het is een album dat in alle opzichten een St. Vincent album is, maar toch klinkt het weer flink anders dan op bijvoorbeeld MASSEDUCTION of Daddy’s Home. Het kan op All Born Screaming alle kanten op, want St. Vincent beperkt zich zeker niet tot één genre en kan haar songs net zo makkelijk verrijken met invloeden uit de industrial als met invloeden uit de funk. Fascinerend album weer.



De Amerikaanse muzikante Annie Clark maakt inmiddels ruim vijftien jaar buitengewoon fascinerende muziek als St. Vincent. Met Marry Me (2007), Actor (2009), Strange Mercy (2011), het samen met David Byrne gemaakte Love This Giant (2012) en St. Vincent (2014) leverde ze een handvol behoorlijk ongrijpbare albums af, die steeds weer net wat anders klonken. 

Met het met heel veel synths opgetuigde MASSEDUCTION trok Annie Clark in 2017 zowaar de aandacht van een groot publiek, dat massaal viel voor de grootse podium act van de Amerikaanse muzikante. De songs van MASSEDUCTION werden in uitgeklede vorm vertolkt op het prachtige MassEducation uit 2018, dat goed liet horen hoe knap de songs van St. Vincent zijn. In 2021 ging de muziek van St. Vincent vervolgens weer een hele andere kant op, want samen met producer Jack Antonoff nam de Amerikaanse muzikante de luisteraar op Daddy’s Home mee terug naar de jaren 70. 

St. Vincent keert deze week terug met haar nieuwe album All Born Screaming en het zal niemand verbazen dat de muziek van St. Vincent weer anders klinkt dan in het verleden. Direct vanaf de eerste noten van het album is duidelijk dat Annie Clark na twee wat organischer klinkende albums de synths weer van stal heeft gehaald. De Amerikaanse muzikante produceerde haar nieuwe album grotendeels zelf, al schoof Cate Le Bon voor een aantal tracks aan. 

De muziek van St. Vincent is vaak ongrijpbaar, maar All Born Screaming is, zeker voor St. Vincent begrippen, een behoorlijk toegankelijk album. Het is een album met een serie aansprekende songs, die op fraaie wijze zijn ingekleurd. Veel songs zijn rijkelijk versierd met synths, maar het geluid van St. Vincent blijft eigenzinnig. 

Zeker de door piano en synths gedomineerde tracks op het album doen me in muzikaal opzicht wel wat denken aan de latere albums van Kate Bush, maar de stem van Annie Clarke zorgt er voor dat de songs in vocaal opzicht totaal anders klinken. De Amerikaanse muzikante zingt zoals altijd zeer expressief, maar ik vind de zang op het album erg mooi. 

De instrumentatie is in een aantal songs zeer sfeervol, maar All Born Screaming is ook een album vol dynamiek, met een aantal bijna industriële uitbarstingen met een hoop lawaai en zwaar aangezette drums, maar ook volop ruimte voor experiment en wat soulvolle en funky uitstapjes, waarvoor Prince zich niet zou hebben geschaamd. Ook de muziek van David Bowie heeft absoluut invloed gehad op het nieuwe album van St. Vincent, dat ook stevig kan rocken, maar Annie Clark drukt zelf het meest nadrukkelijk haar stempel op het album dat hier en daar teruggrijpt op de muziek die ze in het verleden heeft gemaakt, maar ook weer nieuwe stappen vooruit zet. 

Ik heb persoonlijk het meest met de toegankelijke, wat ingehouden en melodieuze songs op het album, al ontleent ook All Born Screaming een deel van zijn kracht aan de onvoorspelbaarheid, gekte en dynamiek in de songs. Er gebeurt van alles op het album, waardoor je All Born Screaming meerdere keren moet horen voor alles op zijn plek valt, maar sinds ik het album de afgelopen twee weken meerdere keren heb beluisterd ben ik absoluut onder de indruk van het nieuwe album van St. Vincent, die in het verleden vaak veel meer tijd nodig had om me te overtuigen. Erwin Zijleman


All Born Screaming van St. Vincent is verkrijgbaar via de Mania webshop:


27 april 2024

Kathryn Williams & Withered Hand - Willson Williams

Kathryn Williams staat al vijfentwintig jaar garant voor uitstekende Britse folkalbums met een eigenzinnige touch en heeft er nu ook een gemaakt met de Schotse muzikant Dan Willson, aka Withered Hand
De rek leek er een paar jaar geleden wat uit bij Kathryn Williams, maar de Britse folkie revancheerde zich in 2022 knap met het vernieuwende Night Drives. Deze week keert ze terug met een nieuw album dat ze samen maakte met Withered Hand, het alter ego van de Schotse muzikant Dan Willson. De twee vonden elkaar in een periode van verlies en verdriet en deze thema’s hebben een plek gekregen op Willson Williams. Het is een album met mooi ingekleurde folksongs, die worden gedragen door de stemmen van de twee. Het zijn flink verschillende stemmen, maar ze passen verrassend goed bij elkaar en weten elkaar te versterken. Ik zie Willson Williams als een tussendoortje, maar het is wel een hele mooie.



Het is bijna niet te geloven dat Dog Leap Stairs, het debuutalbum van de Britse singer-songwriter Kathryn Williams, zeer binnenkort alweer de vijfentwintigste verjaardag viert. Dog Leap Stairs werd in 2000 gevolgd door het wonderschone Little Black Numbers, dat ik nog altijd schaar onder de allermooiste albums van het huidige millennium. 
Little Black Numbers viel op door mooie folksongs en een spannende instrumentatie, maar betoverde met de zachte en bijzonder mooie stem van Kathryn Williams. 

Sinds Little Black Numbers volg ik de muzikale verrichtingen van Kathryn Williams nauwgezet. De Britse muzikante heeft inmiddels elf albums op haar naam staan en hoewel Little Black Numbers er voor mij nog altijd uit springt hebben ook de andere albums van de Britse muzikante een speciaal plekje in mijn hart gekregen. Na het opvallende Night Drives uit 2022, waarop Kathryn Williams experimenteerde met een wat elektronischer geluid, keert de Britse muzikante deze week terug met Willson Williams. 

Het is een album dat ze niet alleen maakte, want op het album werkt Kathryn Williams samen met de Schotse muzikant Dan Willson, die muziek maakt onder de naam Withered Hand. De twee muzikanten kwamen elkaar jaren geleden tegen op een folkfestival en spraken af om in de toekomst nog eens samen te werken. Op Willson Williams vonden de twee elkaar in een periode die werd getekend door de dood van dierbaren. Het album staat grotendeels in het teken van verlies en verdriet, wat de meeste songs op het album voorziet van een flinke dosis melancholie. 

Die melancholie is verstopt in lekker in het gehoor liggende songs, die warm en aangenaam klinken. Dan Willson en Kathryn Williams tekenen uiteraard voor de vocalen en voegen hiernaast akoestische gitaren en een mellotron toe aan het geluid op Willson Williams. Het is een geluid dat door flink wat gastmuzikanten is verrijkt met bas, drums, cello, accordeon en flink wat keyboards. Ondanks de melancholie van het centrale thema klinkt het album verrassend zonnig en opgewekt en het album klinkt bovendien puur en eerlijk. 

De instrumentatie klinkt zeer verzorgd, maar het meeste vuurwerk komt van de stemmen van Kathryn Williams en Dan Willson. De stem van Dan Willson is wat krachtiger dan die van Kathryn Williams, waardoor hij in de harmonieën meestal de bovenliggende partij is. Dat vind ik als liefhebber van de bijzondere stem van Kathryn Williams wel eens jammer, maar zeker bij beluistering met de koptelefoon valt er toch meer dan genoeg te genieten van de bijzondere stem van de Britse muzikante. Ook Dan Willson is overigens een prima zanger en de stemmen van de twee passen echt prachtig bij elkaar. 

Naast de verzorgde instrumentatie en de prachtige stemmen trekken ook de songs op Willson Williams makkelijk de aandacht, waardoor het album van Kathryn Williams & Withered Hand me makkelijker heeft overtuigd dan ik op voorhand had verwacht. Kathryn Williams was in muzikaal opzicht wat aan het kwakkelen sinds het uitstekende Songs From The Novel Greatest Hits uit 2017, maar zowel met Night Drives als met Willson Williams laat de Britse muzikante horen dat ze nog steeds garant staat voor prima albums, dit keer mede met dank aan Dan Willson natuurlijk. Erwin Zijleman

De muziek van Kathryn Williams & Withered Hand is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse muzikante: https://kathrynwilliams.bandcamp.com/album/willson-williams.



26 april 2024

Lucy Rose - This Ain’t The Way You Go Out

Lucy Rose moest noodgedwongen een lange pauze nemen, maar keert vijf jaar na No Words Left terug met het avontuurlijke This Ain’t The Way You Go Out, dat continu sprankelt en het muzikale avontuur zoekt
Lucy Rose was op haar vorige albums een typische Britse folkie, maar op This Ain’t The Way You Go Out laat ze horen dat ze ook totaal andere muziek kan maken. De akoestische gitaar werd verruild voor de piano, haar stem kreeg een soulinjectie en producer Kwes verrijkte het geluid van Lucy Rose met invloeden uit de R&B, soul, hiphop, jazz en psychedelica. Het ene moment hoor je een jaren 70 singer-songwriter album of zingt Joni Mitchell je toe vanuit de Laurel Canyon, maar het volgende moment sleept Lucy Rose je mee naar het heden op een persoonlijk album, dat na een heleboel ellende vooral hoop en plezier uitstraalt. Een moedig en zeer geslaagd album.



Van de Britse singer-songwriter Lucy Rose besprak ik in 2019 het album No Words Left. Het was al het vierde album van de muzikante uit Warwickshire, maar het was het eerste album waarop de Britse muzikante me volledig overtuigde. Dat deed Lucy Rose op haar eerdere albums al wel met haar prachtige stem, maar op No Words Left deed ze het ook met haar zeer persoonlijke songs, waarin ze onder andere de strijd aan ging met depressies en een burn-out. 

De afgelopen vijf jaar was het helaas stil rond Lucy Rose en dat was niet voor niets. Na de geboorte van haar eerste kind kreeg de Britse singer-songwriter te maken met ernstige gezondheidsproblemen, die er voor zorgden dat ze zich lange tijd niet bezig kon houden met het maken van muziek. Nadat ze was hersteld begon ze aan het opnemen van haar vijfde album This Ain’t The Way You Go Out en dat album is deze week verschenen. 

De Britse muzikante werd uitgenodigd in de studio van niemand minder dan Paul Weller, maar besloot andere wegen in te slaan. Op haar nieuwe album werkt Lucy Rose intensief samen met haar vaste band en met producer Kwes. Dat laatste is een opvallende keuze, want de Amerikaanse producer heeft een verleden in de hip-hop en R&B en werkte onder andere samen met Solange. Het is niet direct de producer die je verwacht bij Lucy Rose, maar de samenwerking tussen de twee pakt echt geweldig uit. 

This Ain’t The Way You Go Out werd in slechts twee dagen opgenomen en klinkt bijzonder energiek. Lucy Rose was in het verleden toch vooral een Britse folkie, maar op haar nieuwe album slaat ze in muzikaal opzicht haar vleugels uit. Producer Kwes heeft, bijvoorbeeld in de ritmes, subtiele invloeden uit de R&B en hiphop toegevoegd aan de muziek van Lucy Rose, die verder vooral soulvol en jazzy klinkt met hier en daar een vleugje speelse psychedelica en de lome sfeer van de singer-songwriter albums uit de jaren 70. 

This Ain’t The Way You Go Out volgt op een aantal zware jaren, maar het nieuwe album van Lucy Rose straalt vooral plezier uit. Dat hoor je in de muziek die sprankelt en op subtiele wijze het avontuur opzoekt en je hoort het in de zang van Lucy Rose, die veelzijdiger en soulvoller klinkt dan op haar vorige albums en song na song indruk maakte met haar zang. 

This Ain’t The Way You Go Out is een totaal ander album geworden dan voorganger No Words Left. Dat is aan de ene kant jammer, want de stemmige folksongs op dat album smaakten zeker naar meer, maar aan de andere kant is het te prijzen dat Lucy Rose zich blijft ontwikkelen. This Ain’t The Way You Go Out is bovendien een spannend album dat zich makkelijk weet te onderscheiden van de andere albums van het moment. 

Ondanks het feit dat het album in een vloek en een zucht werd opgenomen valt er heel veel te beleven in de instrumentatie op het album waarin de piano de hoofdrol speelt, wat zeker ook de verdienste is van producer Kwes, die er in is geslaagd om verschillende genres te combineren in een bijzonder geluid. 

Het is een geluid dat af en toe heerlijk ontspoort in wat psychedelische passages, maar de muziek op het album staat ook altijd in dienst van de mooie stem van Lucy Rose, die laat horen dat ze niet alleen als folkie kan excelleren. Met name de Amerikaanse muziekpers is tot dusver behoorlijk enthousiast over het album, maar This Ain’t The Way You Go Out verdient ook in Europa alle aandacht. Erwin Zijleman

De muziek van Lucy Rose is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse muzikante: https://lucyrose.bandcamp.com/album/this-aint-the-way-you-go-out.


This Ain’t The Way You Go Out van Lucy Rose is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Katie Pruitt - Mantras

Mantras van Katie Pruitt lijkt in eerste instantie een flinke koerswijziging te laten horen, maar ook het tweede album van de Amerikaanse muzikante is uiteindelijk een Amerikaans rootsalbum van hoge kwaliteit
In een van de drukste releaseweken van het jaar kwam het tweede album van Katie Pruitt bij mij op de verkeerde stapel terecht, terwijl ik haar een kleine vier jaar geleden toch schaarde onder de grote beloften van de Amerikaanse rootsmuziek. Mantras gaat in eerste instantie wat meer de kant van de pop en rock op, maar uiteindelijk belandt Katie Pruitt toch weer op het oude nest en maakt ze Amerikaanse rootsmuziek van hoog niveau. De jonge muzikante uit Nashville laat ook op Mantras horen dat ze een uitstekende zangeres en een getalenteerd songwriter is en door de persoonlijke teksten is het album bovendien voorzien van flink wat emotionele lading.



Expectations, het debuutalbum van de Amerikaanse singer-songwriter Katie Pruitt, verscheen aan het begin van 2020, vlak voordat de coronapandemie de wereld, en zeker ook de muziekindustrie, lam legde. Ik ontdekte het album zelf pas in de herfst van het betreffende jaar en was flink onder de indruk van de muzikale verrichtingen van de jonge muzikante uit Nashville, Tennessee. 

Op Expectations ging Katie Pruitt de confrontatie aan met haar jeugd, die zeker niet makkelijk was. Ze groeide op in een streng religieuze gemeenschap in Georgia, waarin haar seksuele geaardheid niet werd geaccepteerd, wat veel strijd en onzekerheid opleverde. Het zorgde voor een serie zeer persoonlijke en ook emotionele songs, die door Katie Pruitt met veel gevoel en met een zeer aansprekende stem werden vertolkt. 

In vocaal opzicht maakte de Amerikaanse muzikante heel makkelijk indruk en dat deed ze ook met haar songs, die zich vooral binnen de kaders van de Amerikaanse rootsmuziek begaven, al was Expectations ook niet vies van een randje pop. Het album viel ook nog eens op door een hele mooie productie, die de hand van een gelouterde Nashville producer verraadde, maar die voor een belangrijk deel van Katie Pruitt zelf bleek. 

Genoeg redenen dus om de jonge Amerikaanse muzikante te scharen onder de grote beloften van de Amerikaanse rootsmuziek. Dat was ik niet vergeten toen onlangs het tweede album van Katie Pruitt verscheen. Mantras verscheen in een van de drukste releaseweken van 2024, waardoor ik heel snel een oordeel moest vormen over het tweede album van Katie Pruitt en dat pakte helaas niet goed uit. 

Mantras opent met een paar tracks die flink zijn opgeschoven richting pop en rock en het is, zeker op het eerste gehoor, het soort radiovriendelijke pop en rock dat in de VS in grote aantallen wordt gemaakt, waardoor de nieuwe songs van Katie Pruitt wat anoniem klonken. Mantras verdween daarom op de stapel, maar ik was de enorme belofte van het debuutalbum van Katie Pruitt nog niet vergeten. 

Ik heb het tweede album van de muzikante uit Nashville daarom nog een nieuwe kans gegeven in een rustigere releaseweek en uiteindelijk ben ik toch wel onder de indruk geraakt van het tweede album van Katie Pruitt. Het is een album dat in een aantal tracks en zeker aan het begin van het album wat doorslaat richting pop, maar Mantras bevat ook flink wat songs die de Amerikaanse rootsmuziek stevig omarmen. 

In die laatste songs maakt Katie Pruitt de belofte van haar debuut makkelijk waar. De muzikante uit Nashville zingt nog mooier dan op haar debuutalbum en heeft wederom zeer persoonlijke songs gepend over de trauma's uit haar jeugd en haar worsteling met religie in het algemeen en het zijn songs die ze met veel gevoel vertolkt. 

Het klinkt soms wat gepolijster dan op het debuutalbum, maar zeker de meer ingetogen songs op het album en met name de songs die aansluiten bij de Amerikaanse rootsmuziek klinken puur en oprecht en maken indruk door warme klanken en de hele mooie stem van Katie Pruitt. Het album is bovendien prachtig geproduceerd door Collin Pastore en Jake Finch, die we ook kennen van boygenius. 

Ik blijf me wat verbazen over de wat ongelukkige tracklist, die mij in ieder geval op het verkeerde been heeft gezet en dat zal niet alleen voor mij gelden. Begin echter een keer bij de derde of vierde track en je hoort een totaal ander en wat mij betreft toch weer ijzersterk album van de absoluut talentvolle Katie Pruitt. Erwin Zijleman

De muziek van Katie Pruitt is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://katiepruitt.bandcamp.com/album/mantras.


Mantras van Katie Pruitt is verkrijgbaar via de Mania webshop:



25 april 2024

The Brother Brothers - The January Album

Adam en David Moss lieten zich op hun vorige albums nadrukkelijk inspireren door de gouden kelen van Don en Phil Everly, maar kiezen op The January Album voor een meer eigen en bijzonder mooi en aansprekend geluid
The January Album van The Brother Brothers werd opgenomen aan het begin van 2001, maar als er 1969, 1971 of 1974 had gestaan had ik het ook geloofd. Adam en David Moss hebben een intiem album gemaakt dat werd opgenomen tijdens een van de pieken van de coronapandemie. Het album is voorzien van een bijzondere sfeer, die zowel rust als intimiteit uitstraalt, maar ook melancholie. In muzikaal opzicht is The January Album een intiem en tijdloos album en deze typeringen zijn ook van toepassing op de bijzonder mooie zang van Adam en David Moss, die dit keer wat minder doen denken aan The Everly Brothers, maar onverminderd indruk maken met hun prachtig bij elkaar kleurende stemmen.



De Amerikaanse tweeling Adam en David Moss leverde de afgelopen jaren als The Brother Brothers drie uitstekende albums af. Het zijn albums waarop de stemmen van de Amerikaanse broers zo mooi bij elkaar kleurden dat de muziek van The Brother Brothers stevige associaties opriep met de muziek van The Everly Brothers. 

Er waren de afgelopen veel meer albums die dit deden, want de hemeltergend mooie harmonieën van Don en Phil Everly zijn de afgelopen jaren een inspiratiebron voor velen. Vergeleken met soortgenoten als The Lost Brothers, The Cactus Blossoms, Cut Worms, The Milk Carton Kids en Jamestown Revival, deden The Brother Brothers een poging om een meer eigen geluid te ontwikkelden en daar slaagden de broers uit Brooklyn, New York, steeds beter in. 

Het laatste wapenfeit van de broers Moss was tot voor kort het in de zomer van 2022 verschenen Cover To Cover. Het louter met songs van anderen gevulde albums voelde aan als een tussendoortje, maar het was wel een verrassend fraai tussendoortje, al was het maar vanwege de niet overdreven veilige keuze van de songs en natuurlijk de prachtige stemmen van Adam en David Moss. 

De Amerikaanse broers keren deze week terug met The January Album, dat kan worden gezien als een erfenis van de coronapandemie. De broers Moss schreven de songs voor het album tijdens de eerste lockdowns in 2020 en namen het album in januari 2021 op in een boerderij in Richmond, Virginia. Waarom we nog ruim drie jaar op de release van het album hebben moeten wachten weet ik niet, maar het heeft niets te maken met de kwaliteit van The January Album. 

Door de restricties die werden opgelegd door de coronapandemie werd het album in kleine kring gemaakt, wat het album voorziet van de intimiteit die meer albums uit deze periode kenmerkt. Adam en David Moss namen zelf een belangrijk deel voor de instrumentatie voor hun rekening, waaronder gitaren, banjo, cello en viool, waarna in enkele tracks drums, fluit, synths en achtergrondvocalen werden toegevoegd door drie bevriende muzikanten en de ervaren technicus Phil Weinrobe (Feist, Big Thief) alles vastlegde. 

Natuurlijk is er ook op The January album een hoofdrol gereserveerd voor de stemmen van de Amerikaanse broers, maar de zang op het album is redelijk ingetogen en laat zich wat minder vaak inspireren door de uitbundige harmonieën van The Everly Brothers. Bij beluistering van The January Album heb ik dit keer meer associaties met de muziek van Simon & Garfunkel of met die van Crosby, Stills & Nash of zelfs The Eagles en ook dat is vergelijkingsmateriaal waarvoor Adam en David Moss zich niet hoeven te schamen. 

The January Album heeft zoals gezegd een intieme sfeer en dat is niet alleen de verdienste van de wat meer ingetogen zang, maar ook zeker van de redelijk sobere instrumentatie, het lage tempo op het album en de smaakvolle productie. Ik merkte eerder al op dat The Brother Brothers op hun albums sleutelden aan een meer eigen geluid en dat hebben ze wat mij betreft gevonden op het bijzonder mooie The January Album. Het is een album met een geluid dat decennia oud zou kunnen zijn, maar belegen klinkt het geen moment. De coronapandemie heeft veel ellende opgeleverd, maar af en toe ook wel wat moois, zoals het fraaie The January Album van The Brother Brothers. Erwin Zijleman

De muziek van The Brother Brothers is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het Amerikaanse tweetal: https://thebrotherbrothers.bandcamp.com/album/the-january-album.



24 april 2024

BIG|BRAVE - A Chaos Of Flowers

BIG|BRAVE is niet vies van behoorlijk heftige gitaardrones, maar de Canadese band zet deze op A Chaos Of Flowers veel subtieler in, wat een bijzonder en soms heftig, maar ook meer dan eens prachtig album oplevert
Vorig jaar moest ik nog behoorlijk wennen aan de muziek van de Canadese band BIG|BRAVE, maar zo af en toe viel alles op zijn plek. Dat doet het veel vaker op het deze week verschenen A Chaos Of Flowers. Het nieuwe album van de band uit Montreal bevat een aantal door folk beïnvloede songs, die dit keer zijn voorzien van mooiere vocalen. BIG|BRAVE is ook dit keer niet vies van donkere en duistere gitaardrones, maar deze worden dit keer vooral gebruikt voor het opbouwen van fraaie spanningsbogen. BIG|BRAVE maakt ook op A Chaos Of Flowers heftige muziek, maar stel je open voor de bijzondere klanken van de band en je hoort met grote regelmatig wonderschone muziek.



Net iets meer dan een jaar geleden maakte ik voor het eerst kennis met de muziek van de Canadese band BIG|BRAVE, toen ik hun zesde album nature morte in handen kreeg. Het was naar verluidt het meest toegankelijke album van de band uit Montreal tot dat moment, maar ik vond het, zeker bij eerste beluistering, behoorlijk zware kost. 

Het album van BIG|BRAVE kreeg het etiket post-metal opgeplakt, maar liet ook invloeden uit de post-rock en de folk horen. BIG|BRAVE imponeerde op haar vorige album met loodzware en hier en daar verwoestende gitaardrones, wat werd gecombineerd met expressieve en hier en daar zelfs wat hysterische zang. Naarmate het album vorderde nam de Canadese band echter ook wel wat gas terug en klonk de muziek van BIG|BRAVE hier en daar zelfs subtiel. Alles bij elkaar genomen bleef het echter een behoorlijk donker, dreigend en heftig album. 

Deze week is de opvolger van nature morte verschenen en net als dat album heeft ook A Chaos Of Flowers een boeket bloemen op de cover. A Chaos Of Flowers, dat in het teken staat van vrouwelijke dichters, opent folky met bezwerende klanken en de dit keer redelijk ingehouden zang van frontvrouw Robin Wattie. Het duurt echter niet lang voordat het gitaargeweld zijn intrede doet op het album. Dat resulteert uiteindelijk in loodzware drones, die zich langzaam maar zeker in gang zetten als een verwoestende machine. 

Echt uitbarsten doet de muziek van BIG|BRAVE echter niet in de openingstrack van A Chaos Of Flowers. Zes minuten lang blijft i felt a funeral een folksong, maar het is er wel een met een aardedonkere onderlaag. De muziek van BIG|BRAVE voelt in deze openingstrack aan als een zware onweersbui die langzaam maar zeker steeds dichterbij komt, maar verder dan wat woest gerommel komt het niet. Het zorgt voor prachtige spanningsbogen, die op indrukwekkende wijze contrasteren met de dit keer behoorlijk ingehouden zang van Robin Wattie. 

Ook in de track die volgt bouwt BIG|BRAVE de spanning prachtig op. De zang is iets expressiever en dit keer ontspoort de imposante gitaarmuur wel een enkele keer, maar het klinkt toch een stuk toegankelijker dan een jaar geleden. Liefhebbers van duistere folk die de albums van Lankum en ØXN wat braafjes vinden kunnen op A Chaos Of Flowers hun hart ophalen. 

Ik vind het album het indrukwekkendst wanneer BIG|BRAVE de tijd neemt voor het opbouwen van de spanning en dit geleidelijk doet. Wanneer de muziek van de Canadese band wat eclectischer klinkt, en dat is gelukkig maar een enkele keer het geval, word ik er al snel onrustig van, maar de zich langzaam voortslepende tracks vol aardedonkere tinten en vol dreiging doen wel wat met me, al moet ik ook wel toegeven dat ik lang niet altijd in de stemming ben voor dit soort muziek. 

BIG|BRAVE maakt het me dit keer wel een stuk makkelijker door de veel mooiere zang van Robin Wattie, de prachtige opbouw van de songs en het werkelijk wonderschone gitaarwerk, dat dit keer veel meer is dan meedogenloze drones en dat het mooist is wanneer je het album met de koptelefoon beluistert. Door de etiketten die op de muziek van BIG|BRAVE worden geplakt lijkt het nog altijd vooral muziek voor een enkeling, maar ik weet zeker dat A Chaos Of Flowers bij een veel bredere groep muziekliefhebbers in de smaak kan vallen, maar je moet het wel aandurven. Erwin Zijleman

De muziek van BIG|BRAVE is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Canadese band: https://bigbrave.bandcamp.com/album/a-chaos-of-flowers.


A Chaos Of Flowers van BIG|BRAVE is verkrijgbaar via de Mania webshop:





Chanel Beads - Your Day Will Come

De New Yorkse band Chanel Beads kan op Your Day Will Come niet kiezen tussen dromerige 80s en 90s popsongs en wat zweverigere klanken, wat een wispelturig maar ook mooi en interessant album oplevert
Het debuutalbum van de Amerikaanse band Chanel Beads opent als een album dat mooie herinneringen uit het verleden oproept met een dromerig en wat onderkoeld geluid dat zo lijkt weggelopen uit de jaren 80 en 90. In de wendingen in de openingssong hoor je al dat Chanel Beads niet het zoveelste bandje is dat muziek uit de jaren 80 en 90 nieuw leven inblaast en dat hoor je nog veel duidelijker in de wat experimentelere en vooral sferische tracks op het debuutalbum van de band van de Amerikaanse muzikant Shane Lavers. Chanel Beads kan niet kiezen tussen twee uitersten, maar doet een geslaagde poging om deze toch aan elkaar te verbinden.



Pitchfork schaarde Your Day Will Come van Chanel Beads onder de beste nieuwe albums van deze week en omschreef het album als “a dreamy and druggy pop album”. Het maakte me op zijn minst nieuwsgierig naar het debuutalbum van de band uit New York. De omschrijving van Pitchfork blijkt direct trefzeker, want het eerste album van Chanel Beads opent met dromerige klanken met een jaren 80 en 90 sfeertje, maar eindigt in wat zweverige klanken die verder vrij weinig houvast bieden. Het is een combinatie die met enige regelmaat terugkeert op Your Day Will Come, wat het een interessant album maakt. 

Chanel Beads is een project van de Amerikaanse muzikant en producer Shane Lavers, die deel uit maakt van een wat eigenzinnige muziekscene in New York, waarin vooral experimentele muziek wordt gemaakt. Ook op het debuutalbum van Chanel Beads schuwt Shane Lavers het experiment zeker niet, maar Your Day Will Come is zeker geen ontoegankelijk album. 

Het album opent zoals gezegd met dromerige klanken en een sfeer die herinnert aan popmuziek uit de jaren 80 en 90 en het is door de atmosferische synths, de melodieuze gitaarakkoorden en de wat staccato percussie ook een aanstekelijke popsong, zeker wanneer de wat onderkoelde vocalen van Maya McGrory invallen. Uiteindelijk wordt het echter een wat trippy song, die overigens nog altijd best aangenaam klinkt. 

De bovengenoemde ingrediënten komen vaker terug op het album, maar omdat Chanel Beads varieert met de intensiteit van de gitaarpartijen en de synths, klinken de songs van de Amerikaanse band zeker niet eenvormig. In vocaal opzicht neemt Maya McGrory meestal het voortouw en dat bevalt me wel, want haar zang klinkt niet alleen onderkoeld, maar voorziet de songs van Chanel Beads ook van een nog wat dromerige sfeer, zeker als de onderkoeling plaats maakt voor mooie vocalen. 

Maya McGrory wordt in vocaal opzicht af en toe bijgestaan door Shane Lavers, die ook een stemgeluid heeft dat de jaren 80 en 90 vibe in de muziek van Chanel Beads versterkt. Het is muziek die absoluut invloeden uit de postpunk verwerkt, maar Your Day Will Come is geen moment een postpunk album. 

Ik heb zelf een voorkeur voor de wat toegankelijkere en heerlijk dromerige of zweverige songs op het album, maar Shane Lavers laat zich niet beperken op het debuutalbum van zijn band, die in een aantal songs ook andere invloeden verwerkt en ook kan kiezen voor beeldende klankenpartijen waarin ook de viool van multi-instrumentalist Zachary Paul opduikt. 

Chanel Beads had een onweerstaanbaar lekker album vol flarden uit de jaren 80 en 90 kunnen maken, maar daar hebben we er misschien al weg genoeg van. Your Day Will Come is uiteindelijk net wat minder licht verteerbaar, al heeft het album genoeg dromerige momenten om je te verleiden en je op hetzelfde moment ruw wakker te schudden. 

Of om Pitchfork te citeren: “More than anything else, Your Day Will Come is cool because it’s a good hang. Like you’re sitting shotgun in the car of someone you have a crush on and you’re taking turns being DJ. Like: you are riding your bike and you are a little bit drunk and it is 90 degrees so you’re wearing a rash guard because baby, you burn easily. It seems to say: to give one shit, to care about your art, to maybe even be a little funny about it, is it so uncool?”. Erwin Zijleman

De muziek van Chanel Beads is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://chanelbeads.bandcamp.com/album/your-day-will-come.


Your Day Will Come van Chanel Beads is verkrijgbaar via de Mania webshop:



23 april 2024

Blunt Chunks - The Butterfly Myth

Blunt Chunks is een project van de Canadese singer-songwriter Caitlin Woelfle-O’Brien, die uiteenlopende invloeden verwerkt in een bijzonder mooi geluid, dat verder wordt opgetild door prachtige zang
The Butterfly Myth van Blunt Chunks is een album dat zomaar kan ondersneeuwen in het enorme muzikale aanbod van het moment, maar gelukkig was Paste Magazine, zoals altijd, bij de les. Blunt Chunks, een project van de Canadese muzikante Caitlin Woelfle-O’Brien, heeft immers een bijzonder album afgeleverd. Het is een album dat meedogenloos verleidt met de dromerige zang van Caitlin Woelfle-O’Brien, maar The Butterfly Myth bevat ook een aantal uitstekende songs. Het zijn songs met een aangename jaren 70 sfeer, maar de muziek van Blunt Chunks laat zich ook door andere genres beïnvloeden, waardoor je blijft luisteren naar dit album, dat ondertussen alleen maar mooier wordt.



Alleen Paste Magazine wees me deze week op The Butterfly Myth, het debuutalbum van Blunt Chunks. We worden op het moment bedolven onder nieuwe albums met een hoofdrol voor vrouwelijke singer-songwriters, waardoor zelfs ik als groot liefhebber van het genre flink wat albums laat liggen. Als Paste Magazine een album aanprijst ben ik echter alert, wat me vrijwel wekelijks interessante tips oplevert. 
Ook met de tip van deze week kan ik weer goed uit de voeten, want The Butterfly Myth van Blunt Chunks is een interessant album, dat anders klinkt dan de bulk van de albums in het genre. 

Blunt Chunks is een project van de Canadese muzikante Caitlin Woelfle-O’Brien, die via haar bandcamp pagina al wat muziek uitbracht, maar met The Butterfly Myth haar officiële debuutalbum aflevert. The Butterfly Myth opent met lome en wat zwoele klanken, die de muziek van Blunt Chunks voorzien van een aangename jaren 70 vibe. De warme klanken combineren bijzonder mooi met de dromerige stem van Caitlin Woelfle-O’Brien, die mij met de openingstrack van The Butterfly Myth al te pakken had. 

De engelachtige zang van de muzikante uit Toronto voorziet de openingstrack van het album van een zeer aangename sfeer, die wordt versterkt door bijzondere klanken. Het debuutalbum van Blunt Chunks laat vanaf de openingstrack horen dat Caitlin Woelfle-O’Brien graag experimenteert met uiteenlopende invloeden en klankkleuren. Wat begint met een lome jaren 70 vibe krijgt al snel gezelschap van beeldende pedal steel klanken, spannende percussie, bijzondere bijdragen van blazers en langzaam steeds iets gruiziger wordende gitaren. 

In muzikaal opzicht doet de muziek van Blunt Chunks me af en toe aan Cowboy Junkies denken, al neemt Caitlin Woelfle-O’Brien steeds weer andere en meestal verrassende afslagen in haar songs. In de tweede track op het album experimenteert de Canadese muzikante bijvoorbeeld met bijzondere ritmes en jazzy blazers, wat ook dit keer wordt gecombineerd met warmbloedige klanken en invloeden uit de jaren 70. 

In de eerste twee tracks is Caitlin Woelfle-O’Brien al genoeg zijpaden ingeslagen om een onderscheidend album af te leveren, maar de resterende zeven tracks op het album houden het hoge niveau makkelijk vast. Het is knap hoe de Canadese muzikante warme en vaak wat lome klanken weet te combineren met incidenteel opduikend ruw gitaarwerk, stemmige strijkers of andere bijzondere accenten. 

Nog veel knapper is de wijze waarop The Butterfly Myth op organische wijze van genre naar genre springt en invloeden uit het heden combineert met de aangenaam bedwelmende jaren 70 vibe. The Butterfly Myth springt van tijdloze singer-songwriter muziek uit het verre verleden naar countrymuziek van alle tijden en vervolgens door naar de indie van nu, maar toch is het geluid van de Canadese muzikante consistent. 

Ook de verleidingskracht van de stem van Caitlin Woelfle-O’Brien, die vaak in meerdere lagen is opgenomen en soms van alle kanten op je af komt, blijft een album lang onverminderd groot. The Butterfly Myth is een album dat de fantasie prikkelt, maar het is ook een album dat zich als de spreekwoordelijke warme deken om je heen slaat en je bedwelmt met wonderschone songs. Ik ben Paste Magazine zoals gezegd bijna wekelijks dankbaar voor interessante tips, maar zo mooi als deze week krijg ik ze niet vaak. Erwin Zijleman

De muziek van Blunt Chunks is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Canadese muzikante: https://bluntchunks.bandcamp.com/album/the-butterfly-myth.


The Butterfly Myth van Blunt Chunks is verkrijgbaar via de Mania webshop:



22 april 2024

Stephanie Lambring - Hypocrite

Stephanie Lambring ontworstelde zich een paar jaar geleden aan het strakke keurslijf uit Nashville en laat ook op Hypocrite weer horen dat ze in meerdere genres uit de voeten kan en bulkt van het talent
Hypocrite van de Amerikaanse singer-songwriter Stephanie Lambring is deze week zeker niet het album dat de meeste aandacht opeist, maar het album is, net als voorganger Autonomy uit 2020, van bijzonder hoge kwaliteit. Het is een album dat afwisselend flirt met Amerikaanse rootsmuziek en indierock, maar Stephanie Lambring is er in geslaagd om deze genres op bijzondere wijze aan elkaar te smeden. Hypocrite is verrassend subtiel maar ook gevarieerd ingekleurd en geeft steeds alle ruimte aan de prachtige stem van Stephanie Lambring, die niet alleen overtuigt met mooie klanken en fraaie zang, maar ook met een serie hele mooie en interessante songs.



De Amerikaanse singer-songwriter Stephanie Lambring leek op jonge leeftijd haar dromen waar te maken toen ze in Nashville een platencontract in de wacht sleepte. Het draaide helaas uit op een enorme teleurstelling, waarna ze de muziekindustrie alweer snel de rug toe keerde. In 2020 keerde Stephanie Lambring terug met het uitstekende Autonomy, waarop ze wel de muziek maakte die ze zelf wilde maken. Het leverde een prachtig album op, dat helaas niet zo heel veel aandacht kreeg, maar dat in kleine kring terecht stevig werd bewierookt. 

Ook ik was aan het eind van 2020 heel enthousiast over Autonomy, dat zowel in muzikaal als in vocaal opzicht indruk maakte en dat ook nog eens was gevuld met zeer aansprekende songs. Alle reden dus om heel nieuwsgierig te zijn naar de volgende muzikale verrichtingen van Stephanie Lambring. De Amerikaanse muzikante, die inmiddels is teruggekeerd naar Nashville, heeft deze week met Hypocrite haar tweede album uitgebracht. 

Net als op Autonomy kiest Stephanie Lambring op Hypocrite voor haar eigen weg en heeft ze lak aan de conventies van de muziekindustrie in Nashville. Hypocrite opent opvallend met subtiele atmosferische elektronische klanken, die op het eerste gehoor ver verwijderd zijn van de Amerikaanse rootsmuziek op Autonomy. De Amerikaanse muzikante wijkt in meerdere songs op haar nieuwe album af van het standaard instrumentarium binnen de Amerikaanse rootsmuziek, maar toch vind ik Hypocrite uiteindelijk toch minimaal voor een deel een rootsalbum. 

De wat atmosferisch aandoende elektronische klankentapijten op het album worden gecombineerd met of afgewisseld door rootsy snarenwerk, dat soms subtiel wordt ingezet en soms wat meer op de voorgrond treedt. Wanneer de gitaren wat steviger worden aangezet schuift Hypocrite voorzichtig op richting de indierock van het moment, maar het album bevat ook songs die juist weer zijn te typeren als Amerikaanse rootsmuziek. 

Echt goed in een hokje te duwen is de muziek van Stephanie Lambring daarom niet en dat pakt wat mij betreft uitstekend uit. In genres waarin veel muziek op het moment hetzelfde klinkt, laat Stephanie Lambring wat mij betreft een duidelijk eigen geluid en aangenaam divers horen en het is een zeer aansprekend geluid. 

De Amerikaanse muzikante heeft haar songs niet volgestopt met instrumenten, maar kies voor een redelijk sober ingekleurd maar avontuurlijk geluid. De ruimte die open blijft neemt Stephanie Lambring in met haar stem. De zang op Hypocrite is echt bijzonder mooi en koppelt kracht aan souplesse. Het is een combinatie die ook terugkeert in de instrumentatie, die het album steeds weer van kleur laat verschieten met de echt bijzonder mooie stem van de Amerikaanse muzikante als constante factor. 

Het is een stem die uitstekend tot zijn recht komt in het subtiele instrumentarium op het album, dat echt bijzonder mooi is geproduceerd door Teddy Morgan. Zeker wanneer Stephanie Lambring wat afstand neemt van de Amerikaanse rootsmuziek kan ze zo in de voetsporen van Phoebe Bridgers treden, maar deze blijft ze op Hypocrite nooit lang volgen. Het talent van Stephanie Lambring werd in Nashville vele jaren geleden al ontdekt, maar is pas echt tot bloei gekomen toen ze haar eigen weg kon gaan. Erwin Zijleman

De muziek van Stephanie Lambring is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://stephanielambring.bandcamp.com/album/hypocrite.


Hypocrite van Stephanie Lambring is verkrijgbaar via de Mania webshop:



21 april 2024

Sade - Diamond Life (1984)

Sade was halverwege de jaren 80 zeer succesvol met de zowel jazzy als soulvolle pop op Diamond Life en de zwoele songs van de Britse band hebben de tand des tijds echt verrassend goed doorstaan
Halverwege de jaren 80 werd de donkere en onderkoelde postpunk en new wave deels verjaagd door zwoele jazzy en soulvolle klanken. De Britse band Sade behoorde samen met onder andere Everything But The Girl en The Style Council tot de vaandeldragers van dit genre en was uitermate succesvol met haar debuutalbum Diamond Life. Het is een album dat veertig jaar na de release nog verrassend fris en aangenaam klinkt. Diamond Life klinkt met de oren van nu misschien wat glad, maar is vakkundig geproduceerd. Ook in muzikaal en zeker in vocaal opzicht spreekt het album nog tot de verbeelding en dat kan van lang niet alle succesvolle albums uit de jaren 80 gezegd worden.



Diamond Life van Sade had ik halverwege de jaren 80 in de platenkast staan, maar in mijn herinnering was het album vooral bedoeld als muzikaal belang voor wat later op de avond. Dat muzikale behang is kennelijk heel vaak voorbij gekomen, want toen ik het album onlangs eindelijk weer eens beluisterde, bleek ik zo ongeveer iedere noot op Diamond Life te kennen. 

Sade (uit te spreken als “shah-day”) dook in de eerste helft van de jaren 80 op als de band van de van oorsprong uit Nigeria afkomstige maar in Londen opgegroeide Helen Folasade Adu, die zichzelf ook Sade Adu noemde. De band trok direct de aandacht met haar eerste single Your Love Is King, dat samen met de tweede single Smooth Operator de weg plaveide voor het debuutalbum van de band. 

De jazzy pop van Sade viel halverwege de jaren 80 zeer in de smaak en sloot goed aan op de eveneens populaire jazzy klanken van bands als Everything But The Girl en The Style Council en de soulvollere klanken van bijvoorbeeld Simply Red en Fine Young Canibals. Diamond Life, het debuutalbum van Sade, verscheen in 1984 en groeide uit tot een van de meest succesvolle albums van de jaren 80. 

Het album werd in 1985 gevolgd door het eveneens succesvolle Promise, waarna in 1988 het wat meer ingetogen Stronger Than Pride volgde. Hierna verloor ik Sade uit het oog, maar de Britse band zou tussen 1992 en 2010 nog drie studioalbums en een live-album maken. In mijn herinnering vond ik Promise en Stronger Than Pride in de jaren 80 beter dan Diamond Life, maar toen ik de albums onlangs nog eens beluisterde ging mijn voorkeur duidelijk uit naar het debuutalbum van Sade. 

Diamond Life is een album met lekker zwoele popsongs met zowel invloeden uit de jazz en de soul, al hoor ik nu toch vooral pop op het album. Het is pop met een duidelijke jaren 80 vibe, want zowel de instrumentatie als de productie van het album bevatten flink wat ingrediënten uit de popmuziek van de jaren 80 en dan met name uit de wat gladdere jaren 80 pop. 

Toch vind ik de productie van Robin Millar, die in de jaren 80 ook albums van onder andere Everything But The Girl, Big Country, Black en Fine Young Cannibals produceerde, tijdlozer dan veel andere producties uit het betreffende decennium. Ook in muzikaal opzicht heeft Diamond Life de tand des tijds beter doorstaan dan veel andere albums uit de jaren 80. Het album klinkt redelijk gepolijst, maar het gitaar- en toetsenwerk op het album is zeker smaakvol, het spel van de ritmesectie swingend met een hoofdrol voor geweldige baslijnen, terwijl de blazers zorgen voor aangenaam broeierige accenten. 

Wat me vooral opvalt bij de hernieuwde kennismaking met Diamond Life is hoe goed de zang van Helen Folasade Adu is. De van oorsprong Nigeriaanse zangeres heeft een bijzonder stemgeluid en het is een stemgeluid met veel soul en verrassend veel klankkleuren. De zang op Diamond Life versterkt het zwoele karakter van de muziek van Sade, maar het is zang die nu meer met me doet dan in de jaren 80 toen ik de muziek van de Britse band zoals gezegd vooral zag als muzikaal behang. 

Inmiddels schat ik Diamond Life veel hoger in, zeker omdat Sade zeker niet alleen maar songs over bloemetjes en bijtjes maakte, maar ook de maatschappelijke thema’s niet schuwde. Wanneer ik de albums uit mijn jaren 80 platenkast door mijn handen laat gaan kom ik veel albums tegen die ik echt nooit meer ga beluisteren, maar Diamond Life van Sade gaat na de zeer geslaagde hernieuwde kennismaking ook in de toekomst zeker nog voorbij komen. Erwin Zijleman


Diamond Life van Sade is verkrijgbaar via de Mania webshop: