30 september 2023

Will Johnson - No Ordinary Crown

Will Johnson trekt helaas niet heel veel aandacht met zijn soloalbums, maar het onlangs verschenen No Ordinary Crown is een mooi en veelzijdig album, dat ik inmiddels best sensationeel goed durf te noemen
Will Johnson, de voormalige voorman van onder andere Centro-Matic en South San Gabriel, maakte de afgelopen jaren al een aantal uitstekende soloalbums, maar hij overtreft ze moeiteloos met zijn nieuwe album No Ordinary Crown. Het is een album dat wat gevarieerder klinkt dan zijn voorgangers en dat ook wat voller en spannender is ingekleurd. Het is een album dat zowel invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek als uit de indierock verwerkt en beide genres vloeien op het album prachtig samen. Het klinkt allemaal prachtig en Will Johnson is goed bij stem, maar hij schreef voor No Ordinary Crown ook een aantal fantastische songs. Geweldig album!



No Ordinary Crown van Will Johnson verscheen een week of twee geleden bijna geruisloos en ontsnapte in eerste instantie daarom ook aan mijn aandacht, maar het is wederom een weergaloos album van de Amerikaanse muzikant. Dat komt zeker niet als een verrassing, want Will Johnson staat inmiddels al heel wat jaren garant voor uitstekende albums. Die maakte hij in de jaren 90 vooral met zijn band Centro-Matic en in de eerste jaren van dit millennium met South San Gabriel, maar sinds 2002 maakt de muzikant, die Denton, Texas, inmiddels heeft verruild voor het eveneens Texaanse Austin, ook soloalbums. 

Het zijn albums die ik niet allemaal heb opgepikt en als ik ze wel oppikte deed ik dat vaak met enige vertraging en dat is dit keer niet anders, ondanks de hoge kwaliteit van de vorige twee soloalbums van Will Johnson, Wire Mountain uit 2019 en El Capitán uit 2021. Will Johnson trad eerder dit jaar toe tot The 400 Unit, de band van Jason Isbell, maar laat op No Ordinary Crown horen dat hij ook als solomuzikant met de allerbesten mee kan. 

Will Johnson heeft sinds de begindagen van Centro-Matic wat meer ingetogen Amerikaanse rootsmuziek gecombineerd met richting indierock opschuivende klanken en dat doet hij ook weer op No Ordinary Crown. Toch is het nieuwe album van de Amerikaanse muzikant zeker niet meer van hetzelfde, want op No Ordinary Crown kiest Will Johnson in een aantal tracks voor nieuwe wegen. In de meeste tracks op het album kiest de muzikant uit Austin voor een wat voller geluid, waarin aan de ene kant ruimte is voor een wat steviger gitaargeluid en aan de andere kant wordt geëxperimenteerd met soundscape achtige klanken. 

Wanneer de gitaren mogen uitpakken hoor je op No Ordinary Crown echo’s van de muziek van Neil Young en Crazy Horse en dat klinkt bijzonder lekker, zeker wanneer er een lekker gruizige gitaarsolo tegenaan wordt gegooid en Will Johnson met veel gevoel zingt. Je hoort het direct in de openingstrack, wat mij betreft een van de prijsnummers op het album, die goed laat horen waartoe Will Johnson in staat is. 

Wanneer de gitaren nog wat ruwer klinken begeeft de Amerikaanse muzikant zich op het pad van de indierock, maar in veel tracks zoekt Will Johnson vooral de grenzen van de Amerikaanse rootsmuziek op. Dat doet hij op steeds wat andere wijze, waardoor No Ordinary Crown een lekker veelzijdig album is. Wat niet varieert is de kwaliteit van de songs, want die is zonder uitzondering hoog. 

Omdat het ook nog eens songs zijn waarin Will Johnson zijn grenzen opzoekt, is het niet overdreven om te stellen dat hij op No Ordinary Crown dicht bij zijn beste werk in de buurt komt, of dit zelfs overtreft. Ik vond de vorige albums van Will Johnson vooral degelijk, maar zijn nieuwe album is meer dan eens verrassend spannend. Ondertussen strooit de Amerikaanse muzikant ook met bloedmooie songs, die opvallen door betoverend mooie klanken en verrassend goede zang. 

De lekker ruwe songs gaan er in als koek, maar ook de met soundscapes verrijkte en fraai beeldende songs maken makkelijk indruk, zeker wanneer de pedal steel wolken met prachtige klanken laat overdrijven. Het is daarom doodzonde dat de muziek van Will Johnson zo weinig aandacht krijgt, want de mix van Amerikaanse rootsmuziek en een vleugje indierock doet niet onder voor het beste dat vooralsnog in 2023 is gemaakt in het genre. Laat je verrassen door het prachtige No Ordinary Crown. Grote kans dat je genadeloos voor de bijl gaat. Erwin Zijleman

De muziek van Will Johnson is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikant: https://willjohnson.bandcamp.com/album/no-ordinary-crown.


No Ordinary Crown van Will Johnson is verkrijgbaar via de Mania webshop:



29 september 2023

Jenny Owen Youngs - Avalanche

Het is lange tijd stil geweest rond Jenny Owen Youngs, maar met het door Josh Kaufman geproduceerde Avalanche levert de Amerikaanse singer-songwriter een persoonlijk en ijzersterk album af
Jenny Owen Youngs debuteerde in 2005 met het veelbelovende Batten The Hatches, maar maakte de belofte nooit echt waar. Dat doet de Amerikaanse muzikante nu alsnog met Avalanche, dat nog een stuk beter is dan het debuutalbum. Avalanche werd gemaakt met topproducer Josh Kaufman, die het album heeft voorzien van een ingetogen maar warm geluid. Het is een geluid dat fraai kleurt bij de stem van Jenny Owen Youngs, die mooier en doorleefder klinkt dan op haar debuutalbum. De Amerikaanse muzikante timmerde de afgelopen jaren stevig aan de weg als songwriter voor anderen, maar heeft voor Avalanche een aantal uitstekende songs voor zichzelf geschreven, wat een prima album oplevert.



Bij het bestuderen van de lijst met de nieuwe releases van deze week kwam de naam Jenny Owen Youngs me zo bekend voor dat ik haar nieuwe album direct opschreef voor het lijstje met te bespreken albums. Tot mijn verbazing bleek ik echter nog niet eerder een album van de Amerikaanse muzikante te hebben besproken op de krenten uit de pop. Dat is ook niet zo gek, want het is heel lang stil geweest rond de muzikante uit Maine, al verschenen er de afgelopen twee jaar wel twee EP’s van haar hand. 

Ik blijk Jenny Owen Youngs eigenlijk alleen te kennen van Batten The Hatches, haar debuutalbum uit 2005. Dat album vond ik niet alleen erg goed, maar heeft kennelijk ook een onuitwisbare indruk gemaakt. In die jaren die volgden verschenen nog twee albums, die me niet zijn opgevallen of minder indruk hebben gemaakt, maar de afgelopen tien jaar was het vrij stil rond Jenny Owen Youngs. 

Het betekent overigens niet dat ze stil heeft gezeten, want volgens haar bandcamp pagina deed Jenny Owen Youngs de afgelopen jaren alles behalve albums maken. Haar muzikantenbestaan stond op een wat lager pitje, al was ze wel succesvol als songwriter voor anderen en schreef ze songs voor tv-series en films, die een veel groter publiek bereikten dan een album van de gemiddelde singer-songwriter. 

Ik ben blij dat Jenny Owen Youngs het onzekere bestaan van een muzikant toch weer heeft opgepikt, want met Avalanche heeft ze een uitstekend album afgeleverd. Jenny Owen Youngs kreeg de afgelopen jaren te maken met hoge pieken en diepe dalen in haar leven en die hebben allemaal een plekje gevonden op haar nieuwe album, dat makkelijk schakelt tussen donkere wolken en zonneschijn en een serie persoonlijke songs bevat. 

Avalanche werd gemaakt met producer Josh Kaufman, die we kennen van de band Bonny Light Horseman, maar die de afgelopen jaren ook mooie dingen deed voor onder andere The Hold Steady, Cassandra Jenkins, This Is The Kit en Anaïs Mitchell. Ook voor Jenny Owen Youngs heeft Josh Kaufman vakwerk afgeleverd, want Avalanche klinkt prachtig. 

Het is een behoorlijk ingetogen album geworden, dat past in het hokje Amerikaanse rootsmuziek, maar dat ook klinkt als een tijdloos singer-songwriter album. Het is een spaarzaam ingekleurd album met een hoofdrol voor gitaren en een bijrol voor de keyboards die Josh Kaufman heeft toegevoegd. De keuze voor redelijk ingetogen klanken is een goede, want Jenny Owen Youngs beschikt over een vrij zachte stem, die makkelijk onder kan sneeuwen. Dat doet hij zeker niet op Avalanche, waarop de fraaie zang een van de sterkste punten is. 

Jenny Owen Youngs maakte de afgelopen jaren niet veel eigen muziek, maar ze bewees met haar songs voor anderen meerdere malen dat ze een uitstekend songwriter is. Dat laat ze ook weer horen op Avalanche, dat bij eerste beluistering makkelijk verleidt door de mooie klanken en vocalen, maar dat het uiteindelijk ook moet hebben van de kwaliteit en de diepgang van de songs, die ze deels schreef met bevriende muzikanten als S. Carey, Peter Silberman en Christian Lee Hutson. 

Met Avalanche moet Jenny Owen Youngs haar plekje tussen de aansprekende singer-songwriters van het moment weer proberen te veroveren en gezien de kwaliteit van het album lijkt me dit een behoorlijk kansrijke missie. Goed dat ze terug is. Erwin Zijleman

De muziek van Jenny Owen Youngs is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://jennyowenyoungs.bandcamp.com/album/avalanche.


Avalanche van Jenny Owen Youngs Subtle Love is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Isbells - Basegemiti

De Belgische band Isbells levert met Basegemiti een album af dat hinkt op meerdere gedachten, maar zowel de vertrouwde en zeer sfeervolle tracks als de tracks die nieuwe wegen verkennen zijn zeer de moeite waard
Na vijftien jaar Isbells en vier uitstekende albums vond voorman Gaëtan Vandewoude het tijd voor nieuwe wegen. Je hoort het in een aantal tracks op het nieuwe album Basegemiti. Het zijn tracks waarin de Belgische band meer invloeden uit de pop toe laat en bij vlagen verrassend uitbundig klinkt. Hiertegenover staan de vertrouwde Isbells songs met bijzonder sfeervolle klanken en prachtige ingetogen zang. Het zijn laatstgenoemde tracks die de Isbells fans van het eerste uur het meest zullen aanspreken, maar Gaëtan Vandewoude verdient ook respect voor de nieuwe wegen die zijn band inslaat, al is het maar omdat ook deze wegen in kwalitatief opzicht hoogstaande songs opleveren.



Het deze week verschenen Basegemiti is alweer het vijfde album van de Belgische band Isbells. Het is een album dat in de openingstrack Sparkle & Shine een duidelijke koerswijziging laat horen, want zo uitbundig en aanstekelijk hoorden we de band rond Gaëtan Vandewoude nog niet vaak. Het levert Isbells in een aantal recensies de vergelijking op met Coldplay, maar dat gaat wat mij betreft wel erg ver, al was Coldplay in haar jonge jaren natuurlijk een prima band. In de openingstrack schuift Isbells wel flink op richting pop en dat is zeker even wennen. 

Helemaal als een verrassing komt het nieuwe geluid van Isbells overigens niet, want op het in 2019 verschenen Sosei schoof de Belgische band al wat op richting een voller geluid en het verwerken van meer invloeden. Zelf ben ik niet vies van invloeden uit de pop en omdat Sparkle & Shine niet alleen aanstekelijk klinkt, maar ook knap in elkaar zit, was ik niet direct negatief over de koerswijziging van Isbells. 

De band gooit het roer trouwens niet volledig om, want na de verrassend uitbundige openingstrack, keert Isbells in het prachtige A Little Bit Longer terug op het oude nest. Het is een track die herinnert aan het vroegere werk van de band en het is een track waarin ingetogen en zeer stemmige klanken worden gecombineerd met de mooie stem van Gaëtan Vandewoude, die af en toe wordt bijgestaan door de al even mooie stem van Chantal Acda, die helaas een wat kleinere rol heeft dan op de vorige albums van de band. 

Ik heb zelf een enorm zwak voor het meer ingetogen geluid van Isbells en dit zwak wordt op Basegemiti wel wat op de proef gesteld. Isbells kan op haar vijfde album maar lastig kiezen tussen aan de ene kant het vertrouwde geluid met vooral folky songs en ingetogen en sfeervolle klanken en aan de andere kant de wat tegen wat rijker ingekleurde en tegen pop aanleunende songs. Het levert een album met twee of nog veel meer gezichten op, al moeten de uitersten op Basegemiti zeker niet worden uitvergroot. 

Ik moest zeker wennen aan het nieuwe Isbells geluid, maar heb toch ook wel wat met de wat voller ingekleurde popsongs op het album. Het zijn songs die lekker in het gehoor liggen, maar die ook goed in elkaar zitten en zijn volgestopt met verrassende wendingen en accenten. Gaëtan Vandewoude heeft lang gesleuteld aan het nieuwe geluid van Isbells en dat hoor je, want het klinkt allemaal fantastisch. 

Ik zou het te veel van het goede hebben gevonden wanneer Isbells vol voor het nieuwe geluid was gegaan, want als ik echt moet kiezen gaat mijn voorkeur toch uit naar de meer ingetogen songs, waarin de klanken betoverend mooi zijn en de stem van Gaëtan Vandewoude net wat meer indruk maakt dan in de uptempo tracks. Die songs zijn ook op Basegemiti weer van een bijzondere schoonheid en intimiteit.

Ik heb op hetzelfde moment ook bewondering voor de keuzes van de voorman van de band, die tot in de lengte van dagen had kunnen overtuigen met het vertrouwde Isbells geluid, maar op Basegemiti stappen in andere richtingen durft te zetten. Het zijn stappen die niet zonder risico zijn en ook niet altijd goed uitpakken, maar over de hele linie genomen vind ik ook het vijfde album van Isbells een mooi album, al dankt de band dit zeker ook aan de prachtige sfeervolle tracks op het album. Ik ben wel benieuwd in welke richting Isbells zich nu gaat ontwikkelen, maar dat is van later zorg. Erwin Zijleman


Subtle Love van The Slow Show is verkrijgbaar via de Mania webshop:


28 september 2023

The Equatorial Group - Sea

De Britse band The Equatorial Group levert met Sea haar derde uitstekende album op rij af en slaagt er wederom in om Amerikaanse rootsmuziek prachtig te laten samenvloeien met tijdloze popmuziek
Met Apricity en Falling Sands heeft de Britse band The Equatorial Group al twee albums op haar naam staan die niet misstonden in jaarlijstjes. Het onlangs verschenen Sea bleek een serieuze horde, want de band werkte maar liefst drie jaar aan haar derde album. Het resultaat is er naar, want Sea doet niet onder voor zijn twee voorgangers en maakt indruk met een mooie mix van Amerikaanse rootsmuziek en zonnige popmuziek. In muzikaal opzicht klinkt het allemaal heerlijk, met een eervolle vermelding voor het gitaarwerk, en ook in vocaal opzicht kan de band met een aantal mooie mannenstemmen en een prachtige vrouwenstem aan boord prima uit de voeten. Geweldige band, heerlijk album.



De vorige twee albums van de Britse band The Equatorial Group, Apricity uit 2018 en Falling Sands uit 2019, omschreef ik op de krenten uit de pop als albums die Fleetwood Mac zou hebben gemaakt als het begin jaren 70 een verkeerde afslag had genomen en in plaats van in Los Angeles in de woestijn van California of Arizona was terecht gekomen. The Equatorial Group had op haar eerste twee albums een uitstekend gevoel voor lekker in het gehoor liggende popliedjes, maar verwerkte naast invloeden uit de pop ook flink wat invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek in haar muziek, wat een zeer aangenaam geluid opleverde. 

Het leverde twee geweldige albums op, die helaas niet zoveel aandacht kregen als ze verdienden. Dat geldt helaas ook weer voor het deze maand verschenen Sea, want vooralsnog blijft het behoorlijk stil rond het derde album van The Equatorial Group, al heeft dat vast ook te maken met het feit dat Google bij zoeken vooral links naar studies over het opwarmen van de oceanen rond de evenaar presenteert. Met de kwaliteit van het album heeft het gebrek aan aandacht in ieder geval niets te maken, want ook op Sea steekt de band uit het Britse Eastbourne in een blakende vorm. 

De band heeft de tijd genomen voor haar derde album en nam Sea, mede door de beperkingen van de coronapandemie, gedurende een periode van maar liefst drie jaar op in de huizen van de bandleden en in repetitieruimtes. Het bewijst maar weer eens dat je tegenwoordig geen dure studio meer nodig hebt om een goed klinkend album te maken, want het derde album van The Equatorial Group klinkt echt fantastisch. 

Ook Sea klinkt weer als een album dat Fleetwood Mac zou hebben gemaakt als het in haar hoogtijdagen meer invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek had toegelaten in haar muziek. The Equatorial Group heeft zich absoluut laten inspireren door de tijdloze popsongs van Fleetwood Mac en haar tijdgenoten, maar kan ook de Americana niet los laten. Het is een combinatie die geweldig uitwerkt.

De band beschikt over meerdere goede stemmen en maakt daar op Sea stevig gebruik van. Dat is aan de ene kant jammer, want persoonlijk veer ik vooral op wanneer zangeres Helen Weeks de leadzang voor haar rekening neemt, maar aan de andere kant zorgt het afwisselen van mannen- en vrouwenstemmen wel voor wat meer variatie, net als Fleetwood Mac dat deed op haar beste albums. 

In vocaal opzicht is Sea een prima album, want ook de mannelijke bandgenoten zingen uitstekend, maar ook in muzikaal opzicht staat het album als een huis, waarbij dit keer vooral het gitaarwerk opvalt. Dit gitaarwerk is af en toe net wat gruiziger dan op de vorige twee albums en neemt hier en daar de tijd voor solo’s en dat bevalt me wel. Het gitaarwerk wordt hier en daar mooi aangevuld door de door zangeres Helen Weeks bespeelde pedal steel, die het geluid van de band wat meer de kant van de Amerikaanse rootsmuziek op trekt, terwijl synths de songs van The Equatorial Group een aangename popinjectie geven. 

Ook met Sea heeft The Equatorial Group weer een album gemaakt dat direct bij eerste beluistering vertrouwd klink en dat is een bijzondere gave. Net als de vorige albums van de Britse band wordt ook Sea bovendien beter bij herhaalde beluistering, wat een extra reden is om ook dit derde album van de Britse band van harte aan te bevelen. Erwin Zijleman

De muziek van The Equatorial Group is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse band: https://theequatorialgroup.bandcamp.com/album/sea.



27 september 2023

yeule - softscars

yeule maakte op het vorig jaar verschenen Glitch Princess de popmuziek van de toekomst en herhaalt dit kunstje op het minstens even ongrijpbare maar ook minstens even fascinerende softscars
De uit Singapore afkomstige yeule leverde vorig jaar met Glitch Princess een onverwacht jaarlijstjesalbum af. Het is een album dat is te omschrijven als een vat vol tegenstrijdigheden, maar ook als een onuitputbare bron van goede ideeën. Het is een omschrijving die ook van toepassing is op het nieuwe album van yeule. Op softscars klinkt yeule weer flink anders dan op haar vorige album, maar het is wederom een ongrijpbaar album dat het ene moment redelijk toegankelijke popsongs laat horen, maar hier het volgende moment weer mijlenver van verwijderd is. Het is een album dat 1001 invloeden verwerkt, maar uiteindelijk blijft yeule volkomen uniek.


In mijn jaarlijstje over 2022 was Glitch Princess van yeule wat mij betreft een van de meest bijzondere albums. Het is een album waar ik in eerste instantie helemaal niets mee kon, tot de puzzelstukjes in elkaar begonnen te vallen. Glitch Princess was een vat vol tegenstrijdigheden, waarin yeule af en toe dicht tegen de erkende popprinsessen van het moment aan kroop, om zich er niet veel later weer totaal van te vervreemden. Glitch Princess trok niet alleen in muzikaal opzicht de aandacht maar baarde ook opzien door de presentatie van yeule als een ‘non-binaire cyborg’, wat het album voorzag van een futuristisch tintje. 

Ik sloot de inleiding van mijn recensie van het tweede album van yeule af met de volgende woorden en daar sta ik nog steeds achter: “Glitch Princess is soms mooi en ingetogen, maar net zo makkelijk hard en pompeus. Soms klinkt het album verrassend toegankelijk, maar yeule zoekt ook het experiment. Na één keer horen vond ik het vreselijk, na vijf keer horen bijzonder en na tien keer horen geweldig. yeule maakt op Glitch Princess de popmuziek van de toekomst.” 

Deze week keert het alter ego van de uit Singapore afkomstige maar tegenwoordig vanuit Londen en Los Angeles opererende Nat Ćmiel, die werd geboren als Natasha Yelin Chang, terug met een nieuw album, softscars. Het is een album dat net als zijn voorgangers is te omschrijven als een vat vol tegenstrijdigheden, maar softscars is een ander album dan Glitch Princess. Je hoort het direct in de openingstrack, waarin yeule zich omringt met de bocht uit vliegende gitaren en het in vocaal opzicht uitschreeuwt. Het is een ruwe uitbarsting die wordt gevolgd door een redelijk conventioneel popliedje, al is conventioneel een begrip dat in het woordenboek van yeule niet voor komt. 

Net als zijn voorganger is softscars is muzikaal opzicht een spannend album, want het kan meerdere kanten op. Wanneer yeule kiest voor subtiele elektronische klanken en wat steviger aangezette beats hoor je redelijk toegankelijke popsongs, al blijft het even wennen aan de zachte en af en toe vervormde zang. Ook op softscars kan yeule echter ook stevig tegen de haren instrijken, bijvoorbeeld met een bak herrie, al is het zwaar vervormde geluid uit de openingstrack (gelukkig) een uitzondering. Invloeden uit de 90sn indierock en shoegaze komen meer dan eens voorbij, maar yeule verwerkt ze op geheel eigen wijze.

Het nieuwe album van yeule is waarschijnlijk te excentriek om de muzikant uit Singapore te scharen onder de meest succesvolle popprinsessen van het moment, maar zelf vind ik het album niet misstaan tussen de albums van deze popprinsessen, al is yeule de tijd flink wat jaren vooruit. 

Het leuke en interessante van Glitch Princess was dat het album steeds weer nieuwe dingen liet horen en dat is op softscars niet anders. Het nieuwe album van yeule is niet alleen een vat vol tegenstrijdigheden, maar ook een schatkist vol goede ideeën. Deze goede ideeën zijn gevoed door uiteenlopende genres en bestrijken een aantal decennia popmuziek, maar de muziek van yeule klinkt ook uniek, al doet het me af en toe wel wat aan de muziek van Grimes denken. 

Of softscars net zoveel impact op me gaat hebben als het briljante Glitch Princess durf ik nog niet te voorspellen, maar na een paar keer horen durf ik al wel te beweren dat yeule met softscars een van de meest bijzondere popalbums van 2023 heeft gemaakt en iedere keer als ik naar het album luister valt er weer iets nieuws op zijn plek. Erwin Zijleman

De muziek van yeule is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de muzikant uit Singapore: https://yeule.bandcamp.com/album/softscars.


softscars van yeule is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Teenage Fanclub - Nothing Lasts Forever

Teenage Fanclub bestaat inmiddels bijna 35 jaar, maar de Schotten laten op hun nieuwe album Nothing Lasts Forever horen dat de zeer aangename en meestal zonnige gitaarpop van de band nog best even mee kan
Zo goed als in de jaren 90 is Teenage Fanclub misschien niet meer, maar de laatste paar albums van de band vielen zeker niet tegen. Het deze week verschenen Nothing Lasts Forever vind ik weer net wat beter dan zijn directe voorgangers. Heel veel veranderd is er overigens niet, want de band uit Glasgow maakt nog altijd de muziek die het ook in haar beginjaren maakte. Muziek die zich flink heeft laten beïnvloeden door bands als Big Star en The Byrds, maar Teenage Fanclub is zeker niet in het verleden blijven hangen. De zomer van 2023 is misschien voorbij, maar dankzij het aangename Nothing Lasts Forever schijnt de zon voorlopig nog wel even.



De Schotse band Teenage Fanclub bestaat al sinds het eind van de jaren 80, maakte haar beste albums gedurende de jaren 90, maar is ook in het huidige millennium goed voor een aantal prima albums. Het zijn albums die misschien net iets achterblijven bij topalbums als Thirteen uit 1993, Grand Prix uit 1995 en Songs From Northern Britain uit 1997, maar heel groot zijn de verschillen in kwalitatief opzicht niet. 

Ook in muzikaal opzicht is Teenage Fanclub een behoorlijk constante band, want de band uit Glasgow laat zich al sinds haar beginjaren beïnvloeden door legendarische bands als Big Star, The Byrds en Buffalo Springfield, al hebben de songs van de band ook altijd wel een eigenzinnig en eigentijds Schots tintje. 

Teenage Fanclub heeft de afgelopen vijf jaar te maken gehad met de nodige tegenslagen. Zo hield Gerard Love, lid van het eerste uur en een van de drie songwriters van de band, het in 2018 voor gezien en had Norman Blake, een van de andere songwriters van de band, op het in 2021 verschenen Endless Arcade nog veel last van het einde van zijn huwelijk, waardoor de muziek Teenage Fanclub wat minder zonnig en zorgeloos klonk dan in het verleden. 

Op het deze week verschenen Nothing Lasts Forever klinkt de muziek van de Schotse band gelukkig weer als vanouds. Ook op haar twaalfde album eert de band uit Glasgow haar muzikale helden uit het verleden en bouwt het voort op de beste albums uit haar eigen oeuvre. Het levert een album op dat vol staat met heerlijk melodieuze songs en het zijn nog altijd songs vol zonnestralen. 

Teenage Fanclub maakt ook op haar twaalfde album muziek die wordt gedomineerd door mooie gitaarlijnen, door een aangenaam dromerige sfeer en door fraaie zang en zo nu en dan aansprekende harmonieën. De band heeft ook dit keer een beroep kunnen doen op de van Gorky's Zygotic Mynci bekende Euros Childs, die tekent voor keyboards en bijdraagt aan de harmonieën, maar binnen Teenage Fanclub draait nog altijd veel om Norman Blake en Raymond McGinley, de zangers, gitaristen en songwriters van de band. De twee zijn ook op Nothing Lasts Forever weer in uitstekende vorm, want een slechte song kom je niet tegen op het nieuwe album van de band. 

De criticus zal beweren dat Teenage Fanclub, buiten een hier en daar opduikende saxofoon en incidenteel wat zweverige keyboards, wel erg vertrouwt op het geluid uit het verleden, maar dat doet de band uit Glasgow eigenlijk al sinds haar beginjaren. Voor muzikale vernieuwing ben je bij Norman Blake, Raymond McGinley en de andere leden van de band aan het verkeerde adres, maar de kunst van het schrijven van de tijdloze popsongs die Teenage Fanclub maakt moet zeker niet worden onderschat. 

Het is deze week de week van de herfstalbums, maar als we het KNMI mogen geloven komen er nog wat mooie zomerse dagen aan. Het zijn dagen waarop de aangename klanken en de melodieuze songs van Teenage Fanclub nog net wat beter tot zijn recht komen. Er komt vast een moment dat de Schotse band niets meer toevoegt aan haar beste albums uit de jaren 90, maar dat punt heeft Teenage Fanclub wat mij betreft nog niet bereikt op het bijzonder aangename Nothing Lasts Forever, dat ik toch weer net wat hoger aan sla dan het vorige album van de Schotse band. Erwin Zijleman

De muziek van Teenage Fanclub is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Schotse band: https://teenage-fanclub.bandcamp.com/album/nothing-lasts-forever-2.


Nothing Lasts Forever van Teenage Fanclub is verkrijgbaar via de Mania webshop:



26 september 2023

Lydia Loveless - Nothing's Gonna Stand In My Way Again

Lydia Loveless blijft maar goede albums maken en maakt ook met het vooral met pop en rock gevulde Nothing's Gonna Stand In My Way Again weer makkelijk indruk met een serie direct memorabele songs
Lydia Loveless maakte twaalf jaar geleden met Indestructible Machine een fantastisch countryalbum, maar in Europa kreeg het album maar weinig aandacht. Dat was niet anders met de albums die de Amerikaanse muzikante sindsdien maakte. Het zijn album waarop Lydia Loveless opschoof van country naar pop en rock, maar aan de kwaliteit van de albums veranderde niets. Ook het deze week verschenen Nothing's Gonna Stand In My Way Again is weer een uitstekend album. Het is wederom een album met vooral invloeden uit de pop en de rock, maar het kan meerdere kanten op. De muziek van Lydia Loveless klinkt direct vertrouwd, maar tikt wederom een hoog niveau aan.



De Amerikaanse muzikante Lydia Loveless trok in 2011 voor het eerst de aandacht met het indrukwekkende Indestructible Machine, dat in de VS werd bejubeld maar in Europa helaas weinig aandacht kreeg. Ik ontdekte het album zelf ook pas jaren later, maar durf het inmiddels een van de meest fascinerende countryalbums van de afgelopen vijftien jaar te noemen. 
Op Indestructible Machine imponeert Lydia Loveless met woeste country vol ontsporende gitaren, op hol geslagen banjo’s, duistere teksten en gepassioneerde zang, hier en daar afgewisseld met een heerlijke country tranentrekker. 

Ik ontdekte Lydia Loveless, dankzij een tip van Spotify, zelf pas in 2014 toen Somewhere Else verscheen. Het is een album dat grotendeels in het verlengde ligt van het geweldige Indestructible Machine, al is het album wel wat minder ruw. Sindsdien ben ik Lydia Loveless blijven volgen en dat leverde met Real uit 2016 en Daughter uit 2020 nog twee uitstekende albums op. Het zijn albums die in de Verenigde Staten warm zijn onthaald met zeer positieve recensies, maar in Europa bleef Lydia Loveless helaas een grote onbekende. 

Op Real en Daughter verdwenen de invloeden uit de countrymuziek steeds meer naar de achtergrond en maakte Lydia Loveless vooral pop en rock met hier en daar een snufje Amerikaanse rootsmuziek. Daughter uit 2020 krijgt deze week een opvolger met Nothing's Gonna Stand In My Way Again en het is een album dat het in de Verenigde Staten vooralsnog goed doet en wederom wordt bewierookt, maar dat in Europa nog vooral wordt genegeerd. Het is zonde, want ook het nieuwe album van Lydia Loveless is zeer de moeite waard. 

Op Nothing's Gonna Stand In My Way Again neemt de Amerikaanse muzikante nog wat meer afstand van de countrymuziek die op haar debuutalbum floreerde en gaat ze vol voor de pop en de rock. Het is pop en rock die citeert uit een aantal decennia popmuziek. Ik hoorde op de vorige albums al vaker wat van Stevie Nicks in de stem van Lydia Loveless en dat is ook dit keer relevant vergelijkingsmateriaal. Nothing's Gonna Stand In My Way Again heeft zich hiernaast laten beïnvloeden door de radiovriendelijke rockmuziek uit de jaren 90 en heeft in de wat rauwere songs bovendien wel wat van Blondie. 

Met vergelijken doe je het nieuwe album van Lydia Loveless echter vooral tekort, want de singer-songwriter uit Columbus, Ohio, blijkt op haar nieuwe album zeer veelzijdig. Nothing's Gonna Stand In My Way Again staat vol met lekker in het gehoor liggende songs, die ook makkelijk blijven hangen, maar de songs van Lydia Loveless klinken ook urgent. De Amerikaanse muzikante etaleerde al een aantal albums lang haar kunsten als songwriter en doet dit ook op haar nieuwe album, dat haar meest gevarieerde album tot dusver is. 

Het is jammer dat Lydia Loveless de woeste country van Indestructible Machine volledig achter zich heeft gelaten, maar ook de pop en rock op Nothing's Gonna Stand In My Way Again maakt makkelijk indruk en is in muzikaal, vocaal en tekstueel opzicht interessanter dan bij vluchtige beluistering het geval lijkt. Het gerenommeerde Pitchfork heeft er weer een mooi rapportcijfer voor over en daar valt wat mij betreft niets op af te dingen. Prima album weer van de hier helaas onbekende Amerikaanse muzikante. Erwin Zijleman

De muziek van Lydia Loveless is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://lydialoveless.bandcamp.com/album/nothings-gonna-stand-in-my-way-again.


Nothing's Gonna Stand In My Way Again van Lydia Loveless is verkrijgbaar via de Mania webshop:



25 september 2023

Ismena - This Time

Ismena maakte twee jaar geleden een geweldig album met haar gelijknamige band, maar legt solo de lat nog wat hoger op het bijzonder sfeervol ingekleurde This Time, dat imponeert met betoverend mooie vocalen
Bij eerste beluistering was ik diep onder de indruk van This Time van Ismena en sindsdien is mijn liefde voor dit album alleen maar gegroeid. Waar de band Ismena niet vies is van rock, houdt de solomuzikante Ismena haar songs behoorlijk ingetogen. De voornamelijk akoestische klanken op This Time zijn sfeervol en kleuren mooi bij de herfst, maar ze staan volledig in dienst van de zang, die echt prachtig is. Ismena laat op This Time horen dat ze beschikt over een wonderschone stem, maar haar songs lopen ook over van gevoel, waardoor het album nog wat intenser en urgenter klinkt. This Time is een enorme verrassing en misschien wel de grootste verrassing van het muziekjaar 2023 tot nu toe.



Helemaal aan het eind van 2021 verscheen Until We Part, het debuutalbum van de Utrechtse band Ismena. Door de wat ongelukkig gekozen releasedatum kreeg het album helaas niet de aandacht die het verdiende, maar in de recensies die wel verschenen, waaronder die op de krenten uit de pop, werd het debuutalbum van Ismena volkomen terecht stevig bewierookt. 

Until We Part liet zich beïnvloeden door folk, indierock, postrock en een beetje gothrock en maakte indruk met prachtige klanken en fraaie spanningsbogen. Misschien nog wel meer indruk maakte de zang van frontvrouw Ismena Goossen, die niet alleen bleek te beschikken over een wonderschone stem, maar de songs van haar band bovendien met veel gevoel vertolkte. 

Ismena keerde vorige week terug met This Time, wat niet de opvolger van het bandalbum Until We Part is, maar meer een soloalbum van Ismena Goossen. De in Bosnië en Herzegovina opgegroeide muzikante bracht voor het debuutalbum van haar band al twee EP’s met solomateriaal uit en liet toen al horen dat ze uitstekend uit de voeten kan als folky singer-songwriter. Het zijn twee EP’s die ik ben gaan koesteren nadat ik het debuutalbum van Ismena had ontdekt, maar wat de Utrechtse muzikante laat horen op This Time is nog een stuk indrukwekkender. This Time zorgde bij mij direct bij eerste beluistering voor kippenvel en dat is niet meer verdwenen. 

Ismena nam haar nieuwe album thuis op en tekende zelf voor gitaar, piano en zang. Die zang is van een bijna onwerkelijke schoonheid. Dat Ismena Goossen over een prachtige stem beschikt was bekend, maar op This Time klinkt haar stem nog wat mooier en komt deze bovendien nog meer binnen, wat ook te maken heeft met het persoonlijke karakter van de songs op het album. Ismena kan klinken als een roemruchte Britse folkie, maar heeft ook iets van een Scandinavische ijsprinses, wat haar album voorziet van een bijzondere sfeer. Op This Time klinkt de stem van Ismena bijna onwaarschijnlijk zuiver, maar je hoort af en toe ook de emotie op haar stembanden slaan, wat de impact van haar songs verder vergroot. 

De kracht van de stem van Ismena wordt verder vergroot door de bijzondere muziek op This Time. De Utrechtse muzikante heeft haar songs behoorlijk sober ingekleurd met de akoestische gitaar of de piano, wat prachtig kleurt bij de wonderschone zang op het album. De organische en soms wat zwaar aangezette pianoklanken passen uitstekend bij het huidige seizoen, maar ze zitten de stem van Ismena nergens in de weg. De instrumentatie op het album wordt van extra spanning voorzien door subtiele baslijnen en hier en daar prachtig elektrisch gitaarwerk, dat op bijzondere wijze door de stemmige klanken heen snijdt. 

De herfstklanken op This Time zijn verrassend mooi en trefzeker, maar als Ismena gaat zingen wordt This Time echt om te janken zo mooi. Ik luister een groot deel van mijn tijd naar zangeressen en heb veel stemmen die ik koester, maar ik ben al een tijdje niet zo onder de indruk geweest van een stem als van die van Ismena op This Time. 

De Utrechtse muzikante trekt nog niet heel veel aandacht met haar muziek, maar nadat ze met haar band een album met internationale allure afleverde, doet ze dat nu met dit werkelijk wonderschone soloalbum, dat alleen maar beter lijkt te worden en echt keer op keer goed is voor 33 minuten en 9 seconden kippenvel. Bijzonder indrukwekkend. Erwin Zijleman

De muziek van Ismena is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Nederlandse muzikante: https://ismenamusic.bandcamp.com/album/this-time-album.


This Tine van Ismena is verkrijgbaar via de Mania webshop:



24 september 2023

Marine Girls - Beach Party (1981) / Lazy Ways (1983)

Marine Girls werd achteraf bekend als de eerste band van Everything But The Girl zangeres Tracey Thorn, maar de twee albums die het Britse trio aan het begin van de jaren 80 maakte zijn absoluut interessant
Drie schoolvriendinnen begonnen aan het begin van de jaren 80 een bandje. De muziek van het bandje deed niet heel veel, maar de muziek van Marine Girls was de start van de carrière van Tracey Thorn. Met de kennis van nu zijn de wat rammelende albums van Marine Girls behoorlijk invloedrijk en ook veel beter dan destijds werd erkend. De uiterst sober ingekleurde songs van Marine Girls hebben iets eigenzinnigs, maar het drietal schreef ook flink wat songs die snel memorabel blijken. Bij de start van Marine Girls had Tracey Thorn haar stem nog nauwelijks ontdekt, maar ze zou snel na het uit elkaar vallen van de band worden geschaard onder de mooiere stemmen uit de popmuziek. En terecht.



Marine Girls werd in 1980 geformeerd in het Britse Hertfordshire en viel in 1983 alweer uit elkaar. Tijdens het bestaan van de band deed de muziek van Marine Girls niet zo heel veel, maar achteraf bezien zijn de twee albums die de band maakte absoluut interessant. Marine Girls bestond uit drie schoolvriendinnen, onder wie de zussen Gina en Jane Fox. Gina werd uiteindelijk vervangen door haar jongere zus Alice, die een deel van de zang voor haar rekening nam, terwijl Jane de bas bespeelde. 

De zussen Fox werden bijgestaan door ene Tracy Thorn, die zich in eerste instantie beperkte tot de gitaar, maar die uiteindelijk bleek te beschikken over een bijzondere stem. Tracey Thorn formeerde na het uit elkaar vallen van Marine Girls samen met Ben Watt de band Everything But The Girl, die tot op de huidige dag met veel succes aan de weg timmert. 

Marine Girls viel me in de vroege jaren 80 niet echt op, maar na het lezen van de autobiografie van Tracey Thorn ging ik op zoek naar de muziek van de band, die inmiddels ook beschikbaar is via de streaming media platforms. Tracey Thorn noemt in haar autobiografie de muziek van The Raincoats en Young Marble Giants als belangrijke inspiratiebronnen en invloeden van beide bands zijn duidelijk herkenbaar op de twee albums van Marine Girls. 

Beach Party uit 1981 en Lazy Ways uit 1983 liggen in muzikaal opzicht in elkaars verlengde, maar op het tweede album van het drietal komen de songs net wat beter uit de verf, wat ook de verdienste is van de productie van Stuart Moxham, die met zijn band Young Marble Giants een van de vergeten meesterwerken van de jaren 80 maakte. 

De muziek van Young Marble Giants in het algemeen en de minimalistische basloopjes van Stuart’s broer Phil in het bijzonder klinkt nadrukkelijk door in de songs van Marine Girls, die uiterst sober zijn ingekleurd met eenvoudige akoestische gitaarakkoorden, postpunk achtige basloopjes en wat elementaire percussie. Het is muziek die aan alle kanten rammelt, maar dat geeft de songs van Marine Girls een bijzondere charme. 

De twee albums van Marine Girls hadden aan het begin van de jaren 80 een beter lot verdient, maar ze zijn uiteindelijk best invloedrijk geweest. Zeker wanneer Alice Fox en Tracey Thorn de vocalen delen hoor je songs die absoluut invloed hebben gehad op de ontwikkeling van het nog alternatieve geluid uit de jonge jaren van Bananarama, terwijl de songs waarin Tracey Thorn in vocaal opzicht het voortouw nemen veel laten horen van het geluid waarmee Everything But The Girl een paar jaar later zo succesvol zou zijn. 

De songs van Marine Girls klinken op Beach Party en Lazy Ways behoorlijk eenvoudig en lo-fi, maar hoe vaker ik naar de songs van het Britse drietal luister, hoe dierbaarder ze me worden. Ik hou van de ruwe charme van de songs op het debuutalbum van het drietal, maar ook de met net wat meer zorg gemaakte songs op het tweede en laatste album van Marine Girls spreken zeer tot de verbeelding. 

Met de oren van nu is het lastig te begrijpen dat de albums van het Britse drietal slechts in kleine kring werden opgepikt aan het begin van de jaren 80, maar het is nooit te laat om de muziek van Marine Girls op de juiste waarde te schatten. Ik luister relatief vaak naar Everything But The Girl, maar ook Beach Party en Lazy Ways van Marine Girls gaan vanaf nu nog vaak voorbij komen. Erwin Zijleman


Beach Party/Lazy Ways van Marine Girls is verkrijgbaar via de Mania webshop:


The Slow Show - Subtle Love

De Britse band The Slow Show voorziet de eerste en wat onstuimige herfstdagen van 2023 van een passende en bijzonder mooie soundtrack, waarop het geluid van de band nog wat rijker is georkestreerd
Bij mijn eerste kennismaking met de muziek van The Slow Show, inmiddels ruim acht jaar geleden, moest ik erg wennen aan het geluid van de band en dan met name aan de zang van Rob Godwin, maar het deze week verschenen Subtle Love voelde direct als een warm bad. De arrangementen op het nieuwe album van de band uit Manchester zijn nog wat rijker, maar het slaat nergens om in holle bombast. Ook de bijzondere zang is weer uitermate trefzeker en past prachtig bij de klassiek aandoende arrangementen. Het is nog even lastig om afscheid te nemen van de zomer van 2023, maar een soundtrack als Subtle Love van The Slow Show maakt het een stuk makkelijker.



De afgelopen week is de herfst dan officieel begonnen en dat hebben we gemerkt. Enerzijds door de regen die zo af en toe met bakken uit de hemel kwam, maar anderzijds door een aantal van de nieuwe albums die deze week zijn verschenen. Tussen deze albums zitten deze week voor het eerst verrassend veel herfstalbums. Het zijn albums die doen verlangen naar kille en donkere avonden waarop het goed toeven is bij een knisperend haardvuur. 

Tussen de herfstalbums van deze week zat Subtle Love, het vijfde album van de Britse band The Slow Show. De band uit Manchester moet met haar nieuwe album concurreren met het nieuwe album van The National, dat ooit een song met de titel Slow Show opnam. De Britse band ontleende haar naam overigens niet aan de song van de Amerikaanse band, wiens nieuwe album me toch wat tegenvalt. Subtle Love valt me zeker niet tegen en is wat mij betreft met afstand het mooiste herfstalbum van deze week. 

De muziek van The Slow Show is in het verleden vaak vergeleken met die van The National, maar ik hoor zelf vooral veel van de eveneens Britse band Tindersticks. Dat heeft alles te maken met de stem van The Slow Show zanger Rob Godwin, die wel wat doet denken aan die van Tindersticks zanger Stuart Staples. De voorman van The Slow Show heeft niet alleen een bijzondere stem, maar zingt ook op zeer karakteristieke wijze. De Britse muzikant draagt zijn teksten voor een groot deel voor, maar waar ik normaal gesproken niet gek ben op praatzang, heb ik geen moeite met de vocalen op de albums van The Slow Show. 

De bijzondere stem van Rob Godwin is ook op Subtle Love omgeven door een bijzonder rijk klankenpalet. Met flink wat strijkers en blazers is het geluid van The Slow Show op Subtle Love bijna bombastisch, maar op een of andere manier slaagt de band uit Manchester er bijna altijd in om aan de goede kant van de streep te blijven. Het heeft deels te maken met de redelijk ingetogen zang op het album, maar de rijke klanken op Subtle Love zijn ook van een bijzondere schoonheid en bevatten bovendien voldoende rustpunten, waarin steeds weer wonderschone accenten opduiken. 

Het nieuwe album van The Slow Show slaat zich direct bij eerste beluistering als een warme deken om je heen en verrast met een beeldende luistertrip die uitnodigt tot wegdromen. Zeker bij beluistering met enig volume of met de koptelefoon hoor je hoe mooi en afwisselend rijk en subtiel de songs van de Britse band zijn ingekleurd en wordt ook de zang op het album steeds mooier. 

Subtle Love is op het eerste gehoor een typisch en hierdoor weinig verrassend The Slow Show album, maar als je de vorige albums van de band nog eens beluisterd, hoor je dat het geluid van de Britse band zich de afgelopen jaren wel degelijk heeft ontwikkeld, al zijn de verschillen tussen de albums van de band zeker niet levensgroot. 

Ik wilde de zomer eigenlijk nog niet achter me laten en had nog een aantal aangename zomeralbums achter de hand, maar tegen de pracht van The Slow Show kon ik echt niet op. Subtle Love is met 34 minuten een relatief kort album en bevat vooral behoorlijk compacte songs, maar het vijfde album van de band is wat mij betreft 34 minuten lang mooi. Bijzonder mooi zelfs. Laat die herfst maar losbarsten. Erwin Zijleman


Subtle Love van The Slow Show is verkrijgbaar via de Mania webshop:


23 september 2023

Buddy & Julie Miller - In The Throes

In The Throes is pas het vierde album van Buddy & Julie Miller in ruim twintig jaar tijd, maar ook op dit album maakt het Amerikaanse tweetal weer indruk met uitstekende songs en vocalen die diep onder de huid kruipen
Al sinds het titelloze debuutalbum van Buddy & Julie Miller moeten we maar afwachten of er nog een vervolg komt en meestal duurt het wachten lang. Het valt deze keer mee, want slechts vier jaar na het fraaie Breakdown On 20th Ave. South is er weer een nieuw album van de twee gelouterde Amerikaanse muzikanten. Buddy Miller neemt in productioneel, muzikaal en vocaal opzicht het voortouw op In The Throes, maar Julie Miller schreef een serie geweldige songs en zorgt met haar zo karakteristieke stem voor het unieke geluid van het echtpaar. In The Throes is een veelzijdig album, dat uitstekend klinkt en vol staat met uitstekende songs, maar het is de prachtig doorleefde zang die van In The Throes een topalbum maakt.



Buddy en Julie Miller zijn inmiddels al flink wat decennia actief in de muziek en zijn sinds de tweede helft van de jaren 70 onafscheidelijk. Buddy Miller is op talloze albums te horen, speelde jarenlang in de band van Emmylou Harris en stond ook met talloze andere muzikanten op het podium. Vanaf de jaren 90 brengen de twee een aantal soloalbums uit, waarbij Julie Miller in eerste instantie kiest voor religieus getinte pop en gospel en Buddy Miller zich vol stort op de Amerikaanse rootsmuziek. 

In 2001 is er dan het uitstekend ontvangen Buddy & Julie Miller, waarop het echtpaar de krachten bundelt. Het pakt fantastisch uit. De rauwe strot van Buddy Miller blijkt perfect te passen bij de bijzondere stem van Julie Miller. Het levert een geweldig Americana album op, dat inmiddels wordt gerekend tot de klassiekers in het genre. 

De afgelopen twintig jaar worstelde Julie Miller flink met haar gezondheid, waardoor de opvolger van het debuutalbum van het echtpaar acht jaar op zich liet wachten. Het in 2009 verschenen Written In Chalk was het wachten echter meer dan waard en hetzelfde geldt voor het pas na een pauze van tien jaar verschenen Breakdown On 20th Ave. South. Dat album uit 2019 krijgt deze week al een opvolger met In The Throes, waarop een dozijn nieuwe Buddy & Julie Miller songs staat. 

Ik joeg hier thuis iedereen direct de gordijnen in met het album, want van de stem van Julie Miller moet je houden. De Amerikaanse muzikante heeft een zeer karakteristieke stem, die objectief beschouwd misschien niet heel mooi is, maar die wel diep ontroert en bovendien nog altijd prachtig kleurt bij de stem van echtgenoot Buddy. Ik ben al lang gewend aan de stem van Julie Miller en vond In The Throes direct prachtig. 

Het titelloze debuutalbum van het Amerikaanse echtpaar heeft inmiddels de status van klassieker, maar ik vond Written In Chalk en Breakdown On 20th Ave. South persoonlijk beter dan het debuutalbum en ook In The Throes sla ik hoger aan. Julie Miller legde zich de afgelopen jaren toe op het schrijven van songs en had naar verluidt ruim honderd songs klaar liggen voor het nieuwe album. De beste twaalf zijn terecht gekomen op In The Throes, wat een sterk album oplevert. 

Buddy Miller tekent op het vierde album van Buddy & Julie Miller voor de productie en het geweldige gitaarwerk, terwijl een aantal Nashville veteranen tekenen voor prachtige bijdragen van bas, drums, keyboards, viool en cello. Ook in vocaal opzicht stonden Buddy en Julie er niet alleen voor, want In The Throes bevat gastbijdragen van onder andere Gurf Morlix, Larry Campbell & Teresa Williams en Emmylou Harris. De stem van Julie Miller is misschien wat verzwakt de afgelopen jaren, maar ze is meerdere keren goed voor kippenvel. 

Buddy Miller speelde de afgelopen decennia met alles en iedereen binnen de Amerikaanse rootsmuziek, dus het is niet zo gek dat hij in het genre op een breed terrein uit de voeten kan. Folk en country domineren op In The Throes, maar het album bevat ook lekker rauwe blues, waarin de zang van Julie Miller uit haar tenen komt. Heel veel muziek maken Buddy & Julie Miller niet, althans niet samen, maar alles dat ze maken is prachtig, wat ook weer geldt voor het mooie en diep ontroerende In The Throes. Erwin Zijleman

De muziek van Buddy & Julie Miller is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het Amerikaanse duo: https://buddymiller.bandcamp.com/album/in-the-throes.


In The Throes van Buddy & Julie Miller is verkrijgbaar via de Mania webshop:



22 september 2023

Cleo Sol - Heaven

De Britse muzikante Cleo Sol maakte in 2021 met Mother een van de allerbeste albums van het jaar en laat ook met het deze week verschenen Heaven weer horen dat ze beschikt over heel veel talent
De Britse muzikante Cleo Sol pakte ruim twee jaar geleden stevig uit met het ruim een uur durende Mother, dat het predicaat meesterwerk absoluut verdiende. Ook het deze week verschenen Heaven is weer een bijzonder mooi album, al moeten we het dit keer doen met slechts een half uur muziek. Het is gelukkig wel muziek van een bijzondere schoonheid, want net als Mother is ook Heaven in vocaal, muzikaal en productioneel opzicht een hoogstaand album. Heaven is wat soberder ingekleurd dan Mother en leunt ook wat minder zwaar op de soul en R&B, maar het is wederom een zwoel en broeierig album dat de gevoelstemperatuur met vele graden laat stijgen.



In de zomer van 2021 verscheen Mother, het tweede album van de Britse muzikante Cleo Sol. Ik kende haar van het een jaar eerder verschenen debuutalbum Rose In The Dark, dat ik een lekker zwoel R&B album vond. Het is een album dat het bijzonder goed deed op broeierige zomeravonden, maar dat ik binnen het R&B aanbod van dat moment verder niet heel onderscheidend vond. Mother vond ik echter een waanzinnig goed en juist zeer onderscheidend album. 

Ik vond het albums zelfs zo goed dat het album de top 10 over mijn jaarlijstje over 2021 haalde. Ondanks het feit dat Cleo Sol in de periode voor de release van haar tweede soloalbum de aandacht had getrokken met haar bijdragen aan het project Sault, bleef Mother lange tijd onopgemerkt wat echt doodzonde was en is. 

Op Mother werd de Britse muzikante bijgestaan door Inflo, de grote man achter Sault, die tekende voor een geweldige productie. Op Mother combineerde Cleo Sol invloeden uit de soulmuziek zoals die in de jaren 70 werd gemaakt met invloeden uit de R&B van dat moment, maar uitstapjes buiten de gebaande paden werden zeker niet geschuwd. De vooral ingetogen tracks op het album klonken loom en zwoel, maar de songs van Cleo Sol zaten stuk voor stuk razend knap in elkaar en bovendien zong de Britse muzikante prachtig op haar tweede album. 

Ik had al een tijd niet meer naar Mother geluisterd, maar de hernieuwde kennismaking met het album beviel me misschien nog wel beter dan de eerste kennismaking in het najaar van 2021. De aanleiding om het vinyl van Mother weer eens uit de kast te halen is de release van Heaven, het derde album van Cleo Sol, deze week. 

Na de twaalf tracks en ruim een uur muziek van Mother was het even een tegenvaller dat we het dit keer moeten doen met negen tracks en slechts een half uur muziek, maar uiteraard is de kwaliteit belangrijker dan de kwantiteit en met die kwaliteit zit het ook dit keer weer goed. Voor de productie van Heaven deed Cleo Sol wederom een beroep op Inflo, wat een prachtig klinkend album oplevert. 

Cleo Sol tekende zelf voor de instrumentatie en de zang en beiden zijn van hoog niveau. Vergeleken met de vorige twee albums is Heaven behoorlijk sober ingekleurd. Buiten akoestische gitaar en piano hoor je vooral wat extra bas en drums en hier en daar wat extra lagen vocalen. Het geluid op het album is misschien relatief sober, maar het is ook een warm geluid dat zich heerlijk om je heen slaat, zeker wanneer de ritmes wat meer uptempo zijn. Het is een vooral akoestisch geluid, dat wat jazzy klinkt, al heeft Cleo Sol de invloeden uit de soul en de R&B zeker niet afgezworen. 

Door het ingetogen en organische geluid heeft Heaven een intiem karakter en dat wordt versterkt door de zang. Cleo Sol zingt op haar nieuwe album nog wat zachter dan op haar vorige twee albums, maar de zang op Heaven is wederom oorstrelend mooi. Zeker wat later op de avond verwarmt het nieuwe album van Cleo Sol op bijzondere wijze de ruimte, maar de Britse muzikante doet ook dit keer bijzondere dingen en weet steeds weer de aandacht te trekken met subtiele accenten en verrassende wendingen. Of Heaven net zo goed is als het geweldige Mother durf ik nog niet te zeggen, maar ik vind het nieuwe album van Cleo Sol wel steeds beter en interessanter worden. Knappe plaat weer. Erwin Zijleman

De muziek van Cleo Sol is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse muzikante: https://cleosol.bandcamp.com/album/heaven.