Beth Hart is altijd een geweldige zangeres, maar ze is op haar best als ze garant staat voor kippenvel, wat ze doet op haar bijzonder fraaie nieuwe album
Ik weet nog goed dat ik twintig jaar geleden voor het eerst kennis maakte met Beth Hart. L.A. Song is zo’n song die je maar blijft ontroeren, hoe vaak je er ook naar luistert. De muziek van Beth Hart had sindsdien slechts zo nu en dan dat bijzondere effect, maar op haar nieuwe album raakt de zangeres uit Los Angeles keer op keer de juiste snaar. De uptempo tracks op het album zijn goed, maar het zijn de ballads die keer op keer zorgen voor kippenvel. Beth Hart kan prachtig kwetsbaar zingen en meedogenloos uithalen en ieder woord dat ze zingt komt uit haar hart. Het levert, na de prima platen met Joe Bonamassa, een uitstekend soloalbum op.
Beth Hart dook twintig jaar geleden op met het fantastische Screamin' For My Supper en trok in brede kring de aandacht met de indringende single L.A. Song, die bij mij na al die jaren nog steeds goed is voor kippenvel.
Na een stilte van vier jaar keerde Beth Hart in 2003 terug met het nog betere Leave The Light On, dat zelfs mijn jaarlijstje haalde in het betreffende jaar.
Beth Hart heeft de pech dat ze met ieder nieuw soloalbum moet opboksen tegen de fantastische albums van 20 jaar geleden en dat blijkt helaas keer op keer een kansloze missie, maar dat is mijn mening. Natuurlijk is en blijft Beth Hart een geweldige zangeres, maar de magie van de twee genoemde albums ontbrak wat mij betreft op de soloalbums die volgden.
Zes jaar geleden kreeg de carrière van Beth Hart een nieuwe impuls door de samenwerking met meestergitarist Joe Bonamassa. Het leverde twee geweldige studioalbums op, maar nu is het weer tijd voor een soloalbum van Beth Hart. War In My Mind is de opvolger van het in 2016 verschenen Fire On The Floor dat bij vlagen aardig was, maar een stuk minder dan het een jaar eerder verschenen Better Than Home.
Ik vind Beth Hart als zangeres het indrukwekkendst wanneer ze de ellende over je heen stort in ingetogen ballads waarin de zang uiteindelijk uit haar tenen komt. War In My Mind opent wat mij betreft dan ook teleurstellend met een uptempo niemendalletjes, waarin Beth Hart laat horen dat ze een geweldige zangeres is, maar mij niet raakt. Dat doet de zangeres uit Los Angeles wel in de ballads die volgen.
De titeltrack van het album opent ingetogen met pianoklanken en relatief ingetogen zang van Beth Hart, maar uiteindelijk gaat Beth Hart een paar keer helemaal los met zang die uit haar tenen komt. Het was voor mij goed voor het eerste kippenvel en daar bleef het gelukkig niet bij. War In My Mind bevat een flink aantal ingetogen ballads die opvallen door een mooie ingetogen instrumentatie en volop vocaal vuurwerk.
Beth Hart kan in haar ballads prachtig ingetogen en kwetsbaar zingen, maar kan ook geweldig uithalen, waarbij de passie en emotie uit de speakers knalt. De ballads op het nieuwe album volgen voor een belangrijk deel hetzelfde stramien. Pianospel vormt de basis van deze ballads, waarna topproducer Rob Cavallo de songs verder heeft ingekleurd met gloedvolle klanken. Zeker wanneer de stem van Beth Hart gezelschap krijgt van een flink koor schuurt War In My Mind tegen het bombastische aan, maar wat mij betreft blijft het aan de goede kant van de streep.
Er zijn niet veel zangeressen die je zo bij de strot kunnen grijpen als Beth Hart en de Amerikaanse zangeres doet het op War In My Mind keer op keer. Ze overtuigt meedogenloos met de wonderschone ballads op het album, maar ook de wat jazzy songs zijn uitstekend. Wat overblijft zijn een aantal wat meer doorsnee songs met vooral invloeden uit de blues en de soul. Het zijn songs die lekker klinken en die de vloer aanvegen met een heel contingent jonge soulzangeressen, maar ik geef toch de voorkeur aan de wonderschone ballads, die het enorme talent van Beth Hart keer op keer aan de oppervlakte brengen.
War In My Mind overtuigt ruim 50 minuten lang en imponeert minstens de helft van de tijd. Misschien niet zo goed als Screamin' For My Supper of Leave The Light On, maar het komt zeker in de buurt. Erwin Zijleman
30 september 2019
29 september 2019
August Kann - How Did All These People Get Into My Room
August Kann maakt op het eerste gehoor aangename maar redelijke eenvoudige folky popsongs, maar het debuut van de Noorse muzikant blijkt een echte groeiplaat
Muziek uit Noorwegen staat vaak garant voor zware en donkere klanken, maar beiden schitteren door afwezigheid op het debuut van August Kann. How Did All These People Get Into My Room staat vol met ingetogen en lichtvoetige popliedjes. Het zijn popliedjes waarbij het lekker wegdromen is, maar ondertussen steekt het veel knapper in elkaar dan je bij vluchtige beluistering zal vermoeden. August Kann laat zich op zijn debuut beïnvloeden door flink wat grote singer-songwriters uit de jaren 70, maar voorziet zijn lome en charmante popliedjes ook van eigentijdse accenten. Op het eerste gehoor kabbelt het allemaal bijzonder aangenaam voort, maar dan begint How Did All These People Get Into My Room te groeien.
Noorwegen heeft maar net iets meer dan vijf miljoen inwoners, maar heeft een zeer rijke muziekscene. Het is een muziekscene waarin meestal niet wordt gekozen voor de makkelijkste weg. De Noorse muziek die me in redelijk grote hoeveelheden wordt toegestuurd bestaat voor een belangrijk deel uit experimentele jazz of aardedonkere metal en hiernaast zijn er nog de vrouwelijke ijsprinsessen met een voorkeur voor kille of zweverige elektronica.
Dat het ook heel anders kan bewijst de Noorse singer-songwriter August Kann, die met How Did All These People Get Into My Room een bijzonder aangenaam en warm klinkend debuut heeft afgeleverd. De singer-songrwiter uit Langhus, Ski, in de buurt van Oslo, kiest op dit debuut voornamelijk voor ingetogen en folky popsongs.
Het zijn popsongs die steeds worden voorzien van een net wat ander geluid. Wanneer August Kann in het zonnige en aanstekelijke This Smells Like Paris kiest voor Afrikaans aandoende gitaarakkoorden ligt de vergelijking met Paul Simon voor de hand en dat is een vergelijking die wel vaker opduikt bij beluistering van How Did All These People Get Into My Room. Het debuut van de Noorse muzikant bevat hiernaast een aantal zeer ingetogen songs die hoorbaar geïnspireerd zijn door het werk van Nick Drake, al bekijkt August Kann het leven wel wat vaker door een roze bril.
How Did All These People Get Into My Room bevat voornamelijk ingetogen songs en het zijn songs die meestal genoeg hebben aan een relatief sobere instrumentatie. Het afwisselend door akoestische gitaar, piano, viool en subtiele percussie ingekleurde geluid is warm en smaakvol en past prachtig bij de al even warme stem van August Kann.
How Did All These People Get Into My Room is een heerlijk loom album en het is een album dat een stuk zonniger klinkt dan de meeste andere muziek uit Noorwegen, die over het algemeen wordt gedomineerd door de eindeloze Noorse winter en niet door de korte Noorse zomer. Ook August Kann heeft op How Did All These People Get Into My Room zijn melancholische momenten, maar zwaar op de hand klinkt het niet.
Het is knap hoe de Noorse muzikant steeds wat andere accenten weet te leggen in zijn op het eerste gehoor relatief eenvoudige popliedjes. De ene keer doet hij dit met fraaie vioolklanken, de volgende keer met een prachtig invallende vrouwenstem of met verrassende gitaarakkoorden. Ook in vocaal opzicht is How Did All These People Get Into My Room een veelzijdig album. August Kann kan zowel fluisteren, maar kan zijn songs ook extra lading geven door zijn kopstem in te zetten of juist net wat lager te zingen.
Het levert een album op dat aan de ene kant is te karakteriseren als tijdloos, maar How Did All These People Get Into My Room van August Kann heeft ook iets eigentijds en eigenzinnigs. Het debuut van de Noorse muzikant vond ik in eerste instantie vooral een aardig album voor op de achtergrond, maar inmiddels dringen de songs op How Did All These People Get Into My Room zich stuk voor stuk op en vind ik het debuut van August Kann beter en beter worden. Het is een debuut dat weer een net wat ander geluid toevoegt aan de boeiende Noorse muziekscene en voor de afwisseling eens licht verteerbaar is. Erwin Zijleman
Muziek uit Noorwegen staat vaak garant voor zware en donkere klanken, maar beiden schitteren door afwezigheid op het debuut van August Kann. How Did All These People Get Into My Room staat vol met ingetogen en lichtvoetige popliedjes. Het zijn popliedjes waarbij het lekker wegdromen is, maar ondertussen steekt het veel knapper in elkaar dan je bij vluchtige beluistering zal vermoeden. August Kann laat zich op zijn debuut beïnvloeden door flink wat grote singer-songwriters uit de jaren 70, maar voorziet zijn lome en charmante popliedjes ook van eigentijdse accenten. Op het eerste gehoor kabbelt het allemaal bijzonder aangenaam voort, maar dan begint How Did All These People Get Into My Room te groeien.
Noorwegen heeft maar net iets meer dan vijf miljoen inwoners, maar heeft een zeer rijke muziekscene. Het is een muziekscene waarin meestal niet wordt gekozen voor de makkelijkste weg. De Noorse muziek die me in redelijk grote hoeveelheden wordt toegestuurd bestaat voor een belangrijk deel uit experimentele jazz of aardedonkere metal en hiernaast zijn er nog de vrouwelijke ijsprinsessen met een voorkeur voor kille of zweverige elektronica.
Dat het ook heel anders kan bewijst de Noorse singer-songwriter August Kann, die met How Did All These People Get Into My Room een bijzonder aangenaam en warm klinkend debuut heeft afgeleverd. De singer-songrwiter uit Langhus, Ski, in de buurt van Oslo, kiest op dit debuut voornamelijk voor ingetogen en folky popsongs.
Het zijn popsongs die steeds worden voorzien van een net wat ander geluid. Wanneer August Kann in het zonnige en aanstekelijke This Smells Like Paris kiest voor Afrikaans aandoende gitaarakkoorden ligt de vergelijking met Paul Simon voor de hand en dat is een vergelijking die wel vaker opduikt bij beluistering van How Did All These People Get Into My Room. Het debuut van de Noorse muzikant bevat hiernaast een aantal zeer ingetogen songs die hoorbaar geïnspireerd zijn door het werk van Nick Drake, al bekijkt August Kann het leven wel wat vaker door een roze bril.
How Did All These People Get Into My Room bevat voornamelijk ingetogen songs en het zijn songs die meestal genoeg hebben aan een relatief sobere instrumentatie. Het afwisselend door akoestische gitaar, piano, viool en subtiele percussie ingekleurde geluid is warm en smaakvol en past prachtig bij de al even warme stem van August Kann.
How Did All These People Get Into My Room is een heerlijk loom album en het is een album dat een stuk zonniger klinkt dan de meeste andere muziek uit Noorwegen, die over het algemeen wordt gedomineerd door de eindeloze Noorse winter en niet door de korte Noorse zomer. Ook August Kann heeft op How Did All These People Get Into My Room zijn melancholische momenten, maar zwaar op de hand klinkt het niet.
Het is knap hoe de Noorse muzikant steeds wat andere accenten weet te leggen in zijn op het eerste gehoor relatief eenvoudige popliedjes. De ene keer doet hij dit met fraaie vioolklanken, de volgende keer met een prachtig invallende vrouwenstem of met verrassende gitaarakkoorden. Ook in vocaal opzicht is How Did All These People Get Into My Room een veelzijdig album. August Kann kan zowel fluisteren, maar kan zijn songs ook extra lading geven door zijn kopstem in te zetten of juist net wat lager te zingen.
Het levert een album op dat aan de ene kant is te karakteriseren als tijdloos, maar How Did All These People Get Into My Room van August Kann heeft ook iets eigentijds en eigenzinnigs. Het debuut van de Noorse muzikant vond ik in eerste instantie vooral een aardig album voor op de achtergrond, maar inmiddels dringen de songs op How Did All These People Get Into My Room zich stuk voor stuk op en vind ik het debuut van August Kann beter en beter worden. Het is een debuut dat weer een net wat ander geluid toevoegt aan de boeiende Noorse muziekscene en voor de afwisseling eens licht verteerbaar is. Erwin Zijleman
28 september 2019
Michaela Anne - Desert Dove
Michaela Anne maakte tot dusver nog niet heel veel indruk, maar schaart zich met het gloedvol klinkende Desert Dove onder de smaakmakers binnen de country(pop) van het moment
Ik ben er van overtuigd dat een goede productie wonderen kan doen en wordt gesterkt in mijn mening door het nieuwe album van Michaela Anne. De singer-songwriter uit Nashville klonk tot dusver getalenteerd maar ook wat kleurloos, maar fleurt helemaal op in het rijke geluid op haar nieuwe album. Desert Dove is voorzien van veelkleurig gitaarwerk en een bak met strijkers, wat een stemmig en beeldend geluid oplevert. Het is een geluid waarin Michaela Anne mag schitteren met haar mooie en emotievolle stem en dat doet de singer-songwriter uit Nashville op bijzonder overtuigende wijze.
Michaela Anne is een singer-songwriter uit Nashville, Tennessee, die tot dusver op mij nog niet al te veel indruk heeft gemaakt. Op haar vorige albums hoor je absoluut dat Michaela Anne talent heeft. Ze beschikt over een mooie stem die gemaakt is voor countrymuziek en honky-tonk en schrijft prima songs, maar erg onderscheidend waren de vorige albums van Michaela Anne zeker niet.
Op het deze week verschenen Desert Dove pakt de singer-songwriter uit Nashville het net wat anders aan en dat levert wat mij betreft wel een album op dat er uit springt.
De rol van producers wordt nog wel eens onderschat, maar Desert Dove laat maar weer eens horen hoe belangrijk de rol van een producer kan zijn. Michaela Anne’s nieuwe album werd geproduceerd door muzikant Sam Outlaw (bekend van zijn prachtalbums Angeleno en Tenderheart) en Kelly Winrich (vooral bekend als lid van de band Delta Spirit), die Desert Dove hebben voorzien van een rijk ingekleurd geluid.
Het is een geluid vol strijkers en dromerige gitaren, dat AllMusic.com inspireerde tot de volgende uitspraak: “If Angelo Badalamenti and Chris Isaak teamed up to produce a country album, it might sound something like Desert Dove”. Dat is misschien wat overdreven, maar het nieuwe album van Michaela Anne klinkt absoluut anders dan de meeste andere country(pop) albums die momenteel in Nashville worden gemaakt. Dat betekent overigens niet dat Michaela Anne zelf heel nadrukkelijk buiten de lijntjes van de country kleurt. De Amerikaanse singer-songwriter schrijft nog altijd wat weemoedige countrysongs en zingt ze vol gevoel en met een voorzichtige snik.
Met een sobere inkleuring zou ook Desert Dove waarschijnlijk weer goed maar niet heel onderscheidend zijn, maar de fraaie productie van het album zorgt er voor dat Michaela Anne dit keer wel boven het maaiveld uitsteekt. Het mooie, heldere en zo nu en dan atmosferische gitaarwerk op het album kleurt prachtig bij de mooie stem van de singer-songwriter uit Nashville, terwijl de zo nu en dan stevig aanzwellende strijkers de melancholie in de songs nog wat verder benadrukken.
Desert Dove herinnert hier en daar aan de grote countryzangeressen uit de jaren 70 (hier en daar hoor ik een vleugje Emmylou Harris) en is ook niet heel ver verwijderd van de succesvolle countrypop van het moment, maar het klinkt toch allemaal net wat anders. De bijzondere instrumentatie en productie geven het album een wijds en beeldend geluid, maar door de fraaie zang van Michaela Anne klinkt Desert Dove ook intiem.
De concurrentie in het genre is momenteel moordend, waardoor het album de strijd aan moet gaan met stapels andere albums, maar hoe vaker ik naar het nieuwe album van Michaela Anne luister, hoe meer ik het idee krijg dat de singer-songwriter uit Nashville een album heeft gemaakt dat er uit springt. Desert Dove is vaak een vrij ingetogen en zich langzaam voortslepend album, maar de gitaren mogen af en toe ook steviger te werk gaan, wat zorgt voor meer dynamiek dan gebruikelijk in het genre.
Michaela Anne speelde de afgelopen jaren een vrij anonieme rol in de rijke muziekscene van Nashville, maar kruipt op het prachtig klinkende Desert Dove uit haar schulp en verdient echt alle aandacht. Erwin Zijleman
De muziek van Michaela Anne is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://michaelaanne.bandcamp.com/album/desert-dove-3.
Ik ben er van overtuigd dat een goede productie wonderen kan doen en wordt gesterkt in mijn mening door het nieuwe album van Michaela Anne. De singer-songwriter uit Nashville klonk tot dusver getalenteerd maar ook wat kleurloos, maar fleurt helemaal op in het rijke geluid op haar nieuwe album. Desert Dove is voorzien van veelkleurig gitaarwerk en een bak met strijkers, wat een stemmig en beeldend geluid oplevert. Het is een geluid waarin Michaela Anne mag schitteren met haar mooie en emotievolle stem en dat doet de singer-songwriter uit Nashville op bijzonder overtuigende wijze.
Michaela Anne is een singer-songwriter uit Nashville, Tennessee, die tot dusver op mij nog niet al te veel indruk heeft gemaakt. Op haar vorige albums hoor je absoluut dat Michaela Anne talent heeft. Ze beschikt over een mooie stem die gemaakt is voor countrymuziek en honky-tonk en schrijft prima songs, maar erg onderscheidend waren de vorige albums van Michaela Anne zeker niet.
Op het deze week verschenen Desert Dove pakt de singer-songwriter uit Nashville het net wat anders aan en dat levert wat mij betreft wel een album op dat er uit springt.
De rol van producers wordt nog wel eens onderschat, maar Desert Dove laat maar weer eens horen hoe belangrijk de rol van een producer kan zijn. Michaela Anne’s nieuwe album werd geproduceerd door muzikant Sam Outlaw (bekend van zijn prachtalbums Angeleno en Tenderheart) en Kelly Winrich (vooral bekend als lid van de band Delta Spirit), die Desert Dove hebben voorzien van een rijk ingekleurd geluid.
Het is een geluid vol strijkers en dromerige gitaren, dat AllMusic.com inspireerde tot de volgende uitspraak: “If Angelo Badalamenti and Chris Isaak teamed up to produce a country album, it might sound something like Desert Dove”. Dat is misschien wat overdreven, maar het nieuwe album van Michaela Anne klinkt absoluut anders dan de meeste andere country(pop) albums die momenteel in Nashville worden gemaakt. Dat betekent overigens niet dat Michaela Anne zelf heel nadrukkelijk buiten de lijntjes van de country kleurt. De Amerikaanse singer-songwriter schrijft nog altijd wat weemoedige countrysongs en zingt ze vol gevoel en met een voorzichtige snik.
Met een sobere inkleuring zou ook Desert Dove waarschijnlijk weer goed maar niet heel onderscheidend zijn, maar de fraaie productie van het album zorgt er voor dat Michaela Anne dit keer wel boven het maaiveld uitsteekt. Het mooie, heldere en zo nu en dan atmosferische gitaarwerk op het album kleurt prachtig bij de mooie stem van de singer-songwriter uit Nashville, terwijl de zo nu en dan stevig aanzwellende strijkers de melancholie in de songs nog wat verder benadrukken.
Desert Dove herinnert hier en daar aan de grote countryzangeressen uit de jaren 70 (hier en daar hoor ik een vleugje Emmylou Harris) en is ook niet heel ver verwijderd van de succesvolle countrypop van het moment, maar het klinkt toch allemaal net wat anders. De bijzondere instrumentatie en productie geven het album een wijds en beeldend geluid, maar door de fraaie zang van Michaela Anne klinkt Desert Dove ook intiem.
De concurrentie in het genre is momenteel moordend, waardoor het album de strijd aan moet gaan met stapels andere albums, maar hoe vaker ik naar het nieuwe album van Michaela Anne luister, hoe meer ik het idee krijg dat de singer-songwriter uit Nashville een album heeft gemaakt dat er uit springt. Desert Dove is vaak een vrij ingetogen en zich langzaam voortslepend album, maar de gitaren mogen af en toe ook steviger te werk gaan, wat zorgt voor meer dynamiek dan gebruikelijk in het genre.
Michaela Anne speelde de afgelopen jaren een vrij anonieme rol in de rijke muziekscene van Nashville, maar kruipt op het prachtig klinkende Desert Dove uit haar schulp en verdient echt alle aandacht. Erwin Zijleman
De muziek van Michaela Anne is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://michaelaanne.bandcamp.com/album/desert-dove-3.
27 september 2019
Ian Noe - Between The Country
Van de stapel .....
Iedere week verschijnen stapels nieuwe albums. Ook na een strenge selectie is het veel meer dan ik kan plaatsen op deze BLOG, waardoor iedere week albums op de stapel terecht komen. Helaas komen deze albums hier over het algemeen niet meer af. Om de echte parels een tweede kans te geven, besteed ik vanaf nu op iedere vrijdag aandacht aan een album van de stapel dat echt veel te mooi is om te laten liggen.
Deze week.... Between The Country van Ian Noe, een rootsplaat die niet over het hoofd gezien mag worden.
Ian Noe heeft een traditioneel maar werkelijk prachtig klinkend rootsalbum vol geweldige songs gemaakt en het is een album dat groeit en groeit
Between The Country van de Amerikaanse singer-songwriter Ian Noe heb ik in eerste instantie lang laten liggen, maar inmiddels is het album van de singer-songwriter uit Kentucky mee zeer dierbaar. Ian Noe doet soms aan een jonge Dylan denken, maar sluit ook aan bij de grote singer-songwriters uit de jaren 70. De Amerikaan vertelt indringende verhalen en vertolkt ze met veel gevoel, hier en daar geholpen door een uitstekende zangeres. De prachtige productie van wonderboy voorziet de intieme songs van de Amerikaanse muzikant van een warm en gloedvol geluid. Het levert een album op dat bij iedere keer horen weer net wat beter is dan de vorige keer.
Ik maak geen geheim van mijn duidelijke voorliefde voor vrouwelijke singer-songwriters, waardoor hun mannelijke collega’s er op deze BLOG over het algemeen bekaaid van af komen.
Omdat ik binnen de Amerikaanse rootsmuziek bovendien een voorkeur heb voor de net wat minder traditionele muziek, komen mannelijke singer-songwriters die zich bewegen in de traditionelere hoeken van de Amerikaanse rootsmuziek helemaal niet of nauwelijks aan bod.
Het veroordeeld zijn tot de stapel met albums waar ik misschien nog eens wat mee moet is dan het hoogst haalbare, al zijn er natuurlijk uitzonderingen. Zo is mijn liefde voor het eerder dit jaar verschenen debuut van de Amerikaanse singer-songwriter Ian Noe langzaam maar zeker flink gegroeid en inmiddels durf ik wel te beweren dat ik zeer gesteld ben geraakt op Between The Country.
Of het aan de titel van het album ligt weet ik niet, maar het debuut van de singer-songwriter uit Louisville, Kentucky, wordt vooralsnog vaak in het hokje country geduwd. In dat hokje hoort Between The Country zeker niet alleen thuis, want ik hoor op het debuut van Ian Noe toch vooral invloeden uit de folk en uit de singer-songwriter muziek uit de jaren 70.
In de wat soberder ingekleurde tracks op het album doet de singer-songwriter uit Kentucky meer dan eens denken aan een jonge Bob Dylan, al is de stem van Ian Noe net wat warmer. Het mooist vind ik Between The Country echter wanneer Ian Noe kiest voor een gloedvol geluid, waarin ook nog ruimte is voor een vrouwenstem op de achtergrond.
Het debuut van Ian Noe is een overwegend traditioneel klinkend album met een lekker vol geluid. Het is een album dat lijkt geworteld in de jaren 60 en 70, maar gedateerd of oubollig klinkt het geen moment. Integendeel zelfs. Sinds ik Between The Country voor het eerst beluisterde zijn de songs op het debuut van de singer-songwriter uit Louisville langzaam maar zeker gegroeid en inmiddels zijn ze me stuk voor stuk dierbaar.
Ian Noe toont zich op Between The Country een zeer getalenteerd songwriter, die binnen de genoemde genres een breed palet bestrijkt en ook nog eens indringende verhalen vertelt. Zijn debuut staat vol met songs die zich stuk voor stuk in het geheugen nestelen. De ene keer door prachtig gitaarwerk, de andere keer door de Dylanesque intonatie in de zang, dan weer door intieme en emotievolle voordracht of door de trefzekere bijdragen van de gastzangeres op het album (ene Savannah Conley). Ian Noe is niet alleen een getalenteerd songwriter, maar ook een uitstekende zanger, waardoor de prima songs op het album zich nog wat makkelijker opdringen.
Bij beluistering van Between The Country valt me steeds meer op hoe mooi het album klinkt, wat de hand van een gelouterde producer verraadt. Ook dat blijkt te kloppen want niemand minder dan Nashville’s golden boy Dave Cobb (onder andere bekend van Chris Stapleton, Sturgill Simpson, Jason Isbell, Brandi Carlile) produceerde het album en voegde ook nog wat mooi gitaarwerk toe. Het levert een album op dat echt veel te mooi is om te laten liggen. Erwin Zijleman
Iedere week verschijnen stapels nieuwe albums. Ook na een strenge selectie is het veel meer dan ik kan plaatsen op deze BLOG, waardoor iedere week albums op de stapel terecht komen. Helaas komen deze albums hier over het algemeen niet meer af. Om de echte parels een tweede kans te geven, besteed ik vanaf nu op iedere vrijdag aandacht aan een album van de stapel dat echt veel te mooi is om te laten liggen.
Deze week.... Between The Country van Ian Noe, een rootsplaat die niet over het hoofd gezien mag worden.
Ian Noe heeft een traditioneel maar werkelijk prachtig klinkend rootsalbum vol geweldige songs gemaakt en het is een album dat groeit en groeit
Between The Country van de Amerikaanse singer-songwriter Ian Noe heb ik in eerste instantie lang laten liggen, maar inmiddels is het album van de singer-songwriter uit Kentucky mee zeer dierbaar. Ian Noe doet soms aan een jonge Dylan denken, maar sluit ook aan bij de grote singer-songwriters uit de jaren 70. De Amerikaan vertelt indringende verhalen en vertolkt ze met veel gevoel, hier en daar geholpen door een uitstekende zangeres. De prachtige productie van wonderboy voorziet de intieme songs van de Amerikaanse muzikant van een warm en gloedvol geluid. Het levert een album op dat bij iedere keer horen weer net wat beter is dan de vorige keer.
Ik maak geen geheim van mijn duidelijke voorliefde voor vrouwelijke singer-songwriters, waardoor hun mannelijke collega’s er op deze BLOG over het algemeen bekaaid van af komen.
Omdat ik binnen de Amerikaanse rootsmuziek bovendien een voorkeur heb voor de net wat minder traditionele muziek, komen mannelijke singer-songwriters die zich bewegen in de traditionelere hoeken van de Amerikaanse rootsmuziek helemaal niet of nauwelijks aan bod.
Het veroordeeld zijn tot de stapel met albums waar ik misschien nog eens wat mee moet is dan het hoogst haalbare, al zijn er natuurlijk uitzonderingen. Zo is mijn liefde voor het eerder dit jaar verschenen debuut van de Amerikaanse singer-songwriter Ian Noe langzaam maar zeker flink gegroeid en inmiddels durf ik wel te beweren dat ik zeer gesteld ben geraakt op Between The Country.
Of het aan de titel van het album ligt weet ik niet, maar het debuut van de singer-songwriter uit Louisville, Kentucky, wordt vooralsnog vaak in het hokje country geduwd. In dat hokje hoort Between The Country zeker niet alleen thuis, want ik hoor op het debuut van Ian Noe toch vooral invloeden uit de folk en uit de singer-songwriter muziek uit de jaren 70.
In de wat soberder ingekleurde tracks op het album doet de singer-songwriter uit Kentucky meer dan eens denken aan een jonge Bob Dylan, al is de stem van Ian Noe net wat warmer. Het mooist vind ik Between The Country echter wanneer Ian Noe kiest voor een gloedvol geluid, waarin ook nog ruimte is voor een vrouwenstem op de achtergrond.
Het debuut van Ian Noe is een overwegend traditioneel klinkend album met een lekker vol geluid. Het is een album dat lijkt geworteld in de jaren 60 en 70, maar gedateerd of oubollig klinkt het geen moment. Integendeel zelfs. Sinds ik Between The Country voor het eerst beluisterde zijn de songs op het debuut van de singer-songwriter uit Louisville langzaam maar zeker gegroeid en inmiddels zijn ze me stuk voor stuk dierbaar.
Ian Noe toont zich op Between The Country een zeer getalenteerd songwriter, die binnen de genoemde genres een breed palet bestrijkt en ook nog eens indringende verhalen vertelt. Zijn debuut staat vol met songs die zich stuk voor stuk in het geheugen nestelen. De ene keer door prachtig gitaarwerk, de andere keer door de Dylanesque intonatie in de zang, dan weer door intieme en emotievolle voordracht of door de trefzekere bijdragen van de gastzangeres op het album (ene Savannah Conley). Ian Noe is niet alleen een getalenteerd songwriter, maar ook een uitstekende zanger, waardoor de prima songs op het album zich nog wat makkelijker opdringen.
Bij beluistering van Between The Country valt me steeds meer op hoe mooi het album klinkt, wat de hand van een gelouterde producer verraadt. Ook dat blijkt te kloppen want niemand minder dan Nashville’s golden boy Dave Cobb (onder andere bekend van Chris Stapleton, Sturgill Simpson, Jason Isbell, Brandi Carlile) produceerde het album en voegde ook nog wat mooi gitaarwerk toe. Het levert een album op dat echt veel te mooi is om te laten liggen. Erwin Zijleman
26 september 2019
Vivian Girls - Memory
Vivian Girls leek lang een mooie herinnering uit een ver verleden, maar keert terug met een album dat veel beter is dan alle albums van de volgelingen van de band
Vivian Girls maakte tussen 2008 en 2011 drie albums die talloze bands inspireerden tot het maken van muziek, overigens zonder het niveau van Vivian Girls te halen. Het naar Los Angeles verhuisde drietal keert na een afwezigheid van acht jaar terug met een fantastisch album. Het is een album dat aan de ene kant rauw en gruizig klinkt, maar de songs van Vivian Girls zijn ook honingzoet. De mix van flink wat invloeden blijkt al snel bijzonder verslavend, zeker wanneer de band de gitaarmuren contrasteert met zonnige koortjes. Het maken van een goed comeback album is maar weinig bands gegeven, maar Vivian Girls doet het. En hoe!
Vivian Girls werd twaalf jaar gelden geformeerd in Brooklyn, New York, en schaarde zich met haar in 2008 verschenen titelloze debuut direct onder de smaakmakers van de zoveelste revival van dreampop, shoegaze en noisepop.
De band leunde in tegenstelling tot de meeste van haar soortgenoten wat zwaarder op de noisepop en overrompelde met een geluid waarin naast invloeden uit de shoegaze en dreampop vooral flarden Sonic Youth en Bikini Kill opdoken.
Cassie Ramone, Kickball Katy (Goodman) en Ali Koehler (later vervangen door Fiona Campbell) maakten al snel een tweede album (Everything Goes Wrong) dat minstens net zo goed was, namen hierna een break en keerden in 2011 nog één keer terug met het wederom uitstekende Share The Joy. Hierna werd het helaas stil rond Vivian Girls en werd de band ingehaald door volgelingen als Dum Dum Girls, Best Coast en Joanna Gruesome, om er maar eens drie te noemen.
Vivian Girls leek lange tijd een mooie herinnering uit een inmiddels alweer redelijk ver verleden, maar opeens is de band terug met een nieuw album. Cassie Ramone, Kickball Katy (Goodman) en de op het oude nest teruggekeerde Ali Koehler werkten de afgelopen acht jaar aan andere projecten en kregen kinderen, maar kiezen nu weer vol voor Vivian Girls.
Bands die na lange afwezigheid terugkeren hebben het meestal moeilijk en zijn in veel gevallen geen schim meer van de band uit het verleden, maar dit gaat gelukkig niet op voor Vivian Girls. De tegenwoordig vanuit Los Angeles opererende band levert met Memory haar beste album tot dusver af en is al haar volgelingen uit het afgelopen decennium direct weer een paar stappen voor.
De songs op Memory volgen allemaal ongeveer hetzelfde recept. Het tempo ligt hoog, de gitaren zijn stevig en gruizig, de zang van Cassie Ramone is bijzonder trefzeker, de koortjes zijn suikerzoet en de melodieën zijn stuk voor stuk onweerstaanbaar. Vivian Girls had altijd al een eigen geluid en is nog steeds niet in één hokje te duwen. Shoegaze, dreampop, post-punk, noisepop, punk, garagerock, indie-rock, indie-pop en 60s girl pop vloeien allemaal samen in een geluid dat vanaf de eerste noten de aandacht trekt en deze aandacht moeiteloos twaalf songs en 33 minuten vasthoudt.
Producer Rob Barbato (Kevin Morby, The Fall) heeft Memory voorzien van een lekker rauw geluid, maar het is ook een open geluid waarin alle facetten van de muziek van Vivian Girls goed worden belicht. Vivian Girls bouwt hier en daar hoge gitaarmuren op, maar tekent ook voor mooie heldere gitaarlijnen, wat het album voorziet van veel dynamiek.
De band heeft New York zoals gezegd inmiddels verruild voor Los Angeles en ook dat hoor je in de muziek van de band. Memory klinkt wat zonniger dan de vorige albums van het drietal, terwijl de geweldige koortjes op het album herinneren aan de hoogtijdagen van zowel de Phil Spector girlpop als de Californische Westcoast pop.
Ik had altijd al een zwak voor de muziek van Vivian Girls, maar Memory kan ik geen seconde weerstaan. De band imponeert op haar niet meer verwachte comeback album met een dozijn songs vol verleiding, energie en kracht. Het zijn songs die zijn te omschrijven als rauw, stekelig, maar ook honingzoet en verleidelijk en dat is een combinatie die maar weinig bands beheersen. Memory komt aan als een mokerslag, maar ach wat is het lekker. Erwin Zijleman
De muziek van Vivian Girls is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het trio: https://viviangirlsnyc.bandcamp.com/album/memory.
Vivian Girls maakte tussen 2008 en 2011 drie albums die talloze bands inspireerden tot het maken van muziek, overigens zonder het niveau van Vivian Girls te halen. Het naar Los Angeles verhuisde drietal keert na een afwezigheid van acht jaar terug met een fantastisch album. Het is een album dat aan de ene kant rauw en gruizig klinkt, maar de songs van Vivian Girls zijn ook honingzoet. De mix van flink wat invloeden blijkt al snel bijzonder verslavend, zeker wanneer de band de gitaarmuren contrasteert met zonnige koortjes. Het maken van een goed comeback album is maar weinig bands gegeven, maar Vivian Girls doet het. En hoe!
Vivian Girls werd twaalf jaar gelden geformeerd in Brooklyn, New York, en schaarde zich met haar in 2008 verschenen titelloze debuut direct onder de smaakmakers van de zoveelste revival van dreampop, shoegaze en noisepop.
De band leunde in tegenstelling tot de meeste van haar soortgenoten wat zwaarder op de noisepop en overrompelde met een geluid waarin naast invloeden uit de shoegaze en dreampop vooral flarden Sonic Youth en Bikini Kill opdoken.
Cassie Ramone, Kickball Katy (Goodman) en Ali Koehler (later vervangen door Fiona Campbell) maakten al snel een tweede album (Everything Goes Wrong) dat minstens net zo goed was, namen hierna een break en keerden in 2011 nog één keer terug met het wederom uitstekende Share The Joy. Hierna werd het helaas stil rond Vivian Girls en werd de band ingehaald door volgelingen als Dum Dum Girls, Best Coast en Joanna Gruesome, om er maar eens drie te noemen.
Vivian Girls leek lange tijd een mooie herinnering uit een inmiddels alweer redelijk ver verleden, maar opeens is de band terug met een nieuw album. Cassie Ramone, Kickball Katy (Goodman) en de op het oude nest teruggekeerde Ali Koehler werkten de afgelopen acht jaar aan andere projecten en kregen kinderen, maar kiezen nu weer vol voor Vivian Girls.
Bands die na lange afwezigheid terugkeren hebben het meestal moeilijk en zijn in veel gevallen geen schim meer van de band uit het verleden, maar dit gaat gelukkig niet op voor Vivian Girls. De tegenwoordig vanuit Los Angeles opererende band levert met Memory haar beste album tot dusver af en is al haar volgelingen uit het afgelopen decennium direct weer een paar stappen voor.
De songs op Memory volgen allemaal ongeveer hetzelfde recept. Het tempo ligt hoog, de gitaren zijn stevig en gruizig, de zang van Cassie Ramone is bijzonder trefzeker, de koortjes zijn suikerzoet en de melodieën zijn stuk voor stuk onweerstaanbaar. Vivian Girls had altijd al een eigen geluid en is nog steeds niet in één hokje te duwen. Shoegaze, dreampop, post-punk, noisepop, punk, garagerock, indie-rock, indie-pop en 60s girl pop vloeien allemaal samen in een geluid dat vanaf de eerste noten de aandacht trekt en deze aandacht moeiteloos twaalf songs en 33 minuten vasthoudt.
Producer Rob Barbato (Kevin Morby, The Fall) heeft Memory voorzien van een lekker rauw geluid, maar het is ook een open geluid waarin alle facetten van de muziek van Vivian Girls goed worden belicht. Vivian Girls bouwt hier en daar hoge gitaarmuren op, maar tekent ook voor mooie heldere gitaarlijnen, wat het album voorziet van veel dynamiek.
De band heeft New York zoals gezegd inmiddels verruild voor Los Angeles en ook dat hoor je in de muziek van de band. Memory klinkt wat zonniger dan de vorige albums van het drietal, terwijl de geweldige koortjes op het album herinneren aan de hoogtijdagen van zowel de Phil Spector girlpop als de Californische Westcoast pop.
Ik had altijd al een zwak voor de muziek van Vivian Girls, maar Memory kan ik geen seconde weerstaan. De band imponeert op haar niet meer verwachte comeback album met een dozijn songs vol verleiding, energie en kracht. Het zijn songs die zijn te omschrijven als rauw, stekelig, maar ook honingzoet en verleidelijk en dat is een combinatie die maar weinig bands beheersen. Memory komt aan als een mokerslag, maar ach wat is het lekker. Erwin Zijleman
De muziek van Vivian Girls is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het trio: https://viviangirlsnyc.bandcamp.com/album/memory.
25 september 2019
Hiss Golden Messenger - Terms Of Surrender
Hiss Golden Messenger imponeert en vermaakt met een avontuurlijk en verrassend soulvol album vol diepte en doorleving
M.C. Taylor, de man achter Hiss Golden Messenger, ging de afgelopen twee jaar door diepe dalen, maar levert een verrassend aangenaam klinkend album af. Het is een album dat, mede door de inzet van flink wat gastmuzikanten, lekker vol klinkt, maar het is ook een album dat avontuurlijk en veelzijdiger klinkt dan we van Hiss Golden Messenger gewend zijn. Invloeden uit de soul hebben aan terrein gewonnen en krijgen gezelschap van invloeden uit de countryrock, funk, rhythm & blues en psychedelica. Het kleurt allemaal prachtig bij de doorleefde stem van M.C. Taylor, die in zijn teksten nog wel stil staat bij de zwarte periode die achter hem ligt. Een even aangenaam als indrukwekkend album.
Singer-songwriter Michael Taylor, vooral bekend als M.C. Taylor, maakt inmiddels ruim tien jaar muziek als Hiss Golden Messenger. Ik volg zijn muziek zelf sinds een jaar of vijf en keek uit naar de opvolger van het precies twee jaar geleden verschenen Hallelujah Anyhow, dat me nog wat beter beviel dan zijn directe voorgangers.
Terms Of Surrender volgt op een bijzonder zware periode in het leven van M.C. Taylor. Zijn vader overleed, oude depressies speelden op en er was flink wat twijfel over het kunnen combineren van het leven als muzikant met het vaderschap. Persoonlijk leed is wel vaker een voedingsbodem voor artistieke pieken en dat blijkt ook in het geval van Hiss Golden Messenger het geval. Dat betekent overigens niet dat Terms Of Surrender een somber klinkend album is. Integendeel zelfs.
M.C. Taylor kiest op zijn nieuwe album voor een nog wat voller en warmer geluid en voegt bovendien een soulinjectie, een beetje funk, wat experiment en psychedelica en een flinke dosis New Orleans rhythm & blues toe aan zijn oorspronkelijk vooral door 70s countryrock gedomineerde geluid. Het klinkt direct bijzonder lekker.
Hiss Golden Messenger was tot dusver een samenwerkingsverband tussen M.C. Taylor en multi-instrumentalist en producer Scott Hirsch, maar laatstgenoemde ontbreekt op Terms Of Surrender. M.C. Taylor stond er echter zeker niet alleen voor en werd in de verschillende studio’s waarin het album werd opgenomen bijgestaan door onder andere Brad en Phil Cook (Megafaun), die het album ook produceerden snarenwonder Josh Kaufman, Matt McCaughan (Bon Iver), achtergrondzangeressen Alexandra Sauser-Monnig en Jenny Lewis en The National’s Aaron Dessner. Al deze muzikanten namen flink wat instrumenten mee naar de studio, wat heeft gezorgd voor een rijk en veelkleurig klankentapijt.
Terms Of Surrender opent opgewekt en verrassend soulvol met een track die is volgestopt met instrumenten en waarin de doorleefde strot van M.C. Davis wordt bijgestaan door achtergrondzangeressen. Het is een track die niet zou misstaan op een feelgood album, maar in de teksten duiken wel degelijk flarden op van de zware periode die voorafging aan het album.
Terms Of Surrender bevat een aantal tracks die als groovy zijn te omschrijven, maar het album bevat ook een aantal meer ingetogen tracks. Het zijn tracks waarin M.C. Davis nog altijd soulvol klinkt, wat fraai kleurt bij de warme maar dit keer wat subtielere instrumentatie.
Het is knap hoe Hiss Golden Messenger lekker in het gehoor liggende songs combineert met teksten vol diepgang en een instrumentatie vol avontuur. Terms Of Surrender is een album dat heerlijk vermaakt, maar het is ook een album dat het verdient om volledig uitgeplozen te worden.
Zeker wanneer gas terug wordt genomen is de instrumentatie op het album wonderschoon en blijf je nieuwe dingen horen in het veelkleurige en veelzijdige klankenpalet, dat zich soepel om de stem van M.C. Davis heen beweegt. Hiss Golden Messenger verlegt op Terms Of Surrender zijn grenzen, waardoor het album absoluut iets toevoegt aan zijn voorgangers. Ik vind Terms Of Surrender daarom weer net wat mooier dan deze voorgangers. Erwin Zijleman
De muziek van Hiss Golden Messenger is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://hissgoldenmessenger.bandcamp.com/album/terms-of-surrender.
M.C. Taylor, de man achter Hiss Golden Messenger, ging de afgelopen twee jaar door diepe dalen, maar levert een verrassend aangenaam klinkend album af. Het is een album dat, mede door de inzet van flink wat gastmuzikanten, lekker vol klinkt, maar het is ook een album dat avontuurlijk en veelzijdiger klinkt dan we van Hiss Golden Messenger gewend zijn. Invloeden uit de soul hebben aan terrein gewonnen en krijgen gezelschap van invloeden uit de countryrock, funk, rhythm & blues en psychedelica. Het kleurt allemaal prachtig bij de doorleefde stem van M.C. Taylor, die in zijn teksten nog wel stil staat bij de zwarte periode die achter hem ligt. Een even aangenaam als indrukwekkend album.
Singer-songwriter Michael Taylor, vooral bekend als M.C. Taylor, maakt inmiddels ruim tien jaar muziek als Hiss Golden Messenger. Ik volg zijn muziek zelf sinds een jaar of vijf en keek uit naar de opvolger van het precies twee jaar geleden verschenen Hallelujah Anyhow, dat me nog wat beter beviel dan zijn directe voorgangers.
Terms Of Surrender volgt op een bijzonder zware periode in het leven van M.C. Taylor. Zijn vader overleed, oude depressies speelden op en er was flink wat twijfel over het kunnen combineren van het leven als muzikant met het vaderschap. Persoonlijk leed is wel vaker een voedingsbodem voor artistieke pieken en dat blijkt ook in het geval van Hiss Golden Messenger het geval. Dat betekent overigens niet dat Terms Of Surrender een somber klinkend album is. Integendeel zelfs.
M.C. Taylor kiest op zijn nieuwe album voor een nog wat voller en warmer geluid en voegt bovendien een soulinjectie, een beetje funk, wat experiment en psychedelica en een flinke dosis New Orleans rhythm & blues toe aan zijn oorspronkelijk vooral door 70s countryrock gedomineerde geluid. Het klinkt direct bijzonder lekker.
Hiss Golden Messenger was tot dusver een samenwerkingsverband tussen M.C. Taylor en multi-instrumentalist en producer Scott Hirsch, maar laatstgenoemde ontbreekt op Terms Of Surrender. M.C. Taylor stond er echter zeker niet alleen voor en werd in de verschillende studio’s waarin het album werd opgenomen bijgestaan door onder andere Brad en Phil Cook (Megafaun), die het album ook produceerden snarenwonder Josh Kaufman, Matt McCaughan (Bon Iver), achtergrondzangeressen Alexandra Sauser-Monnig en Jenny Lewis en The National’s Aaron Dessner. Al deze muzikanten namen flink wat instrumenten mee naar de studio, wat heeft gezorgd voor een rijk en veelkleurig klankentapijt.
Terms Of Surrender opent opgewekt en verrassend soulvol met een track die is volgestopt met instrumenten en waarin de doorleefde strot van M.C. Davis wordt bijgestaan door achtergrondzangeressen. Het is een track die niet zou misstaan op een feelgood album, maar in de teksten duiken wel degelijk flarden op van de zware periode die voorafging aan het album.
Terms Of Surrender bevat een aantal tracks die als groovy zijn te omschrijven, maar het album bevat ook een aantal meer ingetogen tracks. Het zijn tracks waarin M.C. Davis nog altijd soulvol klinkt, wat fraai kleurt bij de warme maar dit keer wat subtielere instrumentatie.
Het is knap hoe Hiss Golden Messenger lekker in het gehoor liggende songs combineert met teksten vol diepgang en een instrumentatie vol avontuur. Terms Of Surrender is een album dat heerlijk vermaakt, maar het is ook een album dat het verdient om volledig uitgeplozen te worden.
Zeker wanneer gas terug wordt genomen is de instrumentatie op het album wonderschoon en blijf je nieuwe dingen horen in het veelkleurige en veelzijdige klankenpalet, dat zich soepel om de stem van M.C. Davis heen beweegt. Hiss Golden Messenger verlegt op Terms Of Surrender zijn grenzen, waardoor het album absoluut iets toevoegt aan zijn voorgangers. Ik vind Terms Of Surrender daarom weer net wat mooier dan deze voorgangers. Erwin Zijleman
De muziek van Hiss Golden Messenger is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://hissgoldenmessenger.bandcamp.com/album/terms-of-surrender.
24 september 2019
L'Épée - Diabolique
De gelegenheidsband L’Épée met onder andere The Limiñanas in de gelederen bezweert en verwondert met een buitengewoon fascinerende mix van invloeden en genres
Shadow People van de Franse band The Limiñanas was voor mij de grote verrassing van 2018. Sindsdien heb ik ook de rest van het bijzondere oeuvre van de band ontdekt en aan dit oeuvre kan nu het debuut van L’Épée worden toegevoegd. In de gelegenheidsband, die verder bestaat uit producer Anton Newcombe en actrice Emmanuelle Seigner, spelen Marie en Lionel Limiñana wat mij betreft immers de hoofdrol. L’Épée tekent op Diabolique voor een fascinerende mix van garagerock, psychedelica, shoegaze, filmmuziek, Krautrock en nog veel meer. Het is niet zo gek ver verwijderd van de muziek van The Limiñanas, maar voegt ook weer een bijzondere dimensie toe. Het levert een even fascinerend als heerlijk album op.
Het Franse duo The Limiñanas haalde met het weergaloze Shadow People de hoogste regionen van mijn jaarlijstje over 2018. Shadow People was mijn eerste kennismaking met de muziek van Marie en Lionel Limiñana en smaakte naar veel en veel meer.
Dat meer kwam vorig jaar in de vorm van de verzameling restjes I've Got Trouble in Mind, Vol. 2 en inmiddels heb ik ook de rest van het bijzondere oeuvre van The Limiñanas ontdekt.
Dit jaar hoopte ik op een nieuw album van het duo uit het Franse Perpignan, maar in plaats van een nieuw album van The Limiñanas, krijgen we een album van de gelegenheidsband L’Épée voorgeschoteld.
L’Épée is een samenwerkingsproject van Marie en Lionel Limiñana en de Franse actrice en zangeres Emmanuelle Seigner (die overigens ook te horen was op Shadow People), waarna de van The Brian Jonestown Massacre en zijn samenwerking met Tess Parks bekende Anton Newcombe aanschoof als producer.
The Limiñanas staan al bekend om hun bonte mix aan invloeden en genres, maar de samenwerking met Emmanuelle Seigner en Anton Newcombe voegt nog wat dimensies toe aan het al zo unieke geluid van het tweetal, dat in de publiciteit rond het debuut van L’Épée helaas wat in de schaduw staat van de rockster en de actrice.
The Limiñanas waren al niet vies van invloeden uit de Franse filmmuziek en deze hebben op Diabolique van L’Épée aan terrein gewonnen. Zeker wanneer Emmanuelle Seigner haar teksten op even wulpse als onderkoelde wijze voordraagt, waan je je op de set van een duistere Franse film, maar ook de andere tracks op het album hebben een beeldend en benevelend karakter.
The Limiñanas zijn met hun muziek schatplichtig aan zowel The Velvet Underground als Serge Gainsbourg en invloeden van beiden zijn goed te horen op Diabolique. Het wordt gecombineerd met de ook op de albums van The Limiñanas hoorbare invloeden uit de garagerock, de shoegaze en de psychedelica. L’Épée voegt vervolgens nog wat invloeden uit onder andere de filmmuziek (zowel Frans, Italiaans als Amerikaans), de elektronica, de Krautrock en de 60s pop toe aan het al zo bonte palet.
De veelheid aan invloeden en intensiteit van de muziek zou bij de meeste bands zonder enige twijfel te veel van het goede zijn, maar wanneer Marie en Lionel Limiñana aan het roer staan is het genieten, terwijl Anton Newcombe het lo-fi achtige geluid van The Limiñanas net wat heeft opgepoetst.
Diabolique is over de hele linie niet zo heel ver verwijderd van de muziek die Marie en Lionel Limiñana samen maken, maar voegt door de bijzondere accenten en de bijdragen van Emmanuelle Seigner en Anton Newcombe ook wat toe. Ik heb The Limiñanas na het fantastische Shadow People heel hoog zitten, maar ook het debuut van de gelegenheidsband L’Épée smaakt weer naar veel meer. Erwin Zijleman
Shadow People van de Franse band The Limiñanas was voor mij de grote verrassing van 2018. Sindsdien heb ik ook de rest van het bijzondere oeuvre van de band ontdekt en aan dit oeuvre kan nu het debuut van L’Épée worden toegevoegd. In de gelegenheidsband, die verder bestaat uit producer Anton Newcombe en actrice Emmanuelle Seigner, spelen Marie en Lionel Limiñana wat mij betreft immers de hoofdrol. L’Épée tekent op Diabolique voor een fascinerende mix van garagerock, psychedelica, shoegaze, filmmuziek, Krautrock en nog veel meer. Het is niet zo gek ver verwijderd van de muziek van The Limiñanas, maar voegt ook weer een bijzondere dimensie toe. Het levert een even fascinerend als heerlijk album op.
Het Franse duo The Limiñanas haalde met het weergaloze Shadow People de hoogste regionen van mijn jaarlijstje over 2018. Shadow People was mijn eerste kennismaking met de muziek van Marie en Lionel Limiñana en smaakte naar veel en veel meer.
Dat meer kwam vorig jaar in de vorm van de verzameling restjes I've Got Trouble in Mind, Vol. 2 en inmiddels heb ik ook de rest van het bijzondere oeuvre van The Limiñanas ontdekt.
Dit jaar hoopte ik op een nieuw album van het duo uit het Franse Perpignan, maar in plaats van een nieuw album van The Limiñanas, krijgen we een album van de gelegenheidsband L’Épée voorgeschoteld.
L’Épée is een samenwerkingsproject van Marie en Lionel Limiñana en de Franse actrice en zangeres Emmanuelle Seigner (die overigens ook te horen was op Shadow People), waarna de van The Brian Jonestown Massacre en zijn samenwerking met Tess Parks bekende Anton Newcombe aanschoof als producer.
The Limiñanas staan al bekend om hun bonte mix aan invloeden en genres, maar de samenwerking met Emmanuelle Seigner en Anton Newcombe voegt nog wat dimensies toe aan het al zo unieke geluid van het tweetal, dat in de publiciteit rond het debuut van L’Épée helaas wat in de schaduw staat van de rockster en de actrice.
The Limiñanas waren al niet vies van invloeden uit de Franse filmmuziek en deze hebben op Diabolique van L’Épée aan terrein gewonnen. Zeker wanneer Emmanuelle Seigner haar teksten op even wulpse als onderkoelde wijze voordraagt, waan je je op de set van een duistere Franse film, maar ook de andere tracks op het album hebben een beeldend en benevelend karakter.
The Limiñanas zijn met hun muziek schatplichtig aan zowel The Velvet Underground als Serge Gainsbourg en invloeden van beiden zijn goed te horen op Diabolique. Het wordt gecombineerd met de ook op de albums van The Limiñanas hoorbare invloeden uit de garagerock, de shoegaze en de psychedelica. L’Épée voegt vervolgens nog wat invloeden uit onder andere de filmmuziek (zowel Frans, Italiaans als Amerikaans), de elektronica, de Krautrock en de 60s pop toe aan het al zo bonte palet.
De veelheid aan invloeden en intensiteit van de muziek zou bij de meeste bands zonder enige twijfel te veel van het goede zijn, maar wanneer Marie en Lionel Limiñana aan het roer staan is het genieten, terwijl Anton Newcombe het lo-fi achtige geluid van The Limiñanas net wat heeft opgepoetst.
Diabolique is over de hele linie niet zo heel ver verwijderd van de muziek die Marie en Lionel Limiñana samen maken, maar voegt door de bijzondere accenten en de bijdragen van Emmanuelle Seigner en Anton Newcombe ook wat toe. Ik heb The Limiñanas na het fantastische Shadow People heel hoog zitten, maar ook het debuut van de gelegenheidsband L’Épée smaakt weer naar veel meer. Erwin Zijleman
23 september 2019
Molly Sarlé - Karaoke Angel
Mountain Man zangeres Molly Sarlé schuift de Appalachen folk op haar debuut terzijde en verrast met een bijzonder klinkend folk album vol uiteenlopende verleidingen
De naam Molly Sarlé zal niet bij iedereen een belletje doen rinkelen, maar met haar debuut Karaoke Angel zet de Amerikaanse singer-songwriter, die een enkeling zal kennen van het trio Mountain Man, zich op indrukwekkende wijze op de kaart. Het debuut van Molly Sarlé is een zelfverzekerd klinkend folkalbum dat opvalt door een veelkleurige instrumentatie, een bijzonder fraaie productie en een bijzonder stemgeluid. Karaoke Angel is soms uitbundig en zonnig, maar minstens net zo vaak ingetogen en melancholisch. Warm aanbevolen aan een ieder met een zwak voor folk uit het verleden en het heden, maar ook fans van Cowboy Junkies zullen makkelijk vallen voor dit uitstekende album.
Molly Sarlé maakt als Molly Erin Sarle deel uit van het trio Mountain Man, dat de afgelopen jaren twee albums met zeer traditionele Appalachen folk uitbracht.
De muziek van Mountain Man was me uiteindelijk net wat te traditioneel, waardoor ik het vorig jaar verschenen Magic Ship heb laten liggen, maar het eerste soloalbum van Molly Sarlé bevalt me een stuk beter.
Karaoke Angel werd overal en nergens in de Verenigde Staten opgenomen en laat een brede kijk op de folk horen. De stokoude Appalachen folk heeft beperkt invloed gehad op de songs van Molly Sarlé, maar de Amerikaanse singer-songwriter kies op haar debuut toch vooral voor een veel minder traditioneel geluid.
Human, de openingstrack van het album, laat direct horen wat Molly Sarlé in huis heeft. Warmbloedige akoestische klanken worden gecombineerd met een bijzondere stem, die herinnert aan de expressieve folkies uit de jaren 60 en 70, maar ook wat van de verleiding van Hope Sandoval bevat.
Het is momenteel dringen in het genre, maar de bijzondere stem van de Amerikaanse singer-songwriter zorgt wat mij betreft voor voldoende onderscheidend vermogen. Het is overigens niet alleen de stem van de singer-songwriter uit Durham, North Carolina, die Karaoke Angel voorziet van een eigen geluid. De instrumentatie op het album is vaak net wat voller dan gebruikelijk in het genre, waardoor de muziek van Molly Sarlé wat moderner klinkt. Het is aan de andere kant ook een instrumentatie vol in het genre niet heel gebruikelijke accenten, terwijl ook een bijna verstilde song zeker niet wordt geschuwd.
In de opvallende instrumentatie zijn de gitaarlijnen vaak stevig aangezet en voorin de mix gezet en de songs op het album worden bovendien vaak gekenmerkt door atmosferische wolken synths die overwaaien. Het klinkt prachtig bij de expressieve stem van Molly Sarlé, die zich in het fraaie geluid van producer Sam Evian als een vis in het water voelt en imponeert met zang vol gevoel.
Aan het begin van deze recensie gaf ik al aan dat het debuut van Molly Sarlé een brede kijk op de folk heeft. In veel van de songs duiken flarden uit de Laurel Canyon folk uit de late jaren 60 en vroege jaren 70 op, maar Karaoke Angel laat ook flarden Appalachen folk en psychedelische folk uit de jaren 60 horen. Op hetzelfde moment sluit Molly Sarlé met haar debuut makkelijk aan bij de folkies van het heden en hoor ik ook nog wat van Mazzy Star en nog veel meer van Cowboy Junkies in haar muziek.
Het is bijzonder aangenaam wegdromen bij de aangename klanken op het debuut van Molly Sarlé, maar hoe vaker ik naar het album luister, hoe beter en interessanter het wordt. Karaoke Angel is in muzikaal en vocaal opzicht een verrassend divers album en ook in tekstueel opzicht kan het bij de singer-songwriter uit Durham alle kanten op en worden humor en weemoed afgewisseld.
Na herhaalde beluistering ben ik behoorlijk onder de indruk van dit album en is duidelijke dat folkies uit het heden als Laura Marling, Angel Olsen, Jessica Pratt en Aldous Harding er met deze Molly Sarlé een zeer geduchte concurrent bij hebben. Erwin Zijleman
De muziek van Molly Sarlé is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://mollysarle.bandcamp.com.
De naam Molly Sarlé zal niet bij iedereen een belletje doen rinkelen, maar met haar debuut Karaoke Angel zet de Amerikaanse singer-songwriter, die een enkeling zal kennen van het trio Mountain Man, zich op indrukwekkende wijze op de kaart. Het debuut van Molly Sarlé is een zelfverzekerd klinkend folkalbum dat opvalt door een veelkleurige instrumentatie, een bijzonder fraaie productie en een bijzonder stemgeluid. Karaoke Angel is soms uitbundig en zonnig, maar minstens net zo vaak ingetogen en melancholisch. Warm aanbevolen aan een ieder met een zwak voor folk uit het verleden en het heden, maar ook fans van Cowboy Junkies zullen makkelijk vallen voor dit uitstekende album.
Molly Sarlé maakt als Molly Erin Sarle deel uit van het trio Mountain Man, dat de afgelopen jaren twee albums met zeer traditionele Appalachen folk uitbracht.
De muziek van Mountain Man was me uiteindelijk net wat te traditioneel, waardoor ik het vorig jaar verschenen Magic Ship heb laten liggen, maar het eerste soloalbum van Molly Sarlé bevalt me een stuk beter.
Karaoke Angel werd overal en nergens in de Verenigde Staten opgenomen en laat een brede kijk op de folk horen. De stokoude Appalachen folk heeft beperkt invloed gehad op de songs van Molly Sarlé, maar de Amerikaanse singer-songwriter kies op haar debuut toch vooral voor een veel minder traditioneel geluid.
Human, de openingstrack van het album, laat direct horen wat Molly Sarlé in huis heeft. Warmbloedige akoestische klanken worden gecombineerd met een bijzondere stem, die herinnert aan de expressieve folkies uit de jaren 60 en 70, maar ook wat van de verleiding van Hope Sandoval bevat.
Het is momenteel dringen in het genre, maar de bijzondere stem van de Amerikaanse singer-songwriter zorgt wat mij betreft voor voldoende onderscheidend vermogen. Het is overigens niet alleen de stem van de singer-songwriter uit Durham, North Carolina, die Karaoke Angel voorziet van een eigen geluid. De instrumentatie op het album is vaak net wat voller dan gebruikelijk in het genre, waardoor de muziek van Molly Sarlé wat moderner klinkt. Het is aan de andere kant ook een instrumentatie vol in het genre niet heel gebruikelijke accenten, terwijl ook een bijna verstilde song zeker niet wordt geschuwd.
In de opvallende instrumentatie zijn de gitaarlijnen vaak stevig aangezet en voorin de mix gezet en de songs op het album worden bovendien vaak gekenmerkt door atmosferische wolken synths die overwaaien. Het klinkt prachtig bij de expressieve stem van Molly Sarlé, die zich in het fraaie geluid van producer Sam Evian als een vis in het water voelt en imponeert met zang vol gevoel.
Aan het begin van deze recensie gaf ik al aan dat het debuut van Molly Sarlé een brede kijk op de folk heeft. In veel van de songs duiken flarden uit de Laurel Canyon folk uit de late jaren 60 en vroege jaren 70 op, maar Karaoke Angel laat ook flarden Appalachen folk en psychedelische folk uit de jaren 60 horen. Op hetzelfde moment sluit Molly Sarlé met haar debuut makkelijk aan bij de folkies van het heden en hoor ik ook nog wat van Mazzy Star en nog veel meer van Cowboy Junkies in haar muziek.
Het is bijzonder aangenaam wegdromen bij de aangename klanken op het debuut van Molly Sarlé, maar hoe vaker ik naar het album luister, hoe beter en interessanter het wordt. Karaoke Angel is in muzikaal en vocaal opzicht een verrassend divers album en ook in tekstueel opzicht kan het bij de singer-songwriter uit Durham alle kanten op en worden humor en weemoed afgewisseld.
Na herhaalde beluistering ben ik behoorlijk onder de indruk van dit album en is duidelijke dat folkies uit het heden als Laura Marling, Angel Olsen, Jessica Pratt en Aldous Harding er met deze Molly Sarlé een zeer geduchte concurrent bij hebben. Erwin Zijleman
De muziek van Molly Sarlé is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://mollysarle.bandcamp.com.
22 september 2019
Andrew Combs - Ideal Man
Andrew Combs strooit op zijn nieuwe album driftig met volstrekt tijdloze en nagenoeg perfecte popliedjes die voorlopig alleen maar aan kracht winnen
Andre Combs werd een jaar of vier geleden geschaard onder de grote beloften binnen de Amerikaanse rootsmuziek, maar is sindsdien wat opgeschoven richting pop. Ook Ideal Man staat vol referenties naar de betere singer-songwriters uit de jaren 70 en is bovendien voorzien van een snufje Laurel Canyon folk en een scheutje psychedelica. Het levert een tijdloos album op dat zich als een warme deken om je heem slaat en vervolgens begint met groeien, bijvoorbeeld door de zeer smaakvolle instrumentatie of door de prachtige stem van de Amerikaanse muzikant. Het levert een album op dat maar lastig is te weerstaan.
Andrew Combs werd geboren in Dallas, Texas, maar zijn carrière in de muziek kwam pas van de grond toen hij de Texaanse hoofdstad had verruild voor Nashville, Tennessee.
De Amerikaanse singer-songwriter trok voor het eerst de aandacht met het in 2015 verschenen All These Dreams, feitelijk zijn tweede album. Op All These Dreams overtuigde Andrew Combs met een tijdloze maar ook bijzonder aangename mix van Amerikaanse rootsmuziek en de in artistiek opzicht interessantere popmuziek uit de jaren 70.
Op het in 2017 verschenen Canyons Of My Mind sloeg de balans wat door richting 70s pop, al waren invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek zeker niet helemaal verdwenen uit de muziek van Andrew Combs. Hetzelfde kan gezegd worden over Ideal Man, het deze week verschenen nieuwe album van de singer-songwriter uit Nashville.
Ook Ideal Man lijkt zo weggelopen uit de jaren 70 en bevat meer invloeden uit de pop dan uit de roots. Gelukkig heeft Andrew Combs wel een voorkeur voor de in kwalitatief opzicht hoogstaande pop uit het decennium en heeft hij een album gemaakt waarvoor Harry Nilsson zich niet geschaamd zou hebben.
Ideal Man werd niet opgenomen in Nashville, maar in Brooklyn, New York, waar Andrew Combs de studio in dook met muzikanten Dominic Billett en Jerry Bernhardt en producer en muzikant Sam Cohen. Het viertal nam in Brooklyn een bijzonder sterk album op.
Direct in de openingstrack maakt Andrew Combs indruk met een tijdloze popsong, die je bij eerste beluistering al decennia denkt te kennen. Het zorgt direct voor het spreekwoordelijke warme bad, waarin naast invloeden uit de 70s pop en Amerikaanse rootsmuziek ook een psychedelisch tintje is te horen. Andrew Combs grossiert op zijn nieuwe album in tijdloze popliedjes en het zijn stuk voor stuk popliedjes die je humeur een positieve boost geven. Andrew Combs werd na de release van zijn vorige album vader en zit nog op een roze wolk. Het voorziet Ideal Man van een aangename sfeer en het is een sfeer die alle songs op het album een stukje optilt.
Iedereen die de vorige albums van Andrew Combs kent, weet dat de geboren Texaan is voorzien van een mooi en zeer aangenaam stemgeluid, waarin flarden Don McLean, Harry Nilsson, Ryan Adams en Roy Orbison zijn te horen. Ook Ideal Man maakt in vocaal opzicht indruk, wat nog een extra dimensie toevoegt aan dit veelkleurige album.
Andrew Combs maakte op All These Dreams geen geheim van zijn bewondering voor muzikanten als Guy Clark en Mickey Newbury, maar is, wanneer het gaat om het verwerken van invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek, inmiddels wat opgeschoven richting de Laurel Canyon folk, wat nog wat Californische zonnestralen toevoegt aan het warme geluid op het album, zeker wanneer ook nog wat soul wordt toegevoegd.
Het is goed te horen dat Ideal Man is gemaakt met een beperkt aantal muzikanten. Het album klinkt intiem en gloedvol en zet de prachtige stem van Andrew Combs terecht in het zonnetje. Ondertussen valt er ook in muzikaal opzicht genoeg te genieten, want het gitaarwerk op het album is prachtig, terwijl de keyboards steeds weer zorgen voor bijzondere accenten. Niet iedereen zal gecharmeerd zijn van de volstrekt tijdloze popmuziek van Andrew Combs, maar de prachtig gespeelde en geweldig gezongen popsongs op Ideal Man gaan er bij mij in als koek. Erwin Zijleman
De muziek van Andrew Combs is ook verkrijgbaar via zijn bandcamp pagina: https://andrewcombs.bandcamp.com.
Andre Combs werd een jaar of vier geleden geschaard onder de grote beloften binnen de Amerikaanse rootsmuziek, maar is sindsdien wat opgeschoven richting pop. Ook Ideal Man staat vol referenties naar de betere singer-songwriters uit de jaren 70 en is bovendien voorzien van een snufje Laurel Canyon folk en een scheutje psychedelica. Het levert een tijdloos album op dat zich als een warme deken om je heem slaat en vervolgens begint met groeien, bijvoorbeeld door de zeer smaakvolle instrumentatie of door de prachtige stem van de Amerikaanse muzikant. Het levert een album op dat maar lastig is te weerstaan.
Andrew Combs werd geboren in Dallas, Texas, maar zijn carrière in de muziek kwam pas van de grond toen hij de Texaanse hoofdstad had verruild voor Nashville, Tennessee.
De Amerikaanse singer-songwriter trok voor het eerst de aandacht met het in 2015 verschenen All These Dreams, feitelijk zijn tweede album. Op All These Dreams overtuigde Andrew Combs met een tijdloze maar ook bijzonder aangename mix van Amerikaanse rootsmuziek en de in artistiek opzicht interessantere popmuziek uit de jaren 70.
Op het in 2017 verschenen Canyons Of My Mind sloeg de balans wat door richting 70s pop, al waren invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek zeker niet helemaal verdwenen uit de muziek van Andrew Combs. Hetzelfde kan gezegd worden over Ideal Man, het deze week verschenen nieuwe album van de singer-songwriter uit Nashville.
Ook Ideal Man lijkt zo weggelopen uit de jaren 70 en bevat meer invloeden uit de pop dan uit de roots. Gelukkig heeft Andrew Combs wel een voorkeur voor de in kwalitatief opzicht hoogstaande pop uit het decennium en heeft hij een album gemaakt waarvoor Harry Nilsson zich niet geschaamd zou hebben.
Ideal Man werd niet opgenomen in Nashville, maar in Brooklyn, New York, waar Andrew Combs de studio in dook met muzikanten Dominic Billett en Jerry Bernhardt en producer en muzikant Sam Cohen. Het viertal nam in Brooklyn een bijzonder sterk album op.
Direct in de openingstrack maakt Andrew Combs indruk met een tijdloze popsong, die je bij eerste beluistering al decennia denkt te kennen. Het zorgt direct voor het spreekwoordelijke warme bad, waarin naast invloeden uit de 70s pop en Amerikaanse rootsmuziek ook een psychedelisch tintje is te horen. Andrew Combs grossiert op zijn nieuwe album in tijdloze popliedjes en het zijn stuk voor stuk popliedjes die je humeur een positieve boost geven. Andrew Combs werd na de release van zijn vorige album vader en zit nog op een roze wolk. Het voorziet Ideal Man van een aangename sfeer en het is een sfeer die alle songs op het album een stukje optilt.
Iedereen die de vorige albums van Andrew Combs kent, weet dat de geboren Texaan is voorzien van een mooi en zeer aangenaam stemgeluid, waarin flarden Don McLean, Harry Nilsson, Ryan Adams en Roy Orbison zijn te horen. Ook Ideal Man maakt in vocaal opzicht indruk, wat nog een extra dimensie toevoegt aan dit veelkleurige album.
Andrew Combs maakte op All These Dreams geen geheim van zijn bewondering voor muzikanten als Guy Clark en Mickey Newbury, maar is, wanneer het gaat om het verwerken van invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek, inmiddels wat opgeschoven richting de Laurel Canyon folk, wat nog wat Californische zonnestralen toevoegt aan het warme geluid op het album, zeker wanneer ook nog wat soul wordt toegevoegd.
Het is goed te horen dat Ideal Man is gemaakt met een beperkt aantal muzikanten. Het album klinkt intiem en gloedvol en zet de prachtige stem van Andrew Combs terecht in het zonnetje. Ondertussen valt er ook in muzikaal opzicht genoeg te genieten, want het gitaarwerk op het album is prachtig, terwijl de keyboards steeds weer zorgen voor bijzondere accenten. Niet iedereen zal gecharmeerd zijn van de volstrekt tijdloze popmuziek van Andrew Combs, maar de prachtig gespeelde en geweldig gezongen popsongs op Ideal Man gaan er bij mij in als koek. Erwin Zijleman
De muziek van Andrew Combs is ook verkrijgbaar via zijn bandcamp pagina: https://andrewcombs.bandcamp.com.
21 september 2019
Stone Irr - Performance
Stone Irr debuteerde twee jaar geleden met het bijzonder fraaie Sinner en vervolmaakt het geluid van dit bijzondere debuut nu met wonderschone arrangementen
De inmiddels in Los Angeles woonachtige Stone Irr dook twee jaar geleden op met de jaarlijstjesplaat Sinner. Het album werd helaas niet in brede kring opgepikt, maar heeft de lat hoog gelegd voor het nieuwe album van de Amerikaanse muzikant. Performance overtuigt desondanks makkelijk. Stone Irr heeft het recept van Sinner behouden, maar ook verrijkt met wat uitbundigere arrangementen, die met name putten uit de Westcoast pop, maar die ook eigentijds klinken. Het vollere geluid is gelukkig niet ten koste gegaan van de intimiteit van de muziek van Stone Irr, die ook dit keer indruk maakt met songs vol weemoed. Alle reden dus om Performance vol liefde te omarmen.
In de herfst van 2017 kreeg ik, overeigens naar aanleiding van mijn zeer lovende woorden over het debuut van Phoebe Bridgers, bij toeval Sinner van de Amerikaanse muzikant Stone Irr in handen.
Het officiële debuut van de muzikant uit Bloomington, Indiana, beviel me zo goed dat ik het album onmiddellijk uitriep tot een van de grote verrassingen van 2017, maar toen ik een paar maanden later mijn jaarlijstje samenstelde was ik het album kennelijk alweer vergeten. Zonde, want Sinner is een album dat absoluut jaarlijstjeswaardig was. Vorig jaar kreeg Sinner alsnog een Nederlandse release, maar echt opvallen deed het album in Nederland helaas niet.
Sinner, dat ik in de herfst van 2017 vergeleek met de muziek van Sufjan Stevens en Jeff Buckley overgoten met een Beach Boys sausje en dat opviel door bijzondere teksten waarin het opgroeien in de Amerikaanse Bible Belt centraal stond, komt hier nog altijd met enige regelmaat uit de speakers en daarom was ik verheugd toen ik de naam van Stone Irr deze week zag opduiken in de lijst met nieuwe releases.
Performance gaat verder waar Sinner twee jaar geleden ophield en laat een deels bekend geluid horen. Stone Irr heeft Indiana inmiddels verruild voor Los Angeles en kiest op zijn tweede album voor een wat voller geluid. Het is een geluid waarin nog altijd flink wat echo’s uit de muziek van The Beach Boys opduiken, maar in de melodieën zijn dit keer ook invloeden van The Beatles te horen.
Stone Irr koppelt de mooie melodieën en Beach Boys achtige vocalen aan intieme folksongs met een vaak wat weemoedig karakter. Het is een combinatie van invloeden die Sinner twee jaar geleden een uniek geluid gaf en dat geluid is vervolmaakt op Performance. Op het nieuwe album heeft Stone Irr meer aandacht besteed aan de instrumentatie en productie, waarvoor de mij onbekende Ben Lumsdaine heeft getekend. Performance heeft de intimiteit van zijn voorganger behouden, maar klinkt rijker. In de openingstrack duiken opeens gruizige gitaren op, maar ook blazers en strijkers duiken met enige regelmaat op in de arrangementen die met name bij beluistering met de koptelefoon van een bijzondere schoonheid blijken.
De muziek van Stone Irr herinnerde twee jaar geleden al aan de jaren 60 en 70, maar doet dat op Performance nog wat nadrukkelijker. Zeker wanneer de melodieën honingzoet zijn duiken flarden Westcoast pop op, maar de muzikant uit Los Angeles sluit ook aan bij de melancholische singer-songwriters uit het heden.
Waar melancholie op Sinner domineerde laat Performance ook met enige regelmaat een groots en wat zonniger klinkend geluid horen, maar de muziek van Stone Irr blijft ingetogen en intiem en heeft zeker wanneer de weemoed het wint ook wel wat raakvlakken met de albums van Elliott Smith.
Het debuut van de Amerikaanse muzikant maakte op mij een onuitwisbare indruk en dat heeft de lat hoog gelegd voor het toch altijd al lastige tweede album. Performance heeft mij desondanks vrij makkelijk overtuigd. Stone Irr heeft de kracht en schoonheid van zijn intieme debuut behouden, maar zet op zijn nieuwe album ook stappen. Sinner deed ondanks herhaalde pogingen niet zo heel veel, maar het bijzonder fraaie Performance verdient echt een veel beter lot. Erwin Zijleman
De muziek van Stone Irr is ook verkrijgbaar via zijn bandcamp pagina: https://stoneirr.bandcamp.com.
De inmiddels in Los Angeles woonachtige Stone Irr dook twee jaar geleden op met de jaarlijstjesplaat Sinner. Het album werd helaas niet in brede kring opgepikt, maar heeft de lat hoog gelegd voor het nieuwe album van de Amerikaanse muzikant. Performance overtuigt desondanks makkelijk. Stone Irr heeft het recept van Sinner behouden, maar ook verrijkt met wat uitbundigere arrangementen, die met name putten uit de Westcoast pop, maar die ook eigentijds klinken. Het vollere geluid is gelukkig niet ten koste gegaan van de intimiteit van de muziek van Stone Irr, die ook dit keer indruk maakt met songs vol weemoed. Alle reden dus om Performance vol liefde te omarmen.
In de herfst van 2017 kreeg ik, overeigens naar aanleiding van mijn zeer lovende woorden over het debuut van Phoebe Bridgers, bij toeval Sinner van de Amerikaanse muzikant Stone Irr in handen.
Het officiële debuut van de muzikant uit Bloomington, Indiana, beviel me zo goed dat ik het album onmiddellijk uitriep tot een van de grote verrassingen van 2017, maar toen ik een paar maanden later mijn jaarlijstje samenstelde was ik het album kennelijk alweer vergeten. Zonde, want Sinner is een album dat absoluut jaarlijstjeswaardig was. Vorig jaar kreeg Sinner alsnog een Nederlandse release, maar echt opvallen deed het album in Nederland helaas niet.
Sinner, dat ik in de herfst van 2017 vergeleek met de muziek van Sufjan Stevens en Jeff Buckley overgoten met een Beach Boys sausje en dat opviel door bijzondere teksten waarin het opgroeien in de Amerikaanse Bible Belt centraal stond, komt hier nog altijd met enige regelmaat uit de speakers en daarom was ik verheugd toen ik de naam van Stone Irr deze week zag opduiken in de lijst met nieuwe releases.
Performance gaat verder waar Sinner twee jaar geleden ophield en laat een deels bekend geluid horen. Stone Irr heeft Indiana inmiddels verruild voor Los Angeles en kiest op zijn tweede album voor een wat voller geluid. Het is een geluid waarin nog altijd flink wat echo’s uit de muziek van The Beach Boys opduiken, maar in de melodieën zijn dit keer ook invloeden van The Beatles te horen.
Stone Irr koppelt de mooie melodieën en Beach Boys achtige vocalen aan intieme folksongs met een vaak wat weemoedig karakter. Het is een combinatie van invloeden die Sinner twee jaar geleden een uniek geluid gaf en dat geluid is vervolmaakt op Performance. Op het nieuwe album heeft Stone Irr meer aandacht besteed aan de instrumentatie en productie, waarvoor de mij onbekende Ben Lumsdaine heeft getekend. Performance heeft de intimiteit van zijn voorganger behouden, maar klinkt rijker. In de openingstrack duiken opeens gruizige gitaren op, maar ook blazers en strijkers duiken met enige regelmaat op in de arrangementen die met name bij beluistering met de koptelefoon van een bijzondere schoonheid blijken.
De muziek van Stone Irr herinnerde twee jaar geleden al aan de jaren 60 en 70, maar doet dat op Performance nog wat nadrukkelijker. Zeker wanneer de melodieën honingzoet zijn duiken flarden Westcoast pop op, maar de muzikant uit Los Angeles sluit ook aan bij de melancholische singer-songwriters uit het heden.
Waar melancholie op Sinner domineerde laat Performance ook met enige regelmaat een groots en wat zonniger klinkend geluid horen, maar de muziek van Stone Irr blijft ingetogen en intiem en heeft zeker wanneer de weemoed het wint ook wel wat raakvlakken met de albums van Elliott Smith.
Het debuut van de Amerikaanse muzikant maakte op mij een onuitwisbare indruk en dat heeft de lat hoog gelegd voor het toch altijd al lastige tweede album. Performance heeft mij desondanks vrij makkelijk overtuigd. Stone Irr heeft de kracht en schoonheid van zijn intieme debuut behouden, maar zet op zijn nieuwe album ook stappen. Sinner deed ondanks herhaalde pogingen niet zo heel veel, maar het bijzonder fraaie Performance verdient echt een veel beter lot. Erwin Zijleman
De muziek van Stone Irr is ook verkrijgbaar via zijn bandcamp pagina: https://stoneirr.bandcamp.com.
20 september 2019
Madder Rose - To Be Beautiful
Van de stapel .....
Iedere week verschijnen stapels nieuwe albums. Ook na een strenge selectie is het veel meer dan ik kan plaatsen op deze BLOG, waardoor iedere week albums op de stapel terecht komen. Helaas komen deze albums hier over het algemeen niet meer af. Om de echte parels een tweede kans te geven, besteed ik vanaf nu op iedere vrijdag aandacht aan een album van de stapel dat echt veel te mooi is om te laten liggen.
Deze week.... To Be Beautiful, de echt niet meer verwachte comeback van de Amerikaanse band Madder Rose.
Madder Rose is terug van lang weg geweest, gaat verder waar het in 1999 ophield, maar zet ook nieuwe stappen op een album dat niet onder doet voor het oude werk
Madder Rose ontdekte ik aan het eind van de jaren 90, toen de carrière van de band er alweer bijna op zat, maar de vier albums van de band werden me uiteindelijk zeer dierbaar. Uit het niets is Madder Rose terug met een album dat flarden van het oude werk van de band bevat, maar dat ook nieuwe stappen zet. To Be Beautiful is een wat meer ingetogen en zweverig album, maar de muziek van de band uit New York heeft nog altijd haar scherpe kantjes. Voor de fans uit het verleden zijn er nog altijd het prachtige gitaarwerk en de benevelende vocalen, maar Madder Rose kan met dit album ook in 2019 mee. In de jaren 90 bleef het werk van de band helaas wat onderbelicht. Hopelijk is dat dit keer anders.
Vorige maand verscheen op bandcamp vrijwel uit het niets een nieuw album van Madder Rose en inmiddels is het album ook beschikbaar gekomen via de streaming media diensten.
Op een nieuw album van Madder Rose had ik absoluut niet meer gerekend. De band uit New York werd in 1990 geformeerd en viel negen jaar later uit elkaar. In de tussenliggende jaren verschenen vier albums, die ik stuk voor stuk schaar onder de memorabele albums uit het betreffende decennium, maar die helaas slechts in kleine kring werden opgepikt.
Madder Rose werd destijds in hetzelfde hokje geduwd als bands als Blake Babies, Throwing Muses en Belly, maar ik vond de albums van de band uit New York toch net wat memorabeler en plaatste de band zelf naast het door mij zeer bewonderde Mazzy Star.
Frontvrouw Mary Lorson maakte na het uiteenvallen van Madder Rose nog een prima album onder de naam Saint Low en hierna nog een aantal nauwelijks opgemerkte albums onder haar eigen naam. Madder Rose werd inmiddels nog slechts door een enkeling herinnerd als die geweldige cultband uit de jaren 90, maar twintig jaar na het laatste wapenfeit van de band is Madder Rose terug met een nieuw album.
To Be Beautiful, de opvolger van Bring It Down (1993), Panic On (1994), Tragic Magic (1997) en Hello June Fool (1999), is verschenen op een klein Brits label en werd gemaakt in de originele bezetting. De leden van de band liepen elkaar bij toeval tegen het lijf in New York en besloten nieuwe muziek te gaan maken. Het levert een album op dat direct herinnert aan die vier memorabele albums uit de jaren 90, maar Madder Rose is in de twintig jaar waarin het stil was rond de band niet stil blijven staan.
Ook het geluid op To Be Beautiful wordt voor een belangrijk deel bepaald door de benevelende vocalen van Mary Lorson en door het prachtig zweverige gitaarwerk van Billy Coté, die het album ook produceerde, maar waar Madder Rose in het verleden nog wel eens gruizig kon klinken, kiest het op haar nieuwe album vooral voor zich langzaam voortslepende en meer ingetogen klanken, wat ook past bij het Britse label van de band, dat zich naar eigen zeggen focust op langzame en stille muziek.
Madder Rose is hierdoor wat meer opgeschreven in de richting van het al eerder genoemde Mazzy Star en dat is een beweging die mij zeer goed bevalt. Zeker wanneer de gitaren prachtig uitwaaien en Mary Lorson heerlijk zwoel zingt maakt Madder Rose muziek waarvoor Hope Sandoval en de haren zich niet zouden schamen, maar To Be Beautiful doet me ook een paar keer denken aan Cowboy Junkies. Boven alles is Madder Rose echter zichzelf gebleven. De band maakt muziek die aangenaam dromerig klinkt, maar net als in het verleden hebben de songs van hun band ook scherpe kantjes.
To Be Beautiful heeft mijn oude liefde voor de muziek van Madder Rose onmiddellijk aangewakkerd met een album dat niet onder doet voor de vier prachtplaten uit een inmiddels ver verleden. To Be Beautiful refereert absoluut naar die platen uit het verleden, maar plaatst zich toch vooral in het heden met een aantal songs die de band in de jaren 90 nog niet kom maken, waaronder een aantal intieme songs over het verlies van dierbaren of het ouder worden. Madder Rose is terug uit het niets en heeft een album gemaakt dat vooral smaakt naar veel en veel meer. Erwin Zijleman
De nieuwe muziek van Madder Rose is verkrijgbaar via het nieuwe label van de band: https://store.tromerecords.com/album/to-be-beautiful. Het vinyl is helaas uitverkocht.
Iedere week verschijnen stapels nieuwe albums. Ook na een strenge selectie is het veel meer dan ik kan plaatsen op deze BLOG, waardoor iedere week albums op de stapel terecht komen. Helaas komen deze albums hier over het algemeen niet meer af. Om de echte parels een tweede kans te geven, besteed ik vanaf nu op iedere vrijdag aandacht aan een album van de stapel dat echt veel te mooi is om te laten liggen.
Deze week.... To Be Beautiful, de echt niet meer verwachte comeback van de Amerikaanse band Madder Rose.
Madder Rose is terug van lang weg geweest, gaat verder waar het in 1999 ophield, maar zet ook nieuwe stappen op een album dat niet onder doet voor het oude werk
Madder Rose ontdekte ik aan het eind van de jaren 90, toen de carrière van de band er alweer bijna op zat, maar de vier albums van de band werden me uiteindelijk zeer dierbaar. Uit het niets is Madder Rose terug met een album dat flarden van het oude werk van de band bevat, maar dat ook nieuwe stappen zet. To Be Beautiful is een wat meer ingetogen en zweverig album, maar de muziek van de band uit New York heeft nog altijd haar scherpe kantjes. Voor de fans uit het verleden zijn er nog altijd het prachtige gitaarwerk en de benevelende vocalen, maar Madder Rose kan met dit album ook in 2019 mee. In de jaren 90 bleef het werk van de band helaas wat onderbelicht. Hopelijk is dat dit keer anders.
Vorige maand verscheen op bandcamp vrijwel uit het niets een nieuw album van Madder Rose en inmiddels is het album ook beschikbaar gekomen via de streaming media diensten.
Op een nieuw album van Madder Rose had ik absoluut niet meer gerekend. De band uit New York werd in 1990 geformeerd en viel negen jaar later uit elkaar. In de tussenliggende jaren verschenen vier albums, die ik stuk voor stuk schaar onder de memorabele albums uit het betreffende decennium, maar die helaas slechts in kleine kring werden opgepikt.
Madder Rose werd destijds in hetzelfde hokje geduwd als bands als Blake Babies, Throwing Muses en Belly, maar ik vond de albums van de band uit New York toch net wat memorabeler en plaatste de band zelf naast het door mij zeer bewonderde Mazzy Star.
Frontvrouw Mary Lorson maakte na het uiteenvallen van Madder Rose nog een prima album onder de naam Saint Low en hierna nog een aantal nauwelijks opgemerkte albums onder haar eigen naam. Madder Rose werd inmiddels nog slechts door een enkeling herinnerd als die geweldige cultband uit de jaren 90, maar twintig jaar na het laatste wapenfeit van de band is Madder Rose terug met een nieuw album.
To Be Beautiful, de opvolger van Bring It Down (1993), Panic On (1994), Tragic Magic (1997) en Hello June Fool (1999), is verschenen op een klein Brits label en werd gemaakt in de originele bezetting. De leden van de band liepen elkaar bij toeval tegen het lijf in New York en besloten nieuwe muziek te gaan maken. Het levert een album op dat direct herinnert aan die vier memorabele albums uit de jaren 90, maar Madder Rose is in de twintig jaar waarin het stil was rond de band niet stil blijven staan.
Ook het geluid op To Be Beautiful wordt voor een belangrijk deel bepaald door de benevelende vocalen van Mary Lorson en door het prachtig zweverige gitaarwerk van Billy Coté, die het album ook produceerde, maar waar Madder Rose in het verleden nog wel eens gruizig kon klinken, kiest het op haar nieuwe album vooral voor zich langzaam voortslepende en meer ingetogen klanken, wat ook past bij het Britse label van de band, dat zich naar eigen zeggen focust op langzame en stille muziek.
Madder Rose is hierdoor wat meer opgeschreven in de richting van het al eerder genoemde Mazzy Star en dat is een beweging die mij zeer goed bevalt. Zeker wanneer de gitaren prachtig uitwaaien en Mary Lorson heerlijk zwoel zingt maakt Madder Rose muziek waarvoor Hope Sandoval en de haren zich niet zouden schamen, maar To Be Beautiful doet me ook een paar keer denken aan Cowboy Junkies. Boven alles is Madder Rose echter zichzelf gebleven. De band maakt muziek die aangenaam dromerig klinkt, maar net als in het verleden hebben de songs van hun band ook scherpe kantjes.
To Be Beautiful heeft mijn oude liefde voor de muziek van Madder Rose onmiddellijk aangewakkerd met een album dat niet onder doet voor de vier prachtplaten uit een inmiddels ver verleden. To Be Beautiful refereert absoluut naar die platen uit het verleden, maar plaatst zich toch vooral in het heden met een aantal songs die de band in de jaren 90 nog niet kom maken, waaronder een aantal intieme songs over het verlies van dierbaren of het ouder worden. Madder Rose is terug uit het niets en heeft een album gemaakt dat vooral smaakt naar veel en veel meer. Erwin Zijleman
De nieuwe muziek van Madder Rose is verkrijgbaar via het nieuwe label van de band: https://store.tromerecords.com/album/to-be-beautiful. Het vinyl is helaas uitverkocht.
Abonneren op:
Posts (Atom)