30 september 2024

Mustafa - Dunya

De Canadees-Soedanese muzikant Mustafa heeft met Dunya een album gemaakt dat deels klinkt als een ingetogen folkalbum, maar dat door allerlei bijzondere toevoegingen anders klinkt dan alle andere albums in het genre
De uit het Canadese Toronto afkomstige Mustafa heeft op zijn 28e al van alles gedaan, maar laat met zijn debuutalbum Dunya horen dat hij ook een uitstekend folkalbum af kan leveren. Het is een folkalbum dat deels authentiek klinkt, maar Mustafa voegt op subtiele wijze allerlei bijzondere invloeden toe aan zijn songs, waardoor Dunya anders klinkt dan alle andere nieuwe albums van het moment. De Canadees-Soedanese muzikant schrijft ook nog eens prachtige teksten, die de ene keer heel dicht bij hemzelf blijven, maar ook de grote maatschappelijke thema’s niet schuwen. Het levert een fascinerend album op dat naarmate je er vaker naar luistert alleen maar mooier en bijzonderder wordt.



Een van de meest bijzondere albums van deze week is Dunya van Mustafa. Het is een album dat eigenlijk direct iets met me deed, maar het is ook een album waar ik flink aan moest wennen, waardoor ik het meerdere keren opzij heb gelegd. 

Mustafa (Ahmed) groeide op in een arme buurt in het Canadese Toronto als kind van Soedanese ouders. Het is een buurt waarin straatbendes de dienst uit maakten en geweld aan de orde van de dag was. De jonge Mustafa koos niet voor misdaad en geweld, maar begon al op jonge leeftijd met het schrijven van gedichten. 

Als Mustafa The Poet werd Mustafa al op jonge leeftijd een gerespecteerd dichter en later ook filmmaker. Hij timmerde bovendien aan de weg als modeontwerper, maakte deel uit van de hiphop band Halal Gang en begon met succes met het schrijven van songs voor anderen, onder wie The Weekend, Taylor Swift en Justin Bieber. Mustafa heeft er inmiddels al een hele carrière op zitten, maar is nog altijd pas 28 jaar oud. 

Drie jaar geleden bracht de Canadees-Soedanese muzikant een mini-album uit met folky songs en dat mini-album krijgt nu een vervolg met het volwaardige debuutalbum Dunya. Op dit album werkt Mustafa samen met de Zweedse producer Simon Hessman, die ook werkte met onder andere James Blake, maar Mustafa wist ook een aantal muzikanten van naam en faam naar de studio te halen, onder wie Aaron Dessner, Rosalía, Nicolás Jaar en Clairo (die is te horen in het werkelijk prachtige duet Hope Is A Knife). 

Dunya is een intiem album dat zoals gezegd direct iets met me deed, maar het is ook een album dat in eerste instantie wat lastig te plaatsen is. Het debuutalbum van Mustafa laat zich deels beluisteren als een folkalbum zoals deze ook decennia geleden al werden gemaakt, maar het is ook een album dat op subtiele wijze invloeden uit met name de Arabische wereld en het land van de ouders van Mustafa verwerkt. Dat doet Mustafa deels met samples, maar ook met het gebruik van bijzondere instrumenten, die de folk op Dunya subtiel een andere wereld in slepen. 

Ik moest niet alleen wennen aan de muziek op Dunya, maar zeker ook aan de stem en manier van zingen van Mustafa. De Canadees-Soedanese muzikant beschikt over een bijzondere stem en gebruikt zijn stem op in de Westerse folkmuziek niet heel gangbare wijze. Het was voor mij even wennen, maar inmiddels vind ik zowel de zang als de muziek op Dunya prachtig. 

Zeker wanneer ik het album met de koptelefoon beluister blijf ik me verbazen over de vele subtiele toevoegingen in de muziek op het album, dat folkmuziek en muziek uit de Arabische wereld op fraaie wijze met elkaar weet te verbinden en er hier en daar ook nog wat hiphop in fietst. Ook de zang van Mustafa is aansprekender wanneer ik het album met de koptelefoon beluister en de teksten op het album beter kan verstaan. 

Mustafa is als dichter zeer bedreven in het schrijven van bijzondere teksten. Het zijn deels persoonlijke teksten over het bendegeweld in Toronto dat zijn broer het leven kostte, maar Mustafa staat ook stil bij brandhaarden in de wereld als Gaza en Sudan. Het is allemaal verpakt in uiterst ingetogen folksongs die mooier worden naarmate je ze vaker hoort en je bewust wordt van alle bijzondere details. Het is een genre waarin momenteel stapels albums verschijnen, maar Dunya van Mustafa klinkt als geen enkel ander folkalbum van het moment of uit het verleden. Echt prachtig. Erwin Zijleman

De muziek van Mustafa is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Canadees-Soedanese muzikant: https://mustafathepoet.bandcamp.com/album/dunya.


Dunya van Mustafa is verkrijgbaar via de Mania webshop:



29 september 2024

Lhasa - La Llorona (1997)

Lhasa de Sela maakte helaas maar die albums voor ze veel te jong overleed en het zijn drie prachtige albums, al vind ik het volledig Spaanstalige debuutalbum La Llorona uit 1997 nog altijd het indrukwekkendst
Toen Lhasa de Sela aan het eind van de jaren 90 opdook was Mexicaanse muziek, mede door destijds populaire bands als Calexico, zeer in trek. Het debuutalbum van Lhasa kreeg dan ook lovende kritieken, al zou het nog twaalf jaar duren voor ze omarmd werd door een groot publiek. Het titelloze derde album van Lhasa, dat minder dan een jaar voor haar dood verscheen, leverde Lhasa eindelijk de zo verdiende waardering op, maar die had ze twaalf jaar eerder al verdiend met het indrukwekkende La Llorona. Het volledig Spaanstalige debuutalbum van Lhasa zat wat dichter tegen de traditionele Mexicaanse muziek aan, maar dat veranderde niets aan de diepe impact van het album.



Deze week verscheen het album First Recordings van Lhasa de Sela & Yves Desrosiers. Het is een album met opnamen die een paar jaar geleden opdoken op een cassettebandje uit de archieven van de zangeres Lhasa de Sela. Het zijn op zich geen geweldige opnames, maar ze bieden wel een goede aanleiding om weer eens aandacht te besteden aan de muziek van Lhasa de Sela, die tijdens haar te korte carrière in de muziek vooral vanuit Frankrijk en Canada opereerde. 

De zangeres met zowel Amerikaanse als Mexicaanse wortels maakte helaas maar drie albums, waarna ze in 2010 op slechts 37-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van borstkanker. Aan het einde van haar te korte leven kreeg Lhasa de Sela gelukkig nog wel de erkenning die ze al veel langer verdiende met haar onder de naam Lhasa uitgebrachte muziek. Het in 2009 verschenen titelloze en grotendeels Engelstalige album werd breed opgepakt en uitvoerig geprezen. Dat was volkomen terecht, want Lhasa de Sela was een bijzondere zangeres, die haar songs met heel veel gevoel vertolkte. 

Ik ben zeer gesteld op het laatste album van Lhasa en ook het in 2003 verschenen en deels Engelstalige en deels Spaanstalige The Living Road heb ik hoog zitten, maar als ik denk aan Lhasa denk ik vooral aan haar in 1997 verschenen en volledig Spaanstalige debuutalbum La Llorona. 

Op haar debuutalbum laat Lhasa de Sela zich deels beïnvloeden door traditionele Mexicaanse muziek en andere wereldmuziek, maar ook de invloed van songwriters als Tom Waits en vooral Leonard Cohen en invloeden uit de jazz zijn duidelijk hoorbaar. Op La Llorona slaat Lhasa op bijzondere wijze een brug tussen traditionele Mexicaanse muziek en op Westerse leest geschoeide singer-songwriter muziek, al duurt het even voor je het laatste hoort. La Llorona valt op door weelderige arrangementen en een voornamelijk akoestisch geluid vol verwijzingen naar de Mexicaanse muziek. Het voorziet La Llorona van een warmbloedig geluid dat de zon af en toe laat schijnen, al klinkt er veel vaker weemoed door in de muziek van Lhasa. 

Het gevoel van weemoed wordt versterkt door de zang van Lhasa de Sela. De Mexicaans-Amerikaanse zangeres zingt op haar debuutalbum met heel veel gevoel. Zeker wanneer ze haar zang wat zwaarder aanzet spat de passie er van af en kan kippenvel bijna niet uitblijven. De zang van Lhasa wordt nog wat mooier wanneer ze nog wat meer emotie en doorleving toevoegt en haar stem een stuk rauwer wordt. Het past allemaal prachtig bij de warmbloedige Mexicaanse klanken, die overigens vol avontuur en vol andere invloeden blijken te zitten wanneer je wat beter naar het album luistert. 

Ik weet nog dat ik bij eerste beluistering diep onder de indruk was van het debuutalbum van Lhasa, waarna het album alleen maar indrukwekkender werd. De afgelopen jaren heb ik niet meer naar haar muziek geluisterd, maar bij de hernieuwde kennismaking met La Llorona was het kippenvel direct weer terug. 

Als je luistert naar de drie albums die Lhasa de Sela heeft gemaakt valt op hoe groot de stappen zijn die ze in een paar jaar tijd heeft gezet. Het maakt het nog wat triester dat de Mexicaans-Amerikaanse zangeres slechts 37 jaar oud is geworden en niet verder is gekomen dan drie albums. Die albums zijn alle drie prachtig, maar ook na de hernieuwde kennismaking met het oeuvre van Lhasa blijf ik het grootste zwak houden voor het buitengewoon imponerende La Llorona uit 1997. Erwin Zijleman

De muziek van Lhasa de Sela is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Mexicaans-Amerikaanse muzikante: https://lhasadesela.bandcamp.com/album/la-llorona.


La Llorona van Lhasa is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Merce Lemon - Watch Me Drive Them Dogs Wild

Er verschenen dit jaar al meerdere wat ruwere en door gitaren gedomineerde Americana albums, maar Watch Me Drive Them Dogs Wild van de Amerikaanse singer-songwriter Merce Lemon steekt er wat mij betreft boven uit
Merce Lemon is een muzikante uit Pittsburgh die al even meedraait, maar met haar derde album een plekje in de spotlights opeist. Het is een album met door gitaren gedomineerde songs, die prima kunnen worden omschreven als Americana. Het gitaargeluid klinkt prachtig ruw en dat is de verdienste van topproducer Alex Farrar, wiens erelijst steeds indrukwekkender wordt. De stem van Merce Lemon past prachtig bij het afwisselend ingetogen en ruwe gitaargeluid op Watch Me Drive Them Dogs Wild, dat ook nog eens indruk maakt met flink wat uitstekende songs. Merce Lemon is nog niet heel bekend, maar na dit fraaie album moet haar een mooie toekomst in de muziek wachten.



Merce Lemon is voor mij een nieuwe naam, maar de muzikante uit Pittsburgh, Pennsylvania, heeft inmiddels drie albums op haar naam staan. Ik ga binnenkort eens naar haar eerste twee albums luisteren, maar voorlopig ben ik nog volledig in de ban van het deze week verschenen Watch Me Drive Them Dogs Wild, wat echt een verpletterend mooi album is. 

Merce Lemon maakt op haar album muziek die in het hokje Americana past, maar het is Americana van het ruwe en gruizige soort. De Amerikaanse muzikante heeft de perfecte producer voor haar muziek gevonden, want Watch Me Drive Them Dogs Wild werd opgenomen in de studio van Alex Farrar in Asheville, North Carolina. De momenteel zeer gewilde producer maakte vorig jaar al jaarlijstjesalbums met Wednesday, Indigo De Souza en Squirrel Flower en is ook dit jaar aardig op dreef met uitstekende albums van Bnny, Horse Jumper Of Love en MJ Lenderman. 

Ook op het nieuwe album van Merce Lemon is Alex Farrar weer uitstekend op dreef. Watch Me Drive Them Dogs Wild is voorzien van een ruimtelijk en bij vlagen lekker ruw en gruizig geluid. Het is een geluid dat in de openingstrack opvalt door een muur van violen en in de tweede track door prachtig en breed uitwaaiend pedal steel spel, maar ook in deze tracks zijn er de gitaren die een hoofdrol spelen op het album, hier en daar bijgestaan door de bojo, een kruising tussen een gitaar en een banjo. 

Het geluid van Merce Lemon kan op haar derde album prachtig ontsporen in geweldige gitaarsolo’s, maar de songs op Watch Me Drive Them Dogs Wild hebben ook altijd hun ingetogen momenten. Het doet me af en toe wel wat denken aan het laatste en geweldige album van Waxahatchee, maar Merce Lemon houdt zich ook makkelijk staande met een eigen geluid. 

Dat geluid wordt niet alleen bepaald door de met veel gitaren gevulde productie van Alex Farrar, maar ook door de mooie stem van Merce Lemon, die op haar derde album laat horen dat ze beschikt over stem die gemaakt is voor de wat ruwe Americana op Watch Me Drive Them Dogs Wild. De Amerikaanse muzikante beschikt over een wat zacht maar ook krachtig stemgeluid en het is een geluid dat me eigenlijk direct dierbaar was. 

Door de gruizige muziek, de fantastische productie en de uitstekende zang was ik onmiddellijk verslaafd aan het nieuwe album van Merce Lemon, maar het is ook nog eens een album dat vol staat met uitstekende songs, die zich niet alleen makkelijk opdringen, maar vervolgens ook aangenaam blijven hangen. Het is bovendien een gevarieerd album, dat fraai profiteert van de dynamiek tussen de uiterst ingetogen passages en de wat ruwere gitaarpartijen in de songs van Merce Lemon. 

In een recent interview geeft Merce Lemon aan dat Watch Me Drive Them Dogs Wild een album dat het best tot zijn recht komt wanneer je het beluistert tijdens een wandeling. Dat kan ik inmiddels beamen, want tijdens het wandeling is het ruimtelijke gitaargeluid op het album nog wat indrukwekkender en de zang van Merce Lemon nog wat mooier. 

Met inmiddels drie albums op zak kan ik Merce Lemon onmogelijk een nieuwkomer noemen, maar op basis van het prachtige Watch Me Drive Them Dogs Wild schaar ik haar wel onder mijn grootste ontdekkingen van het muziekjaar 2024 en onder de grote talenten binnen de Americana van het moment. Erwin Zijleman

De muziek van Merce Lemon is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://mercelemon.bandcamp.com/album/watch-me-drive-them-dogs-wild.


Watch Me Drive Them Dogs Wild van Merce Lemon is verkrijgbaar via de Mania webshop:



28 september 2024

VanWyck - Dust Chaser

De Amsterdamse muzikante Christien Oele maakte al vier prachtige albums onder de naam VanWyck en levert nu met Dust Chaser een album af dat ik, mede dankzij een aantal nieuwe wegen, nog een stukje mooier vind
Het is een prachtig stapeltje albums dat de Nederlandse muzikante Christien Oele inmiddels heeft gemaakt als VanWyck en ze had hier maar een paar jaar voor nodig. Het zijn albums die deels zijn geworteld in de singer-songwriter muziek uit het verleden, maar de albums van VanWyck weten ook altijd te verrassen. Dat doet het deze week verschenen Dust Chaser onder andere met hier en daar wat steviger gitaarwerk. Naast verrassen weet Christien Oele ook dit keer weer te imponeren met persoonlijke songs, met prachtige muziek, met bijzondere arrangementen en vooral met haar emotievolle en zeer karakteristieke stem. Het levert ook dit keer een jaarlijstjesalbum op en dat is voor de vijfde keer op rij.



De Amsterdamse muzikante Christien Oele maakte tussen 2004 en 2012 twee bijzondere albums als lid van het duo Nevada Drive. Het zijn wat experimentele albums die vrijwel niets deden, maar die het beluisteren zeker waard zijn. In 2018 debuteerde Christien Oele onder de naam VanWyck met het bijzonder mooie An Average Woman en slaagde ze er wel in om de aandacht te trekken van de critici en een breder publiek. 

Dat was volkomen terecht, want An Average Woman bleek niet alleen een volstrekt tijdloos singer-songwriter album, maar ook in alle opzichten een hoogstaand singer-songwriter album. An Average Woman was niet alleen een van de mooiste albums van 2018, maar ook het begin van de zegetocht van VanWyck. An Average Woman werd gevolgd door Molten Rock (2019), God Is In The Detour (2020) en The Epic Tale Of The Stranded Man (2022), die allemaal in het verlengde lagen van An Average Woman, maar er zeker niet voor onder deden. 

Christien Oele wist met alle albums van VanWyck mijn jaarlijstje te halen, waardoor het deze week verschenen Dust Chaser voor mij zonder enige twijfel de belangrijkste release van de week is. Dat legt de lat hoog voor het vijfde album van VanWyck, maar Christien Oele gaat er ook dit keer met gemak overheen. 

Dust Chaser bevat een aantal inmiddels bekende ingrediënten. Zo werkt Christien Oele ook dit keer samen met muzikant Reyer Zwart, die ook op alle vorige albums van VanWyck een belangrijke rol speelde en ook dit keer zorgt voor prachtige klanken en bijzondere arrangementen. Minstens even belangrijk is de bijzondere stem van Christien Oele, die ook op Dust Chaser weer indruk maakt. Het is een zeer karakteristieke stem en het is bovendien een stem waar de emotie van af spat. De Amsterdamse muzikante heeft tenslotte ook voor haar vijfde album een aantal zeer persoonlijke en aansprekende songs geschreven. 

Dust Chaser klinkt door de bovengenoemde ingrediënten deels bekend, maar Christien Oele verkent ook dit keer nieuwe wegen. Zo begint de openingstrack, het prachtige Unravel, fraai ingetogen, maar wordt de spanning in de track steeds verder opgebouwd met een verrassend stevig en bluesy gitaargeluid, een wat nadrukkelijker aanwezige ritmesectie en uiteindelijk ook nog een heerlijk Wurlitzer orgel. Het is een fraai begin van een album dat meerdere keren een wat steviger geluid laat horen, maar ook betovert met de zeer spaarzaam ingekleurde songs die we inmiddels kennen van VanWyck. 

Dust Chaser verleidt daarom minstens net zo makkelijk als zijn voorgangers, maar Christien Oele weet ook weer een stap te zetten. De stem van de Amsterdamse muzikante heeft nog altijd iets van Natalie Merchant en Tanita Tikaram, maar voegt heel veel van zichzelf toe en wordt eigenlijk alleen maar mooier. Zeker in de tracks met wat ruwer gitaarwerk blijkt er ook nog iets van PJ Harvey in Christien Oele te zitten en ook dit gaat haar uitstekend af. 

Twaalf songs staan er op Dust Chaser en de een is nog mooier dan de ander. Christien Oele laat zich ook op haar nieuwe album deels inspireren door grote singer-songwriters uit het verleden en heeft met een track als The Swell een song geschreven die ook zomaar van de hand van Leonard Cohen had kunnen zijn. Het zegt alles over de kwaliteit van de songs van Christien Oele, die ook dit keer de nationale en internationale concurrentie het nakijken geeft met een in alle opzichten prachtig album. Erwin Zijleman


Dust Chaser van VanWyck is verkrijgbaar via de Mania webshop:


27 september 2024

Tasha - All This And So Much More

De Amerikaanse muzikante Tasha maakte al twee interessante en in meerdere opzichten veelbelovende albums, maar met het veelzijdige All This And So Much More maakt ze de belofte meer dan waar
Na één keer horen wist ik het eigenlijk al. All This And So Much More is het album dat van de Amerikaanse muzikante Tasha een ster gaat maken. De potentie was er al op de vorige twee albums van de muzikante uit Chicago. Die albums vielen op door de mooie en aangename stem van Tasha en haar vermogen om bruggen te slaan tussen uiteenlopende genres in aansprekende popsongs. Op All This And So Much More beheerst Tasha dit alles nog veel beter. Het album klinkt nog wat veelzijdiger, ze zingt nog wat beter en de songs zijn nog aansprekender dan op de vorige twee albums. All This And So Much More heeft echt alles wat een goed en eigenzinnig popalbum moet hebben.



De Amerikaanse muzikante Tasha (Viets-VanLear) debuteerde in 2018 met het wat ongrijpbare Alone At Last, dat klonk als een soulalbum maar zeker geen standaard soulalbum was. Het album maakte misschien geen onuitwisbare indruk, maar het maakte me wel nieuwsgierig naar de volgende stappen van de muzikante uit Chicago, Illinois. 

Die nieuwsgierigheid werd bevredigd met de release van het tweede album van Tasha aan het eind van 2021. Tell Me What You Miss The Most verkende zowel invloeden uit de soul als uit de folk, maar het was geen soulalbum en het was geen folkalbum. De muziek van Tasha bleef hierdoor wat ongrijpbaar en dat was het album ook door haar bijzondere stem. Tell Me What You Miss The Most maakte in tegenstelling tot het debuutalbum echter wel een onuitwisbare indruk, waardoor het jammer is dat het album het moest doen met relatief bescheiden aandacht. 

Inmiddels lijken de critici wel overtuigd van de kwaliteiten en de potentie van Tasha, waardoor haar deze week verschenen derde album wat nadrukkelijker in de schijnwerpers staat. Dat is terecht, want All This And So Much More maakt de belofte van het debuutalbum en vooral het tweede album van Tasha meer dan waar. 

Tasha maakte haar vorige album samen met producer Eric Littmann, die kort na het opnemen van het album overleed en aan wie het fraaie en indringende Eric Song is opgedragen. Met producer Gregory Uhlmann heeft Tasha een waardig vervanger gevonden, want ook het nieuwe album van de muzikante uit Chicago klinkt prachtig. 

De vorige twee albums van Tasha waren niet zomaar in een hokje te duwen en ook All This And So Much More staat dit niet toe. Vergeleken met zijn voorgangers schuift het derde album van Tasha in een aantal songs wat op richting indierock, maar ze laat zich zeker niet vastpinnen op één genre en verwerkt net zo makkelijk invloeden uit de folk, jazz, indiepop en R&B in haar muziek, die varieert van ingetogen tot uitbundig. Het is muziek die zeer smaakvol is ingekleurd met zowel gitaren als synths, terwijl op de achtergrond telkens weer bijzondere orkestraties opduiken, die de muziek op het album spannend en avontuurlijk maken. 

Ondanks de prachtige en vaak ruimtelijke en beeldende klanken gaat de meeste aandacht ook dit keer uit naar de zeer aangename maar ook bijzonder mooie stem van Tasha. Die stem komt het best tot zijn recht in de wat spaarzamer en zelfs sober ingekleurde songs op het album, maar ook de wat uitbundiger klinkende songs vallen op door de mooie stem van de Amerikaanse muzikante. All This And So Much More is niet alleen veelzijdiger dan de vorige twee albums van Tasha, maar ik vind de songs op het album zowel in vocaal als in muzikaal opzicht weer net wat beter. De songs zijn, mede door de veelzijdigheid, ook weer wat interessanter geworden. 

Als ik naar All This And So Much More luister kan ik echt geen enkele reden bedenken die de erkenning van Tasha door een breed publiek in de weg kan staan. All This And So Much More is een album dat eigenlijk direct aanspreekt en dat vervolgens vol memorabele songs blijkt te staan. Het zijn ook nog eens songs die beter worden naarmate je ze vaker hoort, wat het album nog net wat knapper maakt. Ik had na de vorige twee albums van Tasha hoge en misschien wel te hoge verwachtingen ten aanzien van All This And So Much More, maar het album heeft ze ruim overtroffen. Erwin Zijleman

De muziek van Tasha is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://tashamusic.bandcamp.com/album/all-this-and-so-much-more.


All This And So Much More van Tasha is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Missy Higgins - The Second Act

De Australische singer-songwriter Missy Higgins debuteerde twintig jaar geleden prachtig en bleef vervolgens prima albums maken, maar zet een volgende stap met het intieme en werkelijk prachtige The Second Act
Het is een tijdje stil geweest rond de Australische singer-songwriter Missy Higgins, maar met The Second Act keert de in eigen land zeer populaire muzikante terug met een nieuw album. Het is een persoonlijk album geworden met flink wat emotionele lading. Die lading wordt versterkt door de geweldige zang op het album. Missy Higgins is een uitstekende zangeres, maar zingt op haar nieuwe album ook nog eens met veel gevoel en doorleving. Het wordt allemaal nog net wat mooier door de relatief sobere maar ook bijzonder mooie inkleuring van het album. Missy Higgins maakte de afgelopen twintig jaar een aantal uitstekende albums, maar laat op The Second Act horen dat het nog beter kan.



Bij de naam Missy Higgins moest ik echt heel diep graven in het geheugen. Ik kwam uiteindelijk tot de conclusie dat ik alleen haar in 2004 verschenen debuutalbum The Sound Of White goed ken. Ik heb het album er weer eens bij gepakt en werd direct weer aangenaam verrast door de tijdloze songs, de warme klanken, de persoonlijke teksten en vooral door de prachtige stem van de Australische muzikante. 

Dat ik na 2004 niets meer heb vernomen van Missy Higgins ligt alleen aan mij, want ze maakte tussen 2007 en 2018 nog vier albums. On A Clear Night (2007), The Ol' Razzle Dazzle (2012), Oz (2014) en Solastalgia (2018) zijn stuk voor stuk albums die niet onder doen voor het debuutalbum van Missy Higgins en dan ook terecht positief werden ontvangen. Het zijn tijdloos klinkende singer-songwriter albums, die misschien niet heel spannend zijn, maar waar in kwalitatief opzicht echt niets op valt aan te merken. 

Waarom ik de vorige vier albums van de Australische muzikante heb gemist of genegeerd weet ik echt niet, maar toen deze week haar naam opdook in de lijst met nieuwe albums had ik kennelijk wel weer herinneringen aan The Sound Of White. The Second Act is verschenen na een stilte van zes jaar en laat horen dat Missy Higgins nog altijd garant staat voor kwaliteit. 

De Australische muzikante noemt The Second Act, dat precies twintig jaar na haar debuutalbum is verschenen, een soort vervolg op dit debuutalbum. Net als op The Sound Of White stelt de Australische singer-songwriter zichzelf op The Second Act een aantal elementaire persoonlijke vragen, wat zorgt voor een intiem album, wat nog eens wordt versterkt door een breakup die er in heeft gehakt. 

De intimiteit wordt versterkt door de instrumentatie op het nieuwe album van Missy Higgins. The Second Act is voorzien van mooi verzorgde en zeer sfeervolle klanken. In een aantal songs beperkt Missy Higgins zich tot de akoestische gitaar of vooral de piano, terwijl een aantal andere songs, onder andere door het toevoegen van strijkers, net wat voller klinken, maar over het geheel genomen is The Second Act voorzien van een instrumentatie zonder opsmuk. 

Het is een geluid dat herinnert aan singer-songwriter albums uit een inmiddels ver verleden, maar het is ook een geluid dat in het heden nog uitstekend werkt. Ik heb de laatste tijd nogal wat albums beluisterd waarop voor de productie alles uit de kast is getrokken, inclusief de elektronische trukendoos, en vind het warme en sfeervolle geluid op The Second Act echt een verademing. 

Door het betrekkelijk sobere geluid komt alles aan op de zang van Missy Higgins. De Australische muzikante maakte op haar debuutalbum al indruk met haar stem, maar die heeft in de twintig jaren die sindsdien zijn verstreken alleen maar aan kracht en diepgang gewonnen. Mede door de persoonlijke thema’s zingt de Australische muzikante met veel gevoel en doorleving, waardoor de zang op The Second Act stevig binnenkomt. 

De stem van Missy Higgins is mooi en warm, maar door de persoonlijke teksten en de spaarzame instrumentatie heeft het album ook iets rauws, wat extra bijdraagt aan de impact van het album. Missy Higgins is in Australië een grote ster, die met speels gemak forse zalen vult. The Second Act is in eigen land heel positief ontvangen, maar met dit uitstekende album moet Missy Higgins ook hier stevig aan de weg kunnen timmeren. Er verschijnen nogal wat singer-songwriter albums op het moment, maar dit is een hele bijzondere. Erwin Zijleman


26 september 2024

Honeyglaze - Real Deal

Het debuutalbum van de Britse band Honeyglaze werd helaas slechts in kleine kring op de juiste waarde geschat, maar de deze week verschenen opvolger Real Deal is nog veel mooier en indrukwekkender
Real Deal van Honeyglaze moet het doen met bas, gitaar en drums, maar ondanks het beperkte instrumentarium klinkt het tweede album van de Britse band verrassend vol en veelzijdig. Met name het gitaarwerk op het album is van een bijzondere schoonheid en dit gitaarwerk duwt de Britse band bovendien richting experiment. Minstens even belangrijk in het geluid van Honeyglaze is de zang van Anouska Sokolow, die niet alleen een verbroken liefdesrelatie van zich af zingt, maar bovendien song na song indruk maakt met intense zang. Je hoort absoluut flarden uit verschillende soorten gitaarmuziek uit met name de jaren 90 in de songs van Honeyglaze, maar de band maakt er op bijzondere wijze haar eigen ding van.



De Britse band Honeyglaze debuteerde in het voorjaar van 2022 met een album dat in eerste instantie het zoveelste album leek dat zich liet inspireren door meerdere soorten gitaarmuziek uit de jaren 90. Het was de reden dat ik in 2022 geen aandacht heb besteed aan het titelloze debuutalbum van Honeyglaze, maar toen ik het album maanden later bij toeval nog eens tegen kwam hoorde ik wel iets bijzonders in de muziek van de band uit Londen. 

Daarom keek ik met best hooggespannen verwachtingen uit naar het tweede album van de band en dat album is deze week verschenen. Ook op Real Deal zijn flink wat invloeden uit de rockmuziek uit de jaren 90 te horen, maar Honeyglaze laat zich niet zo makkelijk vastpinnen op één genre, waardoor de Britse band interessanter is dan de meeste andere bands met een voorliefde voor gitaarmuziek uit de jaren 90. 

Vergeleken met haar debuutalbum heeft Honeyglaze op Real Deal flinke stappen gezet. Dat hoor je in eerste instantie in het gitaarwerk op het album, dat makkelijk schakelt tussen meedogenloze riffs, melodieuze akkoorden en inventief in elkaar draaiende gitaarlijnen. Het doet met enige regelmaat denken aan het gitaarwerk uit de dreampop en de shoegaze, maar Honeyglaze begeeft zich ook met grote regelmaat buiten de gebaande paden van deze twee genres. 

Dat doet ook de strak spelende ritmesectie, die uit de voeten kan met de zwaar aangezette baslijnen en beukende drums uit de postpunk, maar ook een stuk subtieler kan spelen. Het gitaargeluid van Honeyglaze wordt hier en daar zeer subtiel verrijkt met synths, maar het grootste deel van het album moeten we het doen met de drie-eenheid bas, drums en gitaar. Ondanks het beperkte aantal instrumenten klinkt het nieuwe album van Honeyglaze verrassend veelzijdig en veelkleurig. 

Boegbeeld van de Londense band is zangeres en gitariste Anouska Sokolow, die zowel met haar gitaarspel als met haar zang indruk maakt. Anouska Sokolow beschikt over een stem die uitstekend past bij de gitaarmuziek die haar band maakt, maar net als haar gitaarwerk is ook haar zang van het soort dat alle kanten op gaat. 

De zang van de Britse muzikante gaat een enkele keer over in praten of zit hier dicht tegenaan, maar op het overgrote deel van het album blijft ze gelukkig zingen. Met praatzang schuift Honeyglaze dicht tegen een band als Dry Cleaning aan, maar ik heb persoonlijke een duidelijke voorkeur voor de songs met echte zang. 

Het zijn de wat stevigere songs die het makkelijkst de aandacht trekken, maar met een meer ingetogen track als het prachtige TMJ, het nog mooiere Ghost of de fascinerende titeltrack maakt Honeyglaze wat mij betreft nog net wat meer indruk, zeker als subtiele klanken opeens ruw ontsporen. 

Nu ik wat vaker naar het album heb geluisterd, ben ik alleen maar meer onder de indruk van Real Deal van Honeyglaze. De band begint misschien bij muzikale helden uit de jaren 90, maar sleept er echt van alles bij en durft bovendien te experimenteren, wat songs vol verrassende wendingen en hier en daar een onverwachte invloed als een randje prog oplevert. 

Het doet me af en toe wel wat denken aan Warpaint in hun beste dagen, maar ik hoor ook wel wat van het geniale album van de Amerikaanse band Crowsdell, dat nu echt eens op de streaming media platforms moet gaan opduiken. Honeyglaze is op Real Deal echter vooral zichzelf. Heb ik hiermee alles gezegd over Real Deal van Honeyglaze? Nee, het album is echt weergaloos geproduceerd door Claudius Mittendorfer. Erwin Zijleman

De muziek van Honeyglaze is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse band: https://honeyglazehoneyglaze.bandcamp.com/album/real-deal.


Real Deal van Honeyglaze is verkrijgbaar via de Mania webshop:



25 september 2024

Okay Kaya - Oh My God - That's So Me

De van oorsprong Noorse muzikante Kaya Wilkins maakt ook op haar nieuwe album Oh My God - That's So Me weer fascinerende en dit keer ook verrassend toegankelijke muziek onder de naam Okay Kaya
Oh My God - That's So Me, het nieuwe album van Okay Kaya, is inmiddels een paar weken uit, maar ik lees er nog niet veel over. Ik had het album zelf overigens ook bijna gemist, maar de muziek van de Noorse, maar vanuit New York opererende muzikante, is echt te mooi en bijzonder om te laten liggen. Oh My God - That's So Me klinkt weer anders dan het vorige album van Okay Kaya en is, op een paar uitstapjes na, een verrassend ingetogen en vooral jazzy en soulvol album. De muziek op het album is sober maar fantasierijk en hetzelfde kan gezegd worden over de zang van Kaya Wilkins. Oh My God - That's So Me is toegankelijker dan zijn voorgangers en verdient absoluut een breder publiek.



Toen begin deze maand het album Oh My God - That's So Me van Okay Kaya verscheen, ging er bij mij geen belletje rinkelen. Dat is best bijzonder, want in mijn eind 2022 verschenen recensie van haar vorige album SAP ben ik buitengewoon lovend over de songs van de muzikante uit New York. 

Ik ben helaas zeker niet de enige die niet direct opveert bij de release van een nieuw album van Okay Kaya, want Oh My God - That's So Me is nou niet bepaald overladen met aandacht. Dat is niet nieuw, want ook SAP kreeg in 2022 slechts bescheiden aandacht en ook de eerdere albums van Okay Kaya werden niet uitvoerig besproken. 

Het heeft alles te maken met de muziek die het alter ego van Kaya Wilkins maakt, want de songs van Okay Kaya moet je even op je laten inwerken. Kaya Wilkins komt overigens oorspronkelijk uit Noorwegen, maar vertrok een aantal jaren geleden naar New York voor een carrière als actrice, model en muzikante. Net als het uitstekende SAP uit 2022 onderstreept het deze maand verschenen Oh My God - That's So Me dat Kay Wilkins in ieder geval als muzikante mooie dingen doet. 

De Amerikaanse muziekwebsite Pitchfork moest me overigens wijzen op de kwaliteit van Oh My God - That's So Me, al doet de wat taaie recensie het album wat mij betreft geen recht. Het Pitchfork rapportcijfer 8 doet dat wel, want Oh My God - That's So Me is een mooi en bijzonder album. 

Net als op haar vorige album doet Kaya Wilkins op haar nieuwe album zo ongeveer alles zelf, wat muziek oplevert die anders klinkt dan nagenoeg alle andere muziek die momenteel wordt gemaakt. Het album werd opgenomen in Noorwegen en dat hoor je, want Oh My God - That's So Me heeft eerder de sfeer van de Scandinavische natuur dan die van de metropool waarin Kaya Wilkins woont. 

Vergeleken met het vorige album klinkt het nieuwe album van Okay Kaya wat meer ingetogen en veel minder elektronisch. Strijkers spelen een grotere rol in de songs die soms breed uitwaaien, maar ook aards klinken. De muziek is vooral ingetogen en sfeervol en dat past prima bij de zang van Kaya Wilkins die soulvol en jazzy zingt. 

Het jazzy element in de muziek op Oh My God - That's So Me wordt benadrukt door de subtiele gitaarlijnen, terwijl de baslijnen en de strijkers de soul in de muziek van Okay Kaya onderstrepen. In een aantal tracks flirt Kaya Wilkins subtiel met de door disco geïnspireerde elektronica van een band als Air, maar meestal domineren de lome en atmosferische klanken. 

De Noorse muzikante maakt echter zeker geen doorsnee jazz of soul, want de muziek op het album is bijna minimalistisch, al zijn de subtiele details in de muziek op het album zeer fraai uitgewerkt. Het vorige album van Okay Kaya vond ik een best ingewikkeld album dat de nodige energie vroeg van de luisteraar. Oh My God - That's So Me is zeker bij eerste beluistering een album waarbij je ook lekker kunt wegdromen, maar het is uiteindelijk ook een album dat het verdient om volledig uitgeplozen te worden. 

Dat uitpluizen geldt overigens ook voor de teksten waarin Griekse mythologie en filosofie worden gekoppeld aan de grote mondiale vraagstukken van het moment. Dat klinkt allemaal heel ambitieus en hoogdravend, maar Oh My God - That's So Me is ook een erg lekker en laidback album, dat Okay Kaya bekender moet kunnen maken dan ze nu is. Erwin Zijleman

De muziek van Okay Kaya is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Noorse muzikante: https://okaykaya.bandcamp.com/album/oh-my-god-thats-so-me.



Sophie Gault - Baltic Street Hotel

Samen met topproducer Ray Kennedy heeft de Amerikaanse singer-songwriter Sophie Gault een uitstekend album gemaakt met krachtige zang, lekker ruwe gitaren en flarden alt-country uit de jaren 90
Het debuutalbum van de Amerikaanse muzikante Sophie Gault viel, in ieder geval voor mij, tussen wal en schip en dat is doodzonde. Het is nu tijd voor eerherstel, want het deze week verschenen Baltic Street Hotel is nog beter. Het is een album waarop de krachtige stem van Sophie Gault als eerste opvalt, maar ook het lekker stevige gitaargeluid en de trefzekere productie van de gelouterde producer Ray Kennedy maken al snel indruk. Baltic Street Hotel staat ook nog eens vol met aansprekende songs, waarin de Amerikaanse muzikante de persoonlijke thema’s niet uit de weg gaat. Het is dringen binnen de Amerikaanse rootsmuziek, maar dit is echt heel goed.


De Amerikaanse singer-songwriter Sophie Gault bracht ruim tweeënhalf jaar geleden haar debuutalbum Delusions Of Grandeur uit onder de naam Sophie & The Broken Things. Het is een album dat opvalt door een mooi en veelzijdig gitaargeluid, door een aantal sterke songs en vooral door de krachtige stem van Sophie Gault. Ik heb eigenlijk maar één ding aan te merken op Delusions Of Grandeur en dat is het feit dat ik het album helaas pas deze week heb ontdekt. 

Ik kwam op het spoor van het debuutalbum van de Amerikaanse muzikante door de release van haar tweede album deze week. Baltic Street Hotel, dat onder haar eigen naam is uitgebracht, laat horen dat het uitstekende Delusions Of Grandeur in 2022 geen toevalstreffer was. 

Het debuutalbum van Sophie Gault trok misschien niet in hele brede kring de aandacht, maar het leverde haar wel een producer van naam en faam op voor haar tweede album. Baltic Street Hotel is immers geproduceerd door niemand minder dan Ray Kennedy, die een aantal grote albums op zijn naam heeft staan. 

De Amerikaanse producer zat onder andere achter de knoppen bij het opnemen van twee van de favoriete albums van Sophie Gault, Car Wheels On A Gravel Road van Lucinda Williams en Transcendental Blues van Steve Earle en produceerde bovendien albums van Patty Griffin, die Sophie Gault ook vast kan waarderen. 

De invloed van Ray Kennedy is duidelijk hoorbaar op het tweede album van Sophie Gault, dat direct vanaf de openingsnoten lekker stevig rockt. Het album heeft bovendien een geluid dat wel wat lijkt op de genoemde albums van Steve Earle en met name dat van Lucinda Williams. 

Het is een geluid dat duidelijk anders klinkt dan de albums die momenteel worden gemaakt in de alt-country scene, want dat is een genre dat wat mij betreft past bij de muziek van Sophie Gault. Naast flink wat invloeden uit de alt-country hoor ik ook wel wat invloeden uit de countryrock en wanneer Sophie Gault gas terug neemt, wat ze met name op het tweede deel van het album doet, ook uit de countrymuziek van het moment. 

Op Baltic Street Hotel domineren de gitaren en deze klinken af en toe lekker ruw, waardoor het nieuwe album van Sophie Gault ook aansluit bij de tijdloze Amerikaanse radiorock uit de jaren 90 met hier en daar een vleugje rock ’n roll van veel eerdere datum. 

Het fraaie gitaargeluid op het album past goed bij de stem van Sophie Gault, die net zo krachtig klinkt als op haar debuutalbum. Met een stem als die van Sophie Gault ligt overschreeuwen op de loer, maar de Amerikaanse muzikante kan prachtig doseren en geeft nergens teveel gas. 

Het was de stem van Sophie Gault die me als eerste over de streep trok, maar al snel volgden het uitstekende en hier en daar heerlijk uit de bocht vliegende gitaarwerk, het lekkere tempo dat in het album zit, de tijdloze productie van Ray Kennedy en de sterke songs van Sophie Gault. 

Het zijn songs die het verdienen om met volledige aandacht beluisterd te worden, want de Amerikaanse muzikante heeft een serie persoonlijke songs geschreven, waarop het leven met een bipolaire stoornis centraal staat. Het voorziet Baltic Street Hotel van een volgende interessante dimensie. Het blijft jammer dat ik het debuutalbum van Sophie Gault pas deze week heb ontdekt, maar het voordeel is dat ik er in één klap twee interessante albums bij heb. Erwin Zijleman


24 september 2024

Joan As Police Woman - Lemons, Limes And Orchids

Er was de afgelopen jaren minder aandacht voor de muziek van Joan As Police Woman, maar met Lemons, Limes And Orchids heeft de Amerikaanse muzikante een album gemaakt dat in muzikaal en vocaal opzicht excelleert
Het was even geleden dat ik naar de muziek van Joan As Police Woman had geluisterd, maar dankzij de mooie klanken en de uitstekende zang vond ik Lemons, Limes And Orchids direct een prima album. Het is een album dat vervolgens snel groeit, want de zang van Joan Wasser wordt alleen maar mooier, terwijl de muziek op Lemons, Limes And Orchids vol fraaie geheimen blijkt te zitten. Jazz en soul domineren op het nieuwe album van Joan As Policewoman, maar de Amerikaanse muzikante zoekt ook zeker de grenzen op van deze genres en gaat er op fraaie wijze overheen. Bij eerste beluistering vond ik Lemons, Limes And Orchids vooral aangenaam klinken, maar inmiddels heb ik de magie van dit prachtige album ontdekt.



Joan Wasser haalde met het debuutalbum van haar project Joan As Police Woman in 2006 de top tien van mijn jaarlijstje. De Amerikaanse muzikante was voor het verschijnen van Real Life vooral bekend als de voormalige vriendin van Jeff Buckley, maar met haar uitstekende debuutalbum liet ze horen dat ze zelf ook een uitstekende en zeer eigenzinnige muzikante is en bovendien een zeer getalenteerde zangeres. 

Real Life bleek helaas ook zo’n album dat nauwelijks te benaderen en al helemaal niet te overtreffen is, waardoor ieder volgend album van Joan As Police Woman wat tegenviel. Op een of andere manier ben ik de belangstelling voor haar muziek vervolgens snel verloren, want op de krenten uit de pop kom ik alleen het vierde album van de Amerikaanse muzikante, The Deep Field uit 2011, nog tegen. 

De vijf studioalbums die volgden heb ik allemaal niet besproken en ik moet eerlijk toegeven dat ik ze zelfs niet eens allemaal heb beluisterd. Ook het deze week verschenen Lemons, Limes And Orchids lag bij mij vrijwel onder op de stapel en leek kansloos voor een recensie. Bij vluchtige beluistering klikte het echter wel met dit album en deze klik heeft inmiddels plaats gemaakt voor flink wat waardering en bewondering voor het nieuwe album van Joan As Police Woman. 

Lemons, Limes And Orchids is een album met vooral sfeervolle songs, die in de meeste gevallen kiezen voor een laag tempo. Het zijn songs met in eerste instantie vooral invloeden uit de soul en de jazz en het zijn songs die direct aangenaam klinken, maar die niet allemaal direct de indruk wekken dat er iets heel bijzonders gebeurt. De warme en sfeervolle klanken passen wel prachtig bij de mooie en zeer herkenbare stem van Joan Wasser, die laat horen dat ze ook in de soul en de jazz uitstekend uit de voeten kan. 

Na een aantal tracks verschuift de instrumentatie wat met voorzichtige uitstapjes richting folk en pop, met hier en daar wat funky baslijnen en met de introductie van wat meer elektronica. Hierdoor klinkt het geluid van Joan As Police Woman spannender dan in de openingstracks, al blijft het tempo laag en blijft de muziek zeer sfeervol. Zeker de zang op het album overtuigt steeds makkelijker, want wat is en blijft Joan Wasser een geweldige zangeres. 

Vergeet echter ook niet te luisteren naar de muziek, want de Amerikaanse muzikante heeft een aantal topkrachten naar de studio gehaald en dat hoor je. Lemons, Limes And Orchids moet het niet hebben van muzikaal spierballenvertoon, maar iedere noot die wordt gespeeld is raak en het geheel der noten schakelt subtiel tussen genres. De muziek op het album werd naar verluidt live ingespeeld, wat de instrumentatie op Lemons, Limes And Orchids alleen maar knapper maakt. Ook iedere noot die wordt gezongen is raak, want Joan Wasser zong nog niet eerder met zoveel precisie en warmte. 

Lemons, Limes And Orchids is een album dat in alle opzichten kwaliteit ademt en die kwaliteit komt steeds nadrukkelijker aan de oppervlakte in de fraaie songs op het album, die ook in tekstueel opzicht de moeite waard zijn. Zeker bij beluistering met de koptelefoon valt op hoe knap de muziek op Lemons, Limes And Orchids in elkaar zit en hoe mooi de subtiele details zijn. Ook de zang van Joan Wasser komt nog beter tot zijn recht wanneer je het album met de koptelefoon beluistert. Ik ben inmiddels ook de vorige album van Joan As Police Woman aan het ontdekken, maar Lemons, Limes And Orchids steekt er voor mij voorlopig net wat boven uit. Erwin Zijleman

De muziek van Joan As Police Woman is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://joanaspolicewoman.bandcamp.com/album/lemons-limes-and-orchids.


Lemons, Limes And Orchids van Joan As Police Woman is verkrijgbaar via de Mania webshop:



23 september 2024

Meadowlake - where the mountain meets the sea

De Nederlandse band Meadowlake liet al eerder horen dat het prachtige albums kan maken, maar op het werkelijk wonderschone where the mountain meets the sea ligt de lat nog een flink stuk hoger
Als je een album kunt opnemen in de studio van Big Thief gitarist Buck Meek is dat een kans die je niet mag laten liggen en als je er dan toch bent kun je maar het beste direct een prachtalbum maken. Het is precies wat de Groningse band Meadowlake heeft gedaan. Met where the mountain meets the sea heeft de band een album van een hier en daar ongekende schoonheid gemaakt. Die schoonheid zit in het fascinerende gitaarspel en in de dromerige zang, maar zit ook zeker in de bijzondere sfeer en spanning die de band heeft gecreëerd op het prachtige where the mountain meets the sea. Het zat Meadowlake in het verleden niet altijd mee, maar dit album mag echt niemand missen.



De Groningse band Meadowlake debuteerde in de herfst van 2018 met een mooi titelloos album. Op dit album vermengde de band op zeer fraaie wijze invloeden uit onder andere de shoegaze, dreampop, indierock en slowcore in een bijzonder sfeervol en meer dan eens dromerig geluid. 

Het is een geluid dat verder werd vervolmaakt op het in de winter van 2020 voor het eerst verschenen Wait For Me. Het tijdens de coronapandemie uitgebrachte album was pas in de zomer van 2021 fysiek verkrijgbaar en is helaas niet te vinden op de streaming media platforms, waardoor het album niet de aandacht kreeg die het verdiende. 

Ik was Meadowlake eerlijk gezegd al lang weer vergeten, tot het derde album van de Groningse band een paar weken geleden op de mat plofte. Ik was bij eerste beluistering direct diep onder de indruk van where the mountain meets the sea, maar inmiddels schaar ik het album onder de allermooiste albums van 2024. 

Ik ben niet de enige die onder de indruk is van de Groningse band, want Meadowlake kon haar derde album opnemen in de Californische studio van Big Thief gitarist Buck Meek en zijn (Nederlandse) partner en folkmuzikante Germaine Dunes (het alter ego van Germaine van der Sanden). De twee stelden overigens niet alleen hun studio ter beschikking van de Groningse band, maar droegen ook bij aan het album. 

Meadowlake is op where the mountain meets the sea uitgedund tot een trio, dat bestaat uit gitarist en zanger Jarno Olijve, bassiste en zangeres Gertine Veenstra en drummer Tjeerd Bennink. Door de wat smallere bezetting klinkt het derde album van Meadowlake wat minder vol dan zijn twee voorgangers, maar het is wat mij betreft een heel mooi voorbeeld van “less is more”. 

De muziek op where the mountain meets the sea wordt vooral gevuld door de gitaren van Jarno Olijve. Deze gitaren klinken soms stevig en gruizig, maar op het nieuwe album van Meadowlake domineren de bijzondere en opvallend mooie gitaarakkoorden, die de ene keer melodieus en de andere keer tegendraads of repeterend zijn. De gitaren worden gecombineerd met de inventief spelende ritmesectie, die het tempo hier en daar wat opvoert en zorgt voor een bijzondere dynamiek in het geluid van de band. 

Die dynamiek wordt versterkt door de bijzondere onderhuidse spanning die wordt opgebouwd in de songs op het album. Echt tot uitbarsting komt het nooit en de meeste songs op where the mountain meets the sea zijn zelfs behoorlijk ingetogen, maar toch slaagt Meadowlake er in om keer op keer een bijzondere spanning op te bouwen in haar songs. 

De zang van Jarno Olijve is ook dit keer vooral zacht, wat de muziek van Meadowlake voorziet van een dromerig karakter. De dromerige sfeer op het album wordt nog wat verder versterkt door de fluisterzachte zang van Gertine Veenstra, die met subtiele bijdragen een maximaal effect sorteert en de zang van Jarno Olijve werkelijk prachtig ondersteunt. 

Door de beperkte studiotijd nam Meadowlake haar nieuwe album live op in de studio, wat de intensiteit en de intimiteit van de songs op where the mountain meets the sea heeft versterkt. Het is allemaal prachtig vastgelegd door de zeer ervaren Philip Weinrobe (Indigo Sparke, Adrianne Lenker, Tomberlin, Florist), die tekende voor de mix. 

Het nieuwe album van Meadowlake bevat tien songs en de een is nog mooier en indringender dan de ander en iedere keer als ik naar dit album luister maakt het nog wat meer indruk en stijg het album nog wat verder door in mijn voorlopig nog virtuele jaarlijstje. 

Meadowlake maakte al twee uitstekende albums, maar met where the mountain meets the sea heeft de Groningse band een waar kunststukje met internationale allure afgeleverd. Laten we hopen dat de band dit keer wel het podium krijgt dat het al jaren verdient. Erwin Zijleman

De muziek van Meadowlake is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Nederlandse band: https://meadowlake.bandcamp.com/album/where-the-mountain-meets-the-sea.


where the mountain meets the sea van Meadowlake 
is verkrijgbaar via de Mania webshop:



22 september 2024

Veruca Salt - American Thighs (1994)

De carrière van de Amerikaanse band Veruca Salt ging langs pieken en vooral dalen, waardoor de band nooit heel groot werd, maar het in 1994 verschenen debuutalbum American Thighs blijft een geweldig album
In een lijstje met de beste indierock albums van 1994, wat overigens een uitstekend jaar was voor het genre, kwam ik American Thighs van Veruca Salt tegen. Het is een album dat me destijds heel dierbaar was, maar waar ik al heel lang niet meer naar had geluisterd. Toen ik dat weer eens deed was ik direct weer onder de indruk van het behoorlijk stevige gitaarwerk, de melodieuze songs en de stemmen van frontvrouwen Nina Gordon en Louise Post, die mij altijd wel wisten te bekoren met hun zang. American Thighs van Veruca Salt is een typisch jaren 90 album, maar het album doet het ook dertig jaar later nog uitstekend. Veruca Salt is een wat vergeten band en dat is jammer.



Vorig jaar verscheen het album Sleepwalkers van Louise Post. Het is volgens mij het enige soloalbum van de muzikante die aan het begin van de jaren 90 aan de basis stond van een inmiddels grotendeels vergeten band. Die band formeerde ze samen met Nina Gordon, die tot twee soloalbums kwam. 

Het eerste soloalbum van Nina Gordon is zeker de moeite waard, maar haar tweede album was er een om snel te vergeten. Het soloalbum van Louise Post heeft zijn momenten, maar kan ook niet in de schaduw staan van de albums die Nina Gordon en Louise Post samen maakten met hun band, al was Nina Gordon niet op alle albums van de band te horen. 

Ik heb het natuurlijk over Veruca Salt, vernoemd naar een karakter in Charlie And The Chocolate Factory van Roald Dahl, dat tussen 1994 en 2015 kwam tot slechts vijf albums. Van die albums is alleen het debuutalbum me echt dierbaar. American Thighs werd gemaakt in een tijd waarin de indierock bloeide en rockbands met een vrouwelijk boegbeeld stevig aan de weg timmerden. 

Veruca Salt beschikte met Nina Gordon en Louise Post over twee boegbeelden, waardoor de band in vocaal opzicht net wat anders klonk dan de meeste soortgenoten. De band kreeg aan het begin van de jaren 90 een platencontract bij het grote Geffen label, dat hoge verwachtingen had van de band uit Chicago. 

Veruca Salt kon daarom een beroep doen op producer Brad Wood, die een jaar eerder het fantastische Exile In Guyville van Liz Phair had geproduceerd (en later achter de knoppen zou zitten voor het debuut van Placebo en Adore van Smashing Pumpkins) en die tekent voor een hele mooie productie met veel dynamiek. 

Veruca Salt zou nooit zo groot worden als bands als Pixies en The Breeders, waarmee het vaak werd vergeleken, maar ik vond en vind American Thighs een uitstekend album. Het is een album waarop hoge en gruizige gitaarmuren worden opgebouwd, die vervolgens worden gecombineerd met de engelachtige zang van Nina Gordon en Louise Post. 

Het is een truc die in de jaren 90 veelvuldig werd ingezet, maar dit werkte wat mij betreft het best bij Juliana Hatfield, Belly en Veruca Salt. American Thighs is absoluut een rockalbum en bij vlagen een erg stevig rockalbum met uitstekend gitaarwerk, maar de rocksongs van Veruca Salt klinken ook als popsongs. Dat heeft deels te maken met de meisjesachtige stemmen van de twee zangeressen van de band en de fraaie koortjes, maar de songs van de Amerikaanse band zijn  ook verrassend melodieus. Het zorgt voor mooie contrasten in de muziek van Veruca Salt, die afwisselend honingzoet en bijzonder ruw kan klinken. 

Ik had al een flinke tijd niet meer naar American Thighs geluisterd, maar ik was toch weer onder de indruk van het album, dat me direct mee terug nam naar 1994. Ik had op voorhand verwacht dat het album dertig jaar na de releasedatum wel wat gedateerd zou klinken, maar dat valt me alleszins mee. Een popsong als Seether blijkt ook nu nog een frisse popsongs en ik vind zowel het gitaarwerk als de zang en de koortjes op American Thighs na al die jaren nog uitstekend klinken. 

Mede door het contract bij het grote en mainstream Geffen label hadden de critici niet zoveel met Veruca Salt, maar luister onbevangen naar American Thighs en je hoort een album met een aantal prima popsongs, die niet onder doen voor al het andere dat in de jaren 90 in dit genre werd gemaakt. Ik heb American Thighs er min of meer bij toeval weer eens bij gepakt, maar heb daar zeker geen spijt van. Erwin Zijleman