Neil Finn stond in de jaren 70 nog wat in de schaduw van zijn oudere broer Tim, die met zijn band Split Enz al stevig aan de weg timmerde toen Neil zijn eerste stapjes in de muziek nog moest zetten.
Neil trad uiteindelijk toe tot Split Enz (dat overigens een aantal geweldige platen op haar naam heeft staan) en ontworstelde zich definitief aan de schaduw van broer Tim toen hij halverwege de jaren 80 Crowded House formeerde. Crowded House maakte een stapeltje prachtplaten en scoorde bovendien een indrukwekkend aantal wereldhits.
Vervolgens maakte Neil ook nog een aantal prima platen met broer Tim (als The Finn Brothers) en een handvol uitstekende soloplaten. Ik had daarom geen enkele reden om te twijfelen aan Neil Finn’s meest recente soloplaat, maar Out Of Silence heeft verassend veel tijd nodig gehad om me te overtuigen.
Dat heeft dit keer niets te maken met de experimenteerdrang die Neil Finn op zijn soloplaten wel vaker laat horen. Integendeel. Out Of Silence vond ik bij de eerste beluisteringen vooral wat te gewoontjes klinken.
De plaat werd live in de studio opgenomen en stond in een uur of vier op de band. Neil Finn zorgt voor de gitaar en zijn inmiddels zo herkenbare zang, waarna met name piano, strijkers en een koor zijn toegevoegd. Dat koor zat me in eerste instantie het meest in de weg, al klinkt het in aanloop naar de kerstdagen best feestelijk.
Ook de rest van de instrumentatie is stemmig, maar weinig avontuurlijk. Out Of Silence wijkt daarom flink af van de vorige soloplaten van Neil Finn, waarop de Nieuw-Zeelandse muzikant steeds zijn grenzen wist te verleggen.
Mijn eerste teleurstelling leek te worden bevestigd door een aantal minder positieve recensies, waarin meerdere synoniemen van het begrip ‘gewoontjes’ werden gebruikt. De laatste weken las ik echter ook een aantal recensies waarin de nieuwe plaat van Neil Finn de hemel in werd geprezen en daarom heb ik Out Of Silence nog maar eens een kans gegeven.
Mogelijk ligt het aan de temperaturen die het vriespunt momenteel naderen, maar waarschijnlijk ben ik inmiddels wat gewend geraakt aan het geluid dat ik een paar weken geleden nog vooral als kitscherig bestempelde. Out Of Silence is nog steeds een plaat met een instrumentatie en versiersels die het goed doen bij de kerstboom, maar toch is mijn luisterervaring inmiddels een hele andere.
Wanneer ik nu luister naar de nieuwe plaat van Neil Finn hoor ik vooral de schoonheid van de songs van de Nieuw-Zeelandse singer-songwriter. Dat Neil Finn volstrekt tijdloze popliedjes van wereldklasse kan schrijven heeft hij de afgelopen decennia al vele malen bewezen en ook op Out Of Silence komen er weer een aantal voorbij.
Neil Finn wordt volgend jaar 60, maar zingt op zijn nieuwe plaat geweldig (waarbij de vocale ondersteuning door het koor vast ook wel wat doet). Het levert een plaat op die Paul McCartney zomaar had kunnen maken, maar niet gemaakt heeft.
Er zijn niet veel platen waarop zoveel tijdloze en uiteindelijk onweerstaanbare popliedjes staan als op Out Of Silence van Neil Finn. Ik zou ze graag nog eens horen in een wat minder overdadige productie, maar ook met de glanzende toplaag die de songs op Out Of Silence hebben gekregen blijven de prachtsongs van Neil Finn uiteindelijk makkelijk overeind. Ik ben vast niet de enige die de plaat vanwege een teveel aan versiering of zelfs wat overdaad terzijde heeft gelegd, maar ik zou de plaat er zeker weer eens bij pakken. Bij mij is het kwartje inmiddels hard gevallen. Erwin Zijleman
30 november 2017
29 november 2017
Noel Gallagher's High Flying Birds - Who Built The Moon?
Na het uiteenvallen van Oasis gingen de ruziënde broers Liam en Noel Gallagher (gelukkig) elk hun eigen weg. Het heeft een serie platen opgeleverd die het niveau van het beste van Oasis misschien niet benaderen, maar die de grauwe middelmaat ruimschoots overstijgen.
Van de soloplaten van de broers Gallagher vind ik de tweede plaat die Liam maakte met zijn band Beady Eye (Be uit 2013) tot dusver met afstand de beste en dat had ik op voorhand echt niet verwacht.
Liam Gallagher bracht een paar weken geleden zijn eerste echte soloplaat uit, As You Were. Ik vond het bij eerste beluistering best een aardige plaat, maar ik vond het uiteindelijk toch niet bijzonder genoeg, al is het maar omdat Liam wel erg dicht tegen het geluid van Oasis aanschurkt en de songs op de plaat nauwelijks groeien wanneer je ze vaker hoort.
De broers Gallagher kunnen elkaars bloed nog steeds drinken, dus als Liam met een nieuwe plaat op de proppen komt, laat een nieuwe plaat van Noel Gallagher meestal niet lang op zich wachten. Who Built The Moon? is de derde plaat van Noel Gallagher's High Flying Birds en ik vind het een verrassend sterke plaat.
Het eerste dat opvalt bij beluistering van de nieuwe plaat van Noel Gallagher en zijn band is het geluid. Who Built The Moon? is geproduceerd door David Holmes, die zich in het verleden meer met dance dan met rock heeft bezig gehouden. De Britse producer heeft de plaat voorzien van een opvallend vol en vaak overweldigend en dichtgesmeerd geluid. Het is een geluid dat uit de speakers knalt en dat als de spreekwoordelijke stoomwals over je heen komt. Daar moet je voor in de stemming zijn, maar als dat het geval is hakken de nieuwe songs van Noel Gallagher er lekker in.
Waar broer Liam op zijn nieuwe plaat dicht tegen de sound van Oasis uit de jaren 90 zit, gaat Noel wat verder terug in de tijd. Who Built The Moon? laat flink wat invloeden uit de 60s psychedelica horen en maakt ook geen geheim van een flinke liefde voor glamrock uit de jaren 70.
Producer David Holmes heeft het gitaar georiënteerde geluid van de band van Noel Gallagher vervolgens nog eens overgoten met een flinke bak elektronica en een nog grotere bak invloeden. Who Built The Moon? heeft af en toe wat van New Order, maar klinkt ook als een moderne versie van E.L.O, of als de wederopstanding van afwisselend The Stone Roses en Kula Shaker. Het klinkt zo anders dan ik van Noel Gallagher gewend ben dat ik zelfs even twijfelde of ik de juiste plaat had opgezet, maar natuurlijk is er de zo herkenbare stem van de muzikant uit Manchester.
Het nadeel van het grootse, volle en meeslepende geluid op de derde plaat van Noel Gallagher's High Flying Birds is dat de songs in eerste instantie wat naar de achtergrond verdwijnen, maar naarmate je Who Built The Moon? vaker hoort neemt de nuance toe en winnen de songs op de nieuwe plaat van Noel Gallagher snel aan kracht, waardoor de plaat steeds meer afstand neemt van die van broer Liam.
Dat Noel Gallagher een groot muzikant en een nog groter songwriter is hoeft hij al lang niet meer te bewijzen, maar de kritiek dat de Brit wel erg binnen één hokje kleurde bleef nog wat hangen. Het is kritiek die overboord kan naar het zeer verrassend klinkende en wat mij betreft zeer geslaagde Who Built The Moon? Erwin Zijleman
Van de soloplaten van de broers Gallagher vind ik de tweede plaat die Liam maakte met zijn band Beady Eye (Be uit 2013) tot dusver met afstand de beste en dat had ik op voorhand echt niet verwacht.
Liam Gallagher bracht een paar weken geleden zijn eerste echte soloplaat uit, As You Were. Ik vond het bij eerste beluistering best een aardige plaat, maar ik vond het uiteindelijk toch niet bijzonder genoeg, al is het maar omdat Liam wel erg dicht tegen het geluid van Oasis aanschurkt en de songs op de plaat nauwelijks groeien wanneer je ze vaker hoort.
De broers Gallagher kunnen elkaars bloed nog steeds drinken, dus als Liam met een nieuwe plaat op de proppen komt, laat een nieuwe plaat van Noel Gallagher meestal niet lang op zich wachten. Who Built The Moon? is de derde plaat van Noel Gallagher's High Flying Birds en ik vind het een verrassend sterke plaat.
Het eerste dat opvalt bij beluistering van de nieuwe plaat van Noel Gallagher en zijn band is het geluid. Who Built The Moon? is geproduceerd door David Holmes, die zich in het verleden meer met dance dan met rock heeft bezig gehouden. De Britse producer heeft de plaat voorzien van een opvallend vol en vaak overweldigend en dichtgesmeerd geluid. Het is een geluid dat uit de speakers knalt en dat als de spreekwoordelijke stoomwals over je heen komt. Daar moet je voor in de stemming zijn, maar als dat het geval is hakken de nieuwe songs van Noel Gallagher er lekker in.
Waar broer Liam op zijn nieuwe plaat dicht tegen de sound van Oasis uit de jaren 90 zit, gaat Noel wat verder terug in de tijd. Who Built The Moon? laat flink wat invloeden uit de 60s psychedelica horen en maakt ook geen geheim van een flinke liefde voor glamrock uit de jaren 70.
Producer David Holmes heeft het gitaar georiënteerde geluid van de band van Noel Gallagher vervolgens nog eens overgoten met een flinke bak elektronica en een nog grotere bak invloeden. Who Built The Moon? heeft af en toe wat van New Order, maar klinkt ook als een moderne versie van E.L.O, of als de wederopstanding van afwisselend The Stone Roses en Kula Shaker. Het klinkt zo anders dan ik van Noel Gallagher gewend ben dat ik zelfs even twijfelde of ik de juiste plaat had opgezet, maar natuurlijk is er de zo herkenbare stem van de muzikant uit Manchester.
Het nadeel van het grootse, volle en meeslepende geluid op de derde plaat van Noel Gallagher's High Flying Birds is dat de songs in eerste instantie wat naar de achtergrond verdwijnen, maar naarmate je Who Built The Moon? vaker hoort neemt de nuance toe en winnen de songs op de nieuwe plaat van Noel Gallagher snel aan kracht, waardoor de plaat steeds meer afstand neemt van die van broer Liam.
Dat Noel Gallagher een groot muzikant en een nog groter songwriter is hoeft hij al lang niet meer te bewijzen, maar de kritiek dat de Brit wel erg binnen één hokje kleurde bleef nog wat hangen. Het is kritiek die overboord kan naar het zeer verrassend klinkende en wat mij betreft zeer geslaagde Who Built The Moon? Erwin Zijleman
28 november 2017
LAVALU - Solitary High
Achter LAVALU gaat de in Cleveland, Ohio, geboren maar in Nederland opgegroeide Marielle Woltring schuil.
LAVALU maakte de afgelopen jaren al een aantal platen, maar deze zijn me eerlijk gezegd ontgaan. Het zijn platen waarop een toegankelijk popgeluid wordt gecombineerd met een experimenteel randje en waarop LAVALU aan de haal gaat met flink wat invloeden.
Zeker interessant om nog eens te beluisteren, maar de volgende stap die Marielle Woltring, die ook al tekende voor de muziek bij het zo succesvolle theaterstuk Het Pauperparadijs, heeft gezet is wat mij betreft een stuk interessanter.
Voor Solitary High, naar verluidt het eerste deel van een trilogie, koos Marielle Woltring niet voor het bandgeluid van de vorige platen van LAVALU, maar voor de combinatie van haar stem en haar pianospel.
Met deze combinatie gingen vele grote vrouwelijke singer-songwriters haar voor, maar Marielle Woltring treedt met Solitary High buiten de gebaande paden. Het pianospel op de plaat verraadt een klassieke opleiding en een voorkeur voor de moderne pianisten binnen de klassieke muziek. Het levert warme en klassiek aandoende klanken op, die worden gecombineerd met de mooie stem van Marielle Woltring.
De klassieke klanken van de vleugel zorgen ervoor dat LAVALU op Solitary High in eerste instantie ver verwijderd is van de pop, maar door de mooie zang schuift de plaat toch steeds iets meer op richting pop, al ontstijgt de muzikante uit Arnhem het doorsnee popliedje met speels gemak. Hier en daar raakt LAVALU aan de muziek van Tori Amos, maar dan gelukkig zonder het hysterische. De zang op Solitary High is vooral ingetogen en past prachtig bij het zo verzorgde pianospel op de plaat, maar ondanks het ingetogen karakter van de zang heeft de muziek van LAVALU de intensiteit die de platen van de door mij zeer bewonderde Fiona Apple kenmerkt.
Nu heb ik wel meer platen in huis waarop een zangeres genoeg heeft aan een piano, maar meestal gaan deze platen me na een aantal songs vervelen. Bij beluistering van Solitary High van LAVALU gebeurt het tegenovergestelde. Ik vond de plaat in eerste instantie wat te pretentieus en wat te klassiek, maar toen ik eenmaal gegrepen werd door de mooie songs van LAVALU liet de plaat me niet meer los.
Zeker wanneer je de volumeknop wat verder open draait vullen de pianoklanken op Solitary High op bijzonder fraaie wijze de ruimte, maar valt ook op hoeveel ruimte Marielle Woltring leeg laat. Deze lege ruimte wordt gevuld met haar stem en het is een stem om van te houden. De vocalen op Solitary High zijn fluisterzacht en warm en contrasteren prachtig met het klassieke pianospel op de plaat. Piano en zang draaien op de nieuwe plaat van LAVALU prachtig om elkaar heen en stuwen de plaat steeds weer net iets verder omhoog.
Er zijn niet veel zangeressen die overeind zouden blijven bij de instrumentatie op Solitary High, maar LAVALU doet het op indrukwekkende wijze. Dat doet Marielle Woltring overigens ook wanneer ze in de slottrack ook de piano nog eens laat zwijgen en nog wat dieper onder de huid kruipt.
Solitary High maakt natuurlijk nieuwsgierig naar de volgende twee delen van de trilogie, maar is op zichzelf beschouwd een gewaagde, buitengewoon knappe en uiteindelijk zeer geslaagde plaat, die zich vrij makkelijk weet te onderscheiden van vrijwel alles dat recent is verschenen. Solitary High zal in het begin misschien ongemakkelijk voelen, maar zet door en je krijgt al snel een plaat van een bijna onwerkelijke schoonheid in handen. Erwin Zijleman
LAVALU maakte de afgelopen jaren al een aantal platen, maar deze zijn me eerlijk gezegd ontgaan. Het zijn platen waarop een toegankelijk popgeluid wordt gecombineerd met een experimenteel randje en waarop LAVALU aan de haal gaat met flink wat invloeden.
Zeker interessant om nog eens te beluisteren, maar de volgende stap die Marielle Woltring, die ook al tekende voor de muziek bij het zo succesvolle theaterstuk Het Pauperparadijs, heeft gezet is wat mij betreft een stuk interessanter.
Voor Solitary High, naar verluidt het eerste deel van een trilogie, koos Marielle Woltring niet voor het bandgeluid van de vorige platen van LAVALU, maar voor de combinatie van haar stem en haar pianospel.
Met deze combinatie gingen vele grote vrouwelijke singer-songwriters haar voor, maar Marielle Woltring treedt met Solitary High buiten de gebaande paden. Het pianospel op de plaat verraadt een klassieke opleiding en een voorkeur voor de moderne pianisten binnen de klassieke muziek. Het levert warme en klassiek aandoende klanken op, die worden gecombineerd met de mooie stem van Marielle Woltring.
De klassieke klanken van de vleugel zorgen ervoor dat LAVALU op Solitary High in eerste instantie ver verwijderd is van de pop, maar door de mooie zang schuift de plaat toch steeds iets meer op richting pop, al ontstijgt de muzikante uit Arnhem het doorsnee popliedje met speels gemak. Hier en daar raakt LAVALU aan de muziek van Tori Amos, maar dan gelukkig zonder het hysterische. De zang op Solitary High is vooral ingetogen en past prachtig bij het zo verzorgde pianospel op de plaat, maar ondanks het ingetogen karakter van de zang heeft de muziek van LAVALU de intensiteit die de platen van de door mij zeer bewonderde Fiona Apple kenmerkt.
Nu heb ik wel meer platen in huis waarop een zangeres genoeg heeft aan een piano, maar meestal gaan deze platen me na een aantal songs vervelen. Bij beluistering van Solitary High van LAVALU gebeurt het tegenovergestelde. Ik vond de plaat in eerste instantie wat te pretentieus en wat te klassiek, maar toen ik eenmaal gegrepen werd door de mooie songs van LAVALU liet de plaat me niet meer los.
Zeker wanneer je de volumeknop wat verder open draait vullen de pianoklanken op Solitary High op bijzonder fraaie wijze de ruimte, maar valt ook op hoeveel ruimte Marielle Woltring leeg laat. Deze lege ruimte wordt gevuld met haar stem en het is een stem om van te houden. De vocalen op Solitary High zijn fluisterzacht en warm en contrasteren prachtig met het klassieke pianospel op de plaat. Piano en zang draaien op de nieuwe plaat van LAVALU prachtig om elkaar heen en stuwen de plaat steeds weer net iets verder omhoog.
Er zijn niet veel zangeressen die overeind zouden blijven bij de instrumentatie op Solitary High, maar LAVALU doet het op indrukwekkende wijze. Dat doet Marielle Woltring overigens ook wanneer ze in de slottrack ook de piano nog eens laat zwijgen en nog wat dieper onder de huid kruipt.
Solitary High maakt natuurlijk nieuwsgierig naar de volgende twee delen van de trilogie, maar is op zichzelf beschouwd een gewaagde, buitengewoon knappe en uiteindelijk zeer geslaagde plaat, die zich vrij makkelijk weet te onderscheiden van vrijwel alles dat recent is verschenen. Solitary High zal in het begin misschien ongemakkelijk voelen, maar zet door en je krijgt al snel een plaat van een bijna onwerkelijke schoonheid in handen. Erwin Zijleman
27 november 2017
Sharon Jones & The Dap-Kings - Soul Of A Woman
Iets meer dan een jaar geleden overleed soulzangeres Sharon Jones.
Sharon Jones was een laatbloeier. Ze maakte weliswaar vanaf hele jonge leeftijd muziek, maar het succes kwam pas toen ze aan het begin van het huidige millennium opdook met haar band The Dap-Kings, overigens ook het geheim achter Back To Black van Amy Winehouse.
Sharon Jones en haar band maakten direct indruk met dampende retro soul en stonden in de jaren die volgden niet alleen garant voor een aantal uitstekende platen, maar ook voor geweldige optredens die voorgoed in het geheugen zijn gegrift.
In 2013 werd voor het eerst kanker geconstateerd bij Sharon Jones. Na een aantal zware operaties en behandelingen leek de soulzangeres hersteld, maar helaas kwam de ziekte terug en dit keer werd het Sharon Jones fataal. Een jaar geleden overleed ze, op slechts 60-jarige leeftijd.
De vocalen voor een laatste album stonden toen gelukkig al op de band en dit album verscheen vorige week; precies een jaar na haar dood. Soul Of A Woman is hierdoor een eerbetoon aan Sharon Jones, maar het is ook een hele goede soulplaat.
Soul Of A Woman ziet er uit als een oude soulplaat en klinkt ook zo. Wanneer The Dap-Kings beginnen te spelen wordt je onmiddellijk teruggeworpen naar de hoogtijdagen van de soulmuziek. De band zet een moddervet geluid neer vol blazers, maar The Dap-Kings kunnen ook prachtig ingetogen spelen en verleiden met subtiele gitaarlijnen.
Alles dat de band speelt staat volledig in dienst van de zang van Sharon Jones, die ook op Soul Of A Woman weer de sterren van de hemel zingt. Sharon Jones was tijdens de opnames van haar laatste plaat al ernstig ziek, maar haar zang straalt op Soul Of A Woman alleen maar kracht en energie uit.
Soul Of A Woman is hierdoor, in tegenstelling tot een aantal andere platen van muzikanten die het einde zagen naderen, geen plaat van een aangekondigde dood. Sharon Jones en The Dap-Kings vieren op Soul Of A Woman het leven en maken er nog één keer een feestje van.
Dat levert flink wat dampende soulmuziek op, maar de Amerikaanse soulzangeres en haar band nemen op het tweede deel van de plaat ook flink gas terug en schuwen hier en daar een vleugje jazz niet in een geluid dat is verrijkt met orgels en strijkers.
Sharon Jones legde op al haar platen haar ziel en zaligheid in haar zang en doet dat ook dit keer. Dat hoor je natuurlijk in de uptempo songs op de plaat, waarin de zangeres uit Brooklyn stevig aan de bak moet, maar je hoort het misschien nog wel beter in de wat meer ingetogen songs, waarin Sharon Jones garant staat voor kippenvel. Het is een nieuwe kant van Sharon Jones en ook in deze wat meer ingetogen songs met een vleugje gospel imponeert ze makkelijk.
Haar sympathieke label Daptone Records, dat eerder dit jaar ook nog Sharon Jones’ collega laatbloeier Charles Bradley verloor, heeft van de laatste release van Sharon Jones en haar Dap-Kings een hele mooie release gemaakt. Het is een release die nogmaals onderstreept hoe zeer we Sharon Jones gaan missen. Erwin Zijleman
Sharon Jones was een laatbloeier. Ze maakte weliswaar vanaf hele jonge leeftijd muziek, maar het succes kwam pas toen ze aan het begin van het huidige millennium opdook met haar band The Dap-Kings, overigens ook het geheim achter Back To Black van Amy Winehouse.
Sharon Jones en haar band maakten direct indruk met dampende retro soul en stonden in de jaren die volgden niet alleen garant voor een aantal uitstekende platen, maar ook voor geweldige optredens die voorgoed in het geheugen zijn gegrift.
In 2013 werd voor het eerst kanker geconstateerd bij Sharon Jones. Na een aantal zware operaties en behandelingen leek de soulzangeres hersteld, maar helaas kwam de ziekte terug en dit keer werd het Sharon Jones fataal. Een jaar geleden overleed ze, op slechts 60-jarige leeftijd.
De vocalen voor een laatste album stonden toen gelukkig al op de band en dit album verscheen vorige week; precies een jaar na haar dood. Soul Of A Woman is hierdoor een eerbetoon aan Sharon Jones, maar het is ook een hele goede soulplaat.
Soul Of A Woman ziet er uit als een oude soulplaat en klinkt ook zo. Wanneer The Dap-Kings beginnen te spelen wordt je onmiddellijk teruggeworpen naar de hoogtijdagen van de soulmuziek. De band zet een moddervet geluid neer vol blazers, maar The Dap-Kings kunnen ook prachtig ingetogen spelen en verleiden met subtiele gitaarlijnen.
Alles dat de band speelt staat volledig in dienst van de zang van Sharon Jones, die ook op Soul Of A Woman weer de sterren van de hemel zingt. Sharon Jones was tijdens de opnames van haar laatste plaat al ernstig ziek, maar haar zang straalt op Soul Of A Woman alleen maar kracht en energie uit.
Soul Of A Woman is hierdoor, in tegenstelling tot een aantal andere platen van muzikanten die het einde zagen naderen, geen plaat van een aangekondigde dood. Sharon Jones en The Dap-Kings vieren op Soul Of A Woman het leven en maken er nog één keer een feestje van.
Dat levert flink wat dampende soulmuziek op, maar de Amerikaanse soulzangeres en haar band nemen op het tweede deel van de plaat ook flink gas terug en schuwen hier en daar een vleugje jazz niet in een geluid dat is verrijkt met orgels en strijkers.
Sharon Jones legde op al haar platen haar ziel en zaligheid in haar zang en doet dat ook dit keer. Dat hoor je natuurlijk in de uptempo songs op de plaat, waarin de zangeres uit Brooklyn stevig aan de bak moet, maar je hoort het misschien nog wel beter in de wat meer ingetogen songs, waarin Sharon Jones garant staat voor kippenvel. Het is een nieuwe kant van Sharon Jones en ook in deze wat meer ingetogen songs met een vleugje gospel imponeert ze makkelijk.
Haar sympathieke label Daptone Records, dat eerder dit jaar ook nog Sharon Jones’ collega laatbloeier Charles Bradley verloor, heeft van de laatste release van Sharon Jones en haar Dap-Kings een hele mooie release gemaakt. Het is een release die nogmaals onderstreept hoe zeer we Sharon Jones gaan missen. Erwin Zijleman
26 november 2017
EERA - Reflection Of Youth
Het begint gelukkig wat rustiger te worden aan het release front en dat geeft me de tijd om nog eens door de stapel die zich de afgelopen maand(en) heeft opgebouwd te lopen.
Hierbij kwam ik eerder deze week Reflection Of Youth van EERA tegen en deze plaat schaar ik inmiddels onder de aangename verrassingen en de interessantere debuten van het moment.
EERA is het alter ego van de Noorse singer-songwriter Anna Lena Bruland, die al een tijdje vanuit Londen opereert. Reflection Of Youth is het debuut van de Noorse muzikante en het is een debuut dat zich niet makkelijk in een hokje laat duwen.
De plaat opent met een rauw en wat onderkoeld popliedje dat wel wat raakvlakken heeft met het werk van PJ Harvey. Die naam duikt vaker op bij beluistering van het debuut van EERA, maar Anna Lena Bruland springt niet alleen kris kras door het bijzondere oeuvre van PJ Harvey, maar geeft bovendien haar eigen draai aan de invloeden die ze heeft opgepikt.
In de tweede track lijkt de Noorse even in de voetsporen van Lana del Rey te treden, maar al snel trekken donkere wolken over. In deze donkere wolken is een vleugje dreampop verwerkt, maar EERA gaat ook aan de haal met invloeden uit de postpunk en verloochent ook haar afkomst niet. Reflection Of Youth heeft hier en daar het donkere en sprookjesachtige dat de platen van de Scandinavische ijsprinsessen kenmerkt, maar bij EERA kan het alle kanten op.
Het ene moment waaien de atmosferische klanken breed uit, maar niet veel later kiest de Noorse singer-songwriter voor een uiterst intiem en ingetogen popliedje, dat aan het eind toch weer verrast met een experimentele elektronische wending of voor een stevige gitaarsong.
Vergeleken met de meeste van haar soortgenoten is de muziek van EERA behoorlijk rauw en domineren de rafels. Het gitaarwerk op de plaat is ruw en eenvoudig en geeft de muziek van EERA een bijzondere energie. De meeste songs op Reflection Of Youth hebben een donkere ondertoon, maar het kan bij EERA zoals eerder gezegd alle kanten op.
De vanuit Londen opererende muzikante laat zich niet in een hokje duwen en kiest nadrukkelijk het experiment. De meeste tracks op de plaat eindigen hierdoor anders dan ze begonnen zijn, wat van het debuut van EERA een vat vol tegenstrijdigheden maakt. Het heeft absoluut wat van PJ Harvey, maar ook Patti Smith moet worden genoemd als vergelijkingsmateriaal, net als Jeff Buckley, Cat Power, The Cocteau Twins, een beetje Riot Grrrl, af en toe wat van Kate Bush, een beetje Beth Gibbons en zo kan ik nog wel even door gaan.
Laat ik er maar op houden dat vergelijken in het geval van EERA zinloos is. Op Reflection Of Youth slaat de Noorse muzikante uiteenlopende wegen in, maar maakt ze eigenlijk continu indruk met songs die dieper graven dan die van de concurrentie en songs die veel meer impact hebben dan die van haar soortgenoten.
Bij eerste beluistering springt de plaat misschien nog net wat teveel van de hak op de tak, maar bij de volgende ronde is iedere noot raak en betovert Anna Lena Bruland met afwisselend rauwe en sprookjesachtige klanken, met songs die de fantasie maar blijven prikkelen en met een stem die ruw kan uithalen, zwaar kan benevelen of zwoel kan verleiden.
Reflection Of Youth is in de release storm van een maand geleden ongetwijfeld bij velen uit beeld geraakt, maar het debuut van EERA verdient alle aandacht, al is het maar omdat het een jaarlijstjesplaat is. Erwin Zijleman
Reflection Of Youth van EERA is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://eeramusic.bandcamp.com.
Hierbij kwam ik eerder deze week Reflection Of Youth van EERA tegen en deze plaat schaar ik inmiddels onder de aangename verrassingen en de interessantere debuten van het moment.
EERA is het alter ego van de Noorse singer-songwriter Anna Lena Bruland, die al een tijdje vanuit Londen opereert. Reflection Of Youth is het debuut van de Noorse muzikante en het is een debuut dat zich niet makkelijk in een hokje laat duwen.
De plaat opent met een rauw en wat onderkoeld popliedje dat wel wat raakvlakken heeft met het werk van PJ Harvey. Die naam duikt vaker op bij beluistering van het debuut van EERA, maar Anna Lena Bruland springt niet alleen kris kras door het bijzondere oeuvre van PJ Harvey, maar geeft bovendien haar eigen draai aan de invloeden die ze heeft opgepikt.
In de tweede track lijkt de Noorse even in de voetsporen van Lana del Rey te treden, maar al snel trekken donkere wolken over. In deze donkere wolken is een vleugje dreampop verwerkt, maar EERA gaat ook aan de haal met invloeden uit de postpunk en verloochent ook haar afkomst niet. Reflection Of Youth heeft hier en daar het donkere en sprookjesachtige dat de platen van de Scandinavische ijsprinsessen kenmerkt, maar bij EERA kan het alle kanten op.
Het ene moment waaien de atmosferische klanken breed uit, maar niet veel later kiest de Noorse singer-songwriter voor een uiterst intiem en ingetogen popliedje, dat aan het eind toch weer verrast met een experimentele elektronische wending of voor een stevige gitaarsong.
Vergeleken met de meeste van haar soortgenoten is de muziek van EERA behoorlijk rauw en domineren de rafels. Het gitaarwerk op de plaat is ruw en eenvoudig en geeft de muziek van EERA een bijzondere energie. De meeste songs op Reflection Of Youth hebben een donkere ondertoon, maar het kan bij EERA zoals eerder gezegd alle kanten op.
De vanuit Londen opererende muzikante laat zich niet in een hokje duwen en kiest nadrukkelijk het experiment. De meeste tracks op de plaat eindigen hierdoor anders dan ze begonnen zijn, wat van het debuut van EERA een vat vol tegenstrijdigheden maakt. Het heeft absoluut wat van PJ Harvey, maar ook Patti Smith moet worden genoemd als vergelijkingsmateriaal, net als Jeff Buckley, Cat Power, The Cocteau Twins, een beetje Riot Grrrl, af en toe wat van Kate Bush, een beetje Beth Gibbons en zo kan ik nog wel even door gaan.
Laat ik er maar op houden dat vergelijken in het geval van EERA zinloos is. Op Reflection Of Youth slaat de Noorse muzikante uiteenlopende wegen in, maar maakt ze eigenlijk continu indruk met songs die dieper graven dan die van de concurrentie en songs die veel meer impact hebben dan die van haar soortgenoten.
Bij eerste beluistering springt de plaat misschien nog net wat teveel van de hak op de tak, maar bij de volgende ronde is iedere noot raak en betovert Anna Lena Bruland met afwisselend rauwe en sprookjesachtige klanken, met songs die de fantasie maar blijven prikkelen en met een stem die ruw kan uithalen, zwaar kan benevelen of zwoel kan verleiden.
Reflection Of Youth is in de release storm van een maand geleden ongetwijfeld bij velen uit beeld geraakt, maar het debuut van EERA verdient alle aandacht, al is het maar omdat het een jaarlijstjesplaat is. Erwin Zijleman
Reflection Of Youth van EERA is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://eeramusic.bandcamp.com.
25 november 2017
Angelica Rockne - Queen Of San Antonio
Angelica Rockne is een jonge singer-songwriter uit Nevada City, California, en debuteerde vorige maand met Queen Of San Antonio.
Het is een debuut dat tot dusver niet al te veel aandacht krijgt en dat ik bij toeval op bandcamp tegen kwam, maar hoe vaker ik de plaat beluister, hoe meer ik er van overtuigd raak dat Angelica Rockne een heel bijzonder debuut heeft afgeleverd.
Queen Of San Antonio bevat slechts acht songs en duurt net iets meer dan een half uur, maar in dat ruime half uur grijpt Angelica Rockne je bij de strot met een serie geweldige songs.
De Amerikaanse singer-songwriter is nog geen 25, maar klinkt op haar debuut als een oude ziel die met mooie verhalen terugblikt op de popmuziek uit de jaren 60 en 70. Samen met haar band zet Angelica Rockne een geluid neer dat in eerste instantie vooral herinnert aan de hoogtijdagen van The Flying Burrito Brothers en Gram Parsons.
Hier laat Angelica Rockne het niet bij, want ze sluit op haar debuut ook aan bij de muziek die in dezelfde periode in de Laurel Canyon bij Los Angeles werd gemaakt en bij de psychedelische klanken die Jefferson Airplane vanuit het net iets noordelijker gelegen San Francisco de wereld in stuurde. Het hart van Angelica Rockne ligt echter bij de countryrock, wat wordt geaccentueerd door de fraaie pedal steel bijdragen op de plaat en het af en toe opduikende vleugje honky tonk.
Angelica Rockne is nog jong, maar ze vertolkt haar muziek of ze er zelf bij was in de jaren 60. Net als bijvoorbeeld Margo Price slaagt de jonge Amerikaanse singer-songwriter er in om uiteenlopende invloeden uit een ver verleden op te nemen in haar muziek op een manier die volkomen natuurlijk klinkt.
Queen Of San Antonio klinkt als een plaat die ook 50 jaar geleden gemaakt had kunnen worden, al combineert Angelica Rockne op haar debuut invloeden die destijds niet zo vaak gecombineerd werden. Door de invloeden uit de psychedelica en het bij vlagen werkelijk prachtige gitaarwerk is Queen Of San Antonio een benevelende plaat, zeker als de tracks wat langer mogen duren (en de jonge Amerikaanse schuift richting Mazzy Star), maar Angelica Rockne kan ook fel van zich afbijten.
Ik heb het tot dusver nog niet gehad over de stem van Angelica Rockne en die fascineert me bij beluistering van Queen Of San Antonio nog meer dan de bijzondere muziek, de verassende combinatie van invloeden en de mooie verhalen op de plaat.
De jonge Amerikaanse beschikt over een stem die gemaakt lijkt voor de country, maar heeft ook het bezwerende van Jefferson Airplane’s Grace Slick of het doorleefde van Lucinda Williams. Hiernaast doet de stem van de singer-songwriter uit Nevada City me af en toe denken aan een jonge Stevie Nicks, wat Queen Of San Antonio weer een hele andere kant op slingert.
Het ruim een half uur durende debuut van Angelica Rockne overtuigt meer dan genoeg om haar tot koningin van San Antonio te kronen, maar bevat ook genoeg potentie en belofte om de troon van de alt-country binnen handbereik te hebben. Zover rijkt Angelica Rockne nu nog net niet, maar de start van haar carrière smaakt echt naar veel en veel meer en levert wat mij betreft een van de betere debuten van 2017 op. Erwin Zijleman
Het debuut van Angelica Rockne is digitaal of op fraai vinyl verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://angelicarockne.bandcamp.com.
Het is een debuut dat tot dusver niet al te veel aandacht krijgt en dat ik bij toeval op bandcamp tegen kwam, maar hoe vaker ik de plaat beluister, hoe meer ik er van overtuigd raak dat Angelica Rockne een heel bijzonder debuut heeft afgeleverd.
Queen Of San Antonio bevat slechts acht songs en duurt net iets meer dan een half uur, maar in dat ruime half uur grijpt Angelica Rockne je bij de strot met een serie geweldige songs.
De Amerikaanse singer-songwriter is nog geen 25, maar klinkt op haar debuut als een oude ziel die met mooie verhalen terugblikt op de popmuziek uit de jaren 60 en 70. Samen met haar band zet Angelica Rockne een geluid neer dat in eerste instantie vooral herinnert aan de hoogtijdagen van The Flying Burrito Brothers en Gram Parsons.
Hier laat Angelica Rockne het niet bij, want ze sluit op haar debuut ook aan bij de muziek die in dezelfde periode in de Laurel Canyon bij Los Angeles werd gemaakt en bij de psychedelische klanken die Jefferson Airplane vanuit het net iets noordelijker gelegen San Francisco de wereld in stuurde. Het hart van Angelica Rockne ligt echter bij de countryrock, wat wordt geaccentueerd door de fraaie pedal steel bijdragen op de plaat en het af en toe opduikende vleugje honky tonk.
Angelica Rockne is nog jong, maar ze vertolkt haar muziek of ze er zelf bij was in de jaren 60. Net als bijvoorbeeld Margo Price slaagt de jonge Amerikaanse singer-songwriter er in om uiteenlopende invloeden uit een ver verleden op te nemen in haar muziek op een manier die volkomen natuurlijk klinkt.
Queen Of San Antonio klinkt als een plaat die ook 50 jaar geleden gemaakt had kunnen worden, al combineert Angelica Rockne op haar debuut invloeden die destijds niet zo vaak gecombineerd werden. Door de invloeden uit de psychedelica en het bij vlagen werkelijk prachtige gitaarwerk is Queen Of San Antonio een benevelende plaat, zeker als de tracks wat langer mogen duren (en de jonge Amerikaanse schuift richting Mazzy Star), maar Angelica Rockne kan ook fel van zich afbijten.
Ik heb het tot dusver nog niet gehad over de stem van Angelica Rockne en die fascineert me bij beluistering van Queen Of San Antonio nog meer dan de bijzondere muziek, de verassende combinatie van invloeden en de mooie verhalen op de plaat.
De jonge Amerikaanse beschikt over een stem die gemaakt lijkt voor de country, maar heeft ook het bezwerende van Jefferson Airplane’s Grace Slick of het doorleefde van Lucinda Williams. Hiernaast doet de stem van de singer-songwriter uit Nevada City me af en toe denken aan een jonge Stevie Nicks, wat Queen Of San Antonio weer een hele andere kant op slingert.
Het ruim een half uur durende debuut van Angelica Rockne overtuigt meer dan genoeg om haar tot koningin van San Antonio te kronen, maar bevat ook genoeg potentie en belofte om de troon van de alt-country binnen handbereik te hebben. Zover rijkt Angelica Rockne nu nog net niet, maar de start van haar carrière smaakt echt naar veel en veel meer en levert wat mij betreft een van de betere debuten van 2017 op. Erwin Zijleman
Het debuut van Angelica Rockne is digitaal of op fraai vinyl verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://angelicarockne.bandcamp.com.
24 november 2017
GRAEF - How To Play The Sound Of Time
GRAEF is een Limburgse band die onlangs debuteerde met How To Play The Sound Of Time. Ik kreeg het debuut van de band toegestuurd op fraai verpakt wit vinyl, waardoor ik even de tijd moest vinden om te luisteren, maar vervolgens had ik ook wel de perfecte luisterervaring te pakken.
Ik heb How To Play The Sound Of Time inmiddels veel vaker gehoord en ben behoorlijk onder de indruk van het debuut van de Nederlandse band.
Het debuut van GRAEF zal in het hokje rock worden geduwd, maar binnen dit hokje kiezen de Limburgers nadrukkelijk het avontuur.
GRAEF overtuigt op How To Play The Sound Of Time met lekker in het gehoor liggende songs, maar het zijn ook songs die continu de fantasie prikkelen en kiezen voor uitstapjes buiten de gebaande paden, wat een bijzondere en zeldzame combinatie van eigenschappen is.
Op haar debuut kiest GRAEF in de meeste tracks voor een wat donker en broeierig geluid vol onderhuidse spanning. Het is een geluid vol invloeden. In eerste instantie deed How To Play The Sound Of Time me vooral denken aan het Vlaamse dEUS, maar de muziek van GRAEF sluit ook aan bij het mysterie van Japan, de postpunk flirt van Editors en de zwaarmoedige momenten van Depeche Mode of Gary Numan.
Ik kan nog wel even doorgaan met dit soort vergelijkingen want How To Play The Sound Of Time klinkt ook als Radiohead dat de rocksong met een kop en een staart weer heeft omarmd, als U2 in haar donkere dagen en geproduceerd door Brian Eno of als Talk Talk dat niet voor verstilling maar voor bezwering heeft gekozen in haar nadagen.
Het illustreert niet alleen dat GRAEF smaakt heeft, maar laat ook zien dat de Limburgse band een veelzijdig en fascinerend muzikaal landschap in elkaar heeft geknutseld. Het is een landschap dat geen moment de indruk wekt dat we te maken hebben met een debuut. Waar de meeste beginnende rockbands kiezen voor een redelijk rechttoe rechtaan geluid, kiest GRAEF voor een uiterst subtiel en smaakvol geluid waarin van alles gebeurt.
De zich over het algemeen langzaam voortslepende songs kunnen betoveren met wonderschone klanken en met fraaie piano en ritme accenten, maar de muziek van de Limburgse band kan ook ontsporen in experimentele of bezwerende elektronica of in gruizig gitaargeweld. De bijzondere accenten komen bij GRAEF altijd als een verrassing, wat van How To Play The Sound Of Time een spannende plaat maakt.
Het is een plaat waarop de belangrijkste inspiratiebronnen van de band zo nu en dan aan de oppervlakte komen, maar GRAEF heeft op haar debuut toch vooral gesleuteld aan een bijzonder eigen geluid. De band zal hierbij niet de beschikking hebben gehad over onbeperkte middelen, maar wat klinkt de plaat goed. De atmosferische synths en de mooie gitaarlijnen komen helder uit de speakers en hetzelfde geldt voor de subtiele accenten, de aangenaam klinkende zang en de werkelijk geweldig spelende ritmesectie, die laat horen dat bas en drums veel meer kunnen dan ondersteunen.
GRAEF had me met How To Play The Sound Of Time direct te pakken, maar de plaat blijft maar groeien en verbazen. Razend knap debuut van deze Nederlandse band dus . Erwin Zijleman
How To Play The Sound Of Time van GRAEF is verkrijgbaar via de website van de band: http://graefmusic.com/bestel-album/.
Ik heb How To Play The Sound Of Time inmiddels veel vaker gehoord en ben behoorlijk onder de indruk van het debuut van de Nederlandse band.
Het debuut van GRAEF zal in het hokje rock worden geduwd, maar binnen dit hokje kiezen de Limburgers nadrukkelijk het avontuur.
GRAEF overtuigt op How To Play The Sound Of Time met lekker in het gehoor liggende songs, maar het zijn ook songs die continu de fantasie prikkelen en kiezen voor uitstapjes buiten de gebaande paden, wat een bijzondere en zeldzame combinatie van eigenschappen is.
Op haar debuut kiest GRAEF in de meeste tracks voor een wat donker en broeierig geluid vol onderhuidse spanning. Het is een geluid vol invloeden. In eerste instantie deed How To Play The Sound Of Time me vooral denken aan het Vlaamse dEUS, maar de muziek van GRAEF sluit ook aan bij het mysterie van Japan, de postpunk flirt van Editors en de zwaarmoedige momenten van Depeche Mode of Gary Numan.
Ik kan nog wel even doorgaan met dit soort vergelijkingen want How To Play The Sound Of Time klinkt ook als Radiohead dat de rocksong met een kop en een staart weer heeft omarmd, als U2 in haar donkere dagen en geproduceerd door Brian Eno of als Talk Talk dat niet voor verstilling maar voor bezwering heeft gekozen in haar nadagen.
Het illustreert niet alleen dat GRAEF smaakt heeft, maar laat ook zien dat de Limburgse band een veelzijdig en fascinerend muzikaal landschap in elkaar heeft geknutseld. Het is een landschap dat geen moment de indruk wekt dat we te maken hebben met een debuut. Waar de meeste beginnende rockbands kiezen voor een redelijk rechttoe rechtaan geluid, kiest GRAEF voor een uiterst subtiel en smaakvol geluid waarin van alles gebeurt.
De zich over het algemeen langzaam voortslepende songs kunnen betoveren met wonderschone klanken en met fraaie piano en ritme accenten, maar de muziek van de Limburgse band kan ook ontsporen in experimentele of bezwerende elektronica of in gruizig gitaargeweld. De bijzondere accenten komen bij GRAEF altijd als een verrassing, wat van How To Play The Sound Of Time een spannende plaat maakt.
Het is een plaat waarop de belangrijkste inspiratiebronnen van de band zo nu en dan aan de oppervlakte komen, maar GRAEF heeft op haar debuut toch vooral gesleuteld aan een bijzonder eigen geluid. De band zal hierbij niet de beschikking hebben gehad over onbeperkte middelen, maar wat klinkt de plaat goed. De atmosferische synths en de mooie gitaarlijnen komen helder uit de speakers en hetzelfde geldt voor de subtiele accenten, de aangenaam klinkende zang en de werkelijk geweldig spelende ritmesectie, die laat horen dat bas en drums veel meer kunnen dan ondersteunen.
GRAEF had me met How To Play The Sound Of Time direct te pakken, maar de plaat blijft maar groeien en verbazen. Razend knap debuut van deze Nederlandse band dus . Erwin Zijleman
How To Play The Sound Of Time van GRAEF is verkrijgbaar via de website van de band: http://graefmusic.com/bestel-album/.
23 november 2017
Garciaphone - Dreameater
Het Franse label Microcultures, dat ons deze week ook al heeft heeft verblijd met de bijzonder fraaie reissue van Fête Foraine van de Australische band The Apartments, is ook de thuisbasis van de band Garciaphone.
Dankzij het Nederlandse label Tiny Room Records is Dreameater, de tweede plaat van de Franse band, nu ook in Nederland ruim beschikbaar. Dat is maar goed ook, want Dreameater van Garciaphone is een pareltje.
Garciaphone is de band van de Franse muzikant Olivier Pérez. Pérez opereert vanuit de weinig opwindende Franse provinciestad Clermont-Ferrand, maar was het afgelopen decennium ook veel op reis, wat veel beelden en inspiratie opleverde.
Bij terugkeer maakte hij met medemuzikanten Zacharie Boissau, Matthieu Lopez, Christophe Adam en Julie Lopez bij hem thuis het bijzonder fraaie Dreameater, de opvolger van het een paar jaar geleden verschenen en helaas nauwelijks opgemerkte Constancia. Met Dreameater moet de Franse band veel meer aandacht gaan afdwingen, want de tweede van Garciaphone is een hele mooie en bijzondere plaat.
Garciaphone maakt op Dreameater muziek die me in eerste instantie vooral aan bands als Sparklehorse en Spain deed denken. Olivier Pérez heeft gekozen voor een smaakvolle maar betrekkelijk ingetogen en grotendeels organisch klinkende instrumentatie en voorziet deze vervolgens van heerlijk dromerige vocalen.
Ik vond de muziek van Garciaphone in eerste instantie vooral weemoedig klinken en kwam daarom naast Sparklehorse en Spain ook al snel uit bij Elliott Smith, die qua stem dicht bij Olivier Pérez zit. Naarmate ik Dreameater vaker hoorde verdween de melancholie echter wat naar de achtergrond en hoorde ik ook het melodieuze, sprookjesachtige en experimentele in de muziek van de Franse band.
Garciaphone flirt hier en daar met lome Westcoast pop, maar schuwt ook het meer elektronische experiment en een vleugje Grandaddy niet. Hiernaast hebben de songs van de band van Olivier Pérez iets Beatlesque, overigens zonder dat ik hier precies de vinger op kan leggen.
Garciaphone is op haar tweede plaat een meester in het maken van lome en stemmige muziek, maar het is ook muziek die steeds de fantasie weet te prikkelen met verassende wendingen en licht tegendraadse accenten. Het avontuur op Dreameater is meestal subtiel, maar hier en daar durft de Franse band ook wat nadrukkelijker voor het experiment te kiezen, wat spannende muziek oplevert.
Olivier Pérez had naar verluid nachten zonder dromen door alle ellende in de wereld, maar begon weer te dromen toen Dreameater was opgenomen. Ik kan me daar van alles bij voorstellen. Dreameater van Garciaphone is een plaat die uitnodigt tot luieren en wegdromen en zorgt voor beelden en dromen vol schoonheid, maar ook vol avontuur. Het is muziek die prachtig past bij vallende blaadjes en een knisperend haardvuur, maar Garciaphone maakt ook muziek vol zonnestralen en hoop. Het levert een betoverend mooie plaat op. Erwin Zijleman
Dreameater van Garciaphone is verkrijgbaar via de bandcamp pagina van Tiny Room Records: https://tinyroomrecords.bandcamp.com/album/dreameater.
Dankzij het Nederlandse label Tiny Room Records is Dreameater, de tweede plaat van de Franse band, nu ook in Nederland ruim beschikbaar. Dat is maar goed ook, want Dreameater van Garciaphone is een pareltje.
Garciaphone is de band van de Franse muzikant Olivier Pérez. Pérez opereert vanuit de weinig opwindende Franse provinciestad Clermont-Ferrand, maar was het afgelopen decennium ook veel op reis, wat veel beelden en inspiratie opleverde.
Bij terugkeer maakte hij met medemuzikanten Zacharie Boissau, Matthieu Lopez, Christophe Adam en Julie Lopez bij hem thuis het bijzonder fraaie Dreameater, de opvolger van het een paar jaar geleden verschenen en helaas nauwelijks opgemerkte Constancia. Met Dreameater moet de Franse band veel meer aandacht gaan afdwingen, want de tweede van Garciaphone is een hele mooie en bijzondere plaat.
Garciaphone maakt op Dreameater muziek die me in eerste instantie vooral aan bands als Sparklehorse en Spain deed denken. Olivier Pérez heeft gekozen voor een smaakvolle maar betrekkelijk ingetogen en grotendeels organisch klinkende instrumentatie en voorziet deze vervolgens van heerlijk dromerige vocalen.
Ik vond de muziek van Garciaphone in eerste instantie vooral weemoedig klinken en kwam daarom naast Sparklehorse en Spain ook al snel uit bij Elliott Smith, die qua stem dicht bij Olivier Pérez zit. Naarmate ik Dreameater vaker hoorde verdween de melancholie echter wat naar de achtergrond en hoorde ik ook het melodieuze, sprookjesachtige en experimentele in de muziek van de Franse band.
Garciaphone flirt hier en daar met lome Westcoast pop, maar schuwt ook het meer elektronische experiment en een vleugje Grandaddy niet. Hiernaast hebben de songs van de band van Olivier Pérez iets Beatlesque, overigens zonder dat ik hier precies de vinger op kan leggen.
Garciaphone is op haar tweede plaat een meester in het maken van lome en stemmige muziek, maar het is ook muziek die steeds de fantasie weet te prikkelen met verassende wendingen en licht tegendraadse accenten. Het avontuur op Dreameater is meestal subtiel, maar hier en daar durft de Franse band ook wat nadrukkelijker voor het experiment te kiezen, wat spannende muziek oplevert.
Olivier Pérez had naar verluid nachten zonder dromen door alle ellende in de wereld, maar begon weer te dromen toen Dreameater was opgenomen. Ik kan me daar van alles bij voorstellen. Dreameater van Garciaphone is een plaat die uitnodigt tot luieren en wegdromen en zorgt voor beelden en dromen vol schoonheid, maar ook vol avontuur. Het is muziek die prachtig past bij vallende blaadjes en een knisperend haardvuur, maar Garciaphone maakt ook muziek vol zonnestralen en hoop. Het levert een betoverend mooie plaat op. Erwin Zijleman
Dreameater van Garciaphone is verkrijgbaar via de bandcamp pagina van Tiny Room Records: https://tinyroomrecords.bandcamp.com/album/dreameater.
22 november 2017
Sarah Morris - Hearts In Need Of Repair
Mijn eerste kennismaking met de muziek van Sarah Morris dateert van iets meer dan een jaar geleden. In de zomer van 2016 kreeg ik immers de derde plaat van de singer-songwriter uit Minneapolis, Minnesota, in handen en Ordinary Things beviel me wel.
Na een geslaagde crowdfunding campagne is inmiddels ook de vierde plaat van Sarah Morris verschenen en ook Hearts In Need Of Repair is weer een prima plaat.
Haar vorige plaat maakte vooral indruk met de vocalen en ook op Hearts In Need Of Repair is haar stem het sterkste wapen van Sarah Morris.
De Amerikaanse singer-songwriter luisterde het afgelopen jaar veel naar de vele door Dave Cobb geproduceerde platen en wilde geïnspireerd door het bijzondere geluid van deze platen een album maken waarop de vocalen centraal staan. De momenteel zeer gewilde Dave Cobb kon Sarah Morris natuurlijk niet betalen, maar ze is er wel in geslaagd om een plaat te maken waarop ze het beste uit haar stem haalt.
Op een Amerikaanse countrysite wordt Hearts In Need Of Repair omschreven als de plaat die Taylor Swift zou hebben gemaakt als ze de country trouw was gebleven. Het geeft aan dat de songs van Sarah Morris aangenaam in het gehoor liggen en niet bang zijn voor wat invloeden uit de pop.
Hearts In Need Of Repair doet me ook wel wat denken aan de platen van Jewel, al is de stem van Sarah Morris net wat aangenamer. De countrysnik in haar stem is bescheiden en krijgt gezelschap van een soulvol en jazzy timbre, waardoor ik op haar vorige plaat iets van Norah Jones hoorde. Dat hoor ik op het richting country opgeschoven Hearts In Need Of Repair wat minder, maar dat er helemaal niets mis is met de zang op de nieuwe plaat van Sarah Morris zal inmiddels duidelijk zijn.
De vierde plaat van de singer-songwriter uit Minneapolis, Minnesota, zet op alle fronten een stap in de goede richting. De plaat is voorzien van een aangenaam klinkend rootsgeluid dat de liefhebbers van meer traditioneel ingestelde rootsmuziek niet gaat verjagen, maar ook in de smaak zal vallen bij muziekliefhebbers die best wat pop door de country willen mengen.
Het is een geluid vol dynamiek en vol fraaie versiersels van met name gitaren en het is een geluid waarin de mooie stem van Sarah Morris uitstekend tot zijn recht komt. Die stem is trouwens het mooist wanneer het tempo wat lager ligt en de hoeveelheid pop wordt teruggeschroefd. Stiekem duikt dan toch weer wat van Norah Jones op en daar hoor je mij niet over klagen. Integendeel.
Ook als songwriter laat Sarah Morris op Hearts In Need Of Repair groei horen. De songs op de plaat liggen niet alleen erg lekker in het gehoor, maar beschikken ook over het vermogen om je net wat meer te raken en te verbazen dan die uit de Nashville countrypop en variëren bovendien flink, waardoor Sarah Morris de aandacht makkelijk vast houdt.
Het blijft voor nog relatief onbekende singer-songwriters als Sarah Morris erg lastig om met succes aan de weg te timmeren met een nieuwe plaat, maar wanneer kwaliteit uiteindelijk boven komt drijven geef ik Hearts In Need Of Repair een hele goede kans. Ik ben zelf inmiddels best verslingerd geraakt aan deze aangename rootsplaat met prachtvocalen en ik ben vast niet de enige die gevoelig is voor de muzikale charmes van Sarah Morris. Erwin Zijleman
Hearts In Need Of Repair van Sarah Morris is verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://sarahmorris.bandcamp.com/album/hearts-in-need-of-repair.
Na een geslaagde crowdfunding campagne is inmiddels ook de vierde plaat van Sarah Morris verschenen en ook Hearts In Need Of Repair is weer een prima plaat.
Haar vorige plaat maakte vooral indruk met de vocalen en ook op Hearts In Need Of Repair is haar stem het sterkste wapen van Sarah Morris.
De Amerikaanse singer-songwriter luisterde het afgelopen jaar veel naar de vele door Dave Cobb geproduceerde platen en wilde geïnspireerd door het bijzondere geluid van deze platen een album maken waarop de vocalen centraal staan. De momenteel zeer gewilde Dave Cobb kon Sarah Morris natuurlijk niet betalen, maar ze is er wel in geslaagd om een plaat te maken waarop ze het beste uit haar stem haalt.
Op een Amerikaanse countrysite wordt Hearts In Need Of Repair omschreven als de plaat die Taylor Swift zou hebben gemaakt als ze de country trouw was gebleven. Het geeft aan dat de songs van Sarah Morris aangenaam in het gehoor liggen en niet bang zijn voor wat invloeden uit de pop.
Hearts In Need Of Repair doet me ook wel wat denken aan de platen van Jewel, al is de stem van Sarah Morris net wat aangenamer. De countrysnik in haar stem is bescheiden en krijgt gezelschap van een soulvol en jazzy timbre, waardoor ik op haar vorige plaat iets van Norah Jones hoorde. Dat hoor ik op het richting country opgeschoven Hearts In Need Of Repair wat minder, maar dat er helemaal niets mis is met de zang op de nieuwe plaat van Sarah Morris zal inmiddels duidelijk zijn.
De vierde plaat van de singer-songwriter uit Minneapolis, Minnesota, zet op alle fronten een stap in de goede richting. De plaat is voorzien van een aangenaam klinkend rootsgeluid dat de liefhebbers van meer traditioneel ingestelde rootsmuziek niet gaat verjagen, maar ook in de smaak zal vallen bij muziekliefhebbers die best wat pop door de country willen mengen.
Het is een geluid vol dynamiek en vol fraaie versiersels van met name gitaren en het is een geluid waarin de mooie stem van Sarah Morris uitstekend tot zijn recht komt. Die stem is trouwens het mooist wanneer het tempo wat lager ligt en de hoeveelheid pop wordt teruggeschroefd. Stiekem duikt dan toch weer wat van Norah Jones op en daar hoor je mij niet over klagen. Integendeel.
Ook als songwriter laat Sarah Morris op Hearts In Need Of Repair groei horen. De songs op de plaat liggen niet alleen erg lekker in het gehoor, maar beschikken ook over het vermogen om je net wat meer te raken en te verbazen dan die uit de Nashville countrypop en variëren bovendien flink, waardoor Sarah Morris de aandacht makkelijk vast houdt.
Het blijft voor nog relatief onbekende singer-songwriters als Sarah Morris erg lastig om met succes aan de weg te timmeren met een nieuwe plaat, maar wanneer kwaliteit uiteindelijk boven komt drijven geef ik Hearts In Need Of Repair een hele goede kans. Ik ben zelf inmiddels best verslingerd geraakt aan deze aangename rootsplaat met prachtvocalen en ik ben vast niet de enige die gevoelig is voor de muzikale charmes van Sarah Morris. Erwin Zijleman
Hearts In Need Of Repair van Sarah Morris is verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://sarahmorris.bandcamp.com/album/hearts-in-need-of-repair.
21 november 2017
The Apartments - Fête Foraine
Het Franse label Microcultures omarmde een paar jaar geleden de Australische band The Apartments, wat uiteindelijk resulteerde in het prachtige No Song No Spell No Madrigal.
De plaat haalde mijn jaarlijstje over 2015 en is nog steeds een zeer graag geziene gast op de platenspeler, zeker als de avonden donkerder en kouder worden.
Microcultures komt nu op de proppen met een reissue van Fête Foraine, dat oorspronkelijk in 1996 verscheen en het destijds vooral goed deed in Frankrijk.
Op Fête Foraine vond The Apartments voorman Peter Milton Walsh, die aan het eind van de jaren 70 ook nog even toetrad tot The Go-Betweens, bestaand werk van The Apartments opnieuw uit. De tracks op Fête Foraine zijn afkomstig van The Apartments klassiekers The Evening Visits (1985), Drift (1992) en A Life Full Of Farewells (1995) en zijn voor de gelegenheid ontdaan van alle opsmuk.
De tien songs op de plaat moeten het doen met de akoestische gitaar van Peter Milton Walsh, de piano van Chris Abrahams, de flügelhorn en trompet van Miroslav Bukovski en de good old tamboerijn van Helen Carter. De combinatie van deze drie instrumenten levert een opvallend sfeervol en stemmig geluid op.
Het is een geluid dat de bijzondere stem van Peter Milton Walsh, die in een aantal tracks gezelschap krijgt van de vrouwenstem van Carolyn Polley, naar nog grotere hoogten stuwt, waardoor Fête Foraine minstens net zoveel indruk maakt als No Song No Spell No Madrigal twee jaar geleden.
Deze plaat vergeleek ik destijds met de platen van onder andere American Music Club, Spain en Tindersticks, maar de naam van de Schotse band The Blue Nile bleef eind 2015 het meest hangen, terwijl de songs van The Apartments net zulke groeibriljanten bleken als vrijwel alle songs van The Go-Betweens.
Fête Foraine hoef ik niet meer te vergelijken met de muziek van anderen, want nadat ik twee jaar geleden The Apartments in de top 10 van mijn jaarlijstje zette, heb ik ook de rest van het oeuvre van deze bijzondere Australische band ontdekt. Fête Foraine klinkt daarom vooral als The Apartments en dat is een aanbeveling die nieuwsgierig zou moeten maken.
Microcultures heeft de 21 jaar oude plaat prachtig opgepoetst, waardoor de tien songs prachtig en glashelder uit de speakers komen. Het zijn songs die vooral in het hokje ‘chamber pop’ worden geduwd, maar persoonlijk vind ik de songs van The Apartments vooral tijdloos.
De stemmige klanken en de emotievolle vocalen van Peter Milton Walsh maken ook van Fête Foraine weer een plaat die het vooral goed doet op donkere en koude avonden, maar de songs van de Australiër zijn zo mooi en worden met zoveel gevoel vertolkt dat ze ook een mooie zomerdag moeiteloos zullen overleven.
The Apartments is buiten Frankrijk de cultstatus nooit ontstegen, maar alles dat ik tot dusver van de band heb gehoord is van hoog niveau, van zeer hoog niveau zelfs. Het gold voor de twee jaar geleden verschenen comeback plaat en het geldt nu voor het 21 jaar geleden als een tussendoortje uitgebrachte Fête Foraine. Prachtige plaat die ook in Nederland alle aandacht verdient. Erwin Zijleman
Fête Foraine van The Apartments is op vinyl (aanrader!), cd of digitaal verkrijgbaar via de bandcamp pagina van Microcultures, waar overigens nog veel meer moois te krijgen is: https://microcultures.bandcamp.com/album/f-te-foraine.
De plaat haalde mijn jaarlijstje over 2015 en is nog steeds een zeer graag geziene gast op de platenspeler, zeker als de avonden donkerder en kouder worden.
Microcultures komt nu op de proppen met een reissue van Fête Foraine, dat oorspronkelijk in 1996 verscheen en het destijds vooral goed deed in Frankrijk.
Op Fête Foraine vond The Apartments voorman Peter Milton Walsh, die aan het eind van de jaren 70 ook nog even toetrad tot The Go-Betweens, bestaand werk van The Apartments opnieuw uit. De tracks op Fête Foraine zijn afkomstig van The Apartments klassiekers The Evening Visits (1985), Drift (1992) en A Life Full Of Farewells (1995) en zijn voor de gelegenheid ontdaan van alle opsmuk.
De tien songs op de plaat moeten het doen met de akoestische gitaar van Peter Milton Walsh, de piano van Chris Abrahams, de flügelhorn en trompet van Miroslav Bukovski en de good old tamboerijn van Helen Carter. De combinatie van deze drie instrumenten levert een opvallend sfeervol en stemmig geluid op.
Het is een geluid dat de bijzondere stem van Peter Milton Walsh, die in een aantal tracks gezelschap krijgt van de vrouwenstem van Carolyn Polley, naar nog grotere hoogten stuwt, waardoor Fête Foraine minstens net zoveel indruk maakt als No Song No Spell No Madrigal twee jaar geleden.
Deze plaat vergeleek ik destijds met de platen van onder andere American Music Club, Spain en Tindersticks, maar de naam van de Schotse band The Blue Nile bleef eind 2015 het meest hangen, terwijl de songs van The Apartments net zulke groeibriljanten bleken als vrijwel alle songs van The Go-Betweens.
Fête Foraine hoef ik niet meer te vergelijken met de muziek van anderen, want nadat ik twee jaar geleden The Apartments in de top 10 van mijn jaarlijstje zette, heb ik ook de rest van het oeuvre van deze bijzondere Australische band ontdekt. Fête Foraine klinkt daarom vooral als The Apartments en dat is een aanbeveling die nieuwsgierig zou moeten maken.
Microcultures heeft de 21 jaar oude plaat prachtig opgepoetst, waardoor de tien songs prachtig en glashelder uit de speakers komen. Het zijn songs die vooral in het hokje ‘chamber pop’ worden geduwd, maar persoonlijk vind ik de songs van The Apartments vooral tijdloos.
De stemmige klanken en de emotievolle vocalen van Peter Milton Walsh maken ook van Fête Foraine weer een plaat die het vooral goed doet op donkere en koude avonden, maar de songs van de Australiër zijn zo mooi en worden met zoveel gevoel vertolkt dat ze ook een mooie zomerdag moeiteloos zullen overleven.
The Apartments is buiten Frankrijk de cultstatus nooit ontstegen, maar alles dat ik tot dusver van de band heb gehoord is van hoog niveau, van zeer hoog niveau zelfs. Het gold voor de twee jaar geleden verschenen comeback plaat en het geldt nu voor het 21 jaar geleden als een tussendoortje uitgebrachte Fête Foraine. Prachtige plaat die ook in Nederland alle aandacht verdient. Erwin Zijleman
Fête Foraine van The Apartments is op vinyl (aanrader!), cd of digitaal verkrijgbaar via de bandcamp pagina van Microcultures, waar overigens nog veel meer moois te krijgen is: https://microcultures.bandcamp.com/album/f-te-foraine.
20 november 2017
Charlotte Gainsbourg - Rest
Het is knap hoe Charlotte Gainsbourg in de voetsporen van haar beroemde ouders is getreden, maar toch haar eigen weg heeft gekozen.
Als dochter van actrice Jane Birkin en duizendpoot Serge Gainsbourg moest Charlotte opboksen tegen haar vaders muzikale erfenis van duizelingwekkende proporties en de al even indrukwekkende filmcarrière van haar moeder, maar bleef ze toch overeind.
Charlotte Gainsbourg zette haar eerste stapjes in de muziek met het op 13-jarige leeftijd en aan de hand van haar vader gemaakte Charlotte For Ever, maar keerde pas 20 jaar later terug met het in 2006 verschenen 5:55, waarop Charlotte samenwerkte met Nicolas Godin, Jarvis Cocker, Neil Hannon en producer Nigel Godrich.
Deze plaat werd in 2010 gevolgd door het samen met Beck gemaakte en al even indrukwekkende IRM. Na IRM koos Charlotte Gainsbourg voor haar carrière als actrice (en niet zonder succes), maar met Rest keert ze gelukkig terug in de muziek.
Rest is net als zijn voorgangers een buitengewoon fascinerende plaat. Het is een plaat waarop Charlotte Gainsbourg laat horen dat ze kan zingen als het ultieme Franse zuchtmeisje, maar de zwoele en broeierige Franse klanken worden steeds snel verruild voor het Engels, waarna de Gainsbourg telg flink dieper graaft dan haar jongere Franse soortgenoten.
Charlotte Gainsbourg wist dit keer Paul McCartney te strikken voor een bijdrage, maar werkt op Rest vooral intensief samen met Guy-Manuel de Homem-Christo van Daft Punk en de succesvolle Franse producer DJ SebastiAn (Daft Punk, Frank Ocean). Het levert een plaat op die meerdere kanten op schiet.
Rest, dat overigens een eerbetoon is aan haar halfzus Kate Berry (ook een dochter van Jane Birkin), die vier jaar geleden zelf voor de dood koos, schuurt dicht aan tegen de Franse zuchtmeisjespop, laat zich beïnvloeden door de platen en de soundtracks die haar vader maakte, flirt met 80s synthpop en new wave en sluit aan op de moderne Franse elektronische muziek die op de kaart is gezet door bands als Air en Daft Punk. Hier blijft het niet bij, want Charlotte Gainsbourg heeft, net als Daft Punk, een hoorbaar zwak voor de elektronische disco van Giorgio Moroder en heeft ook goed geluisterd naar de bitterzoete popsongs van ABBA.
DJ SebastiAn heeft Rest voorzien van een rijks georkestreerd geluid dat wordt gedomineerd door atmosferische en breed uitwaaiende synths en fraai gearrangeerde strijkers. Het levert een wat kil geluid op, dat vervolgens door Charlotte Gainsbourg van heel veel warmte wordt voorzien.
Rest is een persoonlijke plaat, die ook in tekstueel opzicht zeer de moeite waard is, maar ook in muzikaal en vocaal opzicht is het smullen. De muziek van Charlotte Gainsbourg op Rest ligt bijzonder lekker in het gehoor en overtuigt hierdoor heel makkelijk, maar het is ook muziek vol verrassende wendingen.
Deze zijn deels het gevolg van het continu schakelen tussen Frans en Engels, maar ook het uit meerdere lagen en zowel uit elektronische als organische klanken bestaande geluidstapijt zit vol avontuur en onderhuidse spanning.
Het is knap hoe Charlotte Gainsbourg zwoele muziek kan maken die opvallend toegankelijk klinkt, maar je op hetzelfde moment steeds weer op het verkeerde been zet en maar aan kracht blijft winnen. Rest zit vol zwoele betovering en zoete verleiding, maar het is ook een plaat vol pijn en diepgang, die bij herhaalde beluistering alleen maar mooier en indrukwekkender wordt. Briljante plaat durf ik inmiddels wel te stellen. Erwin Zijleman
Als dochter van actrice Jane Birkin en duizendpoot Serge Gainsbourg moest Charlotte opboksen tegen haar vaders muzikale erfenis van duizelingwekkende proporties en de al even indrukwekkende filmcarrière van haar moeder, maar bleef ze toch overeind.
Charlotte Gainsbourg zette haar eerste stapjes in de muziek met het op 13-jarige leeftijd en aan de hand van haar vader gemaakte Charlotte For Ever, maar keerde pas 20 jaar later terug met het in 2006 verschenen 5:55, waarop Charlotte samenwerkte met Nicolas Godin, Jarvis Cocker, Neil Hannon en producer Nigel Godrich.
Deze plaat werd in 2010 gevolgd door het samen met Beck gemaakte en al even indrukwekkende IRM. Na IRM koos Charlotte Gainsbourg voor haar carrière als actrice (en niet zonder succes), maar met Rest keert ze gelukkig terug in de muziek.
Rest is net als zijn voorgangers een buitengewoon fascinerende plaat. Het is een plaat waarop Charlotte Gainsbourg laat horen dat ze kan zingen als het ultieme Franse zuchtmeisje, maar de zwoele en broeierige Franse klanken worden steeds snel verruild voor het Engels, waarna de Gainsbourg telg flink dieper graaft dan haar jongere Franse soortgenoten.
Charlotte Gainsbourg wist dit keer Paul McCartney te strikken voor een bijdrage, maar werkt op Rest vooral intensief samen met Guy-Manuel de Homem-Christo van Daft Punk en de succesvolle Franse producer DJ SebastiAn (Daft Punk, Frank Ocean). Het levert een plaat op die meerdere kanten op schiet.
Rest, dat overigens een eerbetoon is aan haar halfzus Kate Berry (ook een dochter van Jane Birkin), die vier jaar geleden zelf voor de dood koos, schuurt dicht aan tegen de Franse zuchtmeisjespop, laat zich beïnvloeden door de platen en de soundtracks die haar vader maakte, flirt met 80s synthpop en new wave en sluit aan op de moderne Franse elektronische muziek die op de kaart is gezet door bands als Air en Daft Punk. Hier blijft het niet bij, want Charlotte Gainsbourg heeft, net als Daft Punk, een hoorbaar zwak voor de elektronische disco van Giorgio Moroder en heeft ook goed geluisterd naar de bitterzoete popsongs van ABBA.
DJ SebastiAn heeft Rest voorzien van een rijks georkestreerd geluid dat wordt gedomineerd door atmosferische en breed uitwaaiende synths en fraai gearrangeerde strijkers. Het levert een wat kil geluid op, dat vervolgens door Charlotte Gainsbourg van heel veel warmte wordt voorzien.
Rest is een persoonlijke plaat, die ook in tekstueel opzicht zeer de moeite waard is, maar ook in muzikaal en vocaal opzicht is het smullen. De muziek van Charlotte Gainsbourg op Rest ligt bijzonder lekker in het gehoor en overtuigt hierdoor heel makkelijk, maar het is ook muziek vol verrassende wendingen.
Deze zijn deels het gevolg van het continu schakelen tussen Frans en Engels, maar ook het uit meerdere lagen en zowel uit elektronische als organische klanken bestaande geluidstapijt zit vol avontuur en onderhuidse spanning.
Het is knap hoe Charlotte Gainsbourg zwoele muziek kan maken die opvallend toegankelijk klinkt, maar je op hetzelfde moment steeds weer op het verkeerde been zet en maar aan kracht blijft winnen. Rest zit vol zwoele betovering en zoete verleiding, maar het is ook een plaat vol pijn en diepgang, die bij herhaalde beluistering alleen maar mooier en indrukwekkender wordt. Briljante plaat durf ik inmiddels wel te stellen. Erwin Zijleman
19 november 2017
Shannon Lay - Living Water
Het Woodsist label van Kevin Morby bracht onlangs niet alleen het zeer veelbelovende en eveneens vandaag op deze BLOG besproken debuut van Anna St. Louis uit, maar is ook het label van Shannon Lay.
Deze Shannon Lay zal een enkeling kennen van de garagepunk band Feels of van haar vorige twee platen, maar met haar derde plaat Living Water zet deze Shannon Lay een enorme stap voorwaarts.
In het persbericht bij de plaat wordt vooral het volstrekt tijdloze karakter van de muziek van Shannon Lay benoemd en geroemd. Dat is volkomen terecht.
Luister naar Living Water en je hoort een plaat die net zo makkelijk in de jaren 60 als in het heden kan zijn gemaakt. Shannon Lay maakt soms de pastoraal aandoende folk zoals singer-songwriters als Karen Dalton, Linda Perhacs en Judee Sill die ooit maakten, maar vindt ook aansluiting bij de folkies van deze tijd als Julie Byrne, Jessica Pratt en Kathryn Williams.
Wanneer de gitaren nog net wat moderner klinken zijn zelfs gekwelde singer-songwriters als Phoebe Bridgers en Julien Baker niet heel ver weg, maar over het algemeen kiest Shannon Lay toch voor de traditioneel aandoende folk vol echo’s uit het verleden, waaronder echo’s van grootheden als Joni Mitchell en Nick Drake.
Het is folk die meestal genoeg heeft aan een gitaar en een stem, maar producer Emmet Kelly (The Cairo Gang, Will Oldham) heeft het folky geluid van Shannon Lay ook incidenteel voorzien van wat mysterieus aandoende accenten en van bijzonder stemmige strijkers.
Living Water werd bij de producer thuis in Los Angeles opgenomen, wat een intiem en warm geluid heeft opgeleverd. Het is een geluid dat opvalt door ingetogen maar bijzonder mooi en ook opvallend veelkleurig gitaarspel en door de prachtig heldere stem van Shannon Fay, die beschikt over een stem die gemaakt lijkt voor de licht dromerige folk die domineert op Living Water.
Het is muziek die af en toe wat spanning nodig heeft en deze vervolgens ontleent aan de fraai gearrangeerde strijkers, aan de wat zweverige accenten die aan de muziek zijn toegevoegd of aan de net wat bezwerender klinkende zang van de singer-songwriter uit Los Angeles.
Het is knap hoe Shannon Lay samen met Emmet Kelly een uiterst sober geluid neerzet dat ook ruimtelijk en atmosferisch klinkt en het is minstens even knap hoe de Amerikaanse muzikante ondanks het beperkte instrumentarium variatie weet aan te brengen in haar muziek. Waar dit soort akoestische folk helaas vaak wat vlak klinkt, hebben Shannon Lay en de gelouterde producer met wie ze heeft samengewerkt de plaat bovendien voorzien van dynamiek en spanning.
Deze dynamiek en spanning worden gecreëerd met subtiele middelen. Een lichte stemverheffing of een net wat steviger aangeslagen akkoord zorgen in de songs van Shannon Lay voor een flinke stroomversnelling, waardoor de plaat makkelijk blijft boeien en groeien.
Shannon Lay zingt op Living Water vaak fluisterzacht, maar wat legt ze veel emotie en expressie in haar zang. Het zorgt ervoor dat de songs op de derde plaat van Shannon Lay zich genadeloos opdringen en al heel snel geen genoegen meer nemen met een rol op de achtergrond.
Living Water doet wat melancholisch aan, wat wordt versterkt door de wat somber klinkende strijkers. Het zorgt er voor dat de derde plaat van Shannon Lay het uitstekend doen in het huidige seizoen en het seizoen dat er aan komt en bijna smeekt om een open haard en een fles wijn. Laat al die donkere avonden maar komen; er ligt een mooie soundtrack klaar. Erwin Zijleman
Een digitale versie van Living Water van Shannon Lay is verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://shannonlay.bandcamp.com/album/living-water.
Deze Shannon Lay zal een enkeling kennen van de garagepunk band Feels of van haar vorige twee platen, maar met haar derde plaat Living Water zet deze Shannon Lay een enorme stap voorwaarts.
In het persbericht bij de plaat wordt vooral het volstrekt tijdloze karakter van de muziek van Shannon Lay benoemd en geroemd. Dat is volkomen terecht.
Luister naar Living Water en je hoort een plaat die net zo makkelijk in de jaren 60 als in het heden kan zijn gemaakt. Shannon Lay maakt soms de pastoraal aandoende folk zoals singer-songwriters als Karen Dalton, Linda Perhacs en Judee Sill die ooit maakten, maar vindt ook aansluiting bij de folkies van deze tijd als Julie Byrne, Jessica Pratt en Kathryn Williams.
Wanneer de gitaren nog net wat moderner klinken zijn zelfs gekwelde singer-songwriters als Phoebe Bridgers en Julien Baker niet heel ver weg, maar over het algemeen kiest Shannon Lay toch voor de traditioneel aandoende folk vol echo’s uit het verleden, waaronder echo’s van grootheden als Joni Mitchell en Nick Drake.
Het is folk die meestal genoeg heeft aan een gitaar en een stem, maar producer Emmet Kelly (The Cairo Gang, Will Oldham) heeft het folky geluid van Shannon Lay ook incidenteel voorzien van wat mysterieus aandoende accenten en van bijzonder stemmige strijkers.
Living Water werd bij de producer thuis in Los Angeles opgenomen, wat een intiem en warm geluid heeft opgeleverd. Het is een geluid dat opvalt door ingetogen maar bijzonder mooi en ook opvallend veelkleurig gitaarspel en door de prachtig heldere stem van Shannon Fay, die beschikt over een stem die gemaakt lijkt voor de licht dromerige folk die domineert op Living Water.
Het is muziek die af en toe wat spanning nodig heeft en deze vervolgens ontleent aan de fraai gearrangeerde strijkers, aan de wat zweverige accenten die aan de muziek zijn toegevoegd of aan de net wat bezwerender klinkende zang van de singer-songwriter uit Los Angeles.
Het is knap hoe Shannon Lay samen met Emmet Kelly een uiterst sober geluid neerzet dat ook ruimtelijk en atmosferisch klinkt en het is minstens even knap hoe de Amerikaanse muzikante ondanks het beperkte instrumentarium variatie weet aan te brengen in haar muziek. Waar dit soort akoestische folk helaas vaak wat vlak klinkt, hebben Shannon Lay en de gelouterde producer met wie ze heeft samengewerkt de plaat bovendien voorzien van dynamiek en spanning.
Deze dynamiek en spanning worden gecreëerd met subtiele middelen. Een lichte stemverheffing of een net wat steviger aangeslagen akkoord zorgen in de songs van Shannon Lay voor een flinke stroomversnelling, waardoor de plaat makkelijk blijft boeien en groeien.
Shannon Lay zingt op Living Water vaak fluisterzacht, maar wat legt ze veel emotie en expressie in haar zang. Het zorgt ervoor dat de songs op de derde plaat van Shannon Lay zich genadeloos opdringen en al heel snel geen genoegen meer nemen met een rol op de achtergrond.
Living Water doet wat melancholisch aan, wat wordt versterkt door de wat somber klinkende strijkers. Het zorgt er voor dat de derde plaat van Shannon Lay het uitstekend doen in het huidige seizoen en het seizoen dat er aan komt en bijna smeekt om een open haard en een fles wijn. Laat al die donkere avonden maar komen; er ligt een mooie soundtrack klaar. Erwin Zijleman
Een digitale versie van Living Water van Shannon Lay is verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://shannonlay.bandcamp.com/album/living-water.
Anna St. Louis - First Songs
Onlangs werd ik op Musicmeter gewezen op het debuut van ene Anna St. Louis, waarbij werd aangegeven dat ze klinkt als Mazzy Star met een country twist. Het was meer dan genoeg om mijn interesse te wekken en het debuut van de Amerikaanse singer-songwriter op te zoeken.
First Songs bevat acht songs en duurt nog geen half uur, maar in dat half uur maakt Anna St. Louis wat mij betreft indruk.
Anna St. Louis groeide niet op in de plaats waarmee ze haar achternaam deelt, maar in Kansas City. In haar jeugd zong ze in punkbands, maar haar ambities lagen op het terrein van de schilderkunst. Ze ging daarom naar de kunstacademie in Philadelphia, maar verruilde deze plaats uiteindelijk weer voor Los Angeles, waar ze uiteindelijk toch koos voor de muziek.
Anna St. Louis leerde zichzelf gitaar spelen, schreef haar eerste songs en nam deze op in haar slaapkamer. Het uiteindelijke resultaat is te horen op First Songs, dat overigens niet in de slaapkamer in Los Angeles, maar in een studio in Iowa werd opgenomen.
De eerste songs van Anna St. Louis zijn vooral ingetogen en hebben voor een belangrijk deel genoeg aan de akoestische gitaar en de stem van de vanuit Los Angeles opererende muzikante. Zowel het gitaarspel als de zang van Anna St. Louis doen wat psychedelisch en broeierig aan, wat waarschijnlijk zorgt voor de associatie met de muziek van Mazzy Star, al heb ik die associatie persoonlijk niet zo heel vaak.
De songs van de Amerikaanse singer-songwriter steken, zeker op het eerste gehoor, niet al te ingewikkeld in elkaar en laten naast akoestische gitaar en zang hier en daar een eenvoudige ritmesectie en wat andere accenten horen. Eenvoud troef dus op het debuut van Anna St. Louis, maar met de eenvoudige middelen die ze tot haar beschikking heeft sorteert ze een enorm effect.
De tracks op First Songs zitten vol met invloeden uit de Amerikaanse folk, hebben soms een bluesy en soms een country twist en doen vooral psychedelisch aan. De muziek van Anna St. Louis is door het psychedelische karakter bezwerend en benevelend en heeft zeker als je er vaak naar luistert een hypnotiserende uitwerking.
De stem van Anna St. Louis is zeker niet per definitie mooi, maar het is wel een stem die iets met je doet, of heel veel met je doet zoals in mijn geval. Anna St. Louis maakt hierdoor muziek die zich stevig opdringt en die dwingt tot luisteren.
Wanneer je daar aan toegeeft winnen de songs van de Amerikaanse singer-songwriter snel aan diepte en kracht en is het niet overdreven om het etiket veelbelovend op haar debuut te plakken. Zelf heb ik in ieder geval hoge verwachtingen met betrekking tot de volgende serie songs van Anna St. Louis, maar ook dit bijzondere debuut mag er zeker zijn. Erwin Zijleman
First Songs van Anna St. Louis is op cassette (!) verkrijgbaar via haar label (overigens het label van Kevin Morby): http://www.woodsist.com/product/anna-st-louis-first-songs-cassette/. Een digitale versie vind je op haar bandcamp pagina: https://annastlouis.bandcamp.com/album/first-songs.
Abonneren op:
Posts (Atom)