12 juli 2025

Review: Noah Cyrus - I Want My Loved Ones To Go With Me

Noah Cyrus zal altijd worden vergeleken met haar oudere en beroemdere zus Miley, maar met het eigenzinnige I Want My Loved Ones To Go With Me laat de jongere Cyrus telg horen dat ook zij bulkt van het talent
Ik was bijna drie jaar geleden behoorlijk onder de indruk van het debuutalbum van Noah Cyrus, maar het deze week verschenen I Want My Loved Ones To Go With Me is nog veel beter. Natuurlijk staat Noah Cyrus in de schaduw van haar zus, maar op haar tweede album kiest ze nog wat nadrukkelijker haar eigen weg. Noah Cyrus blijft ver weg van de aanstekelijke pop, maar kiest voor veel invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek en een vleugje indie. Het levert een bijzonder klinkend album op, dat indruk maakt met een bijzondere sfeer, indringende songs en de mooie stem van Noah Cyrus, die is gegroeid als zangeres. Noah Cyrus gaat haar eigen weg en het is een prachtige weg.



Ik was ruim een maand geleden niet echt ondersteboven van het nieuwe album van Miley Cyrus. Van de grote popsterren van het moment is Miley Cyrus zeker een van de betere zangeressen en misschien zelfs wel de beste, maar de songs op Something Beautiful waren wat mij betreft te weinig onderscheidend, iets wat naar mijn mening ook gold voor de songs op het vorige album van de Amerikaanse superster. 

Bij Miley Cyrus heb ik altijd het idee dat ze veel beter kan als ze haar eigen dingen zou kunnen of mogen doen. Wat dat betreft heeft haar jongere zus Noah Cyrus het een stuk makkelijker, al is het vast niet eenvoudig om als zus van een grote popster je weg te vinden in de muziek. Daar slaagde Noah Cyrus in de herfst van 2022 overigens heel aardig in, want met The Hardest Part leverde de jongere Cyrus telg een bijzonder mooi debuutalbum af. Het is een album dat uiteindelijk mijn jaarlijstje haalde, wat zus Miley in mijn jaarlijstjes nooit is gelukt. 

In tegenstelling tot haar beroemde zus koos Noah Cyrus op haar debuutalbum niet voor grootse pop, maar voor Amerikaanse rootsmuziek met een vleugje indie. Noah Cyrus had op haar debuutalbum niet de vocale power van haar zus, maar maakte absoluut indruk met mooie en vooral ingetogen vocalen, die haar songs voorzagen van een bijzondere en vaak wat donkere sfeer. 

Noah Cyrus keert deze week terug met I Want My Loved Ones To Go With Me, eigenlijk volledig met hoofdletters geschreven, maar dat is wel erg schreeuwerig. Het is een album waarop Noah Cyrus verder gaat waar haar debuutalbum bijna drie jaar geleden ophield, want ook op haar nieuwe album omarmt de Amerikaanse muzikante vooral de Amerikaanse rootsmuziek. 

Dat doet ze op I Want My Loved Ones To Go With Me in veel gevallen met verrassend ingetogen songs. Het zijn songs die laten horen dat Noah Cyrus zich als zangeres flink heeft ontwikkeld, want de zang op haar tweede album klinkt een stuk zelfverzekerder en krachtiger dan die op het debuutalbum. 

Noah Cyrus wordt op I Want My Loved Ones To Go With Me onder andere bijgestaan door Bill Callahan, Fleet Foxes, Ella Langley en Blake Shelton en schuift hier en daar nog wat verder op richting de countrymuziek die ze thuis heeft meegekregen. Net als haar debuutalbum is I Want My Loved Ones To Go With Me echter geen puur rootsalbum, want Noah Cyrus heeft haar songs ook dit keer met enige regelmaat een indie vibe meegegeven. 

In een Amerikaanse recensie wordt de muziek van de Amerikaanse muzikante geplaatst tussen Emmylou Harris en Mazzy Star. Daar kan ik me niet direct in vinden, maar dat Noah Cyrus zowel invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek als uit de alternatieve pop en rock van het moment verwerkt onderschrijf ik zeker. Noah Cyrus is zeker niet de enige die dit doet, maar I Want My Loved Ones To Go With Me laat wat mij betreft een bijzonder geluid horen. 

Waar ik bij beluistering van het laatste album van Miley Cyrus vooral hoorde dat ze kan zingen en vakkundig gemaakte popsongs kan produceren, wist zus Noah me direct bij eerste beluistering te raken met haar songs, die zowel uiterst ingetogen als behoorlijk uitbundig kunnen klinken, maar altijd iets puurs hebben. De wat donkere klanken op het album versterken de impact van haar songs nog wat meer.

Ik weet zeker dat Noah Cyrus ook met haar nieuwe album qua populariteit weer flink gaat achterblijven bij haar beroemde zus, maar in artistiek opzicht geeft ze haar met I Want My Loved Ones To Go With Me op indrukwekkende wijze het nakijken. Noah Cyrus heeft wat mij betreft wederom een jaarlijstjesalbum gemaakt en dat is knap. Erwin Zijleman


I Want My Loved Ones To Go With Me van Noah Cyrus is verkrijgbaar via de Mania webshop:


11 juli 2025

Review: Eiko Ishibashi - Antigone

De Japanse muzikante Eiko Ishibashi maakt op Antigone mooie en bijzondere muziek, die zich heeft laten beïnvloeden door meerdere genres en die zowel door de muziek als de zang anders klinkt dan ik gewend ben
Ik heb lang getwijfeld over Antigone van Eiko Ishibashi, want de muzikante uit Tokyo maakt muziek die me keer op keer op het verkeerde been zet. Dat betekent niet dat Eiko Ishibashi moeilijke muziek maakt, want de muziek op Antigone is het grootste deel van de tijd heel aangenaam en toegankelijk. Het is muziek die zich niet heel makkelijk laat omschrijven, want de Japanse muzikante verwerkt uiteenlopende invloeden en smeedt al deze invloeden samen in een bijzonder geluid. Ik vond het wel even wennen, maar eenmaal gewend aan de mooie klanken en de bijzondere zang is Antigone van Eiko Ishibashi een album dat de fantasie uitvoerig prikkelt.



Ik doe, zeker nu het aantal interessante albums door de zomerstop wat begint af te nemen, regelmatig een greep uit de flinke stapel albums die de afgelopen maanden is blijven liggen. Een album dat hierbij met enige regelmaat terugkeert is Antigone van Eiko Ishibashi. Het is een album dat begin dit jaar zeer warm is onthaald door de critici, maar het is ook een album dat zich voor een belangrijk deel buiten mijn muzikale comfort zone beweegt, waardoor ik het al een paar keer heb teruggelegd op de stapel. 

Het bewegen buiten mijn muzikale comfort zone begint al met de teksten in het Japans, maar ook in muzikaal en vocaal opzicht wijkt Antigone flink af van de albums waar ik normaal gesproken naar luister. Het betekent zeker niet dat het meest recente album van de Japanse muzikante Eiko Ishibashi een ontoegankelijk of lastig te doorgronden album is, want dat is het zeker niet. 

Zo beschikt de muzikante uit Tokyo over een hele mooie stem, die misschien anders klinkt dan de stemmen uit de Europese en Amerikaanse popmuziek, maar toch makkelijk overtuigt, zeker wanneer je gewend bent aan de soms wat hoge klanken. Ook de muziek op Antigone is bijzonder mooi. Het is muziek die zich door van alles en nog wat heeft laten beïnvloeden, waardoor Antigone ook in muzikaal opzicht duidelijk andere klinkt dan muziek die in Europa of de VS wordt gemaakt. 

Dat betekent overigens niet dat Eiko Ishibashi veel invloeden uit de Japanse muziek verwerkt op haar meest recente album, want dat valt reuze mee. Op Antigone spelen invloeden uit de jazz een belangrijke rol, maar ik hoor ook invloeden uit de ambient en hiernaast spelen zowel invloeden uit de avant garde als de pop een voorname rol op het album, dat ook neoklassieke elementen bevat en ook wel wat aan filmmuziek doet denken. Het levert een warm en bij vlagen zeer toegankelijk geluid op, maar het is ook een geluid dat de fantasie prikkelt en een geluid dat op een of andere manier duidelijk anders klinkt dan dat op de meeste andere albums van het moment. 

Eiko Ishibashi, die overigens al een flinke stapel albums op haar naam heeft staan, werkt op Antigone samen met de zeer eigenzinnige Amerikaanse muzikant Jim O’Rourke, wiens albums ik over het algemeen overigens laat liggen. Ik heb verder niet zo heel veel informatie over het album, maar zo te horen wordt de Japanse muzikante bijgestaan door een aantal muzikanten uit de jazzscene. 

Antigone bevat vooral wat lome jazzy klanken, met een hoofdrol voor stemmige blazers, en blijft gelukkig ver weg van de zenuwachtige jazz waar ik maar lastig tegen kan. Organische klanken worden op bijzondere wijze gecombineerd met elektronica, wat het eigen karakter van de muziek van Eiko Ishibashi verder versterkt. Antigone is een album dat zich als een warme deken om je heen slaat en het is wat mij betreft een album dat het vooral aan de randen van de dag erg goed doet. 

De zeer verzorgd klinkende muziek op het album en de rustgevende vocalen van Eiko Ishibashi voorzien het album van een bijzondere sfeer, die uitnodigt tot ontspannen of zelfs wegdromen. Zak echter niet te ver weg, want Antigone is ook een album vol bijzonder mooie details, die het verdienen om uitgeplozen te worden. Het duurde even voor het kwartje viel, maar inmiddels ben ik volledig overtuigd van de kwaliteit van Antigone. Erwin Zijleman

De muziek van Eiko Ishibashi is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Japanse muzikante: https://eikoishibashi.bandcamp.com/album/antigone.


Antigone van Eiko Ishibashi is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Review: Yaya Bey - do it afraid

Yaya Bey is binnen de R&B uitgegroeid tot een van de lievelingen van de critici en ook op het deze week verschenen do it afraid laat de muzikante uit Brooklyn, New York, weer horen dat dit volkomen terecht is
Toen ik do it afraid van Yaya Bey vorige maand beluisterde hoorde ik niet zoveel in het album en vond ik het een stuk minder dan het album dat ik eind 2022 zo indrukwekkend vond. Het heeft waarschijnlijk niet zo heel veel met het album te maken en meer met de vraag of ik in de stemming ben voor een R&B album of niet. Toen ik dat wel was beviel het nieuwe album van Yaya Bey me opeens een stuk beter. De Amerikaanse muzikante maakt zeker geen dertien in een dozijn R&B maar verwerkt uiteenlopende invloeden in haar songs. Ze is bovendien een uitstekende zangeres die ver weg blijft van de vocale trucjes die zo vaak zijn te horen in het genre.



Ik heb een bijzondere relatie met het genre R&B. Het is een genre waar ik meestal niet zo heel veel van moet hebben en soms zelfs helemaal niets, maar zo af en toe duiken er ook R&B albums op die ik goed genoeg vind voor mijn jaarlijstje, met A Seat At The Table van Solange als “all time favourite” en de albums van Cleo Sol hier vlak achteraan. 

Ook Remember Your North Star van Yaya Bey is een R&B album dat best in mijn jaarlijstje had kunnen opduiken, maar ik haalde het album aan het eind van 2022 uit het jaarlijstje van Pitchfork. Ik vind het nog altijd een fantastisch album, dat op bijzondere wijze invloeden uit de R&B, neo-soul, jazz, hiphop en een vleugje reggae combineert. 

Het is tot dusver ook het enige album dat ik van de New Yorkse muzikante heb opgepikt, want voor Remember Your North Star kende ik Yaya Bey niet en het in 2024 verschenen Tenfold sprak me minder aan dan zijn voorganger. Het is een album dat ik uiteindelijk wel op de juiste waarde heb weten te schatten en hetzelfde geldt eigenlijk voor het vorige maand verschenen do it afraid. 

Het is een album dat een paar weken geleden warm werd onthaald door de critici, maar zelf was ik zeker niet overtuigd door het nieuwe album van de Amerikaanse muzikante. Het nieuwe album van Yaya Bey opent met een track waarin ze rapt in plaats van zingt en dan sta je bij mij al met 3-0 achter. Dat zegt niets over de kwaliteit van het nieuwe album van de muzikante uit New York en alles over mijn smaak, want van rap blijf ik rode vlekken krijgen. 

Het was voor mij reden om do it afraid even opzij te leggen, maar ik had beter de eerste track even over kunnen slaan, want rap speelt buiten de openingstrack slechts een zeer bescheiden rol op het album. Vanaf de tweede track is er de zwoele R&B die ook centraal stond op het ook door mij geroemde Remember Your North Star. 

Het is lome en zwoele en ook wat broeierige R&B die anders klinkt dan de mainstream R&B, zeker wanneer de instrumentatie een stuk subtieler is dan gebruikelijk in de R&B, de ritmes behoorlijk ingetogen klinken, er flink wat organische instrumenten worden ingezet en Yaya Bey echt prachtig zingt. Het klinkt allemaal zwoel en verleidelijk, maar Yaya Bey gooit er hier en daar behoorlijk expliciete teksten tegenaan en laat zich ook dit keer niet in het keurslijf van de R&B persen. 

Ook op do it afraid verwerkt de muzikante uit New York niet alleen invloeden uit de R&B, maar stopt ze ook een flinke dosis soul in haar muziek en zijn er ook dit keer uitstapjes richting hiphop, jazz en incidenteel wat reggae. Zeker nu de temperaturen weer wat oplopen komt de zwoele R&B van Yaya Bey uitstekend tot zijn recht, want het album is gemaakt voor een zweterige zomerdag. 

Met Remember The North Star wist Yaya Bey me aan het eind van 2022 vrijwel direct te overtuigen. Dat lukt met opvolger Tenfold niet en ook do it afraid had bij mij iets meer tijd nodig om te landen. 2025 is voor mij vooralsnog geen jaar waarin R&B albums het goed doen, maar do it afraid is echt veel beter dan ik bij eerste beluistering kon vermoeden. Ik heb geen idee of Yaya Bey inmiddels wordt geschaard onder de groten binnen de R&B, want daarvoor ken ik het genre te slecht, maar met albums als Remember Your North Star en do it afraid hoort ze zeker thuis in deze groep. Erwin Zijleman

De muziek van Yaya Bey is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://yayabey.bandcamp.com/album/do-it-afraid.


do it afraid van Yaya Bey is verkrijgbaar via de Mania webshop:



10 juli 2025

Review: BC Camplight - A Sober Conversation

BC Camplight heeft met A Sober Conversation alweer zijn zevende album afgeleverd en het is een fascinerend album met stevig aangezette arrangementen en flink wat echo’s uit de singer-songwriter muziek uit de jaren 70
BC Camplight kwam er tot dusver nog niet aan te pas op de krenten uit de pop, maar A Sober Conversation is een album waar ik niet omheen kan. Brian Christinzio, de man achter BC Camplight, heeft een aantal verslavingen achter zich gelaten en een zeer geïnspireerd album afgeleverd. Het is een album waarop invloeden uit de jaren 70 een voorname rol spelen, maar de Amerikaanse muzikant geeft een bijzondere eigen draai aan deze invloeden en heeft een album gemaakt dat steeds weer weet te verrassen, te verbazen en te imponeren. De muziek is soms bijna pompeus, maar A Sober Conversation is ook een album met mooie en intieme popliedjes die steeds wat indrukwekkender worden. Prachtalbum!


Ik besprak op de krenten uit de pop nog niet eerder een album van BC Camplight en dat is best bijzonder. Het alter ego van Brian Christinzio maakt immers al twintig jaar albums die ik bij eerste beluistering vrijwel zonder uitzondering zeker interessant vond. Ik heb maar één album van de Amerikaanse muzikant in de kast staan, maar Blink Of A Nihilist uit 2007 stamt uit de periode voor de geboorte van de krenten uit de pop. 

Sindsdien heb ik echt alle albums van BC Camplight beluisterd en het zijn stuk voor stuk albums die ik serieus heb overwogen voor een recensie. Het gold vorige week ook voor het meest recente album van de muzikant, die sinds een aantal jaren uit het Britse Manchester opereert. A Sober Conversation werd uiteindelijk verslagen door albums van vrouwelijke muzikanten, want mijn voorliefde voor vrouwenstemmen is vaak doorslaggevend. 

In een wat rustigere muziekweek heb ik A Sober Conversation alsnog een kans gegeven en daar ben ik blij mee, want wat is het een sterk album. Het is een album dat met name in de Britse muziekmedia geweldige recensies krijgt en inmiddels kan ik me volledig vinden in de vele loftuitingen. 

Prijsnummer op A Sober Conversation is wat mij betreft het duet met The Last Dinner Party zangeres Abigail Morris (Two Legged Dog), maar ook als er geen vrouwenstem is te horen op het album van BC Camplight of alleen op de achtergond opduiken stijgt A Sober Conversation naar grote hoogten. 

Brian Christinzio verruilde een aantal jaren geleden de Verenigde Staten voor het Verenigd Koninkrijk en dat is te horen op het nieuwe album van de Amerikaanse muzikant. A Sober Conversation klinkt wat mij betreft vooral Brits en doet een ruime greep uit alle inspiratie die de Britse popmuziek inmiddels te bieden heeft. 

Het is moeilijk om precies aan te geven waardoor BC Camplight zich heeft laten inspireren op A Sober Conversation, want het album  springt met zevenmijlslaarzen door de tijd. In een aantal songs hoor je duidelijke invloeden uit de 70s singer-songwriter muziek, waarbij overigens ook de grote Amerikaanse singer-songwriters uit het decennium niet worden vergeten, maar ook echo’s uit de Britpop van de jaren 90 zijn hoorbaar. 

Wanneer invloeden uit de jaren70 domineren valt de muziek van BC Camplight op door weelderige arrangementen, mooie klanken, bombastisch pianospel en vocalen met veel gevoel. De arrangementen zijn af en toe zwaar aangezet en schuiven op richting pompeus, maar de songs van BC Camplight blijven op een of andere manier ook intiem. In de songs waarin invloeden uit wat recentere tijden opduiken zijn de arrangementen nog wat spannender, maar ondanks wat meer dynamiek en wat scherpe randjes blijven de songs van BC Camplight opvallend warm en melodieus. 

Ik kan me inmiddels niet meer voorstellen dat ik dit album in eerste instantie liet liggen, want wanneer je eenmaal gewend bent aan het fascinerende geluid en de bijzonder aangename popsongs op A Sober Conversation is het een album om hopeloos verliefd op te worden. 

Het is ook nog eens een album vol diepgang, want Brian Christinzio ging de afgelopen jaren door eigen doen door diepe dalen en heeft deze een plek gegeven in de teksten van zijn nieuwe songs. Ik ben inmiddels diep onder de indruk van A Sober Conversation en het album wordt alleen maar beter. Erwin Zijleman

De muziek van BC Camplight is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikant: https://bc-camplight.bandcamp.com/album/a-sober-conversation.


A Sober Conversation van BC Camplight is verkrijgbaar via de Mania webshop:



09 juli 2025

Review: Min Taka - I Think We Should Just Move In Together

De Turkse muzikante Min Taka imponeert met de deze week verschenen EP I Think We Should Just Move In Together en laat horen dat ze hier en daar niet voor niets een nieuwe popsensatie wordt genoemd
I Think We Should Just Move In Together van de Turkse muzikante Min Taka duurt nog geen twintig minuten, maar maakt zes songs en ruim 19 minuten lang indruk. De Turkse muzikante, die al een tijdje vanuit Rotterdam opereert, past met haar muziek binnen het hokje indiepop, maar verkent binnen dit hokje nadrukkelijk de grenzen. In een aantal tracks schuift ze wat op richting door elektronica gedomineerde muziek met hints naar de dansvloer, maar de EP bevat ook een aantal zwoele en zomerse tracks en tracks waarmee ze zich onder de smaakmakers van de indiepop schaart. I Think We Should Just Move In Together is mijn eerste kennismaking met Min Taka, maar dit smaakt echt naar veel en veel meer.



EP’s laat ik meestal links liggen vanwege het enorme aanbod aan volwaardige albums, maar zo af en toe kom ik een EP tegen waar ik echt niet omheen kan. Het overkwam me deze week met I Think We Should Just Move In Together van Min Taka. Het is een naam die ik nog niet eerder was tegen gekomen, maar na beluistering van de deze week verschenen EP durf ik Min Taka best een grote belofte voor de toekomst te noemen en deze belofte maakt ze al voor een belangrijk deel waar op I Think We Should Just Move In Together. 

Min Taka is een project van de in Istanbul geboren Yasemin Koyuncu, die op haar achttiende naar Nederland kwam om te studeren aan het prestigieuze CODARTS en sindsdien Rotterdam als thuisbasis heeft. Ik had de naam Min Taka zoals gezegd nog niet eerder gehoord, maar dat ligt vooral aan mij, want de naam van het project van de Turkse muzikante zingt inmiddels al een jaar of twee nadrukkelijk rond. 

Twee jaar geleden bracht ze al een EP (Partiyi Durdurun!) uit met in het Turks gezongen songs, die hier en daar terecht werd geprezen. Het is een EP die ik inmiddels heb beluisterd en die ook al laat horen dat Min Taka een groot talent is. Door het Turks klinkt het misschien net wat minder toegankelijk dan Engelstalige popmuziek, maar net als Naaz, die af en toe in het Koerdisch zingt, weet Min Taka de taalkloof makkelijk te overbruggen met prachtige songs die zich makkelijk opdringen. 

Het Turks voegt zelfs iets bijzonders toe aan de songs op de twee jaar geleden verschenen EP, maar met I Think We Should Just Move In Together vergroot Min Taka wat mij betreft haar kans op succes. Op haar nieuwe EP kiest de Rotterdamse muzikante alleen voor het Engels en dan wordt toch net wat makkelijker opgepikt. Op I Think We Should Just Move In Together laat de Turkse muzikante bovendien horen dat ze verder gegroeid is. 

Op het Internet wordt Min Taka hier en daar al een nieuwe popsensatie genoemd en daar is wat voor te zeggen. Op haar nieuwe EP laat de Rotterdamse muzikante immers niet alleen horen dat ze interessante songs schrijft, maar het zijn ook verrassend veelzijdige songs. I Think We Should Just Move In Together is een EP met zes tracks een kleine twintig minuten muziek, maar in die twintig minuten laat Min Taka goed horen hoe getalenteerd ze is. 

De muziek van de Turkse muzikante past in het hokje indiepop, maar flirt ook met de dansvloer en subtiel met indierock. De songs op I Think We Should Just Move In Together hebben soms een zwoel en zomers en licht exotisch tintje, maar kunnen ook killer en elektronischer klinken. De EP van Min Taka duurt misschien maar twintig minuten, maar in die twintig minuten gebeurt er echt van alles en komt de ene na de andere memorabele song voorbij. 

In muzikaal en productioneel opzicht klinkt het allemaal aanstekelijk maar ook spannend, maar de Rotterdamse muzikante maakt ook indruk met haar zang en met haar knap opgebouwde songs, waarin hier en daar samples zijn verwerkt. Het loopt allemaal over van de belofte, maar met deze EP is Min Taka de belofte ook al deels voorbij. Hoogste tijd dat de Pitchfork’s van deze wereld lucht krijgen van de muziek van Min Taka, want I Think We Should Just Move In Together verdient ook buiten Nederland alle aandacht. Erwin Zijleman


I Think We Should Just Move In Together van Min Taka is verkrijgbaar via de Mania webshop:


08 juli 2025

Review - Smut - Tomorrow Comes Crashing

De Amerikaanse band Smut maakt geen geheim van haar liefde voor indierock uit de jaren 90, maar de band uit Chicago is zeker niet in het verleden blijven hangen en levert met Tomorrow Comes Crashing een uitstekend album af
Smut kan in de Verenigde Staten rekenen op de steun van de critici, die positief waren over de eerste twee albums van de Amerikaanse band en ook het deze maand verschenen Tomorrow Comes Crashing weer warm hebben onthaald. Ik begrijp het wel, want Smut maakt muziek zoals die in de hoogtijdagen van de 90s indierock wel vaker werd gemaakt en doet dat heel goed. De band beschikt in de persoon van Tay Roebuck over een uitstekende zangeres en heeft twee gitaristen die van wanten weten. Ook de songs van Smut zijn zeer aansprekend, waarbij het niet uitmaakt of ze terug grijpen op de indierock uit de jaren 90 of niet. Erg lekker album weer van de band uit Chicago.



Bijna drie jaar geleden besprak ik How The Light Felt, het tweede album van de Amerikaanse band Smut. Het was op het eerste gehoor een album van een soort waarvan ik er al tientallen of misschien zelfs wel honderden had beluisterd, maar het klonk zo lekker dat ik bleef luisteren, waarna mijn waardering voor het album snel groeide. 

Ik kwam het album destijds op het spoor via een aantal zeer positieve recensies in de Amerikaanse muziekmedia, waaronder recensies van mijn vaste tipgevers Pitchfork en Paste. Deze tipgevers brachten vorige week ook het nieuwe album van Smut onder mijn aandacht en ook Tomorrow Comes Crashing kon in de VS weer rekenen op zeer positieve kritieken. 

Bij eerste beluistering van het derde album van Smut had ik een soortgelijke ervaring als bijna drie jaar geleden. Ook op haar nieuwe album maakt de band, die werd opgericht in Cincinnati, Ohio, maar inmiddels Chicago, Illinois, als thuisbasis heeft, muziek zoals die in de jaren 90 door veel meer bands werd gemaakt. Tomorrow Comes Crashing doet vanaf de eerste noten denken aan 90s indierock en dat is een genre dat me nog altijd zeer dierbaar is. 

Smut wordt aangevoerd door zangeres en songwriter Tay Roebuck, waardoor de band zich vooral laat vergelijken met 90s indierock bands met een vrouwelijk boegbeeld. Daar waren er destijds ook nogal wat van, maar ik weet zeker dat Smut met haar nieuwe album destijds met de besten had meegekund. 

Tomorrow Comes Crashing opent lekker ruw met een aantal songs vol stevig gitaarwerk en de zang van Tay Roebuck, die met veel passie en kracht zingt. Zeker voor liefhebbers van 90s indierock klinkt het direct vanaf de eerste noten bijzonder lekker en als een feest van herkenning, maar Smut is zeker niet in de jaren 90 blijven steken en legt in haar muziek toch net wat andere accenten dan mijn indierock favorieten van destijds. 

Na een aantal lekker gruizige en stevige tracks neemt Smut bovendien gas terug en laat de band een wat gelaagder geluid horen, waarin ook een vleugje dreampop doorklinkt. Het is een geluid vol hard-zacht dynamiek waarin van alles gebeurt en waarin de stem van Tay Roebuck nog net wat aansprekender klinkt. 

Net als in 2022 vond ik de muziek van Smut in eerste instantie vooral aangenaam klinken, maar de songs van de band zitten ook dit keer goed in elkaar en voegen wat mij betreft ook wat toe aan alle muziek die in de jaren 90 in de indierock werd gemaakt. 

Tay Roebuck trekt met haar songs, haar teksten en vooral met haar mooie stem het makkelijkst de aandacht bij beluistering van Tomorrow Comes Crashing, maar ook de twee gitaristen van de band maken indruk, zeker wanneer ze bijzonder klinkende gitaarduels uitvechten. De nieuwe ritmesectie heb ik nog niet genoemd, maar ook bas en drums klinken uitstekend op Tomorrow Comes Crashing. 

Ik heb persoonlijk een voorkeur voor de songs op het album waarin de gitaren mogen ontsporen en ook de zang wat steviger uit mag pakken, maar ook als Smut gas terug neemt maakt de band een goede indruk. In Nederland lees ik nog niet heel veel over de band, die het waarschijnlijk goed gedaan zou hebben op de zomerfestivals deze zomer, maar ik begrijp wederom waarom de gerenommeerde Amerikaanse muziekmedia zo enthousiast zijn over de band uit Chicago. Erwin Zijleman

De muziek van Smut is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://smutonline.bandcamp.com/album/tomorrow-comes-crashing.


Tomorrow Comes Crashing van Smut is verkrijgbaar via de Mania webshop:



07 juli 2025

Review: Stereolab - Instant Holograms On Metal Film

Ik ben nooit een groot Stereolab fan geweest, maar misschien moet ik het alsnog worden, want hoe vaker ik naar Instant Holograms On Metal Film, het nieuwe album van de band, luister, hoe fascinerender het wordt
Het is heel lang stil geweest rond de Britse band Stereolab, maar een week of zes geleden was er eindelijk een nieuw album van de band, die al sinds de vroege jaren 90 bestaat. Op Instant Holograms On Metal Film lijkt het af en toe of de tijd heeft stil gestaan, maar Stereolab voegt ook wel degelijk nieuwe ingrediënten toe aan haar songs. Het zijn songs die over het algemeen lekker in het gehoor liggen, maar desondanks zijn volgestopt met verrassende wendingen en invloeden uit meerdere genres. Ik noem Stereolab in mijn recensies meer dan eens als vergelijkingsmateriaal, maar Instant Holograms On Metal Film laat nog maar eens horen dat het echt een unieke band is.



De Britse band Stereolab wordt op de krenten uit de pop meerdere keren aangedragen als relevant vergelijkingsmateriaal, maar van de albums van de band besprak ik tot dusver alleen een uit 2018 stammende en uit drie delen bestaande verzamelaar (Switched On), die later nog met twee delen werd uitgebreid). 

Dat ik nog geen reguliere albums van de band heb besproken is overigens niet zo vreemd, want gedurende het bestaan van de krenten uit de pop verscheen alleen het in 2010 uitgebrachte Not Music, dat zeker niet tot de beste albums van de band wordt gerekend. Ik ben overigens nooit een groot Stereolab fan geweest, want ook van de stapel albums die de band tussen 1992 en 2008 maakte staat er bijna niets in mijn platenkast. 

Stereolab keerde eind mei terug met haar eerste reguliere album in vijftien jaar tijd en Instant Holograms On Metal Film kreeg vrijwel zonder uitzondering zeer positieve recensies. Ik vond het zelf zeker geen slecht album, maar in de betreffende week was de concurrentie moordend en Stereolab viel uiteindelijk buiten de boot. 

Ik pik het album nu echter toch nog op en niet alleen omdat de oogst aan nieuwe albums deze week wat tegenvalt. Gestimuleerd door al die positieve recensies heb ik Instant Holograms On Metal Film de laatste tijd meer dan eens beluisterd en hoe vaker ik naar het comeback album van Stereolab luister, hoe mooier en interessanter het wordt. 

Stereolab leek de dood van zangeres Mary Hansen in 2002 lange tijd niet te boven te komen, maar op Instant Holograms On Metal Film klinkt de band zeer geïnspireerd. Het klinkt allemaal redelijk bekend, want veel ingrediënten uit het vintage Stereolab zijn ook op het nieuwe album, dat overigens bijna een uur duurt, weer te horen. 

De Britse band verwerkt invloeden uit de elektronische popmuziek met invloeden uit de Krautrock en de jazz en voegt er wat exotische invloeden aan toe. Dit alles wordt gecombineerd in voorzichtig zonnig klinkende popliedjes, die ook wel wat doen denken aan Franse filmmuziek uit de jaren 70, zeker wanneer zangeres Laetitia Sadier de vocalen voor haar rekening neemt. 

Het knappe van de songs van Stereolab op Instant Holograms On Metal Film is dat de band aan de ene kant zoet, lichtvoetig en nostalgisch klinkt, maar op hetzelfde moment allerlei bijzondere wendingen en accenten heeft toegevoegd aan haar muziek die ook iets futuristisch heeft. Zeker wanneer je het album met de koptelefoon beluistert hoor je hoe knap het allemaal in elkaar zit en hoeveel bijzonders Stereolab in haar songs heeft verstopt. 

In het verleden wisselden perioden waarin de muziek van de Britse band iets met me deed en momenten waarop het allemaal wat voortkabbelde elkaar af en dat heb ik ook wel wat bij beluistering van Instant Holograms On Metal Film. Het ligt er voor mij maar net aan met hoeveel aandacht ik naar de songs op het album luister. Ergens op de achtergrond kabbelt het bijzonder aangenaam maar niet heel bijzonder voort, maar wanneer ik veel aandachtiger luister naar Instant Holograms On Metal Film komt het album tot leven. 

Dat komt het album ook wanneer je het vaker hoort, want een album van Stereolab moet je vaker horen om het volledig te laten landen. Instant Holograms On Metal Film is inmiddels een week of zes uit, maar ik hoor eigenlijk nu pas wat een bijzonder het album het is. Goed dat Stereolab terug is dus. Erwin Zijleman

De muziek van Stereolab is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse band: https://stereolab.bandcamp.com/album/instant-holograms-on-metal-film.


Instant Holograms On Metal Film van Stereolab is verkrijgbaar via de Mania webshop:



06 juli 2025

Review: Japanese Breakfast, TivoliVredenburg, Utrecht, 5 juli 2025


Japanese Breakfast maakte wat mij betreft met For Melancholy Brunettes (& sad women) vooralsnog een van de mooiste albums van 2025. Alle reden dus om nieuwsgierig te zijn naar de verrichtingen van de band rond Michelle Zauner op het podium.

Het voorprogramma sla ik meestal over, maar de Zuid-Koreaanse Minhwi Lee speelde een interessante set met een aantal bijna verstilde folksongs met een Aziatische touch. Een muzikante om in de gaten te houden wat mij betreft, want het klonk naast mooi ook nog eens origineel en de zang was bijzonder mooi.

Michelle Zauner betrad het podium met een vijfkoppige band, die naast gitaar, bas, drums en veel keyboards ook viool en saxofoon toevoegde aan het geluid van Japanese Breakfast. Het concert begon met drie tracks van het laatste album, met al vroeg in de set het wonderschone Orlando In Love als hoogtepunt. 

Japanese Breakfast had wat mij betreft de hele set mogen vullen met de sprookjesachtige klanken van een songs als Orlando In Love, maar iedereen die het oeuvre van de band kent, weet dat het bij Michelle Zauner meerdere kanten op kan en dat ze ook het stevigere en uptempo werk niet schuwt.

Na de zo sfeervolle opening volgde een stevig aangezette versie van Honey Water, ook afkomstig van het laatste album, waarna stevigere tracks, meer ingetogen tracks en juist dansbare tracks elkaar afwisselden in een set die halverwege iets inzakte, maar zich sterk herstelde. 

Michelle Zauner profiteerde optimaal van een knap spelende band, die haar songs steeds weer voorzag van bijzondere accenten en die er voor zorgde dat Japanese Breakfast anders klinkt dan de meeste andere indie bands van het moment. Het was misschien nog wat beter tot zijn recht gekomen bij een wat betere mix en een lager volume, maar op zijn tijd klonk het echt prachtig.

Ook de zang van Michelle Zauner was dik in orde, al is haar stem misschien net wat te licht voor de stevigere of de dansbare tracks. Juist in de wat meer ingetogen tracks maakte de Amerikaanse muzikante met Zuid-Koreaanse wortels indruk met haar stem, die het prima doet in folky of atmosferisch klinkende songs.

Na vijf kwartier zat het er op, maar uiteraard volgende een toegift met onder andere een geweldige versie van Paprika, het prijsnummer van Jubilee, het vorige album van de band, compleet met gong

Ik mistte buiten een paar momenten de pure magie die ik eerder dit jaar in de Ronda wel hoorde bij Clairo en Zaho de Sagazan, maar ik vond Japanese Breakfast een stuk beter dan een aantal andere groten uit de indie die ik dit jaar heb gezien. Japanese Breakfast is de hele kleine podia inmiddels echt ontgroeid en kan nog wel een stap zetten denk ik. Erwin Zijleman


Review: ROSÉ - rosie (2024)

Ik heb het debuutalbum van ROSÉ in december niet opgemerkt of ging er van uit dat het niets voor mij was, maar de K-pop ster heeft een verrassend sterk album afgeleverd, dat niet misstaat tussen de grote popalbums
Liefhebbers van popalbums hebben de laatste tijd niets te klagen, want nogal wat grote popsterren doken het afgelopen jaar op met een nieuw album. Ik hou het genre best goed in de gaten, maar rosie van ROSÉ is me niet opgevallen. Mogelijk door de onhandige releasedatum in december en mogelijk om dat ik niets heb met K-pop. ROSÉ is een van de grote sterren uit het genre en bewijst met haar eind vorig jaar verschenen debuutalbum rosie dat ze niet alleen binnen de K-pop tot grootse daden in staat moet worden geacht. Het debuutalbum van de K-pop ster laat een veelzijdig geluid horen, staat vol met aansprekende songs en laat horen dat ROSÉ geweldig kan zingen. Het sterrendom lonkt wat mij betreft, ook buiten de K-pop.



Ik heb absoluut een zwak voor pop en daar schaam ik mij zeker niet voor. Pop mag van mij ook best aan de gladde kant zijn en ook als er in productioneel en vocaal opzicht hoorbaar flink gesleuteld is aan een popalbum haak ik niet direct af. Toch is het niet zo dat alle grote popalbums van het moment mij goed bevallen, want de meeste popalbums laat ik uiteindelijk liggen. 

Het deze week bejubelde nieuwe album van Kesha heb ik snel weer opzij gelegd en ook het vorig jaar zo uitvoerig geprezen album van Charli XCX is bij mij eerlijk gezegd nooit echt geland en dit ondanks het feit dat ik het album talloze keren heb beluisterd, zeker toen brat eind vorig jaar talloze jaarlijstjes aanvoerde. 

Ik heb vorig jaar heel veel popalbums besproken, maar in december verscheen er nog een die bij mij tussen wal en schip is gevallen. Het is een album dat ik een paar weken geleden pas heb ontdekt en dat me bij iedere keer horen weer net wat beter bevalt. Het gaat om het album rosie van ROSÉ, dat overigens flink wat aandacht heeft gekregen, ook van muziekmedia die ik normaal gesproken raadpleeg. 

ROSÉ is het alter ego van de in het Nieuw-Zeelandse Auckland geboren Roseanne Park. Ik had echt nog nooit van haar gehoord en dat heeft alles te maken met een flinke blinde vlek. ROSÉ is immers een van de grootste sterren uit de K-pop, die de afgelopen jaren ongelooflijke aantallen fans aan zich heeft weten te binden. 

Samen met Jisoo, Jennie en Lisa vormde ze de razend populaire Koreaanse band BlackPink, die in het genre de nodige records heeft gebroken. Het is me allemaal ontgaan en dat geldt dus ook voor het eind vorig jaar verschenen eerste soloalbum van ROSÉ. Het is jammer want rosie is echt een prima album, als je van pop met een hoofdletter P houdt tenminste. 

Het is een album waar flink wat geld is gestoken, wat gezien de status van ROSÉ als een van de grote sterren uit de K-pop ook niet zo gek is. Voor rosie werd een enorm blik met producers open getrokken, van wie ik de meeste overigens niet ken. Meestal ben ik niet zo gek op albums waarop iedere producer zijn of haar kunstje wil doen, maar rosie van ROSÉ klinkt verrassend consistent. 

Ik ben niet heel bekend met K-pop en het debuutalbum van ROSÉ gaat daar niets aan veranderen, want het alter ego van Roseanne Park blijft op het album redelijk verwijderd van de K-pop en kiest voor Amerikaans klinkende popmuziek. Luister naar rosie en je hoort echo’s van flink wat grote popalbums uit het recente verleden. Je hoort het in de zwaar aangezette ballads, waarvan er flink wat zijn te vinden op het album, maar je hoort het ook in de songs die zijn voorzien van een zwoele R&B injectie. 

Hier blijft het niet bij, want ROSÉ blijkt op haar debuutalbum verrassend veelzijdig en laat horen dat ze ook uit de voeten kan met meer ingetogen of juist wat stevigere songs. Het klinkt in muzikaal en productioneel allemaal zeer verzorgd en bijzonder aangenaam en ook met de songs van de K-pop ster is niets mis. ROSÉ blijkt ook nog eens een prima zangeres, die flink kan uithalen in de zwaar aangezette ballads, maar ook makkelijk overeind blijft in de meer ingetogen tracks. 

Ik heb pop liever net wat meer indie of eigenzinniger dan hetgeen ROSÉ laat horen op haar debuutalbum, maar als ik dit album vergelijk met een aantal recent verschenen grote popalbums, gaat mijn voorkeur duidelijk uit naar het uitstekende rosie. Erwin Zijleman


rosie van ROSÉ is verkrijgbaar via de Mania webshop:


Review: Laura Stevenson - Late Great

De Amerikaanse singer-songwriter Laura Stevenson heeft al een aantal prima albums op haar naam staan en laat ook op het deze week verschenen en echt uitstekende Late Great weer horen dat ze van meerdere markten thuis is
Ik kom tot dusver slechts een handjevol recensies tegen van het vorige week verschenen nieuwe album van Laura Stevenson en dat is echt te weinig voor een singer-songwriter van haar niveau. De vorige albums van de muzikante uit New York waren erg goed en ook Late Great valt zeker niet tegen. Veelzijdigheid blijft een sterk wapen van Laura Stevenson, die ook op haar nieuwe album weer meerdere kanten op kan, al domineren dit keer invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek. De songs, de muziek, de productie en de zang ademen allemaal kwaliteit, waardoor ook Late Great weer een erg sterk album is. Nu alleen nog wat meer aandacht voor de muziek van Laura Stevenson.



De Amerikaanse singer-songwriter Laura Stevenson debuteerde zo’n vijftien jaar geleden met het album A Record. Het onder de naam Laura Stevenson & The Cans uitgebrachte album viel me niet op en dat geldt ook voor het een jaar later verschenen Sit Resist. In 2013 bracht de muzikante uit New York haar eerste soloalbum uit en Wheel viel me zeker wel op, al was er wel een tip van een lezer van de krenten uit de pop voor nodig. 

Op Wheel laat Laura Stevenson horen dat ze in meerdere genres uit de voeten kan. Het album bevat een aantal zeer ingetogen en folky tracks, maar de Amerikaanse muzikante is op haar debuutalbum ook zeker niet vies van pop en kan bovendien stevig uitpakken in een aantal songs met flink wat rockinvloeden, die wat mij betreft klinken alsof Neil Youngs’s Crazy Horse is aangeschoven in de studio. Het combineert allemaal opvallend mooi met de stem van Laura Stevenson, die net als de muziek alle kanten op kan. 

Ik was in 2013 dan ook heel positief over het solodebuut van de singer-songwriter uit New York, maar vergat vervolgens haar in 2015 verschenen tweede soloalbum (Cocksure). Sindsdien ben ik gelukkig wel bij de les, want ik was zeer enthousiast over het in 2019 verschenen The Big Freeze, dat in muzikaal opzicht in het verlengde ligt van Wheel, en ook het in de zomer van 2021 verschenen titelloze album beviel me uitstekend. Het laatstgenoemde album staat stil bij een aantal pieken en dalen in het leven van Laura Stevenson, die wederom laat horen dat ze niet kijkt op een genre meer of minder. 

De muzikante uit New York keert deze week terug met haar vijfde soloalbum en ook Late Great is een uitstekend album. Het is wederom een zeer persoonlijk album, want er gebeurde van alles in het leven van de Amerikaanse muzikante. Ze werd moeder, zag haar relatie op de klippen lopen, vond een nieuwe liefde en keerde terug naar de collegebanken en dat deels in de voor muzikanten zo zwarte periode van de coronapandemie. 

Het heeft allemaal invloed gehad op de songs op Late Great, dat nog wat persoonlijker is dan haar vorige albums. Op haar titelloze album profiteerde Laura Stevenson van de kwaliteiten van topproducer John Angello, die onder andere werkte met Dinosaur Jr., Waxahatchee, Drive-By Truckers, Madrugada en The Dream Syndicate, om maar een paar namen te noemen, en die ook op Late Great weer vakwerk levert. 

Laura Stevenson had in het verleden geen zin om te kiezen tussen folk, rock en indiepop en dat doet ze ook weer niet op haar nieuwe album, dat indruk maakt met veelzijdige songs, waaraan in een aantal tracks ook nog een vleugje country is toegevoegd. Invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek hebben het dit keer overigens wel duidelijk gewonnen van invloeden uit de pop en rock en persoonlijk vind ik dit een verstandige keuze, al is het maar omdat het in alle genres momenteel erg druk is. 

De productie van John Angello klinkt lekker vol en dat geldt ook voor de muziek, waaraan onder andere wordt bijgedragen door Jeff Rosenstock, die ook op de vorige albums was te horen. Ook op Late Great schakelt Laura Stevenson weer makkelijk tussen ingetogen en uitbundiger ingekleurde songs en in alle songs maakt ze, en wat mij betreft nog meer dan in het verleden, indruk met haar stem. De muzikante uit New York is nog altijd niet heel bekend, maar verdient haar plekje in de spotlights absoluut. Erwin Zijleman

De muziek van Laura Stevenson is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://laurastevenson.bandcamp.com/album/late-great.



05 juli 2025

Review: The Reds, Pinks & Purples - The Past Is A Garden I Never Fed

Je weet zo langzamerhand waar je aan toe bent bij een nieuw album van de Amerikaanse band The Reds, Pinks & Purples, maar ook op The Past Is A Garden I Never Fed benadert Glenn Donaldson keer op keer de perfectie
Het is ongelooflijk hoe productief de Amerikaanse muzikant Glenn Donaldson is. In een paar jaar tijd staat er een aardig rijtje The Reds, Pinks & Purples in de platenkast en dat is nog maar het topje van de ijsberg. De muzikant uit San Francisco had nog wat singles over en die zijn terecht gekomen op het deze week verschenen The Past Is A Garden I Never Fed. Het is een album vol bitterzoete popsongs vol nostalgie, maar Glenn Donaldson is zeker niet blijven steken in de jaren 80 of 90. The Reds, Pinks & Purples zou in de jaren 80 ongetwijfeld een van mijn lievelingsbands zijn geweest, maar dat is de band in het heden ook, want ook The Past Is A Garden I Never Fed is weer betoverend mooi en echt onweerstaanbaar lekker.



The World Doesn’t Need Another Band zingt de Amerikaanse muzikant Glenn Donaldson in de openingstrack van het nieuwe album van zijn band The Reds, Pinks & Purples. Ik denk het eerlijk gezegd ook wel eens wanneer ik wekelijks een imposant stapeltje nieuwe albums beluister, maar het gaat zeker niet op voor de band van Glenn Donaldson, wat die is zo langzamerhand behoorlijk onmisbaar

De muzikant uit San Francisco dook een jaar of vijf geleden op met zijn band en voor mij was het liefde op het eerste gehoor. Laat de muziek van The Reds, Pinks & Purples uit de speakers komen en een tijdmachine flitst je in een paar seconden terug naar de jaren 80 en af en toe naar de vroege jaren 90 en dat zijn decennia waarin heel veel mooie muziek werd gemaakt.

Mijn eerste kennismaking met de muziek van The Reds, Pinks & Purples smaakte vooral naar veel meer en hiervoor ben je bij Glenn Donaldson gelukkig aan het juiste adres. De Amerikaanse muzikant bracht de afgelopen vijf jaar niet alleen het ene na het andere prachtige album uit, maar schreef in totaal zo’n 200 songs, waarvan een aantal als losse track werd uitgebracht. Een aantal van deze tracks zijn nu verzameld op het deze week verschenen The Past Is A Garden I Never Fed, dat weer veertien 24-karaat popsongs toevoegt aan het geweldige oeuvre van The Reds, Pinks & Purples. 

Dat Glenn Donaldson alleen maar geweldige songs schrijft is maar een van de vele zekerheden die je hebt wanneer een nieuw album van The Reds, Pinks & Purples verschijnt. De cover van het album is weer veelkleurig, de inspiratie komt vooral uit de jaren 80 en 90 en zowel de zang als het gitaarwerk van Glenn Donaldson bedwelmen weer meedogenloos. 

In al mijn besprekingen van de albums van de Amerikaanse band noem ik een imposant rijtje namen van bands uit met name de jaren 80, maar ik hou het er deze keer maar op dat The Reds, Pinks & Purples muziek maakt die het beste van een groot aantal van mijn persoonlijke favorieten uit de jaren 80 en vroege jaren 90 combineert. Het zijn vooral favorieten die zich destijds toelegden op het schrijven van nagenoeg perfecte en vooral bitterzoete popsongs. 

De jaren 80 waren deels bijzonder donker gekleurd en dat hoorde je in de muziek uit het decennium, maar ik had ook een geweldige tijd en die hoorde ik terug in de wat dromerige en melodieuze songs van bands waarvan ik de namen dit keer dus eens niet ga noemen. Ik ga ze niet noemen omdat ik Glenn Donaldson hiermee tekort doe. De muzikant uit San Francisco heeft immers alleen de afgelopen vijf jaar al een aantal direct memorabele songs geschreven waarvan de meeste bands uit de jaren 80 en 90 alleen maar kunnen dromen. 

Het zijn songs die worden gedragen door de bijzonder aangename stem van Glenn Donaldson en de onweerstaanbaar lekkere gitaarakkoorden, die ook zeker zijn beïnvloed door de janglepop, maar ook in de rest van de muziek klopt echt alles. Het klinkt allemaal direct bekend, maar The Reds, Pinks & Purples heeft toch ook weer flink wat songs toegevoegd die ik echt niet had willen missen. 

Hier en daar klinkt het net wat gruiziger, soms juist net wat meer ingetogen, maar alles dat Glenn Donaldson aanraakt op The Past Is A Garden I Never Fed verandert weer in goud. The World Doesn’t Need Another Band zingt Glenn Donaldson in de openingstrack en hij heeft in ieder geval even gelijk, want ik ben nog lang niet klaar met het wederom geweldige album van zijn band. Erwin Zijleman

De muziek van The Reds, Pinks & Purples is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://theredspinksandpurples.bandcamp.com/album/the-past-is-a-garden-i-never-fed.


The Past Is A Garden I Never Fed van The Reds, Pinks & Purples is verkrijgbaar via de Mania webshop:



04 juli 2025

Review: Daisy The Great - The Rubber Teeth Talk

Daisy The Great lijkt op het eerste gehoor wel erg voort te borduren op de indierock uit de jaren 90, maar de songs van Kelley Nicole Dugan en Mina Walker zijn vaak voorzien van een bijzondere twist en wat zingen ze mooi
Daisy The Great is zeker niet de eerste band die de inspiratie voor een deel in de jaren 90 vindt en dan vooral bij de door vrouwen aangevoerde indierock uit dit decennium. Het zijn invloeden die absoluut hoorbaar zijn op The Rubber Teeth Talk, maar Daisy The Great is zeker niet blijven steken in de jaren 90. Het duwt de songs van Kelley Nicole Dugan en Mina Walker meerdere kanten op en ondertussen strooien de dames ook nog eens met prachtige harmonieën. Het duurde even voor ik door had dat Daisy The Great echt wel iets bijzonders te bieden heeft, maar sindsdien vind ik The Rubber Teeth Talk bij iedere keer horen weer net wat leuker en interessanter.



Ik heb in het verleden al wel eens geluisterd naar de muziek van Daisy The Great, maar tot een recensie kwam het dusver nog niet. Ik ging er bij eerste beluistering van het deze week verschenen The Rubber Teeth Talk van uit dat het nieuwe album van het duo uit New York hier niets aan zou gaan veranderen, maar ik ben langzaam maar zeker toch gevallen voor de charmes van het nieuwe album van Daisy The Great. 

Dat ik de afgelopen jaren geen aandacht heb besteed aan de muziek van Kelley Nicole Dugan en Mina Walker, want dat zijn de twee leden van Daisy The Great, heeft niet eens zo heel veel te maken met hun muzikale en vocale kwaliteiten, want ze deden op hun vorige albums ook al heel veel goed. Dat doen Kelley Nicole Dugan en Mina Walker ook op het deze week verschenen The Rubber Teeth Talk, dat ook bij eerste beluistering al een aantal sterke punten liet horen. 

Zo beschikken de twee muzikanten uit New York allebei over een mooie stem, maar The Rubber Teeth Talk wordt pas echt indrukwekkend wanneer Kelley Nicole Dugan en Mina Walker fraaie harmonieën door de speakers laten komen. Het zijn harmonieën die op de vorige albums van Daisy The Great al mooi waren, maar die nog wat mooier zijn op het nieuwe album van Daisy The Great. 

Het duo uit New York spreekt ook in muzikaal opzicht makkelijk tot de verbeelding en ook met de songs van Kelley Nicole Dugan en Mina Walker is helemaal niets mis. Wat me in het verleden tegen hield is dat het allemaal wel erg bekend in de oren klinkt. Negatiever gesteld zou ik ook kunnen zeggen dat Daisy The Great in het verleden niet veel toevoegde aan alles dat er al is. 

Dat gevoel had ik eerlijk gezegd ook bij de beluistering van de openingstrack van het deze week verschenen The Rubber Teeth Talk. Het is een track die bijzonder lekker klinkt en die opvalt door de echt prachtige zang van de twee leden van Daisy The Great, maar het is ook een track die je direct mee terug neemt naar de door vrouwen aangevoerde indierock uit de jaren 90 van bijvoorbeeld Juliana Hatfield of Belly. 

Het klinkt vrij onweerstaanbaar voor liefhebbers van het genre, maar blijf zeker nog even luisteren als je geen behoefte meer hebt aan 90s indierock. Daisy The Great kan immers ook uit de voeten in andere genres en schakelt vrij makkelijk over naar andere invloeden. In eerste instantie komen deze ook nog uit de jaren 90, maar het duo uit New York schakelt vrij makkelijk over naar de indiepop van dit moment en geeft hier en daar een behoorlijk theatrale twist aan haar songs.

Je hoort het bijvoorbeeld in het fascinerende Lady Exhausted, waarin Kelley Nicole Dugan en Mina Walker opeens een volstrekt eigen geluid hebben. Het is me eerlijk gezegd wat te pompeus, maar ik heb ook wel weer respect voor dit uitstapje buiten de gebaande paden. Door de subtiele en minder subtiele uitstapjes buiten de gebaande paden slaagt Daisy The Great zich er wat mij betreft immers in om zich te onderscheiden van al die bandjes die fantasieloos voortborduren op de indierock uit de jaren 90. 

Hierdoor vind ik The Rubber Teeth Talk een steeds leuker album. Het is een album dat vervolgens ook nog eens steeds beter wordt en dit met name door de echt hele mooie zang. Het duurde even voor ik het door had, maar Daisy The Great ontstijgt de grauwe middelmaat met speels gemak. Erwin Zijleman