Ik was een jaar of twee geleden best onder de indruk van Born On Flag Day, de tweede plaat van de uit Providence, Rhode Island, afkomstige band Deer Tick. Het enige probleem dat ik met Born On Flag Day had was dat het geluid van de band zich wel erg nadrukkelijk liet inspireren door grootheden uit het verleden (onder wie Gram Parsons, Bruce Springsteen en Tom Petty), waardoor ik uiteindelijk moest concluderen dat Deer Tick muziek maakte die weliswaar bijzonder aangenaam klonk, maar dat het ook allemaal wel eens eerder en beter was gedaan. Ondanks het feit dat Deer Tick op haar nieuwe plaat Divine Providence totaal anders klinkt dan op Born On Flag Day, bleef die laatste conclusie ook na eerste beluistering van Divine Providence overeind. De invloeden uit de folk en country die nog zeer dominant aanwezig waren op de vorige plaat van Deer Tick, zijn op Divine Providence voor een groot deel verdwenen of naar de achtergrond verdrongen. Op haar nieuwe plaat klinkt de band als een mix van The Stooges, The Ramones, The Hold Steady, The Clash, The Pogues, Nirvana en The Rolling Stones. Op Divine Providence maakt Deer Tick heerlijk rootsrock zonder poespas en dat klinkt geweldig. De rauwe en rasperige stem van voorman John McCaulley, komt in de wat rauwere tracks nog beter tot zijn recht dan in de folky songs die de band in het recente verleden maakte en ook in muzikaal opzicht staat het allemaal als een huis. Omdat er in dit genre niet al teveel relevants is verschenen dit jaar, is de nieuwe plaat van Deer Tick er een om te omarmen, ook al klinkt de muziek van de band in eerste instantie wel erg bekend en blijven alle songs keurig binnen de lijntjes. Van dat omarmen krijg je geen spijt, want Divine Providence blijft bij herhaalde beluistering minstens net zo lekker, maar wordt ook nog eens een stuk beter. Het lijkt allemaal eenvoudig wat Deer Tick op haar nieuwe plaat doet, maar ondertussen zijn alle songs op de plaat raak en welke band slaagt daar tegenwoordig nog in? De rauwere rocksongs op Divine Providence overtuigen het makkelijkst, maar ook de wat meer ingetogen tracks aan het eind van de plaat maken uiteindelijk een onuitwisbare indruk. Divine Providence is al met al een rare plaat. Is het eerder gedaan? Ja. Is het wel eens beter gedaan? Ja. Is het avontuurlijk? Nee. Dat klinkt als een niet al te opzienbarende plaat, maar toch verbaast het me niet als we Divine Providence van Deer Tick uiteindelijk moeten scharen onder de beste rootsrock platen van 2011. Dat heeft deels te maken met de slappen concurrentie, maar zeker ook met de overtuigende songwriting skills van John McCaulley. Erwin Zijleman