Iedereen heeft zijn jeugdzonden. Zelf ben ik niet altijd even trots op mijn oude liefde voor de bombastische symfonische rock van Genesis, Yes en nog zweverigere soortgenoten, maar mijn eerste liefde in de popmuziek is misschien nog wel verwerpelijker. Ik zat nog op de basisschool toen ik de Britse band Slade omarmde. Aan het begin van de jaren 70 was de band even heel populair, maar tegenwoordig hoor je eigenlijk alleen hun, in het genre niet eens zo slechte, kersthit nog. Na een boeiend artikel in de Uncut van vorige maand werd ik toch wel weer nieuwsgierig naar de muziek van de band. Mijn oude Slade lp’s (met complete plakboeken in de klaphoezen) heb ik helaas al lang niet meer, maar de verzamelaar Sladest is na de reissue van vorige maand redelijk makkelijk op de kop te tikken. De hernieuwde kennismaking met de band is me niet eens slecht bevallen. De betrekkelijk simpele rocksongs als Cum On Feel The Noize, Gudbye T’ Jane en Mama Weer All Crazy Now (de vereenvoudigde spelling haalde destijds zelfs de basisschool) zaten nog opgeslagen in het met enige moeite weer benaderbare geheugen, maar in muzikaal opzicht veel interessante tracks als het poppy Look Wot You Dun en het fraai ingetogen Coz I Love You was ik helemaal vergeten. Wanneer ik de muziek van Slade beluister met de kennis van nu, kan ik eigenlijk alleen maar concluderen dat de band haar tijd zo nu en dan vooruit was en veel beter was dan iedereen destijds kon vermoeden. De muziek van Slade werd aan het begin van de jaren 70 vooral vergeleken met de glamrock van T. Rex, The Sweet en de afgrijselijke Gary Glitter, maar in muzikaal opzicht lag de band veel dichter bij The Kinks, The Who, The Rolling Stones en Cream. Slade trok misschien vooral de aandacht met rechttoe rechtaan rocksongs die een onuitwisbare indruk moeten hebben gemaakt op de heren van Status Quo, maar de minder bekende tracks op Sladest laten een voorliefde voor rauwe bluesy rocksongs en ingenieuze popliedjes horen. Bij beluistering van Sladest hoor je eigenlijk al waar de popmuziek in de jaren die zouden volgen naar toe zou gaan. In de meest rauwe tracks neemt Slade een voorschotje op de eerste punkgolf, op haar theatraalst doet de band voorwerk voor de muziek van Queen, terwijl The Rolling Stones nog jaren vooruit zouden kunnen met de bluesy rock die ook op Sladest goed is vertegenwoordigd. Het gaat te ver om Slade alsnog uit te roepen tot de grootheden uit de geschiedenis van de popmuziek, maar duidelijk is wel dat ik me niet langer hoef te schamen voor de eerste band die ik als muziekliefhebber omarmde. Met dank aan de Uncut en de reissue van deze tot voor kort behoorlijk obscure verzamelaar uit het begin van de jaren 70. Erwin Zijleman