De banjo heeft misschien een wat gezapig imago, maar dat het ook anders kan bewees Morgan O’Kane twee jaar geleden met het indrukwekkende Pendulum.
Op zijn tweede soloplaat bespeelde de muzikant uit Charlottesville, Virginia, de banjo alsof zijn leven er van af hing. Het leverde in de pers veel mooie citaten op. Morgan O’Kane werd de ‘de liefdesbaby van Bruce Springsteen en banjo legende Uncle Dave Macon’ en ‘de Jimi Hendrix van de banjo’ genoemd. Zelf stelde ik dat als Pendulum een Springsteen plaat was geweest, het een van de beste uit zijn oeuvre zou zijn.
Ik had voorzichtig gehoopt en stiekem verwacht dat Pendulum Morgan O’Kane nadrukkelijk in de spotlights zou plaatsen, maar dat is helaas nog niet echt gebeurd. Gelukkig is de Amerikaanse banjo virtuoos (al zijn de meningen over de techniek van de Amerikaan verdeeld) niet bij de pakken neer gaan zitten, maar levert hij gewoon een nog betere plaat af. The One They Call The Wind ligt in het verlengde van de zo indrukwekkende voorganger, maar is op alle fronten nog net iets beter.
Centraal staat ook dit keer het geweldige banjospel van Morgan O’Kane. Dit spel is onwerkelijk snel, maar heeft ook iets rauws en doorleefds. Het kleurt ook dit keer prachtig bij de nog veel rauwere strot van de Amerikaan, die nog altijd wat van Bruce Springsteen heeft.
Met het banjospel en de vocalen heb je twee sterke troeven van The One They Call The Wind in handen, maar de plaat heeft er nog veel meer. Zo wordt het fantastische banjospel omgeven door heel veel andere instrumenten, voor de gelegenheid bespeeld door topmuzikanten waaronder leden van het eveneens uit Charlottesville afkomstige The Hackensaw Boys. Van deze instrumenten trekken met name de strijkers en de antieke hoorn de aandacht. Hiernaast kan Morgan O’Kane uit de voeten in meerdere genres. De wat traditioneler aandoende tracks putten vooral uit de archieven van de bluegrass en Appalachen folk, maar de Amerikaan gaat ook aan de haal met invloeden uit de country, folk, en punk en schuwt zelfs uitstapjes richting zydeco, Indiaase muziek en vooral Ierse volksmuziek niet.
Net als bij Pendulum doet het wel wat denken aan The Seeger Sessions van Bruce Springsteen, maar dan met een stevig opgevoerde banjo en een punky attitude. Ook The One They Call The Wind loopt weer over van passie en energie. Morgan O’Kane speelt met zijn hart en dat hoor je.
In muzikaal en vocaal opzicht is de plaat van hoog niveau, maar Morgan O’Kane heeft ook nog wat te melden. De Amerikaan maakt zich grote zorgen over de wijze waarop we als mensen met onze planeet omgaan en stelt misstanden aan de kaak. De krachtige boodschap van The One They Call The Wind geeft de plaat nog net wat extra zeggingskracht en urgentie.
Het is daarom heel jammer dat de muziek van deze rootsgigant nog altijd slechts in kleine kring wordt gewaardeerd. The One They Call The Wind van Morgan O’Kane behoort tot het beste dat de afgelopen tijd op rootsgebied is verschenen en neemt binnen de rootsmuziek bovendien een unieke positie in. Zeer warm aanbevolen derhalve aan een ieder met een rootshart. Erwin Zijleman
Elk nadeel heeft zijn voordeel. Morgan O’Kane is volgende maand te zien op de kleine podia in Nederland. Ga dat zien. http://www.morganokanemusic.com/tourdates.