31 december 2023

Carole King - Tapestry (1971)

Het debuutalbum van Carole King flopte en de meeste andere albums die ze maakte zijn nauwelijks de moeite waard, maar het in 1971 verschenen Tapestry blijft een van de beste singer-songwriter albums aller tijden
Veel albums van vrouwelijke singer-songwriters hadden niet kunnen worden gemaakt zonder Tapestry van Carole King uit 1971. Het is een album met een serie bijna onwaarschijnlijk goede songs, maar het is ook een album waarop een aantal gelouterde sessiemuzikanten tekenen voor een prachtig tijdloos geluid. Het is echter zeker ook de zang van Carole Kind die van Tapestry zo’n fantastisch album maakt. De Amerikaanse muzikante zingt met heel veel gevoel en nog meer soul en zorgt er voor dat Tapestry ook na al die jaren goed is voor kippenvel. Het is een album dat terecht is uitgegroeid tot een van de klassiekers uit de geschiedenis van de popmuziek en wat is het een invloedrijke klassieker geworden.



Ik maak er tegenwoordig zeker geen geheim van dat ik een enorm zwak heb voor vrouwelijke singer-songwriters, die week na week domineren op de krenten uit de pop, maar dat zwak heb ik zeker niet altijd gehad. Mijn liefde voor vrouwelijke singer-songwriters bloeide pas op in de jaren 90 en pas aan het eind van de jaren 90 begon ik met het ontdekken van de grote vrouwelijke singer-songwriters uit de jaren 60 en 70. 

Ik ontdekte vervolgens een heleboel geweldige albums, maar één album stak en steekt er voor mij nog altijd ver bovenuit en dat album is Tapestry van Carole King. Het in 1971 verschenen album behoort tot de klassiekers uit de geschiedenis van de popmuziek en het is een album dat bij mij, ook na talloze keren horen, nog altijd goed is voor kippenvel. 

Carole King was al een aantal jaren actief en behoorlijk succesvol als songwriter toen ze in 1970 haar debuutalbum Writer uitbracht. Het is een uitstekend album, maar het deed echt helemaal niets. Het had de carrière van Carole King in de knop kunnen breken, maar toen ze in 1971 haar tweede album Tapestry uitbracht was alles anders. Tapestry werd zeer warm ontvangen en zou uiteindelijk uitgroeien tot een van de meest succesvolle albums van de vroege jaren 70. 

Carole King zou in 1971 met Music nog een prima album afleveren en ook het in 1975 verschenen Really Rosie is zeker niet slecht, maar de rest van het oeuvre van de Amerikaanse singer-songwriter is weinig indrukwekkend, zeker als het wordt vergeleken met het briljante Tapestry. Tapestry behoort wat mij betreft dan ook tot de beste singer-songwriter albums ooit gemaakt. 

Dat is het deels door de geweldige songs die Carole King voor het album schreef, maar ook in muzikaal en vocaal opzicht is Tapestry een geweldig album. In muzikaal opzicht klinkt Tapestry na al die jaren misschien wel wat gedateerd, maar het album klinkt ook tijdloos. Zelf hou ik erg van het volle geluid van Tapestry, waarop de piano domineert, maar waarop ook prachtig gitaarspel en fraaie blazers zijn te horen. Voor het album werden een aantal zeer ervaren sessiemuzikanten opgetrommeld en dat is te horen. Het is een geluid dat je tegenwoordig niet vaak meer hoort, maar dat soms nog wel opduikt op vintage soulalbums. 

Carole King verwerkt op Tapestry invloeden uit de folk en de jazz, maar het album klinkt ook heerlijk soulvol. Dat doet ook de stem van de Amerikaanse muzikante, die op Tapestry echt geweldig zingt. In vocaal opzicht is Tapestry een van de beste albums die ik ken en zeker de soulvolle tracks komen uit de tenen van Carole King. 

Tapestry is zoals gezegd bovendien een album met een aantal geweldige songs. Het zijn songs die deels bekend zijn geworden door de vertolkingen van anderen als Will You Love Me Tomorrow van The Shirelles, You've Got A Friend van James Taylor en (You Make Me Feel Like) A Natural Woman van Aretha Franklin, maar de versies van Carole King hebben mijn voorkeur (al doet Aretha Franklin het natuurlijk geweldig). 

Het zijn voor een groot deel inmiddels behoorlijk dood gedraaide songs, maar Tapestry van Carole King weet me toch altijd weer te raken. Het is best bijzonder dat iemand die een briljant album als Tapestry heeft gemaakt zo weinig memorabele albums op haar naam heeft staan, maar Tapestry is van een niveau dat maar heel weinig muzikanten gegeven is. Wat mij betreft een van de beste albums aller tijden. Erwin Zijleman


Tapestry van Carole King is verkrijgbaar via de Mania webshop:


Lindsay Lou - Queen Of Time

De Amerikaanse muzikante Lindsay Lou was in het verleden vooral actief in de bluegrass, maar levert met Queen Of Time een verrassend veelzijdig en zowel in muzikaal als vocaal opzicht ijzersterk album af
AllMusic.com schaart Queen Of Time van Lindsay Lou onder de beste countryalbums van 2023. Daar is wel wat voor te zeggen, maar het is ook veel meer dan een countryalbum. Lindsay Lou heeft een verleden in de bluegrass, maar op Queen Of Time kan ze in meerdere uithoeken van de Amerikaanse rootsmuziek uit de voeten. De muzikante uit Nashville laat zich op Queen Of Time begeleiden door een aantal uitstekende muzikanten, waaronder de nodige snarenwonders, waardoor het album fantastisch klinkt. Lindsay Lou schrijft ook nog eens uitstekende songs en is een prima zangeres, waardoor haar nieuwe album makkelijk indruk maakt en dat vervolgens blijft doen.



Queen Of Time van Lindsay Lou heb ik afgelopen herfst zeker beluisterd. Het is een album dat me direct opviel door bijzonder mooi snarenwerk en door een mooie en emotievolle stem. Op een of andere manier, en waarschijnlijk door het enorme aanbod afgelopen herfst, verloor ik het album echter ook weer snel uit het oog, tot AllMusic.com het vorige week schaarde onder de mooiste countryalbums van 2023. 

De hernieuwde kennismaking met het album viel me zeker niet tegen en dit keer bleek Queen Of Time van Lindsay Lou een blijvertje. Lindsay Lou is een muzikante uit Nashville, Tennessee, die de afgelopen jaren vooral aan de weg timmerde in de bluegrass scene. Ze maakte een aantal soloalbums en een aantal albums met haar band The Flatbellys, maar het op het eigenzinnige Kill Rock Stars label verschenen Queen Of Time moet gaan zorgen voor de doorbraak van Lindsay Lou. 

Ik heb geen idee hoe het album het in de Verenigde Staten heeft gedaan, maar in Nederland heb ik er helaas niet veel over gelezen. Dat is jammer, want de muzikante uit Nashville heeft veel te bieden. In de openingstrack verrast ze direct met haar mooie stem en het gevoel waarmee ze haar songs vertolkt. Lindsay Lou zingt met veel emotie, maar haar stem klinkt ook warm. 

Het is een stem die mee kan met de vaak mooie stemmen in de bluegrass en die ook uitstekend uit de voeten kan in de countrymuziek die pop Queen Of Time eveneens een belangrijke rol speelt. De zang op Queen Of Time doet me heel af en toe en met name in de door bluegrass beïnvloede songs wat denken aan Alison Krauss, maar de zang van Lindsay Lou klinkt wel wat minder clean en kan ook rauw en doorleefd klinken. 

De zang op Queen Of Time is dik in orde, maar ook in muzikaal opzicht heeft Lindsay Lou een fraai album afgeleverd. In de openingstrack speelt levende bluegrass legende Jerry Douglas de sterren van de hemel op zijn dobro, maar ook het mandoline spel van Dominick Leslie trekt de aandacht. Fraai snarenwerk keert terug in alle songs op Queen Of Time, dat verrassend veelzijdig is ingekleurd door flink wat topmuzikanten. Naast al het fraaie snarenwerk verdient ook zeker de soepel spelende ritmesectie een eervolle vermelding, net als de in het genre wat atypische synths. 

Het album van Lindsay Lou is niet alleen veelzijdig ingekleurd, maar verwerkt ook uiteenlopende invloeden. Soms hoor je vooral bluegrass, soms domineert de country, maar de Amerikaanse muzikante kan ook uit de voeten met Fleetwood Mac achtige pop, met folk, met psychedelica en zelfs met wereldmuziek. 

Lindsay Lou heeft een aantal persoonlijke songs geschreven over verlies, echtscheiding en de coronapandemie die zoveel muzikanten werkloos thuis deed zitten, maar Queen Of Time is zeker geen zwaar klinkend album. De muzikante uit Nashville schrijft niet alleen uitstekende songs, maar kan ook uit de voeten met songs van anderen zoals in de door Maya de Vitry en Phoebe Hunt geschreven openingstrack Nothing Else Matters en de zwoele vertolking van Billy Swan's I Can Help. 

Door het wat traditionele werk op een deel van het album viel het kwartje bij mij niet direct in september, maar Queen Of Time is zeker geen traditioneel album. Het is wel een album dat steeds mooier wordt en dat Lindsay Lou wat mij betreft op de kaart zet als een groot talent. Erwin Zijleman

De muziek van Lindsay Lou is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://lindsaylou.bandcamp.com/album/queen-of-time.


Queen Of Time van Lindsay Lou is verkrijgbaar via de Mania webshop:



30 december 2023

Connie Lovatt - Coconut Mirror

De Amerikaanse muzikante Connie Lovatt was de afgelopen twintig jaar nauwelijks actief in de muziek, maar leverde afgelopen herfst met het bijzonder klinkende Coconut Mirror een uitstekend album af
Coconut Mirror van Connie Lovatt werd afgelopen herfst ontvangen met een aantal uitstekende recensies, maar het album kreeg uiteindelijk helaas niet de aandacht die het verdiende. Connie Lovatt is een oudgediende uit de indie muziekscene van New York in de jaren 90, maar koos een kleine twintig jaar geleden voor haar gezin. Met Coconut Mirror keerde de Amerikaanse muzikante afgelopen herfst terug. Het is een uitstekend album dat met één been in de Californische folk uit de jaren 60 en 70 staat en met één been in de New Yorkse indie scene van de jaren 90. Coconut Mirror klinkt hierdoor anders dan de meeste andere albums in het genre, maar maakt verrassend makkelijk indruk.



Connie Lovatt werd geboren op het Caraïbische eiland St. Thomas, maar dook aan het begin van de jaren 90 op in de alternatieve muziekscene van New York. Ze maakte deel uit van de mij onbekende bands Containe en The Pacific Ocean en maakte bovendien enige tijd deel uit van Bill Callahan’s Smog. Zo was ze te horen op het laatste wapenfeit van Smog, het in 2005 verschenen A River Ain't Too Much To Love, maar hierna verdween Connie Lovatt langzaam maar zeker uit de muziek om in Californië een gezin te stichten. 

Afgelopen herfst keerde de Amerikaanse muzikante na een afwezigheid van bijna twintig jaar terug met haar eerste soloalbum, Coconut Mirror. Het is een album dat verscheen in een week met heel veel nieuwe albums, maar iedereen die het album, net als ik, liet liggen, zou het solodebuut van Connie Lovatt er zeker nog eens bij moeten pakken. Coconut Mirror is namelijk een geweldig album met een duidelijk eigen geluid.

Coconut Mirror is opgedragen aan de dochter van Connie Lovatt en werd deels opgenomen in Nieuw Zeeland, waar de Amerikaanse muzikante verbleef tijdens de coronapandemie. De in de basis behoorlijk sobere songs van Connie Lovatt werden van afstand aangevuld met bijdragen van oude muzikale vrienden, onder wie Bill Callahan, maar ook Yo La Tengo bassist James McNew en Dirty Three drummer Jim White droegen bij aan het album. Dat hoor je, want in muzikaal opzicht is Coconut Mirror een uitstekend album.

Connie Lovatt verdiende haar sporen in de indie scene van New York in de jaren 90, maar op Coconut Mirror gaat ze vooral verder terug in de tijd. Coconut Mirror roept meer dan eens herinneringen op aan de alternatieve folk zoals die aan het eind van de jaren 60 en het begin van de jaren 70 in Californië werd gemaakt. AllMusic.com, dat het debuutalbum van Connie Lovatt onder mijn aandacht bracht, noemt Judee Sill als vergelijkingsmateriaal, maar dat is zeker niet de enige naam die opkomt bij beluistering van Coconut Mirror, dat zeker ook en misschien nog wel vaker citeert uit de archieven van de Laurel Canyon folk. 

Het solodebuut van Connie Lovatt herinnert misschien aan de diverse soorten Californische folk van de jaren 60 en 70, maar onder andere door het gitaarwerk en het wat ongepolijste karakter van de muziek en de songs heeft het album ook wel wat van de muziek die in de jaren 90 in de indie scene van New York werd gemaakt, onder andere door Bill Callahan’s Smog. Ik vind Coconut Mirror echter ook een eigentijds klinkend album.

Door de bijdragen van nogal wat muzikanten klinken de in de basis ingetogen folksongs van Connie Lovatt mooi vol, maar de songs van de Amerikaanse muzikante hebben ook op een of andere manier iets Spartaans en rammelends. Het levert een album op dat flink anders klinkt dan de meeste andere albums die dit jaar in het genre zijn verschenen en Coconut Mirror is wat mij betreft een album dat je dierbaarder wordt wanneer je het vaker hoort. 

Op het eerste gehoor hoor je vooral tijdloze songs met een jaren 60 en 70 sfeer, maar Connie Lovatt slaat op fraaie wijze bruggen naar decennia van recentere datum. In muzikaal opzicht is Coconut Mirror een bijzonder mooi album, maar ook de zang van Connie Lovatt deed vrijwel onmiddellijk iets met me en blijft dat ook doen. De Amerikaanse muzikante beschikt over een mooie stem en heeft bovendien iets eigens, waardoor Coconut Mirror er makkelijk uit zou moeten springen in het aanbod van dit jaar. 

Ik merkte het album zelf helaas niet onmiddellijk op, maar ben blij met de tip van AllMusic.com, dat het album er terecht wel heeft uitgepikt en heeft geschaard onder de beste singer-songwriter albums van het jaar. Het is een conclusie waarin ik me zelf inmiddels volledig kan vinden. Erwin Zijleman

De muziek van Connie Lovatt is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://connielovatt.bandcamp.com/album/coconut-mirror.



29 december 2023

Maple Glider - I Get Into Trouble

De Australische muzikante Tori Zietsch maakte tweeënhalf jaar geleden flink wat indruk met haar debuutalbum als Maple Glider, maar overtreft dit debuut met haar tweede album echt op alle fronten
De meest succesvolle indiefolk wordt momenteel in Los Angeles gemaakt, maar qua schoonheid kunnen ze er in Australië ook wat van. De uit Melbourne afkomstige muzikante Tori Zietsch heeft als Maple Glider met I Get Into Trouble een album van een bijzondere schoonheid gemaakt. Het album borduurt voort op het debuutalbum van de Australische muzikante, maar laat ook op alle fronten groei horen. De songs zijn persoonlijk en indringend en de muziek klinkt prachtig, maar het is vooral de prachtige stem van Tori Zietsch die voor kippenvel zorgt. Ik kom I Get Into Trouble van Maple Glider maar in weinig jaarlijstjes tegen, maar het album hoort hier zeker in thuis.



Maple Glider, een project van de Australische muzikante Tori Zietsch, leverde in de zomer van 2021 met To Enjoy Is The Only Thing een zeer overtuigend debuutalbum af. Het is een album dat lang niet zo veel aandacht kreeg als de albums van de Britse en Amerikaanse muzikanten die actief zijn in de indiepop, indierock en met name de indiefolk, maar het eerste album van Maple Glider deed er zeker niet voor onder en was in vocaal opzicht de meeste albums in het genre de baas. 

Op de cover van haar debuutalbum slingerde Tori Zietsch speels aan een boom. Op de cover van haar tweede album staat ze voor een struikgewas in een outfit die ik persoonlijk als wat ordinair zou bestempelen. De wat foute cover is maar een heel klein smetje, maar het was kennelijk genoeg om I Get Into Trouble net buiten mijn selectie te laten vallen medio oktober. Het is onrecht dat ik gelukkig nog voor het einde van het jaar recht kan zetten, want het tweede album van Maple Glider is buiten de cover nog een flink stuk beter dan het debuutalbum van de muzikante uit Melbourne. 

Op To Enjoy is The Only Thing verwerkte Tori Zietsch haar streng christelijke opvoeding en sleepte ze er nog wat liefdeszeer bij. Het zijn twee thema’s die ook centraal staan op I Get Into Trouble, want met name de trauma’s uit haar jeugd hebben er stevig ingehakt bij de Australische muzikante. Het zorgt er voor dat ze haar songs met veel gevoel vertolkt, wat de impact van deze songs vergroot. 

Het debuutalbum van Maple Glider bevatte vooral folky songs, met hier en daar hele voorzichtige uitstapjes richting indiepop en indierock. Het is een genre dat uitstekend past bij de bijzonder mooie stem van Tori Zietsch, die over het algemeen zacht, maar desondanks met veel variatie zingt. Het was met name de mooie zang die het debuutalbum van Maple Glider boven het maaiveld uit tilde en die zang maakt ook van I Get Into Trouble een onderscheidend album. 

Ook op het tweede album kiest de Australische muzikante vooral voor folky songs, met hier en daar een subtiele indiepop twist. In muzikaal opzicht klinkt het tweede album van Maple Glider nog wat mooier dan het debuutalbum en ook de zang vind ik nog mooier dan op het debuutalbum. Tori Zietsch zingt op I Get Into Trouble met nog wat meer expressie en gevoel, waardoor de zware thematiek van het album nog wat indringender aan de oppervlakte komt. 

Ik schaam me diep dat ik het album in eerste instantie aan de kant schoof vanwege de cover, want Maple Glider heeft met I Get Into Trouble een intiem en intens album van een bijzondere schoonheid gemaakt. Het is een album dat zoals gezegd in muzikaal en vocaal opzicht nog net wat meer indruk maakt dan zijn voorganger, maar dat doet Tori Zietsch ook met haar songs, die in tekstueel opzicht een verpletterende indruk maken, maar die ook vrijwel zonder uitzondering direct memorabel zijn. 

Het tweede album van Maple Glider is helaas wat ondergesneeuwd in een extreem drukke release maand, maar het album heeft toch nog flink wat recensies gekregen, die vrijwel zonder uitzondering, extreem positief zijn. Het zijn recensies waar ik me volledig in kan vinden, want op I Get Into Trouble van Maple Glider klopt eigenlijk alles, buiten de cover misschien, al begin ik de boodschap hiervan inmiddels ook te begrijpen. Verpletterend album. Erwin Zijleman

De muziek van Maple Glider is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Australische muzikante: https://mapleglider.bandcamp.com/album/i-get-into-trouble-lp-2023.


I Get Into Trouble van Maple Glider is verkrijgbaar via de Mania webshop:



28 december 2023

RAYE - My 21st Century Blues

RAYE werd het afgelopen jaar eindelijk omarmd als een van de grote talenten van de Britse popmuziek en haar verrassend veelzijdige debuutalbum My 21st Century Blues laat horen dat dit volkomen terecht is
My 21st Century Blues van RAYE verscheen aan het begin van dit jaar, maar zelf ontdekte ik het album pas nadat het opdook in heel veel jaarlijstjes. Daarin hoort het debuutalbum van de Britse muzikante zeker thuis, want RAYE bulkt van het talent. My 21st Century Blues is een zeer gevarieerd album vol invloeden. Die veelzijdigheid trekt de muzikante uit Londen door in de muziek en de zang op haar debuutalbum. Bij eerste beluistering hoor je vooral een toegankelijk popalbum met invloeden uit de R&B, soul, hiphop, jazz en pop, maar My 21st Century Blues stijgt al snel tot grote hoogten, ook als je normaal gesproken niet zo vatbaar bent voor het soort muziek dat RAYE maakt.



De Britse muzikante RAYE haalt met haar debuutalbum My 21st Century Blues flink wat jaarlijstjes, waaronder een aantal zeer aansprekende lijstjes. Het kwam voor mij als een totale verrassing, want ik heb zelf geen aandacht besteed aan het album en heb er ook nauwelijks naar geluisterd eerder dit jaar. Ik ging er van uit dat het debuutalbum van het alter ego van Rachel Keen zich ver buiten mijn muzikale comfort zone bevond, maar dat blijkt reuze mee te vallen. 

Zoals zoveel andere Britse popmuzikanten begon Rachel Keen ooit aan een opleiding op de gerenommeerde BRIT School, maar ze vond het keurslijf van de muziekschool al snel te strak en ging haar eigen weg. Dat doet ze ook op haar debuutalbum, waarop het in muzikaal opzicht alle kanten op kan. RAYE maakt op My 21st Century Blues toegankelijke Britse pop met een vleugje soul, maar ze kruipt in een aantal tracks ook een stuk dichter tegen de hiphop en R&B aan. Flirts met de dansvloer en hier en daar een vleugje jazz maken het bonte muzikale palet van het debuutalbum van RAYE compleet. 

My 21st Century Blues staat vol met zeer aanstekelijke songs, waarvan een aantal het geweldig doet op de dansvloer. Op hetzelfde moment is de muziek van de jonge Britse muzikante eigenzinnig. Het debuutalbum van RAYE staat bol van de invloeden, maar is ook in muzikaal opzicht een zeer divers album. In een deel van de tracks op het album domineert de elektronica, maar My 21st Century Blues kan ook warm en organisch klinken. 

In vocaal opzicht is het album al net zo divers. RAYE kan mee met de grote popzangeressen van het moment, maar ze kan ook de concurrentie met de smaakmakers in de hiphop en R&B aan. Het ene moment vertrouwt ze op elektronica en de autotune voor het vervormen van haar stem, maar de Britse muzikante kan ook rauw, puur en soulvol zingen. My 21st Century Blues sluit aan bij de grote Amerikaanse pop en R&B albums van 2023, maar het album klinkt toch ook typisch Brits, al is het maar door de tongval van de muzikante uit Londen. 

Het debuutalbum van RAYE begeeft zich met name in de tracks die wat opschuiven richting hiphop en rap een flink stuk buiten mijn muzikale comfort zone, maar door al het muzikale avontuur en de vocale souplesse haak ik ook bij die tracks niet af. My 21st Century Blues bevat 15 tracks en ruim drie kwartier muziek en schiet in die 15 tracks meerdere kanten op. Het levert een album vol goede ideeën af, maar ook een album dat eigenzinniger en hierdoor interessanter klinkt dan vergelijkbare albums in het genre. 

Bij eerste beluistering zag ik het eerste album van RAYE nog vooral als een ‘guilty pleasure’, maar hoe vaker ik naar het album luister, hoe meer ik onder de indruk raak van de muzikaliteit en originaliteit van RAYE en van haar persoonlijke teksten. De Londense muzikante kan een geweldig popalbum maken, maar ook een loom en zwoel R&B album of een rauw en intens soulalbum. Met My 21st Century Blues heeft ze alles op een hoop gegooid, maar het album klinkt zeker niet als een allegaartje. Zelf hoop ik op een tweede album met sober ingekleurde soul en jazz, maar ook als RAYE blijft doen wat ze doet op haar debuutalbum, kijk ik met veel nieuwsgierigheid uit naar het tweede album van deze zeer talentvolle Britse muzikante. Erwin Zijleman


My 21st Century Blues van RAYE is verkrijgbaar via de Mania webshop:


27 december 2023

The Rural Alberta Advantage - The Rise & The Fall

Bij eerste beluistering van het vijfde album van The Rural Alberta Advantage had ik wat teveel associaties met de muziek van The Lumineers, maar The Rise & The Fall blijkt al snel een uitstekend album
Liefhebbers van de albums van de Amerikaanse band The Lumineers zullen onmiddellijk gecharmeerd zijn van de muziek van de Canadese band The Rural Alberta Advantage, al kan de overeenkomst met de muziek van de Amerikaanse band de Canadezen ook in de weg zitten. Ik had zelf wat tijd nodig om te wennen aan de overeenkomsten tussen beide bands, maar uiteindelijk ben ik behoorlijk onder de indruk van The Rise & The Fall, dat wat mij betreft niet onder doet voor de albums van The Lumineers. Een mooier compliment kan ik de band uit Toronto niet maken en The Rise & The Fall is ook nog eens een album dat nog wel even door groeit.



Bij beluistering van The Rise & The Fall, het afgelopen herfst verschenen vijfde album van de Canadese band The Rural Alberta Advantage dacht ik even met nieuw werk van de Amerikaanse band The Lumineers te maken te hebben. De openingstrack van The Rise & The Fall lijkt zowel qua muziek als qua zang sprekend op de muziek die The Lumineers de afgelopen jaren hebben gemaakt en ook de song zelf is van het soort waar de Amerikaanse band patent op heeft. 

Nu ben ik persoonlijk gek op de muziek van The Lumineers. Vrijwel alle albums van de Amerikaanse band haalden mijn jaarlijstje en met name III uit 2019 schaar ik onder mijn favoriete albums van de afgelopen jaren. Alle reden dus om te houden van de muziek van The Rural Alberta Advantage, maar de eerste vier albums van de band uit Toronto schoof ik terzijde en ook album nummer vijf kwam afgelopen herfst op de verkeerde stapel terecht en dat terwijl ik het het afgelopen jaar moest doen zonder een nieuw album van The Lumineers. 

Ik weet eerlijk gezegd niet of de vergelijking met de Amerikaanse band me echt in de weg zat, want The Lumineers verdienen het wat mij betreft om een belangrijke inspiratiebron te zijn. Oktober was ook gewoon een erg drukke release maand, waarin er weinig tijd was om goed naar alle verschenen albums te luisteren. Dat had in het geval van The Rise & The Fall van The Rural Alberta Advantage zeker geholpen, want nu ik het album vaker heb beluisterd ben ik zeer gecharmeerd van het album en hoor ik dat de Canadese band meer kan dan songs in de stijl van The Lumineers maken. 

Met name door de zang heeft The Rise & The Fall in vrijwel alle tracks een aangename The Lumineers vibe, maar zeker in de wat meer ingetogen songs schuift The Rural Alberta Advantage wat op richting Amerikaanse rootsmuziek en heeft de band een duidelijker eigen geluid. Dat heeft de band ook wanneer het kiest voor juist wat stevigere songs met mooi gitaarwerk.

De raakvlakken met de populaire Amerikaanse band zijn natuurlijk ook niet alleen de zwakte van The Rise & The Fall. Het album staat vol met aantrekkelijke songs en in muzikaal opzicht zit het album knap in elkaar. Ook over de zang van zanger en gitarist Nils Edenloff ben ik zeer te spreken, zeker als bassist en toetsenist Amy Cole subtiele achtergrondvocalen toevoegt. 

The Rise & The Fall is een album dat meer verdient dan snelle beluistering van de eerste paar tracks (wat ik in oktober deed). De songs van de Canadese band zijn immers behoorlijk veelzijdig en het zijn bovendien songs die beter worden wanneer je ze vaker hoort. De vergelijking met de muziek van The Lumineers wordt verder steeds meer naar de achtergrond verdrongen, enerzijds omdat The Rural Alberta Advantage ook op meerdere manieren anders kan klinken dan de Amerikaanse band en anderzijds omdat de songs op The Rise & The Fall goed genoeg zijn om de vergelijking met andere bands goed te kunnen doorstaan. 

Ik heb na The Rise & The Fall inmiddels ook de andere albums van de Canadese band beluisterd, maar vind het nieuwe album van de band, dat overigens vorm kreeg tijdens een aantal Zoom meetings tijdens de coronapandemie, er flink uitspringen. Ik zag het album de afgelopen week opduiken in een Canadees jaarlijstje en dat is niet overdreven, want The Rise & The Fall is meer dan het geweldige Lumineers album dat de Amerikaanse band in 2023 zelf niet heeft gemaakt. Erwin Zijleman

De muziek van The Rural Alberta Advantage is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Canadese band: https://ruralalbertaadvantage.bandcamp.com/album/the-rise-the-fall.


The Rise & The Fall van The Rural Alberta Advantage is verkrijgbaar via de Mania webshop:



26 december 2023

CMAT - Crazymad, For Me

De Ierse muzikante Ciara Mary-Alice Thompson maakt op haar tweede album als CMAT nog wat meer indruk met haar eigenzinnige mix van pop en country, die niets te maken heeft met de countrypop uit Nashville
De muziek van CMAT ontsnapte tot voor kort volledig aan mijn aandacht en dat is doodzonde. De Ierse muzikante leverde vorig jaar al een geweldig debuutalbum af, maar op het deze herfst verschenen Crazymad, For Me ligt het niveau nog wat hoger. Het is de verdienste van het veelkleurige klankentapijt op het album en van de bijzondere stem van Ciara Mary-Alice Thompson en beiden worden steeds beter en interessanter. De muzikante uit Dublin schrijft bovendien geweldige songs. Het zijn songs vol humor, maar ondertussen vertelt CMAT ook persoonlijke verhalen. Crazymad, For Me dook op in meerdere jaarlijstjes en inmiddels begrijp ik waarom.



De muziek van de Ierse muzikante CMAT was mij tot dusver op een of andere manier ontgaan, maar nadat ik haar eerder dit jaar verschenen tweede album Crazymad, For Me tegen kwam in een aantal jaarlijstjes, ben ik op zijn minst geïntrigeerd door de muziek van de singer-songwriter uit Dublin. CMAT is het alter ego van Ciara Mary-Alice Thompson, die voordat ze vorig jaar haar debuutalbum If My Wife New I'd Be Dead uitbracht via bandcamp een aantal singles uitbracht. 

Volgens haar bandcamp pagina woonde Ciara Mary-Alice Thompson destijds nog bij haar grootouders en probeerde ze te herstellen van een AliExpress verslaving. Volgens de recentere informatie op Spotify woont ze inmiddels op zichzelf, maar koopt ze nog altijd teveel spulletjes bij de Chinese webwinkel. 

De Ierse muzikante ontwikkelde haar muzieksmaak naar verluidt via een streng dieet van traditionele country en moderne pop en dat zijn twee uitersten die nog steeds een belangrijke rol spelen in de muziek van CMAT. Haar debuutalbum liet zich naar eigen zeggen inspireren door zowel Dolly Parton als Katy Perry en dat zijn twee namen die ook zijn terug te horen op het eerder dit jaar verschenen Crazymad, For Me. 

Ik heb sinds ik de muziek van CMAT ontdekte een enorm zwak voor If My Wife New I'd Be Dead gekregen, maar haar afgelopen herfst verschenen tweede album is nog een stuk beter. CMAT laat zich zoals gezegd inspireren door country en pop en dat is een combinatie van invloeden die ik wekelijks tegen kom. Het maakt echter nogal wat uit of country en pop worden vermengd in Nashville, Tennessee, of in het Ierse Dublin of de studio in Noorwegen waar het album werd opgenomen. Crazymad, For Me klinkt namelijk geen moment als de countrypop die in Nashville wordt gemaakt. 

De muziek van CMAT zou ik zelf vooral omschrijven als pop met een country feel en dat is een combinatie die opvallend goed werkt. Crazymad, For Me is een conceptalbum over een traumatische relatie die wordt verwerkt via een mislukte trip met een tijdmachine. CMAT heeft er een heel verhaal van gemaakt, maar ze vertolkt haar songs met zoveel gevoel dat het album wel autobiografisch moet zijn. 

CMAT laat op haar tweede album, nog meer dan op haar debuutalbum, horen dat ze aanstekelijke en interessante songs schrijft. Crazymad, For Me laat zich beluisteren als een toegankelijk popalbum, maar het is wel een popalbum dat anders klinkt dan alle andere popalbums van het moment. CMAT heeft af en toe wat van Adele, Lily Allen en Kate Nash, maar laat zich in haar songs meer inspireren door de singer-songwriters uit Nashville dan door de makers van Britse pop. 

Het is in eerste instantie vooral de kwaliteit van de songs die van Crazymad, For Me zo’n goed album maakt. In muzikaal opzicht klinkt het album bij beluistering vooral aangenaam, terwijl de zang van Ciara Mary-Alice Thompson niet opvallend mooi is, maar wel steeds de juiste snaar weet te raken. Zowel de muziek als de zang op het album worden overigens wel beter en interessanter wanneer je het album vaker hoort. 

Het komt allemaal samen in het prachtige Where Are Your Kids Tonight?, een duet met John Grant, het prijsnummer op een album dat ik eerder dit jaar over het hoofd zag, maar dat inderdaad absoluut jaarlijstjeswaardig is. En ik ben echt nog lang niet klaar met dit album. Erwin Zijleman


Crazymad, For Me van CMAT is verkrijgbaar via de Mania webshop:


25 december 2023

Katie Melua - Love & Money

Katie Melua vond nieuw liefdesgeluk en kreeg een kind, maar heeft ook de goede muzikale vorm van haar breakup album Album No. 8 behouden op het wederom aangenaam ingetogen Love & Money
Katie Melua dook precies twintig jaar geleden op met het prachtige Call Of The Search. Het werd door de keuze voor wat zoete popmuziek lange tijd een onaantastbaar album, maar met het breakup album Album No. 8 vond Katie Melua wat mij betreft weer het juiste spoor. De lijn van Album No. 8 wordt doorgetrokken op het dit voorjaar verschenen Love & Money, dat in tekstueel opzicht een stuk opgewekter is, maar in muzikaal opzicht door gaat op de wat tegen Laurel Canyon folk aanleunende weg van het vorige album. De muziek van Katie Melua was me in het verleden vaak wat te zoet en braaf, maar Love & Money is net als zijn voorganger een prima album.



Het was vorige maand al weer twintig jaar geleden dat het debuutalbum van de in Georgië geboren maar in het Verenigd Koninkrijk opgegroeide Katie Melua verscheen. Het in 2003 verschenen Call Of The Search vond en vind ik een erg sterk album. Het door de legendarische Mike Batt geproduceerde album klinkt bij vlagen suikerzoet, maar Katie Melua laat, zeker in vocaal opzicht, een duidelijk eigen geluid horen. Het is een over het algemeen genomen zeer smaakvol geluid dat Call Of The Search naast het een jaar eerder verschenen en zeer succesvolle Come Away With Me van Norah Jones plaatste. 

Katie Melua werd met haar debuutalbum een wereldster en schoof vervolgens op richting pop. Het leverde een stapeltje albums op dat me een stuk minder goed beviel dan het debuutalbum van Katie Melua, wiens succes na de klapper van Piece By Piece uit 2005 ook wel wat af begon te nemen. Alle albums die Katie Melua na haar debuutalbum uitbracht hadden hun momenten, maar kabbelden wat mij betreft ook wat te fantasieloos voor en waren me ook wat te zoet. 

Ik was wel zeer gecharmeerd van het in 2020 verschenen Album No. 8, dat misschien niet revolutionair anders klonk dan zijn voorgangers, maar dat in zowel muzikaal als vocaal opzicht prachtig klonk en ook weer net wat minder zoete en net wat avontuurlijkere songs bevatte. Het was bovendien een zeer persoonlijk album, waarop Katie Melua het einde van haar relatie een plek gaf. 

Ik was mijn liefde voor Album No. 8 afgelopen voorjaar kennelijk al weer vergeten, want het in maart verschenen Love & Money heb ik niet eens beluisterd. Ik kwam het album in welgeteld één jaarlijstje tegen en omdat het me geschikt leek als achtergrondmuziek rond de kerstdagen heb ik het alsnog geprobeerd met het negende album van de Brits-Georgische muzikante. 

Love & Money werd, net als voorganger Album No. 8, geproduceerd door de Britse producer Leo Abrahams, die fraai werk heeft afgeleverd. In tekstueel opzicht is Love & Money een duidelijk ander album dan zijn voorganger. Waar Katie Melua op haar vorige album de scherven van de liefdesbreuk bij elkaar raapte, bezingt ze op Love & Money haar nieuw gevonden liefdesgeluk en haar zwangerschap. In muzikaal opzicht liggen de twee albums, mede door de productie van Leo Abrahams, dichter bij elkaar. 

Ook op Love & Money kiest Katie Melua voor wat minder pop en wat meer invloeden uit de Laurel Canyon folk. Haar songs zijn nog altijd aan de zoete kant, wat voor een belangrijk deel heeft te maken met haar zang. Het is zang die nog altijd netjes binnen de lijntjes kleurt, maar Katie Melua zingt op haar nieuwe album ook prachtig. 

Het levert een album op dat vaak als keurig, zoet en braaf zal worden bestempeld, maar luister zonder vooroordelen en je hoort een mooi singer-songwriter album met een randje pop. De IJslandse muzikante Laufey werd het afgelopen jaar binnengehaald als de opvolger van onder andere Katie Melua en Norah Jones, maar Katie Melua laat met Love & Money horen dat ze nog lang niet afgeschreven mag worden. 

Ik hoop stiekem nog altijd op een Katie Melua album met net wat ruwere randjes en uitstapjes buiten de gebaande paden, maar Love & Money doet, net als Album No. 8, niet onder voor haar terecht bejubelde debuutalbum. De conclusie dat Love & Money eerder dit jaar wel wat meer aandacht had verdiend is dan ook gerechtvaardigd. Erwin Zijleman


Love & Money van Katie Melua is verkrijgbaar via de Mania webshop:


24 december 2023

Orange Juice - You Can't Hide Your Love Forever (1982)

You Can't Hide Your Love Forever, het debuutalbum van de Schotse band Orange Juice, deed in 1982 niet heel veel, maar blijkt achteraf bezien een verrassend veelzijdig, overtuigend en zeker ook invloedrijk album
Het debuutalbum van het uit Glasgow afkomstige Orange Juice staat maar in weinig lijstjes met de beste of belangrijkste albums van 1982. Het album deed destijds ook niet zo heel veel, maar You Can't Hide Your Love Forever is met de kennis van nu een behoorlijk invloedrijk album. Het is bovendien een zeer memorabel album, want de popsongs van de Schotse band klinken ook na al die jaren nog aanstekelijk en eigenzinnig. Het zijn popsongs zoals die in de jaren 80 veel vaker werden gemaakt, maar de band rond Edwyn Collins verwerkte een aantal bijzondere invloeden, waardoor You Can't Hide Your Love Forever net wat anders klinkt dan de meeste andere albums uit die tijd. Het had in 1982 een veel beter lot verdiend.



De Schotse band Orange Juice werd in 1976 opgericht, maar kreeg pas in 1979 haar definitieve naam. Het debuutalbum van de band uit Glasgow verscheen in 1982, waarna in 1983 en 1984 nog twee albums volgden. Van de drie albums van Orange Juice is het debuutalbum You Can't Hide Your Love Forever wat mij betreft de beste. Het is een album dat me aan het begin van de jaren 80 overigens niet is opgevallen en daar stond ik zeker niet alleen in, want de band bleef ondanks een positief oordeel van de critici helaas relatief onbekend, wat er uiteindelijk voor zorgde dat de band werd gedumpt door haar platenmaatschappij. 

Ik kwam Orange Juice zelf pas op het spoor toen in 1989 de solocarrière van voormalig bandlid Edwyn Collins begon. Edwyn Collins zou halverwege de jaren 90 een culthit scoren met de single A Girl Like You, maar persoonlijk vind ik vooral zijn debuutalbum Hope And Despair uit 1989 en de albums die hij maakte nadat hij was hersteld van een zware hersenbloeding in 2005 veel interessanter. Door het debuutalbum van Edwyn Collins kwam ik op het spoor van de albums van Orange Juice, die ik pas goed kon beluisteren toen ze beschikbaar werden gemaakt op de streaming media diensten. 

Met name het in 1982 verschenen debuutalbum van Orange Juice is een album dat destijds een veel beter lot had verdiend. Op You Can't Hide Your Love Forever maakt Orange Juice frisse jaren 80 pop, die een belangrijke inspiratiebron zou worden voor bands die uiteindelijk een stuk succesvoller waren dan de band uit Glasgow. Luister naar You Can't Hide Your Love Forever en je hoort flarden van The Style Council, Aztec Camera, The Smiths, Spandau Ballet en ook Franz Ferdinand en Belle And Sebastian, die allen pas na of zelfs ver na Orange Juice zouden debuteren. 

De muziek van Orange Juice bevat invloeden uit de postpunk die aan het eind van de jaren 70 kwam opzetten, maar You Can't Hide Your Love Forever bevat ook een blauwdruk van de opgewektere popmuziek uit de jaren 80. De band laat op haar debuutalbum bovendien horen een goede neus te hebben voor tijdloze popsongs. Het debuutalbum van de band uit Glasgow klinkt ruim 40 jaar na de oorspronkelijke release bij vlagen ietwat gedateerd, maar een groot deel van de songs klinkt ook na al die jaren nog fris en urgent. 

Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat Orange Juice met wat meer geluk had kunnen uitgroeien tot een van de vaandeldragers van de popmuziek van de jaren 80. Met name het veelkleurige en vaak wat funky gitaarwerk en het energieke baswerk op het album springen nadrukkelijk in het oor, maar ook de zang van Edwyn Collins heeft iets bijzonders, waardoor de muziek van Orange Juice wat minder glad klinkt dan de muziek van een aantal van de hier boven genoemde volgelingen van de Schotse band. 

Orange Juice kwam voort uit de postpunk scene, maar de band heeft zich op haar debuutalbum door van alles en nog wat laten inspireren en laat ook invloeden van onder andere Talking Heads, Roxy Music, The Modern Lovers en Chic horen op You Can't Hide Your Love Forever. De bonte mix aan invloeden is nog een extra reden om het debuutalbum van Orange Juice met terugwerkende kracht toe te voegen aan de memorabele albums van de vroege jaren 80. Erwin Zijleman


Beach Fossils - Bunny

De Amerikaanse band Beach Fossils maakt heerlijk dromerige songs die aangenaam voortkabbelen, maar luister wat beter en je hoort uitstekende gitaarsongs met invloeden uit het verleden en het heden
Ik vond de muziek van Beach Fossils lange tijd aangenaam maar uiteindelijk onvoldoende onderscheidend, tot ik het eerder dit jaar verschenen Bunny wat beter heb beluisterd. Aanleiding was het opduiken van het album in een respectabel aantal jaarlijstjes en inmiddels begrijp ik waarom. Beach Fossils citeert op Bunny nadrukkelijk uit de popmuziek die in de jaren 80 en 90 werd gemaakt, maar het is niet het soort retro album waarvan er in 2023 heel veel zijn gemaakt. Bunny klinkt zowel in muzikaal als in vocaal opzicht bijzonder aangenaam en hier en daar wat nostalgisch, maar de songs van de band uit Brooklyn zitten ook knap in elkaar, waardoor het album zeker niet misstaat in de jaarlijstjes.



Ik heb nog nooit een album van de Amerikaanse band Beach Fossils besproken op de krenten uit de pop. Dat is op zich best bijzonder, want bij eerste beluistering van zo ongeveer alle albums van de band uit Brooklyn, New York, was ik zeer aangenaam verrast door het geluid van de band en ging ik er van uit dat ik een echte krent uit de pop te pakken had. Dat was ook afgelopen zomer het geval bij mijn eerste beluistering van Bunny, het vijfde album van de Amerikaanse band. 

Het is een album dat direct aanvoelde als een album dat ik in de jaren 80 zou hebben gekoesterd, maar dat het ook een paar decennia later nog geweldig deed bij de zomerse temperaturen van dat moment. Op een of andere manier pakte Bunny me echter toch net onvoldoende en viel het album uiteindelijk tussen wal en schip. Misschien doen de zonnige maar ook wat melancholische klanken van de Amerikaanse band het toch wat beter in de herfst en de winter, want nadat ik Bunny tegen kwam in meerdere jaarlijstjes heb ik het album er toch weer bij gepakt en dit keer met meer succes. 

Net als het laatste album van Wild Nothing, dat afgelopen herfst verscheen, is Bunny van Beach Fossils een album met een bijzonder aangename jaren 80 vibe. Zonnige gitaarlijnen, flirts met postpunk van de ritmesectie en heerlijk dromerige zang waren vaste ingrediënten op menig album uit de jaren 80 en Bunny had destijds zeker niet misstaan. Nu ben ik in 2023 heel veel albums tegen gekomen die ik in de jaren 80 vast heel leuk had gevonden, maar de klassiekers uit het betreffende decennium zelf zijn er natuurlijk ook nog. 

Bunny van Beach Fossils heeft meerwaarde omdat de band uit Brooklyn zich misschien heeft laten inspireren door de muziek uit de jaren 80, maar niet in het verleden is blijven steken. De Amerikaanse band is ook niet vies van invloeden uit de dreampop en jangle pop uit de jaren 90, maar schrijft ook frisse popsongs die ook in het heden nog fris en aangenaam klinken. 

Bunny is een album dat je op meerdere manieren kunt beluisteren. Wanneer je het album wat laat voortkabbelen op de achtergrond klinkt het vooral bijzonder aangenaam, terwijl het je in een nostalgisch bui mee terug neemt naar tijden die inmiddels ver achter ons liggen. Bunny van Beach Fossils is echter ook een album dat het verdient om te worden beoordeeld op haar kwaliteit. 

In muzikaal opzicht springen vooral de heerlijke en af en toe breed uitwaaiende maar net zo makkelijk gruizige gitaarlijnen in het oor en ook de wat lome zang is van hoge kwaliteit. De Amerikaanse band slaagt er bovendien in om songs te schrijven die zich wentelen in zonnestralen en zoete klanken, maar die ook altijd wat melancholisch van aard zijn, precies zoals een aantal bands dat in de jaren 80 zo goed kon. 

Bunny is bovendien een album dat makkelijk aan kracht wint. Wat ik afgelopen zomer nog vooral aangenaam en tijdloos vond klinken, vind ik inmiddels echt heel goed. Bunny heeft zich razendsnel ontwikkeld van een album dat in de jaren 80 of in de jaren 90 absoluut hoge ogen had kunnen gooien tot een album dat in 2023 moet worden geschaard onder de betere albums van het jaar, waardoor ik een ieder die het album wel opnam in het jaarlijstje over 2023 alleen maar gelijk kan geven. Erwin Zijleman

De muziek van Beach Fossils is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://beachfo.bandcamp.com/album/bunny.


Bunny van Beach Fossils is verkrijgbaar via de Mania webshop:



23 december 2023

Mon Laferte - Autopoiética

De Chileense muzikante Mon Laferte leverde in 2021 twee totaal verschillende albums af en laat op het vorige maand verschenen en deels door elektronica gedomineerde Autopoiética horen dat ze nog meer kanten op kan
Mon Laferte zette tussen het voorjaar en het najaar van 2021 een reuzenstap van traditioneel klinkende Mexicaanse volksmuziek naar Amerikaanse pop. Op het onlangs verschenen Autopoiética kiest de Chileense muzikante weer een andere weg. Elektronica heeft flink aan terrein gewonnen, maar Mon Laferte is ook haar Zuid-Amerikaanse wortels zeker niet vergeten. Het levert een album van uitersten op, maar op een of andere manier klinken de grote stappen op Autopoiética volkomen logisch. In de beste tracks op het album combineert Mon Laferte twee totaal verschillende werelden en maakt ze niet alleen indruk met muzikaal avontuur, maar ook met haar zeer expressieve zang.



In 2021 besprak ik op de krenten uit de pop twee albums van de Chileense muzikante Mon Laferte. Op SEIS maakte Mon Laferte indruk met door traditionele Mexicaanse volksmuziek geïnspireerde songs, terwijl ze op het later dat jaar verschenen 1940 Carmen koos voor folk, psychedelica en pop. Voor 1940 Carmen verruilde Mon Laferte het sobere Mexicaanse platteland voor de blinkende stadslichten van Los Angeles, maar net als op SEIS slaagde ze er in om ook veel van zichzelf in haar bijzondere muziek te stoppen. 

Na mijn liefde voor het zevende en achtste album van Mon Laferte had het eerder dit jaar verschenen Autopoiética een zekerheid moeten zijn, maar in de drukke releaseweken van november viel het album tot twee keer toe net buiten de boot. Dat had ook wel wat met het album zelf te maken, want Autopoiética klinkt weer flink anders dan zijn twee voorgangers. Het is op hetzelfde moment een album dat teruggrijpt op de eerste acht albums van de Chileense muzikante, die Autopoiética thuis opnam tijdens de lockdowns van de coronapandemie. 

Autopoiética opent met sfeervolle strijkers, die al snel worden vervangen door elektronica. Het is elektronica die in combinatie met de triphop achtige ritmes associaties oproept met de muziek van Portishead, waardoor we weer een nieuwe kant van Mon Laferte te horen krijgen. Door de Spaanse taal en de expressiever zang van de Chileense muzikante geeft Mon Laferte ook dit keer een eigen draai aan de invloeden die ze verwerkt. 

Die eigen draai hoor je in alle songs op het album, want ook als Autopoiética opschuift richting wat traditioneler klinkende Zuid-Amerikaanse muziek, is er altijd wel een bijzondere twist. De ene keer zijn de vocalen op bijzondere wijze vervormt, de volgende keer worden traditioneel klinkende instrumenten gecombineerd met moderne elektronica en zo is er iedere keer wel iets dat de muziek van Mon Laferte voorziet van een flinke dosis eigenzinnigheid en avontuur. 

Misschien vond ik het album in november net wat te wispelturig of tweeslachtig, of vielen de experimenten met elektronica niet direct op zijn plek, maar inmiddels ben ik toch ook weer verknocht aan Autopoiética, dat ik toch een stuk interessanter vind dan de andere albums die opdoken in jaarlijstjes met Latin albums. Met het predicaat Latin doe je de muziek van Mon Laferte ook flink te kort, want ook op haar negende album verwerkt ze zeer uiteenlopende invloeden en doet ze dingen die binnen de Latin zeker geen gemeengoed zijn. 

In muzikaal opzicht is Autopoiética, met name door de mix van Latijns-Amerikaanse muziek en elektronica een fascinerend album en ook de songs zijn, zeker na enige gewenning, van het niveau dat we van de Chileense muzikante gewend zijn. Mon Laferte maakt echter ook dit keer de meeste indruk met haar stem, die alle kanten op kan. Het is een stem die ik het mooist vind wanneer ze met veel emotie en drama zingt, maar ook de meer ingetogen zang is prachtig. 

De diversiteit op Autopoiética is zo groot dat er tussen de 14 tracks ook wel twee of drie songs te vinden zijn die me wat minder aanspreken, maar over het algemeen genomen is ook Autopoiética weer een sterk album van de bijzondere Chileense muzikante, die niet voor niet flink wat Latin Grammy’s in de wacht wist te slepen en ook in Nederland alle aandacht verdient. Erwin Zijleman


22 december 2023

The Tubs - Dead Meat

De uit Wales afkomstige band Joanna Gruesome viel helaas al na twee geweldige albums uit elkaar, maar acht jaar na de trieste zwanenzang van Joanna Gruesome laten The Tubs horen dat er leven is na de band
Dankzij de zoveelste tip van de Amerikaanse website Paste kwam ik op het spoor van het debuutalbum van de Britse band The Tubs. De band is ontstaan na het uit elkaar vallen van Joanna Gruesome, dat het helaas slechts twee albums vol hield. De eerste worp van The Tubs is raak, want het debuutalbum van de band staat vol aanstekelijke gitaarsongs. Het zijn songs die door flink wat invloeden uit de janglepop flink anders klinken dan noisy gitaarmuziek van Joanna Gruesome, maar de songs van The Tubs zijn zeker niet minder onweerstaanbaar. Dead Meat is goed voor 26 minuten zonnestralen, die bij herhaalde beluistering zeker niet minder aanstekelijk worden.



Leden van de Britse band The Tubs maakten eerder deel uit van de band Joanna Gruesome, die met Weird Sister uit 2013 en Peanut Butter uit 2015 twee geweldige albums afleverde. Het zijn albums die ik zelf omschreef als een mix van Lush, Sleater Kinney, The Dum Dum Girls, The Ramones en Slumber Party, maar de omschrijving “a hint of Lush and a ton of Rush” was met afstand de mooiste (al was het niet de meest treffende). 

Joanna Gruesome vermaakte meedogenloos met een gruizig en noisy gitaargeluid, wat fraai contrasteerde met de zoete vrouwenvocalen van de band. Het blijft doodzonde dat Joanna Gruesome is blijven steken op twee albums, maar gelukkig is er leven na de band. Dead Meat, het debuutalbum van The Tubs, borduurt voor een klein deel voort op de twee geweldige albums van Joanna Gruesome, maar tapt vooral uit een ander vaatje. 

De muziek van The Tubs vertrouwt veel minder op vrouwenstemmen en maakt ook in muzikaal opzicht andere keuzes. Ook Dead Meat laat hier en daar wat invloeden uit de postpunk horen, maar de songs van The Tubs zijn een stuk minder gruizig dan die van Joanna Gruesome. Invloeden uit de jangle pop hebben daarentegen flink aan terrein gewonnen en ook invloeden uit de 70s Britpop en 80s college rock spelen een voorname rol op Dead Meat. 

Een ding is niet veranderd en dat is het feit dat The Tubs net als Joanna Gruesome uitblinkt in het schrijven van onweerstaanbaar lekkere popsongs. Het zijn songs die dit keer vooral worden gedragen door heerlijk jengelende gitaren, die de ruimte vullen met zonnestralen. Het heerlijke gitaarwerk op Dead Meat wordt dit keer voornamelijk gecombineerd met mannenstemmen, wat misschien net wat minder verleidelijk klinkt dan de vrouwenstemmen van Joanna Gruesome, maar ik heb echt helemaal niets aan te merken op de zang van The Tubs, die hier en daar nog een beroep doet op vrouwenstemmen. 

Wanneer de onweerstaanbaar lekkere gitaarloopjes worden gecombineerd met diepe bassen komen wat invloeden uit de postpunk aan de oppervlakte, maar ik heb bij beluistering van Dead Meat vooral associaties met de muziek van The Jam en hier en daar ook zeker The Undertones. 

Waar postpunk meestal donker gekleurd is, is de muziek van The Tubs vooral zonnig. Het is deels de verdienste van het echt bijzonder lekkere gitaarwerk op het album, maar ook de geweldige melodieën en de aanstekelijke refreinen dragen flink bij aan het geweldige eindresultaat. Dead Meat is een album zonder poespas of opsmuk, maar ondertussen zijn alle songs op het album raak. 

Na negen songs en net iets meer dan 26 minuten zit het er al weer op, maar na beluistering van de onweerstaanbare gitaarsongs van The Tubs kan je dag niet meer stuk. Dead Meat is ook nog eens een aangenaam zoekplaatje, want naast de eerder genoemde invloeden heeft de Britse band ook nog wat invloeden uit de folkrock verstopt in haar songs. 

Ik heb Dead Meat zelf eerder dit jaar compleet over het hoofd gezien, maar ben blij dat ik het album door de lijst met de beste debuutalbums volgens Paste toch nog heb opgepikt. Het is een album dat door de aanstekelijke songs bijzonder makkelijk weet te verleiden, maar het is ook een veel knapper album dan het bij eerste beluistering lijkt. Erwin Zijleman

De muziek van The Tubs is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse band: https://thetubs.bandcamp.com/album/dead-meat.


Dead Meat van The Tubs is verkrijgbaar via de Mania webshop: