Dylan Baldi knutselde zijn muziek tot dusver thuis in elkaar met eenvoudige middelen, maar voor het debuut van zijn band (of eigenlijk alter ego) Cloud Nothings, week hij voor het eerst uit naar een echte studio en een professionele producer. Voor het geluid dat hij produceert maakt het niet eens zo heel veel uit, want het titelloze debuut van Cloud Nothings rammelt aan alle kanten. Dat is goed nieuws, want juist dit rammelende karakter maakt van dit debuut zo’n aangename plaat. Dylan Baldi maakt als Cloud Nothings ruwe popliedjes met honingzoete refreinen en melodieën. De gitaren zijn noisy, de vocalen vaak rauw, maar ondertussen komt wel het ene na het andere perfecte popliedje voorbij. Het zijn popliedjes die nooit langer dan 3 minuten duren, waardoor de 11 popliedjes op dit debuut in totaal nog geen half uur beslaan. Dat is kort, maar het is genoeg. De popliedjes van Dylan Baldi zijn zo energiek dat je na een half uur naar adem hapt en toe bent aan iets rustigers. Je hebt dan wel een half uur geweldige popmuziek achter de kiezen. De muziek van Cloud Nothings lijkt wel wat op de muziek van Wavves of The Soft Pack, maar Dylan Baldi maakt ook geen geheim van zijn bewondering voor Nirvana, Hüsker Dü, The Strokes, Weezer, Brian Wilson, en zo kan ik nog wel wat namen noemen. Dylan Baldi keert voor het debuut van Cloud Nothings de platenkast van zijn ouders om, haalt het leukste er uit en voorziet dit vervolgens van een punky attitude, ADHD-achtige energie en een extra bitterzoet suikerlaagje. Niet alle songs op dit debuut zijn even sterk, maar omdat de songs niet heel lang duren hoef je niet de moeite te nemen om door te zappen, waarna blijkt dat ook de op het eerste gehoor wat mindere goden hun sterke punten hebben. En zo wordt het debuut van Cloud Nothings leuker en leuker. Dylan Baldi maakt als Cloud Nothings muziek zonder enige pretentie of vernieuwingsdrang, maar probeer zijn aanstekelijke popliedjes maar eens te weerstaan. Mij lukt het in ieder geval niet. Het titelloze debuut van Cloud Nothings is een kort maar zeer krachtig plaatje, dat voorlopig nog wel even meekan met de leukste rammelpop van 2011. Erwin Zijleman