De Amerikaanse band Blonde Redhead bestaat al sinds het begin van de jaren 90 en heeft inmiddels een aardig stapeltje platen uitgebracht. Lange tijd had ik niet zoveel met de muziek van de band. De vaak wat experimentele en op Sonic Youth leunende noiserock van Blonde Redhead lag me over het algemeen net wat te zwaar op de maag. Op het in 2004 verschenen Misery Is A Butterfly sloeg Blonde Redhead een andere weg in en dit werd doorgetrokken op het in 2007 verschenen 23; een prachtige plaat met muziek die meer dan eens raakte aan dreampop, al was Blonde Redhead haar experimentele noiserock roots gelukkig niet helemaal vergeten, wat een verrassend fraai geluid opleverde. 23 reken ik nog altijd tot de mooiste platen van 2007 en ik was daarom ook heel benieuwd naar de nieuwe plaat van de band. Penny Sparkle verscheen al in september, maar op een of andere manier wilde het kwartje bij mij maar niet vallen. Op Penny Sparkle gaat Blonde Redhead verder op de op Misery Is A Butterfly en 23 ingeslagen weg, maar de band heeft sinds 23 wel een flinke spurt getrokken en lijkt het muzikale verleden inmiddels grotendeels achter zich te hebben gelaten. Op Penny Sparkle zijn het experiment en de noiserock vrijwel volledig verdwenen uit het geluid van Blonde Redhead. Ook de gitaren (ooit het handelsmerk van de New Yorkers) schitteren op Penny Sparkle door afwezigheid of moeten genoegen nemen met een ondergeschikte rol. Op Penny Sparkle overheerst de elektronica en kiest Blonde Redhead voor betrekkelijk toegankelijke popliedjes. Alleen de wat onderkoelde zang doet nog denken aan Blonde Redhead oude stijl, maar verder is alles anders. Waar de band mij met 23 genadeloos wist in te pakken, had ik lange tijd niets met Penny Sparkle. Het klonk me allemaal net wat te gewoontjes en wat teveel 90s en bovendien kabbelde de plaat maar wat voort zonder me echt te raken of zelfs maar te boeien. Langzaam maar zeker begin ik echter mijn weg te vinden in de dromerige klanken op Penny Sparkle en hoor ik toch weer heel veel moois. Waar op het eerste gehoor de zang en voorzichtige beats domineren, blijkt onder de oppervlakte weer veel moois verstopt, waarbij Blonde Redhead laat horen dat het haar experimentele kant niet helemaal vergeten is. Langzaam maar zeker transformeert het ene na het andere niemendalletje tot een intrigerende popsong waarin wel degelijk de nodige structuur valt te ontdekken. Zo mooi als 23 vind ik Penny Sparkle nog lang niet, maar de plaat is zeker op de goede weg. En zo is Penny Sparkle al met al toch een voorzichtig krentje uit de pop, al hoop ik wel dat Blonde Redhead op haar volgende plaat weer een net wat andere weg in slaat. Erwin Zijleman