De met Duits en Brits bloed gezegende Anika werd oorspronkelijk ingelijfd als gastzangeres voor het achteraf bezien compleet geflopte album van Beak>, maar Geoff Barrow (Portishead) had al snel in de gaten dat hij met deze voormalige journalist meerdere kanten op kon. Het titelloze debuut van Anika verscheen afgelopen najaar en krijgt tot dusver helaas net zo weinig aandacht als het een jaar eerder uitgebrachte debuut van Beak>, wat in schril contrast staat met de enorme aandacht die Barrow wist te trekken met de platen van Portishead. Door de samenwerking met Geoff Barrow zal Anika niet ontsnappen aan de vergelijking met Portishead zangeres Beth Gibbons, wat de lat voor haar titelloze debuut hoog legt. Het is een even onrechtvaardige als zinloze vergelijking. Anika is een totaal andere zangeres dan Beth Gibbons en maakt bovendien compleet andere muziek. Anika laat zich op haar debuut bijstaan door alle leden van Beak> en kiest net als deze band voor muziek die niet altijd even makkelijk in het gehoor ligt. Waar op het debuut van Beak> invloeden uit de Krautrock centraal stonden, vermengt Anika op haar debuut een vleugje Krautrock met gelijke delen 70s rock, postpunk, funk, dub en 60s girlpop. Dat klinkt op zich nog redelijk toegankelijk, maar Anika heeft een stem die me vooral doet denken aan die van Nico en dat blijft toch even wennen. Het titelloze debuut van Anika en is een donkere en vaak zelfs duistere plaat die je moet leren waarderen. Zowel in haar eigen songs als in de verrassende covers op deze plaat (variërend van Yoko Ono’s Yang Yang en het door Ray Davies gepende I Go To Sleep (vooral bekend in de uitvoering van The Pretenders) tot een unieke dubversie van Bob Dylan’s Masters Of War) balanceert Anika continu op het flinterdunne snijvlak tussen wonderschoon en spuuglelijk. De ene keer helt het naar de ene kant, het andere moment gaat het aan de andere kant over de rand. Het debuut van Anika heeft hierdoor zijn prachtige momenten, maar dit kan zomaar omslaan in muziek waarvan de honden geen brood lusten. Enige gewenning doet hier wonderen, want wanneer je eenmaal gewend bent aan de op zijn minst bijzondere vocalen van Anika (wat overigens lang niet iedereen zal lukken) en het buitengewoon veelzijdige muzikale palet van de leden van Beak>, valt er veel te genieten op deze plaat. Het debuut van Anika is een plaat die herinnert aan een ver verleden. Het geluid dat Anika en haar medestanders neerzetten heeft raakvlakken met de trilogie die Bowie in Berlijn maakte, maar raakt ook aan dat van vroege postpunkbands uit het begin van de jaren 80. Lage tonen domineren, het tempo varieert tussen loom en opzwepend en voorspelbaar is het nooit. Na een keer horen vindt 99% van de lezers van deze BLOG het waarschijnlijk een draak van een plaat, maar na tien keer luisteren denk ik dat minstens 25% van de lezers om is en het debuut van Anika zal omarmen als een van de vergeten parels van 2010. Erwin Zijleman