Na een aantal jaren in de marge te hebben geopereerd leek Death Cab For Cutie een aantal jaren geleden uit te groeien tot een grote band. Transatlanticism uit 2003 en opvolger Plans uit 2005 werden ontvangen met louter superlatieven, waardoor de doorbraak naar een groot publiek slechts een kwestie van tijd leek. Het pakte anders uit, althans in Europa. Narrow Stairs uit 2008 werd hier aanmerkelijk minder enthousiast ontvangen dan zijn twee voorgangers, waardoor Death Cab For Cutie langzaam maar zeker uit beeld verdween (in de VS was Narrow Stairs wel behoorlijk succesvol, al waren ook in de VS de meeste recensies niet mild). Het na een stilte van drie jaar uitgebrachte Codes And Keys is daarom deze week bijna geruisloos verschenen. Death Cab For Cutie heeft het uitblijven van Europees succes voor een belangrijk deel aan zichzelf te danken. Narrow Stairs was op zich geen slechte plaat, maar het was ook geen plaat om heel vrolijk van te worden. Voorman Ben Gibbard zat flink in de put en deed zijn uiterste best om de luisteraar mee naar beneden te trekken in zijn tranendal. Weg was de aanstekelijke indie gitaarpop van Transatlanticism en Plans en weg was de magie. Sinds de release van Narrow Stairs is Ben Gibbard in het huwelijksbootje gestapt met niemand minder dan Zooey Deschanel (de vrouwelijke helft van She & Him en de jongensdroom van menig muziekliefhebber), waardoor je dit keer een heel wat vrolijkere plaat verwacht van Death Cab For Cutie. Codes And Keys is inderdaad een veel vrolijkere plaat dan Narrow Stairs. De donkere wolken hebben plaats gemaakt voor een aangenaam brandend zonnetje, terwijl de lastig te doorgronden songs zijn vervangen door zorgeloze popliedjes. Toch is Codes And Keys niet goed te vergelijken met Transatlanticism en Plans. Death Cab wilde dit keer eigenlijk een gitaarloze en experimentelere plaat maken (iedere band heeft recht op zijn eigen Kid A). Zover is het gelukkig niet gekomen, maar dat de elektronica op Codes And Keys flink aan terrein heeft gewonnen is direct bij eerste beluistering duidelijk, al is het nog altijd geen The Postal Service (de andere band van Ben Gibbard). Codes And Keys klinkt niet alleen anders dan de vorige platen van de band uit Washington State maar ook voller. Er is hoorbaar veel zorg besteed aan de productie (wederom van de hand van gitarist Chris Walla) en het productionele werk van Brian Eno lijkt hierbij een belangrijk voorbeeld geweest. Codes And Keys had hierdoor makkelijk een experimentele plaat kunnen worden of een plaat zonder kop of staart, maar gelukkig zit de buik van Ben Gibbard nog altijd vol vlinders. Op Codes And Keys bezingt Gibbard nadrukkelijk de liefde en dat maakt de plaat buitengewoon aangenaam, al heeft de band haar avontuurlijke inslag gelukkig behouden. Vanwege mijn grote liefde voor Transatlanticism en Plans heb ik het vaak geprobeerd met Narrow Stairs, maar het is nooit gelukt. Bij Codes And Keys was het weer gewoon in één keer raak, een ander geluid of niet. Conclusie: Death Cab For Cutie is na zes magere jaren weer helemaal terug. Het is wat mij betreft uitstekend nieuws. Erwin Zijleman