De uit Brooklyn, New York, afkomstige band Grizzly Bear verruilde met het in 2009 verschenen Veckatimest de status van cultband voor die van één van de smaakmakers in de indie-scene en wist deze status met het in 2012 verschenen Shields moeiteloos vast te houden.
De band deed dit zonder al teveel concessies te doen, waardoor ook Shields weer klonk als een omgevallen platenkast van een muziekliefhebber met een opvallend brede smaak.
De band heeft vervolgens de tijd genomen voor de opvolger van Shields en komt pas vijf jaar later met Painted Ruins.
Het is een plaat die net wat anders klinkt dan zijn voorgangers, al is de veelheid aan invloeden gelukkig gebleven. Painted Ruins opent met pastorale klanken waarvoor Elbow zich niet zou schamen, maar slaat vervolgens al snel om in zwoele 70s pop vol mooie details, waaronder hele mooie gitaarlijnen.
In de tweede tracks zwellen de synths aan en lijkt Grizzly Bear te citeren uit de 80s synthpop, maar het is wel synthpop die wordt gecombineerd met de wonderschone zang, waarmee de band al sinds haar debuut indruk maakt.
In de derde track kiest Grizzly Bear voor een net wat experimenteler geluid, waarin flarden Elbow en beetje progrock en psychedelica worden gecombineerd met prachtige harmonieën en zo laat iedere track iets nieuws en verrassends horen.
De muziek van Grizzly Bear is nog altijd een vat vol invloeden of zelfs een vat vol tegenstrijdigheden, maar Painted Ruins strijkt geen moment tegen de haren in. De band heeft de tijd genomen om de prachtige vocalen op de plaat te combineren met een al even mooie instrumentatie. Het is een instrumentatie vol betoverend mooie gitaarlijnen en benevelende synths, maar het is ook een instrumentatie vol subtiele details en verrassende wendingen.
Waar de keuze voor een wat toegankelijker geluid op de laatste plaat van The Arcade Fire zorgt voor betrekkelijk kleurloze pop, is Painted Ruins een plaat die sprankelt en betovert. Het is prachtig hoe Grizzly Bear er op haar nieuwe plaat in slaagt om gitaren en synths in harmonie te brengen en het is indrukwekkend hoe de band experimenteerdrift combineert met het vermogen om songs te schrijven die zich als een warme deken om je heen slaan.
Het levert songs op die citeren uit het werk van Crosby, Stills & Nash of The Beach Boys, maar vervolgens worden voorzien van een klankentapijt dat qua avontuur en schoonheid zeker niet onder doet voor dat van Radiohead of dat van Talk Talk in haar latere jaren.
Zeker wanneer het volume wat wordt opgeschroefd of de plaat met de koptelefoon wordt beluisterd, wordt duidelijk wat een knap geluid Grizzly Bear in elkaar heeft gesleuteld op haar nieuwe plaat. Een aantal decennia popmuziek worden door de band aan elkaar gesmeed en vervolgens getransformeerd in een geluid dat alleen maar uit het heden kan komen.
Iedere keer dat ik de plaat hoor, hoor ik weer nieuwe dingen op Painted Ruins. Een vleugje Beatles, een beetje postpunk, hier en daar wat synthpop, een paar bevliegingen uit de progrock, een flinke wolk psychedelica, pure chamber pop of toch weer onnavolgbare indie-pop.
Painted Ruins van Grizzly Bear is een plaat die direct vermaakt en verbaast, maar de ware schoonheid komt pas aan de oppervlakte wanneer je de plaat voor de zoveelste keer hoort. Nog een beetje doorgroeien en het predicaat meesterwerk komt binnen bereik. Erwin Zijleman