22 juni 2019

Prince - Originals

De kluizen van de Paisley Park Studios van Prince zijn weer eens geopend, wat dit keer een verrassend sterke en bijzondere serie fraai gearrangeerde demo’s oplevert
Originals van Prince klinkt zo bekend dat het bijna een Prince verzamelaar lijkt, tot je je beseft dat alle songs op het albums bekend zijn in de uitvoering van iemand anders. De songs op Originals schreef Prince voor anderen, die er soms wereldhits mee scoorden, maar hij nam de songs ook zelf op. Het genie uit Minneapolis deed dit met het van hem bekende perfectionisme, waardoor Originals veel interessanter is dan de gemiddelde selectie demo’s. In muzikaal opzicht haalt Prince alles uit de kast, zodat nauwelijks sprake is van ruwe demo’s. In plaats hiervan hoor je van andere muzikanten bekende songs in het Prince jasje dat sinds zijn trieste dood in 2016 zo wordt gemist.


Prince bracht heel veel tijd door in zijn Paisley Park Studios in Minneapolis (en de thuisstudio's die hier aan vooraf gingen) en vulde naar verluidt de kluizen van deze studio's met heel, heel veel muziek. Het zijn kluizen waarover al decennia wordt gefantaseerd en gespeculeerd. De vraag was lange tijd niet of maar hoeveel meesterwerken van het niveau van de allerbeste albums van Prince ooit uit de kluizen zouden komen. 

Na de trieste dood van één van de allergrootste muzikanten aller tijden werd de roep om het openen van de kluizen van de Paisley Park Studios alleen maar luider. De erfgenamen van Prince geven hier langzaam maar zeker gehoor aan, maar tot dusver is het aanbod nog niet heel indrukwekkend. 

Tot dusver kregen we vooral demo’s, waaronder de demo’s die terecht kwamen op Piano And A Microphone 1983, dat ik nog de beste release vond tot dusver. Deze demo’s waren absoluut de moeite waard, maar ik kon ze toch niet scharen onder het beste werk van Prince, al is het maar omdat de demo’s hier en daar wel erg fragmentarisch klonken. 

Een paar weken geleden werd een nieuw album met Prince demo’s vrijgegeven op de muziekdienst Tidal. Inmiddels is Originals ook op de andere streaming media diensten en op cd verschenen (vinyl volgt over een kleine maand). Ik keek er op voorhand niet erg naar uit, maar Originals blijkt een zeer interessant album. 

Het is een album met songs die Prince schreef voor anderen en die niet op zijn eigen albums terecht kwamen (een enkele live-versie daargelaten). De songs op Originals kennen we van aan Prince gelieerde bands en muzikanten als The Family, The Time en Sheila E en van Prince protegees als Jill Jones, Vanity 6, Appelonia 6 en Martika, maar uiteraard komen we ook de wereldhits die hij schreef voor The Bangles (Manic Monday) en Sinéad O’Connor (Nothing Compares 2 U) tegen. 

Het fascinerende aan de songs op Originals is dat Prince zich er bij het schrijven van songs voor anderen niet makkelijk afmaakte met een ruwe demo, maar dat hij de songs met veel liefde en gevoel heeft opgenomen. De muzikant uit Minneapolis kon op flink wat instrumenten uit de voeten en trok tijdens het opnemen van de demo’s voor anderen (in de meeste gevallen in de studio die hij bewoonde voor de bouw van het Paisley Park complex) flink wat uit de kast. Hier en daar horen we wat andere muzikanten (waarschijnlijk uit de tijd dat Prince met The Revolution speelde), maar het meeste doet Prince zelf. 

Vooral in muzikaal opzicht pakt Originals flink uit en horen we Prince in topvorm. In vocaal opzicht klinkt het vaak net wat minder uitbundig, waarschijnlijk om de songs niet direct om te vormen tot Prince songs. Zo hoor je in de versie die Prince maakte van Manic Monday, later een wereldhits voor de Bangles, prachtige keyboard partijen, die dicht tegen de latere versie aan zitten en net wat avontuurlijker klinken, maar houdt hij zich in de vocalen wat in, zodat Susanna Hoffs zich later zou kunnen onderscheiden met haar zwoele zang. 

Originals is hierdoor deels een feest van herkenning, zeker voor een ieder die in de jaren 80 niet alleen Prince maar ook zijn hele entourage volgde, maar het levert ook een serie nieuwe Prince songs op. Het zijn in veel gevallen songs die niet hadden misstaan op zijn eigen albums, al was de keuze om de songs aan anderen te geven ook in de meeste gevallen verdedigbaar. Het geeft in ieder geval een prachtig inkijkje in de wereld van de muzikant Prince.

Het funky jamwerk op Originals is zo strak en degelijk als je van Prince verwacht, maar het meest onder de indruk ben ik toch van de momenten waarop Prince achter de piano kruipt, met hoorbaar veel liefde en gevoel voor perfectionisme tijdloze popliedjes in elkaar sleutelt of kiest voor bijna bombastische songs waarin de gitaren mogen scheuren of Prince laat horen dat hij ook op de keyboards kon toveren en ook wel eens naar Kraftwerk luisterde.

Alles komt bij elkaar in de prachtige versie van Nothing Compares 2 U, inclusief saxofoon solo, dat uiteindelijk door Sinéad O’Connor tot wereldhit werd gehuild. Het is de fraaie afsluiter van een album dat veel beter en veel interessanter is dan ik op voorhand had verwacht. Ik hoop nog steeds op een vergeten Prince klassieker uit de kluizen van de Paisley Park Studios, maar ook van albums van het niveau van Originals mogen er van mij nog flink wat volgen. Erwin Zijleman