De Noorse Annie maakte een paar jaar geleden met Anniemal een vrijwel perfecte popplaat. Een plaat met lichtvoetige kauwgomballenpop waar je alleen maar verschrikkelijk verliefd op kon worden. En verliefd werden we allemaal op Annie. Zelfs de meest zure critici die naar eigen zeggen al decennia geen fatsoenlijke plaat meer hadden gehoord, vielen als een blok voor de in zoete elektronische popsongs verpakte charmes van de Noorse, die ook nog eens over veel meer diepgang bleek te beschikken dan we in eerste instantie konden vermoeden. Ook de grote platenmaatschappijen lieten zich verleiden door de perfecte popmuziek van Annie en wapperden met vette contracten. De afgelopen jaren bleek echter maar weer eens hoe vergankelijk roem is. Annie’s platenmaatschappij zag niets in de tweede plaat van de Noorse en liet hem jaren op de plank liggen. Don’t Stop leek veroordeeld tot een bestaan op stoffige planken, maar ligt dankzij de inspanningen van Annie nu toch nog in de winkel. Gezien de aarzeling van haar vorige platenmaatschappij was ik even bang dat Annie op haar tweede plaat andere wegen zou zijn ingeslagen, maar dat blijkt gelukkig niet het geval. Ook Don’t Stop is immers weer een plaat vol onweerstaanbare popliedjes. Annie bouwt op Don’t Stop nadrukkelijk voort op de Scandinavische muzikale tradities die ooit tot volle wasdom kwamen bij Abba en betovert met verbazingwekkend aanstekelijke popliedjes die je na één keer horen mee zingt en vervolgens nooit meer wilt vergeten. Het is popmuziek zonder pretenties die alleen maar bedoelt lijkt om te vermaken en dat doet Don’t Stop dan ook op grootse wijze. De afgelopen week was zelfs ik door het belabberde weer vatbaar voor herfstdepressies, maar Annie’s Don’t Stop bleek een bijzonder doeltreffend medicijn. Natuurlijk is Annie een one-trick pony, maar het ene kunstje dat ze beheerst is niet het makkelijkste kunstje en bovendien beheerst Annie dit kunstje verdomd goed. Wederom een plaat om te koesteren dus. Erwin Zijleman