Klein is de afgelopen weken al meerdere malen ”de Nederlandse Portishead” genoemd. Dat is aan de ene kant jammer, want hiermee wordt de band rond zangeres Merel Wijnberg en singer-songwriter Roel Kleintjens direct in een hokje geduwd, terwijl Klein op haar debuut muziek maakt die eigenlijk niet goed in een hokje past. Aan de andere kant heeft A Devil’s Bargain wel wat raakvlakken met de muziek van Portishead. Zo raakt de stem van Merel Wijnberg wel wat aan de stem van Beth Gibbons en maakt Klein stemmige muziek die na verloop van tijd een bijna bezwerende werking krijgt. Waar de muziek van Portishead redelijk zwaar leunt op triphop en elektronica, wordt de basis van de muziek van Klein echter gevormd door jazz en akoestische instrumenten. A Devil’s Bargain bevat een serie prachtige, donker gekleurde, jazzy popliedjes, die het vooral uitstekend doen op de late avond. Het is muziek die lekker voortkabbelt op de achtergrond, maar A Devil’s Bargain geeft zijn ware geheimen pas prijs wanneer je er echt voor gaat zitten. Dan hoor je hoe heerlijk loom en soulvol de stem van Merel Wijnberg is, hoe smaakvol de instrumentatie is en hoe Klein steeds weer op subtiele wijze buiten de gebaande paden treedt. Het is knap hoe Klein op A Devil’s Bargain muziek maakt die betrekkelijk leeg en sober is. Waar Portishead iedere lege plek in haar muziek opvult met elektronica, gebruikt Klein deze lege plekken om haar muziek meer kracht te geven; iets waar de band overigens uitstekend in slaagt. Ik heb A Devil’s Bargain inmiddels vele malen gehoord en weet het inmiddels zeker: Klein is niet de Nederlandse Portishead, maar een band die op geheel eigen wijze muziek maakt die zowel stemmig en loom als avontuurlijk en spannend is. Wat mij betreft is A Devil’s Bargain van Klein één van de betere debuten van de laatste maanden. Een product van eigen bodem dat respect en trots afdwingt. Erwin Zijleman