De zin en onzin van jaarlijstjes. Ik schreef zaterdag al dat er na publicatie van het jaarlijstje ongetwijfeld nog platen zouden opduiken die in het lijstje niet hadden misstaan. En die zijn opgedoken, meerdere zelfs. Verder zijn er natuurlijk platen die zaterdag net buiten de boot vielen maar vandaag misschien wel in de top 50 hadden gestaan. Dat is allemaal niet zo erg, want de top 10 zouden ze geen van allen gehaald hebben. Je kunt echter ook platen glashard vergeten. Niet opgeschreven voor de groslijst en daarom ten onrechte bij voorbaat kansloos. Het overkwam dit jaar het debuut van Algiers. Een vertwijfelde lezer vroeg zich af waar de plaat gebleven was (bedankt Fred). Direct opgezet en wederom verpletterd door een van de meest bijzondere debuten en platen van 2015. Daarom nu eerherstel voor deze unieke plaat. Op herhaling: Algiers.
Hoewel pas aan het eind van het jaar de balans wordt opgemaakt, duikt er zo af en toe een plaat op die ik direct in één van de toekomstige jaarlijstjes wil duwen. Een plaat die wat mij betreft zeker op zal duiken in de lijst met de meest memorabele en bijzondere debuten van 2015 is het debuut van de band Algiers.
Algiers bestaat uit drie muzikanten die elkaar tegen het lijf liepen in Atlanta, Georgia, maar inmiddels vanuit diverse wereldsteden opereren. Het titelloze debuut van de band valt direct op door een even bijzondere als krachtige mix van stijlen.
Het is een mix van stijlen die door iedereen op een andere manier wordt omschreven, maar de omschrijving van AllMusic.com is wat mij betreft de mooiste illustratie van de onmogelijkheid om de muziek van Algiers in een hokje te duwen: “Algiers' sound is rife with references that smear together in a soundscape that reasserts (not recombines) musical traditions in a visceral, militant, spiritual way: the striated post-punk of a Certain Ratio, the agit-prop funk attack of the Pop Group, angular, elastic guitar screes à la Gang of Four, the pulsing industrial crunch of Suicide, the hard psychedelic soul of the Temptations, raw Georgia gospel circa the Elders of Zion, John Lee Hooker's early boogie, and the lonesome wails of chain gangs and field hollers”.
Het is een omschrijving waarvan waarschijnlijk niemand direct chocolade kan maken, maar wanneer je het debuut van Algiers wat beter kent blijkt het ook een omschrijving die wel degelijk hout snijdt.
Zelf hoor ik overigens nog 1001 andere dingen in de muziek van Algiers en dit varieert van Moby en de Fine Young Cannibals tot The Birthday Party en Nina Simone, maar ik vrees dat ik deze hele recensie zou kunnen vullen met namen, zonder dat er ook maar één de lading volledig dekt.
De muziek van Algiers heeft een diepe onderlaag van stokoude blues en gospel. Het is een laag die wordt gedragen door de geweldige vocalen van Franklin James Fisher, die zijn teksten voordraagt als een voodoo-priester.
De soulvolle en bluesy onderlaag van de muziek van Algiers wordt gecombineerd met een nog niet eerder vertoonde mix van stijlen. De muziek van Algiers heeft absoluut wortels in de donkere postpunk van de late jaren 70, maar grijpt ook terug op de industrial van de jaren 80 en 90 of op de muziek die Moby maakte op basis van blues samples.
Het is bijzondere combinatie van invloeden, maar het is ook een combinatie die uitstekend blijkt te werken. De muziek van Algiers is soms sober en soms overvol, maar bijna altijd donker en dreigend. Het is muziek die is gevangen in een productie met ongelooflijk veel diepte en dynamiek. De vocalen van Franklin James Fisher zijn soms heel ver weg en spuwen je niet veel later recht in je gezicht. Hetzelfde geldt voor de soms ontsporende gitaren, de diepe en duistere ritmes (of juist subtiel tikkende ritmeboxen) of het bijzondere tapijt aan elektronica, dat soms inderdaad aan Suicide doet denken.
Algiers maakt ook nog eens muziek waar de urgentie van af spat. Het trio is niet bang voor politieke thema’s en stookt het vuurtje niet alleen in muzikaal opzicht, maar ook in tekstueel opzicht zo nu en dan flink op. Het debuut van Algiers is hierdoor een plaat die flink aankomt. Zeker in het begin kon ik de donkere en intense muziek van de band slechts in kleinere doseringen tot me nemen, maar inmiddels beluister ik de hele plaat als het meesterwerk dat het is.
Algiers maakt het de luisteraar zeker niet makkelijk, maar een ieder die enthousiast opveert bij bevlogen muziek die durft te experimenteren haalt met het debuut van Algiers een hele indrukwekkende plaat in huis. Een plaat die zoals gezegd wel haast moet gaan opduiken in de lijstjes met de meest opzienbarende debuten van 2015. Erwin Zijleman