Je moet zelf zorgen voor de bijzondere beelden, maar vervolgens zorgt Dead Can Dance voor de bijzonder fraaie soundtrack
Ik heb lang niet altijd wat met de muziek van het Australische Dead Can Dance en de afgelopen jaren was het bovendien stil rond de band van Brendan Perry en Lisa Gerrard. Dionysus pakt me echter onmiddellijk. De mix van klassieke muziek, New Age, Keltische muziek en wereldmuziek zorgt niet alleen onmiddellijk voor ontspanning, maar prikkelt ook de fantasie. Dead Can Dance heeft de soundtrack gemaakt voor een film die je zelf mag bedenken. De locaties liggen met de invloeden redelijk vast, maar verder kan het alle kanten op met de mooie maar ook spannende klanken van Dead Can Dance.
De Australische band Dead Can Dance kwam tot dusver nog niet voor op deze BLOG. Dat is ook niet zo gek, want de band maakte de afgelopen tien jaar slechts één studioplaat (Anastasis uit 2012) en die viel me flink tegen.
Nu moet ik direct toegeven dat ik sowieso lang niet altijd fan ben van de muziek van de band rond Brendan Perry en Lisa Gerrard. Als liefhebber van popsongs met een kop en een staart is de muziek van Dead Can Dance me vaak wat te langdradig of te zweverig, waardoor het stapeltje Dead Can Dance in mijn platenkast betrekkelijk smal is.
Het deze week verschenen Dionysus ga ik er echter zeker aan toevoegen, want de nieuwe plaat Dead Can Dance boeit me weer wel. Dat betekent overigens niet dat de Australische band opeens popsongs met een kop en een staart maakt en de langdradige of zweverige tracks heeft afgezworen. Integendeel zelfs.
Dionysus bestaat uit zeven songs, die in twee actes goed zijn voor 36 minuten muziek. Het is muziek die ik bij vlagen zeker als zweverig of langdradig kan bestempelen, maar het is ook beeldende muziek die garant staat voor mooie beelden op het netvlies. Zeker in de eerste acte zijn nauwelijks vocalen te horen en als ze al zijn te horen zijn het om uithalen die meer als instrument dan als stem klinken. Het zijn uithalen die worden gecombineerd met klanken die putten uit de archieven van de Keltische muziek, de wereldmuziek, de New Age en de klassieke muziek en die zijn aangevuld met geluiden uit de natuur.
Mijn kat reageert steeds fel op de vogelgeluiden, maar ik vind de eerste acte van Dionysus vooral ontspannend. Dead Can Dance maakt muziek waarop het lekker wegdromen en waarin de eindbestemming een flink stuk naar het zuiden ligt. Te ver wegdromen is echter ook weer zonde, want er gebeurt van alles op de plaat die, zoals we van het duo gewend zijn, razendknap in elkaar steekt.
Brendan Perry en Lisa Gerrard hebben zich dit keer laten beïnvloeden door de Griekse god Dionysos, die ooit eens begon als god van de wijn, maar later ook een groot deel van de natuur en het welzijn van de mens in het Griekse Rijk in zijn portefeuille kreeg. Dead Can Dance eert op Dionysus de gelijknamige Griekse god en het is dan ook niet zo gek dat in muzikaal opzicht vooral wordt geput uit de archieven van de Mediterrane en vooral de Noord-Afrikaanse muziek.
In de eerste acte zijn vooral instrumenten te horen, maar in de tweede acte duiken ook stemmen op in tracks met Noord-Afrikaans aandoende songs, al staat alles wel in dienst van de beeldende muziek op de plaat, die vaak nogal mysterieus aan doet.
Ik kan me heel goed voorstellen dat er muziekliefhebbers zijn die helemaal niets hebben met de nieuwe plaat van Dead Can Dance, maar wanneer de schoonheid van de plaat je eenmaal raakt, wint de plaat snel aan kracht en word je nadrukkelijk geprikkeld om je eigen beelden te bedenken bij de bijzondere muziek van Brendan Perry en Lisa Gerrard. Ik sta er zelf lang niet altijd open voor, maar Dionysus vind ik prachtig en de plaat wordt alleen maar mooier. Erwin Zijleman