Er zijn altijd al Britse bands geweest die in eigen land de hemel in werden geprezen, maar buiten het Verenigd Koninkrijk geen poot aan de grond kregen. Soms braken deze bands na vele jaren alsnog door (denk aan The Jam), maar er zijn er ook zat die in Nederland altijd (te) onbekend zijn gebleven (The Divine Comedy) of lang niet de waardering kregen die ze zo verdienden (Squeeze, XTC). Metronomy behoort in Engeland al enkele jaren tot de gevestigde namen. Met haar vorige plaat, The English Riviera, stond de band in 2011 hoog in menig jaarlijstje, maar de plaat deed in Nederland vrijwel niets. Ook opvolger Love Letters, dat inmiddels een aantal weken in de winkel ligt, krijgt in Nederland tot dusver veel minder aandacht dan in Engeland, waar de plaat is onthaald als een waar meesterwerk. Na alle lof in Engeland heb ik The English Riviera uiteindelijk wel in huis gehaald, maar het kwartje wilde bij mij maar niet vallen. Hetzelfde probleem had ik ook lange tijd met Love Letters. Metronomy maakt muziek die lastig is te classificeren en ook lastig is te doorgronden. De plaat opent met een ouderwets klinkende ritmebox en vocalen die rechtstreeks vanuit de jaren 80 lijken te komen. Net als je te maken denkt te hebben met het zoveelste op 80s synthpop gestoelde bandje, verrast Metronomy met soulvolle impulsen en heerlijke falset vocalen. Love Letters is een plaat die bol staat van de invloeden. De muziek van Metronomy klinkt hierdoor steeds heel even bekend, maar vervolgens wordt je toch steeds weer hopeloos op het verkeerde been gezet. De ritmebox uit de openingstrack krijgt uiteindelijk gezelschap van akoestische gitaren en elektrisch gitaarwerk dat herinnert aan Pink Floyd’s David Gilmour, waarmee de associatie met 80s synthpop in vier minuten muziek zowel dominant aanwezig als volstrekt belachelijk is. Wat voor de openingsrack geldt, geldt voor de meeste songs op de plaat. Metronomy doet qua eigenzinnigheid af en toe denken aan XTC, maar het schaamt zich ook niet voor onweerstaanbaar aanstekelijke popliedjes met een Motown injectie. Hierdoor hoor je uiteindelijk de meest uiteenlopende namen terug op Love Letters. Van Devo tot The Human League. Van David Bowie tot The Buggles. En heel veel van de onlangs op deze BLOG nog bejubelde Rupert Hine. Van California in de 60s tot Londen in de 80s en 90s. En zo kan ik nog heel lang door gaan. Metronomy lijkt werkelijk op van alles, maar tegelijkertijd ook op helemaal niets. De band krijgt dit voor elkaar door op geheel eigen wijze elektronische en organische instrumenten met elkaar te vermengen en door aanstekelijke refreinen te combineren met nauwelijks te doorgronden intermezzo’s. Love Letters van Metronomy is een plaat om heerlijk bij weg te dromen, maar het is ook een plaat die je steeds weer voor nieuwe raadsels stelt. Het ene moment hoor je warmbloedige gitaarklanken, het volgende moment ijskoude synths uit vervlogen tijden. De zang is het ene moment kil en emotieloos, het volgende moment warm en funky. Love Letters is een vat vol tegenstrijdigheden en als je het mij vraagt een vat vol moois. Het duurt even tot je tot die conclusie komt, maar vervolgens heb je Metronomy stevig omarmd. Heel stevig zelfs. Erwin Zijleman