Jenny Lewis dook in 2001 op als zangeres van de band Rilo Kiley. De band uit Los Angeles kon rekenen op flink wat sympathie van de critici en daar viel gezien de kwaliteit van de platen van de band niets op af te dingen.
Met een vet platencontract op zak leek de doorbraak naar een groot publiek een jaar of tien geleden slechts een kwestie van tijd, maar Jenny Lewis had andere plannen. In 2006 bracht ze haar eerste soloplaat Rabbit Fur Coat uit, waarna het major debuut van Rilo Kiley in 2007 de hooggespannen verwachtingen niet waar kon maken.
Sindsdien hebben we niet meer gehoord van Rilo Kiley (al viel de band pas in 2011 echt uit elkaar) en moeten we het doen met de platen van Jenny Lewis. Dat was zeker geen straf.
Het is 2008 verschenen Acid Tongue, met gastbijdrage van onder andere Zooey Deschanel. M. Ward en Elvis Costello, schopte het tot mijn jaarlijstje, terwijl het samen met Jonathan Rice als Johnny & Jenny gemaakte I’m Having Fun Now nog altijd een ‘guilty pleasure’ is.
De afgelopen jaren ging Jenny Lewis door een aantal diepe dalen, waardoor we lang hebben moeten wachten op The Voyager. Het was uiteindelijk niemand minder dan Ryan Adams die Jenny Lewis uit het dal trok en weer wist te inspireren tot het maken van muziek.
Het levert een opvallend toegankelijke plaat op. Waar Jenny Lewis op haar eerste twee soloplaten nog koos voor een wat eigenzinniger geluid dan op de platen van Rilo Kiley, trekt ze op The Voyager de lijn van de Johnny & Jenny plaat door.
The Voyager citeert schaamteloos uit een aantal decennia popmuziek. De gitaarlijnen komen uit de West Coast pop van de late jaren 60, de perfecte popliedjes herinneren aan het briljante Rumours van Fleetwood Mac, de energie komt van The Go-Go’s uit de jaren 80, terwijl het muzikale verleden van Jenny Lewis en de muzikale voorkeuren van Ryan Adams het eigentijdse tintje aandragen.
The Voyager is hierdoor een stuk minder eigenzinnig dan Rabbit Fur Coat en Acid Tongue en laat zich vooral beluisteren als een perfecte popplaat. Dat is aan de ene kant jammer, maar aan de andere kant is het een genre waarin Jenny Lewis uitstekend uit de voeten kan. Haar veelzijdige stemgeluid lijkt gemaakt voor oorstrelende popsongs en mede dankzij de productionele vaardigheden van Ryan Adams zijn het popsongs van niveau.
The Voyager is een plaat die je onmiddellijk weet te veroveren, maar het is ook een plaat die leuk blijft, net als de zo ondergewaardeerde plaat van Johnny & Jenny vier jaar geleden. Jenny Lewis klinkt op haar nieuwe plaat misschien wat minder veelzijdig dan we van haar gewend zijn, maar de perfecte popliedjes op The Voyager beschikken over voldoende variatie om tien songs te blijven boeien. Het gitaarwerk op de plaat, dat varieert van strelend akoestisch tot gierend elektrisch, speelt hierbij overigens een belangrijke rol.
Helemaal aan het eind van de plaat keert Jenny Lewis weer even terug naar het geluid van haar vorige plaat en laat ze horen dat ze ook dit kunstje nog altijd uitstekend beheerst. Het doet nu al uitzien naar haar volgende plaat, maar het aanstekelijke The Voyager zal in ieder geval bij mij nog heel wat rondjes draaien in de cd speler. Erwin Zijleman