Het kan nog. Zomaar uit het niets een debuut afleveren waarvan de wereld versteld zal staan. Het is een debuut waarvan de veters spontaan uit je schoenen schieten, maar het is ook een debuut dat gehakt zal maken van flink wat gevestigde namen.
Het titelloze debuut van Benjamin Booker doet de laatste platen van Jack White en The Black Keys verbleken en het zijn zeker niet de laatste grootheden die deze jonge muzikant uit New Orleans aan zijn zegekar zal binden.
Het in een paar dagen op de band gesmeten debuut van Benjamin Booker brengt bluesy garagerock terug tot de essentie. Een paar rauwe akkoorden op de gitaar, een beukende ritmesectie en een schuurpapieren strot. Meer heeft Benjamin Booker in eerste instantie niet nodig om te imponeren. Het titelloze debuut van de Amerikaan opent met twee rauwe uptempo tracks van nog geen drie minuten en hierna speelt Benjamin Booker een gewonnen wedstrijd.
Met nog tien vergelijkbare tracks was ik meer dan tevreden geweest, maar na twee tracks bedenkt Benjamin Booker zich dat de lat nog best wat hoger kan. Na een uptempo track met een heerlijk zuigend orgeltje zorgt Benjamin Booker voor centimeters dik kippenvel met een lome track waarin hetzelfde orgeltje samen met een mooi gitaarloopje tegenwicht moet bieden aan vocalen die door de ziel snijden, waarna de gitaren aan het eind nog even los mogen gaan.
Het debuut van Benjamin Booker is dan pas vier tracks onderweg, maar de jonge muzikant uit New Orleans heeft al zoveel indruk gemaakt dat ik zijn debuut niet meer los laat. In de tracks die volgen ligt het tempo weer lekker hoog en verrast Benjamin Booker met de ene na de andere punky garagerock song, al stopt hij ook flink wat soul en blues in zijn muziek en is hij zelfs niet vies van een vleugje onvervalste glamrock. Het lijkt allemaal erg simpel, maar alles wat Benjamin Booker doet is raak. Snoeihard raak.
Het debuut van Benjamin Booker lijkt op het eerste gehoor een plaat die iedere vorm van productie moet ontberen, maar dat is toch niet het geval. Voor het debuut van Benjamin Booker nam de van Alabama Shakes bekende Andrija Tokic plaats achter de knoppen en deze heeft een knap staaltje werk afgeleverd. Tokic heeft immers de rauwe energie van het live-geluid van Benjamin Booker weten te vangen op de plaat en deze energie grijpt je naar de strot.
Zeker wanneer de tracks wat langer worden en het gitaarwerk een prominentere rol krijgt hoor je ook nog een vleugje Jimi Hendrix, maar vervolgens verrast Benjamin Booker net zo makkelijk met een uiterst sobere en fluisterzacht gezongen song, die uiteindelijk natuurlijk ook ontspoort.
Benjamin Booker speelde eerder dit jaar op het invloedrijke South by Southwest (SXSW) festival in Austin, Texas, en maakte daar een onuitwisbare indruk. Het wist een journalist zelfs te verleiden tot de uitspraak dat Benjamin Booker de redder van de rock ’n roll is en sindsdien is in de VS de hype compleet.
Redder van de rock ’n roll is misschien wat veel eer voor een jonge en debuterende muzikant, maar dat Benjamin Booker een geweldige plaat heeft gemaakt is zeker. Eindelijk weer eens een plaat waarvoor de volumeknop helemaal open mag. Als een bezetene de luchtgitaar bespelen is vervolgens nauwelijks te voorkomen. Droomdebuut. Erwin Zijleman