Twee keer was ik al behoorlijk onder de indruk van een album van de uit Nieuw Zeeland afkomstige zangeres Gin Wigmore.
Op haar in 2009 verschenen debuut Holy Smoke greep ze me flink bij de strot met een meedogenloze mix van alt-country, soul en rock ’n roll (Ryan Adams was fan en speelde mee op de plaat), terwijl ze op het in 2012 verschenen Gravel & Wine in de voetsporen trad van Amy Winehouse, maar de invloeden van de veel te jong overleden souldiva wel het diepe zuiden van de Verenigde Staten in sleepte.
Het in 2015 verschenen Blood To The Bone heb ik vreemd genoeg gemist, al trekt de muziek van Gin Wigmore in Nederland tot dusver helaas niet al teveel aandacht. Hierdoor had ik ook het onlangs verschenen Ivory bijna gemist, maar gelukkig kreeg ik de plaat nog net op tijd in handen.
Op haar vierde plaat doet Gin Wigmore wat ze op haar eerste twee platen deed, maar sluit ze ook nog eens aan bij haar eigenzinnige landgenote Lorde. Ivory kan hierdoor uitpakken met dampende soul of met Amerikaanse roots doorspekte songs, maar is ook zeker niet vies van eigentijdse pop. Daar moet je van houden, maar ik hou er wel van.
Ivory is voorzien van een vol en bij vlagen zelfs overvol en moddervet geluid en kan zowel stevig rocken als flirten met pop voor de dansvloer, waarbij ook alles er tussenin niet wordt vergeten en bovendien flinke sprongen terug in de tijd worden gemaakt (tot de Phil Spector girl pop aan toe).
Ook in vocaal opzicht kan het alle kanten op. Gin Wigmore heeft nog steeds een heerlijke soulstem, maar haar stem kan ook kraken als die van Macy Gray, uithalen als die van een vervaarlijke rockchick of toch weer aansluiten bij die van de popprinsessen van het moment.
Vergeleken met deze popprinsessen heeft de Nieuw Zeelandse zangeres een opvallend veelzijdig geluid en komt ze bovendien op de proppen met songs met meer inhoud en meer avontuur. Bij eerste beluistering vond ik Ivory nog wel wat een allegaartje en vond ik bovendien lang niet alle songs even goed. Alle songs op de plaat beschikken echter over de nodige groeipotentie en de veelzijdigheid van Ivory is uiteindelijk een van de sterkste punten van de plaat.
Uiteindelijk trokken de kwaliteit van de songs en natuurlijk de heerlijk gruizige stem van Gin Wigmore me ook dit keer over de streep. Het gruis zorgt er voor dat Ivory is voorzien van meer gevoel en doorleving dan gebruikelijk in het genre, terwijl de songs steeds meer bijzonders laten horen en ook steeds meer overtuigen.
Het zou genoeg moeten zijn om Gin Wigmore de vloer aan te laten vegen met vrijwel al haar concurrenten, maar daarvoor is de muziek van de Nieuw Zeelandse zangeres misschien net wat te eigenwijs. Ik was echter al fan en blijf dat. Nu de plaat die ik drie jaar geleden heb gemist nog even beluisteren. Erwin Zijleman