Sukierae zou eigenlijk een soloplaat van Wilco voorman Jeff Tweedy worden. Tweedy werkte al een tijdje thuis aan de plaat toen zoon Spencer aanschoof voor wat voorlopige drumpartijen. De twee kregen al snel de smaak te pakken en brengen Sukierae nu uit als het duo Tweedy.
Helemaal gelijkwaardig was de samenwerking tussen vader en zoon natuurlijk niet. Spencer Tweedy blijkt een getalenteerd en avontuurlijk drummer, maar vader Jeff drukt zijn stempel op Sukierae. Jeff Tweedy schreef alle songs op de plaat, speelt bij vlagen geweldig gitaar en neemt het merendeel van de vocalen voor zijn rekening.
Uiteindelijk doet het er ook niet zoveel toe of Jeff en Spencer Tweedy de taken gelijk hebben verdeeld. Het gaat er vooral om of Sukierae een goede plaat is en of het een plaat is die iets toevoegt aan het werk van Jeff Tweedy’s band Wilco. Wat mij betreft kan er twee keer ja worden geantwoord op deze vraag.
Sukierae is een veelzijdige plaat met maar liefst twintig songs en het is bovendien een plaat die iets toevoegt aan de muziek van Wilco. Sukierae werd in huize Tweedy opgenomen en dat hoor je. De plaat klinkt losjes en rammelt hier en daar, wat de plaat een bijzondere sfeer geeft.
De songs variëren van net wat rauwere rocksongs tot ingetogen songs die prima in het hokje Americana passen en van net wat experimentelere songs (met uit de bocht gierende gitaren) tot songs die hoorbaar zijn beïnvloed door het latere werk van The Beatles.
Zeker in de wat experimentelere songs kan Spencer laten horen wat hij in huis heeft en laat hij horen dat hij zich als drummer buiten de gebaande paden durft te begeven; overigens net als Wilco drummer Glenn Kotche dat zo vaak doet.
Sukierae klinkt niet als een plaat die tot in de puntjes is voorbereid. In een aantal songs lijken vader en zoon Tweedy en de verder opgetrommelde muzikanten flink te improviseren en lijkt hetgeen dat uiteindelijk op de plaat is terecht gekomen een kwestie van toeval. Ik ben op zich geen liefhebber van muziek die maar eindeloos experimenteert, maar van Sukierae kan ik erg genieten.
De muziek van Tweedy kan af en toe weliswaar flink ontsporen of even doelloos voortborduren, maar slechts bij hogere uitzondering levert dit een song van langer dan vijf minuten op.
Met twintig songs in bijna 70 minuten kan de boog niet de hele tijd gespannen staan, maar Sukierae levert uiteindelijk toch minstens een dozijn prima songs op. Voor mij blijven uiteindelijk vooral de songs met een duidelijke kop en staart overeind, maar Sukierae bevat waarschijnlijk voor iedere muziekliefhebber wel wat interessants.
In een aantal songs schuurt Tweedy tegen de muziek van zijn band Wilco aanen, wat het verlangen naar een nieuwe plaat van de band aanwakkert, maar als Tweedy de Lennon en McCartney in zichzelf naar boven haalt zit ik ook op het puntje van mijn stoel.
Sukierae wordt door de muziekpers tot dusver met zeer gemengde gevoelens ontvangen, maar ik ga steeds meer genieten van deze ontspannen plaat vol geniale momenten. Sukierae is voor mij uiteindelijk vooral een doos bonbons; ze zijn misschien niet allemaal even lekker, maar het blijft wel chocolade. Erwin Zijleman