Ik reken mezelf zeker niet tot de trouwe fans van de uit New York afkomstige band Swans. Eens in de zoveel jaar ben ik diep onder de indruk van een plaat van de band rond Michael Gira, maar vervolgens kijk ik jaren niet naar de band om.
Het heeft voor een belangrijk deel deel te maken met de intensiteit van de platen van Swans, want de meeste platen van de band gaan je niet in de koude kleren zitten.
De laatste keer dat ik flink onder de indruk was van de muziek van Swans, was vier jaar geleden, toen het overweldigende en verrassend succesvolle The Seer verscheen.
Het al even succesvolle (en naar verluid ook even imponerende) To Be Kind uit 2014 heb ik vervolgens weer gemist en hetzelfde leek te gebeuren met het onlangs verschenen The Glowing Man.
Toen ik las dat het mogelijk de zwanenzang van de huidige samenstelling van Swans is, ben ik echter toch gaan luisteren en langzaam maar zeker heeft ook deze plaat me opgeslokt in de aardedonkere wereld van de band uit New York.
The Glowing Man is net als zijn twee voorgangers een plaat waarvoor Swans ruim de tijd neemt. The Glowing Man duurt op twee minuten na twee uur en in die bijna twee uur komen slechts acht songs voorbij. Het zijn songs die het volledige spectrum van een angstaanjagende stilte tot een explosie van muzikaal geweld bestrijken.
Swans is een meester in het maken van muziek waarin slechts hele kleine stapjes worden gezet, maar de band staat ook dit keer weer garant voor hoge spanningsbogen en muziek van een indringende schoonheid.
Makkelijk is het allemaal niet. Zeker als je met beperkte aandacht naar de muziek van Swans luistert ben je de draad snel kwijt en is de muziek van de band eerder vermoeiend dan inspirerend. Bij beluistering met volledige aandacht groeit ook The Glowing Man daarentegen weer snel naar grote hoogten.
De muziek van Swans is vaak repeterend en bezwerend, maar kan binnen een aantal noten omslaan, wat ook deze plaat weer voorziet van heel veel dynamiek. In de meest toegankelijke momenten is The Glowing Man goed voor hypnotiserende klanken vol bezwerende percussie of voor wonderschone en bijna intieme muzikale passages. In de minst toegankelijke momenten vliegt Swans keer op keer uit de bocht en trekken gitzwarte wolken over. Van het oude Pink Floyd naar Talking Heads en van Krautrock naar noise.
Het kost wat energie om twee uur Swans te doorstaan, maar iedere keer dat je het probeert hoor je de plaat groeien. Iedereen die, net als ik, The Seer vier jaar heeft geleden heeft omarmd en hetzelfde deed met To Be Kind, zal ook genieten van The Glowing Man. Het is niet makkelijk en meestal gitzwart, maar onder al dat zwart komt steeds meer moois aan de oppervlakte. Buitengewoon intrigerend. Erwin Zijleman