De Amerikaanse muzikante Xenia Rubinos wordt op allmusic.com in de hokjes ‘alternative, indierock’, jazzrock, ‘alternative R&B’, ‘alternative singer-songwriter’ en indie-electronic geduwd.
Dat zijn hokjes die ik nauwelijks met elkaar kan verenigen, maar na beluistering van Black Terry Cat kan ik alleen maar concluderen dat de Amerikaanse muzieksite het bij het juiste eind heeft.
De tweede plaat van Xenia Rubinos is hierdoor een plaat waar je tegen moet kunnen. Ik werd in eerste instantie wel wat nerveus van de veelheid aan stijlen en de vele verassende wendingen op de plaat, maar Black Terry Cat is ook een plaat die zich steeds meer opdringt en die steeds meer respect afdwingt.
Met haar tweede plaat manoeuvreert de muzikante uit Brooklyn zich ergens tussen de geniale platen van tUnE-yArDs en Janelle Monáe in en roept ze bovendien herinneringen op aan het legendarische debuut van Lauryn Hill.
De muziek van Xenia Rubinos schuurt aan de oppervlakte tegen de in artistiek opzicht interessantere R&B aan, maar de inkleuring van de songs is over het algemeen ver van de R&B verwijderd en citeert afwisselend uit de jazz, de elektronica en de rock.
Het zijn songs die op het eerste gehoor flink tegen de haren instrijken door de tegendraadse instrumentatie en zeker niet de makkelijkste vocalen, maar wanneer je eenmaal gewend bent aan het bijzondere geluid van Xenia Rubinos valt er steeds meer op zijn plaats.
Allmusic.com is overigens nog voorzichtig geweest met het verzinnen van hokjes waar de muziek van Xenia Rubinos met enige fantasie in kan worden geduwd, want Black Terry Cat past ook best in de hokjes soul, hip-hop, avant-garde en graait ook nog wat bij elkaar uit de Latin en de muziek uit het Caribisch gebied. Het is in het begin zoveel dat het je duizelt, maar het vreemde is dat Black Terry Cat na enige gewenning een plaat is met verrassend veel stilte en ruimte.
Makkelijk is het allemaal zeker niet, want de Amerikaanse muzikante experimenteert er samen met producer Marco Buccelli (die overigens ook verantwoordelijk is voor het geweldige drumwerk op de plaat) driftig op los. Ook hier geldt echter dat gewenning wonderen doet. Wat bij eerste beluistering nog een vervreemdende uitwerking heeft, verleidt na meerdere luisterbeurten meedogenloos.
Het is nog altijd geen muziek die ik iedere dag wil horen, maar wanneer ik muziek wil horen die vrij durft te experimenteren maar de popsong toch niet uit het oog verliest, is Black Terry Cat van Xenia Rubinos een uitstekende kandidaat en bovendien een plaat die nog lang kan groeien. Ik zou zeker eens luisteren. Erwin Zijleman