Er zijn van die platen die ik noot voor noot ken. Het zijn meestal platen die stammen uit vervlogen tijden, want inmiddels is het muziekaanbod zo groot en zo toegankelijk dat er niet veel platen zijn die ik zo vaak draai dat ik ze noot voor noot kan reproduceren.
Dat lukt me dus wel bij de nu verschenen editie van 2112 van Rush, waarvoor ik als puber eerst even moest sparen en waarmee de veertigste verjaardag van het album wordt gevierd. Op zich best knap overigens dat ik de songs op de plaat nog in detail ken, want de muziek die Rush maakt is bij vlagen onnavolgbaar.
2112 was niet mijn eerste kennismaking met de muziek van Rush. In 1978 pikte ik als eerste Hemispheres op en dat is de Rush plaat die ik nog steeds het meest draai. Na Hemispheres begon ik aan de ontdekking van de rest van het oeuvre van het Canadese trio en die ontdekking begon in eerste instantie met het in 1977 verschenen A Farewell To Kings en de in 1976 verschenen live-plaat All The World’s A Stage.
Via deze live-plaat ontdekte ik uiteindelijk ook het eveneens uit 1976 stammende 2112, dat inmiddels een onbetwiste klassieker is in het oeuvre van Rush en ook een van mijn favoriete platen van de band, die momenteel bezig is met haar afscheidstour.
2112 was en is zeker geen makkelijke plaat. Op de eerste plaatkant staat het 20 minuten durende titelstuk dat overloopt van tempowisselingen en dynamiek. In deze 20 minuten slaat Rush op fascinerende wijze een brug tussen hardrock en symfonische rock en schaamt het zich niet voor het een jaar later in de punkbeweging zo verafschuwde muzikaal spierballenvertoon.
Het drumwerk van Neil Peart is razendsnel en soms onnavolgbaar, al zit bassist Geddy Lee hem constant op de hielen met fenomenaal en al even snel baswerk. Het gitaarwerk van Alex Lifeson schiet op 2112 alle kanten op en accelereert met een snelheid waarop Max Verstappen jaloers zal zijn. De hoge vocalen van Geddy Lee worden zeker niet door iedereen gewaardeerd, maar ik vind het nog altijd prachtig.
Bij beluistering van de 20 minuten durende titeltrack zit ik na al die jaren nog altijd op het puntje van mijn stoel en is het 20 minuten genieten. Op de tweede plaatkant staan wat compactere songs, waaronder live-favoriet A Passage To Bangkok, maar ook deze compactere songs zitten vol hoogstandjes.
Het is opvallend dat 2112 na al die jaren nog maar weinig van zijn oorspronkelijke glans en kracht heeft verloren en nog net zo sprankelt als op de dag van de release.
Mooi dus dat de 40ste verjaardag van de plaat in stijl wordt gevierd, al is het meeste materiaal op de luxe editie niet zo essentieel. Zo is het live-werk uit 1976 vergelijkbaar met de al eerder genoemde live-plaat en zijn de vertolkingen van Rush klassiekers door onder andere de Foo Fighters en Alice In Chains voor mij behoorlijk overbodig. De niet eerder uitgebrachte tracks zijn wel weer interessant.
De in de Abbey Studios geremasterde versie van 2112 klinkt natuurlijk geweldig, maar dat deed de een paar jaar geleden uitgebrachte versie ook. Het maakt dus niet zoveel uit welke versie je kiest, maar dat 2112 een monumentale plaat is, is voor mij weer eens bevestigd. Erwin Zijleman