Ik was zeker niet direct overtuigd van Anthropocene van Peter Oren, maar weet eigenlijk niet precies wat me bij eerste beluistering in de weg zat.
Het tweede album van de singer-songwriter uit Bloomington, Indiana, valt op door vaak ingetogen en altijd zeer stemmige klanken en door een bijzondere stem. Het is een stem waar ik flink aan moest wennen, waarschijnlijk omdat hij anders klinkt dan de meeste andere stemmen in het genre.
Het is ook een stem die het oor streelt wanneer je er eenmaal aan gewend bent; iets dat ik in het verleden ook heb gehad met de stemmen van onder andere Tindersticks zanger Stuart Staples en Bill Callahan (aka Smog), waarbij Peter Oren af en toe in de buurt zit.
De Amerikaan maakt op zijn tweede plaat muziek met vooral invloeden uit de country, blues en folk, maar Anthropocene is geen dertien in een dozijn rootsplaat, al is niet makkelijk uit te leggen waarom dit zo is.
De songs van Peter Oren zijn voornamelijk akoestisch en ingetogen en zijn gebouwd op een basis van akoestische en elektrische gitaren en de al genoemde stem van Peter Oren. Toch is Anthropocene geen hele sobere singer-songwriter plaat.
Producer Ken Coomer, ook bekend als de eerste drummer van Wilco, heeft de akoestische gitaren van Peter Oren aangevuld met hier en daar een pedal steel, een elektrische gitaar, een piano en een viool en heeft verder op subtiele wijze synths en een ritmesectie toegevoegd aan het bijzondere geluid op de plaat. Hij heeft vervolgens de stem van Peter Oren wat naar de achtergrond gemixt en zo nu en dan voorzien van wat galm, wat de muziek op Anthropocene een ruimtelijk effect geeft.
In muzikaal opzicht klinkt het allemaal sober, maar ook prachtig. De akoestische gitaar van Peter Oren zorgt voor een warme basis, terwijl het elektrische gitaarspel en de prachtige pedal steel bijdragen van Laur Joamets (Sturgill Simpson) en Sam Wilson en hier en daar een vrouwenstem bijzonder mooie en trefzekere accenten toevoegen aan het geluid op de plaat. Het is een geluid dat op fraaie wijze verder wordt aangevuld met de genoemde andere instrumenten en uiteindelijk een wat donkere ondertoon heeft. Het is ook een geluid vol dynamiek, want Peter Oren is misschien niet bang voor bijna verstilde klanken, maar schuwt ook de stevigere uithalen op de elektrische gitaar niet.
Het levert in combinatie met zijn stem muziek op die het uitstekend doet op donkere herst- en winteravonden, maar Anthropocene verdient ook aandacht wanneer de zon nog op is. Ik moest op een of andere manier erg wennen aan deze plaat, maar inmiddels hoor ik alleen maar de schoonheid en de intensiteit van de indringende songs van Peter Oren en iedere keer als ik ze opnieuw hoor zijn ze nog wat mooier. Bijzondere plaat dus. Erwin Zijleman
Anthropocene van Peter Oren is ook vergelijkbaar via zijn bandcamp pagina: https://peteroren.bandcamp.com/album/anthropocene.