27 februari 2020

Wilsen - Ruiner

De Amerikaanse band Wilsen kruipt na twee toch wat gezapige albums uit haar schulp met een album dat woest betovert, ingetogen streelt en stevig imponeert
Het nieuwe album van Wilsen doet me af en toe wel wat aan Big Thief denken en laat dat nu net de band zijn die vorig jaar met maar liefst twee albums opdook in de top tien van mijn jaarlijst. Net als Big Thief maakt Wilsen muziek vol subtiele dynamiek, maar verder lijken de bands eigenlijk niet eens zoveel op elkaar. Ruiner is een album vol prachtige gitaarlijnen, schurende synths en honingzoete vocalen en dit alles is verpakt in songs die zich steeds wat nadrukkelijker opdringen. De vorige albums van de band maakten op mij nauwelijks indruk, maar het derde album van Wilsen is een voltreffer.


De uit Brooklyn, New York, afkomstige band Wilsen bracht de afgelopen jaren al twee albums en twee EP’s uit, maar deze maakten op mij zeker geen onuitwisbare indruk. Het Amerikaanse trio maakte op deze albums en EP’s voornamelijk ingetogen popliedjes, waarin vooral de stem van zangeres Tamsin Wilson opviel. Slecht was het zeker niet en bij vlagen zelfs heel aardig, maar ik vond het uiteindelijk niet voldoende onderscheidend en bovendien niet spannend genoeg om de aandacht lang vast te houden. 

De openingstrack van het deze week verschenen derde album van Wilsen bevalt me direct een stuk beter. Het is een track waarin een, zeker voor Wilsen begrippen, flinke muur van geluid wordt afgewisseld met meer ingetogen klanken. Mooie gitaren en stevig aangezette drums trekken de aandacht, waarna meer ingetogen klanken en de mooie stem van Tamsin Wilson je betoveren. De openingstrack van Ruiner klinkt enigszins bekend in de oren, maar het is ook een track vol dynamiek en een track waarin Wilsen laat horen dat het een flinke stap heeft gezet. 

De prima Britse muzieksite The Line Of Best Fit noemt het nieuwe album van Wilsen “a quietly tumultuous storm of a record” en dat is een mooie beschrijving. Ook op haar derde album vertrouwt Wilsen voor een deel op ingetogen en wat zoet klinkende popliedjes, maar waar deze popliedjes in het verleden vaak wat gezapig voortkabbelden, is de muziek van Wilsen op Ruiner licht ontvlambaar. Zoete akoestische gitaarakkoorden kunnen zomaar omslaan in fraaie elektrische gitaarloopjes met een dreampop feel en hier en daar voert Wilsen het tempo flink op en klinkt het voorzichtig gruizig. 

De voorzichtige uitbarstingen in het nieuwe geluid van Wilsen voorzien het album niet alleen van dynamiek, maar zorgen er ook voor dat de meer ingetogen passages beter tot zijn recht komen. Met name de zang van Tamsin Wilson maakt veel meer indruk dan in het verleden en draagt stevig bij aan het verslavende karakter van het nieuwe album van de band uit Brooklyn. 

Het prachtige geluid is overigens deels de verdienste van producer Andrew Sarlo, die eerder indruk maakte met Bon Iver en vooral Big Thief. Het nieuwe album van Wilsen heeft soms wel wat van Big Thief, al is Tamsin Wilson een totaal andere zangeres dan Adrienne Lenker van Big Thief. Andrew Sarlo heeft ervoor gezorgd dat de zwoele vocalen prachtig centraal in de mix staan, maar het prachtige gitaarwerk op het album is minstens even sfeerbepalend en ook de bezwerende werking van de synths mag niet worden uitgevlakt. 

Ik vond de vorige albums van Wilsen wat saai, maar Ruiner houdt de aandacht makkelijk vast met een serie uitstekende popliedjes. Het geldt zeker niet alleen voor de songs waarin de band hier en daar kiest voor een wat voller geluid, maar ook voor de uiterst ingetogen songs die folky klinken en weer een andere kant van Wilsen laten horen. 

Gezien mijn eerdere ervaringen met de band had ik geen hoge verwachtingen rond het nieuwe album van het Amerikaanse trio en was het bijna onbeluisterd op de stapel beland. Wat ben ik blij dat dit niet gebeurd is, want Ruiner van Wilson wordt me bij iedere luisterbeurt dierbaarder. Kan zomaar een Big Thiefje worden dit album. Erwin Zijleman

De muziek van Ruiner is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://wilsen.bandcamp.com/album/ruiner.