Alison Sudol debuteerde twee jaar geleden als A Fine Frenzy met One Cell In The Sea. Op haar debuut maakte A Fine Frenzy toegankelijke popmuziek zonder al te veel vernieuwingsdrang, maar op één of andere manier raakte de plaat me. Dit lag vooral aan de intieme en verleidelijke fluistervocalen van Alison Sudol, maar ook in muzikaal en tekstueel opzicht had One Cell In The Sea wat mij betreft meer te bieden dan de gemiddelde recensent deed voor komen. Inmiddels zijn we weer twee jaar verder en ligt de tweede plaat van A Fine Frenzy in de winkel. Bomb In A Birdcage is, ondanks het succes van het debuut, toch wel een wat andere plaat geworden dan zijn voorganger. Waar Alison Sudol op One Cell In The Sea nog vooral koos voor intieme, vaak wat sprookjesachtig klinkende, popliedjes met een hoofdrol voor ijle pianoklanken en fluisterzang, is het geluid op Bomb In A Birdcage wat meer down to earth. De meeste songs op de nieuwe plaat van A Fine Frenzy hebben een wat voller en steviger geluid en hiernaast flirt Alison Sudol hier en daar opzichtig met avontuurlijke elektronica en beats. Ook Bomb In A Birdcage is weer geen plaat die overloopt van vernieuwingsdrang, maar persoonlijk vind ik dit geen bezwaar. A Fine Frenzy maakt op Bomb In A Birdcage frisse en goed in elkaar stekende popsongs, waarop niet veel valt aan te merken. Het zijn popsongs die direct bij eerste beluistering lekker in het gehoor liggen, maar Alison Sudol heeft er ook voldoende kwaliteit in gestopt om haar muziek ook op de langere termijn interessant te houden. Het sterkste wapen van A Fine Frenzy blijft natuurlijk de dromerige en verleidelijke stem van Alison Sudol, maar ook in compositorisch opzicht heeft A Fine Frenzy op haar tweede plaat een flinke sprong gemaakt. De critici zullen het wel weer niks vinden, maar ook de tweede van A Fine Frenzy is wat mij betreft een popplaat om in te lijsten. Erwin Zijleman