Over het debuut van de Amerikaanse band Cults was ik bijna tweeënhalf jaar geleden bijzonder enthousiast en af en toe zelfs lyrisch. Het debuut van de band rond gitarist Brian Oblivion en zangeres Madeline Follin bleek een honingzoete traktatie vol onweerstaanbare 60s pop met een bite. Het titelloze debuut van Cults zou geproduceerd kunnen zijn door Phil Spector, maar die zat toen al lang achter de tralies. Ook opvolger Static heeft zich stevig laten inspireren door de platen die Phil Spector in de jaren 60 produceerde (en met name zijn werk voor Darlene Love en meidenbands als The Crystals en The Ronettes), maar toch is Static een totaal andere plaat dan het zo bejubelde debuut. Waar Cults op haar debuut koos voor pure 60s verleiding met een goed verstopt gruizig laagje, combineert het op Static flink wat invloeden uit de 60s pop met een stevige dosis psychedelica en voorzichtige invloeden uit de 80s en 90s. Static overtuigt hierdoor toch wat minder makkelijk dan het debuut, maar is op hetzelfde moment een plaat die lastig is te weerstaan en toch blijft intrigeren. Natuurlijk is het jammer dat Cults op haar tweede plaat niet driftig strooit met nagenoeg perfecte popliedjes, maar aan de andere kant kunnen we hiervoor ook het debuut opzetten. Static moet het vooral hebben van bezwering en hier is tijd voor nodig. Zeker wanneer je heel oppervlakkig luistert naar Static lijkt het een wat zeurderige plaat, waarop met name de aanstekelijke refreinen zeer worden gemist. Bij aandachtige beluistering blijkt Static echter een knappe plaat vol geheimen, die op bijzonder inventieve wijze een brug slaat tussen de 60s en de 80s en 90s. Cults doet dit met songs die een stuk weemoediger klinken dan de songs op het debuut. Dit is mogelijk het gevolg van het stranden van de liefdesrelatie van Brian Oblivion en Madeline Follin, die zich op hun debuut nog omgaven met heel veel zonnestralen en vlindertjes. Toch is Static geen hele donkere plaat, daarvoor schittert het randje Phil Spector op de plaat toch net wat teveel. Ik geef eerlijk toe dat ik bij de eerste luisterbeurten vooral teleurgesteld was door het nieuwe geluid van Cults, maar nu ik de plaat een week of vijf heb laten rijpen kijk ik er toch anders tegenaan. De instrumentatie op Static is veel diverser en veelkleuriger dan die op het debuut, dat misschien wel erg makkelijk citeerde uit de schatkisten van Phil Spector. Het zorgt ervoor dat de muziek van Cults wat minder makkelijk is te doorgronden, wat de houdbaarheid op langere termijn zeer ten goede komt. Ook de zang op Static is beter dan op het debuut dat eigenlijk maar één recept gebruikte voor alle songs. Static heeft een deel van de pure verleiding van het titelloze debuut van Cults en voegt hier een flinke dosis diepgang en avontuur aan toe. Het kwartje valt waarschijnlijk niet direct, maar als het valt valt het ook hard. Heel hard. Erwin Zijleman