De muziek van Neil Diamond kreeg ik thuis met de paplepel ingegoten. Dat was niet altijd een genoegen.
Het werk van de Amerikaanse singer-songwriter uit de vroege jaren 70 was en is best te pruimen (de live-plaat Hot August Night is een klassieker), maar ergens aan het eind van de jaren 70 raakte Neil Diamond het spoor bijster en goed ook.
Er zijn niet veel, ooit eens heel serieus begonnen, muzikanten met zoveel slechte platen als Neil Diamond. De goede man hield het maken van hele slechte platen immers vol van de late jaren 70 tot een jaar of tien geleden en dat zijn heel wat jaren.
In 2005 verraste Neil Diamond echter vriend en vijand door met het geweldige 12 Songs op de proppen te komen. Aan de hand van de briljante Rick Rubin kwam Neil Diamond al weer bijna tien jaar geleden tot twaalf goudeerlijke songs, ontdaan van alle franje en met zijn nog altijd uitstekende stem in de hoofdrol. Rubin en Diamond deden het in 2008 nog eens over met het misschien net wat minder verrassende maar wat mij betreft minstens net zo goede Home Before Dark, maar sindsdien leek Neil Diamond het spoor weer wat bijster. Dat was nog moeilijk te horen op een kerstplaat (want die zijn in principe altijd slecht) en een wat overbodige live-plaat, maar op het in 2010 verschenen Dreams leek Neil Diamond toch weer wat te vervallen in zijn oude fouten.
Dat herstelt de inmiddels 73-jarige singer-songwriter op zijn nieuwe plaat Melody Road. Melody Road werd gemaakt met de ervaren producers Don Was en Jacknife Lee en topmuzikanten als Greg Leisz (op hoeveel platen speelt die wel niet?) en Benmont Tench.
Waar Rick Rubin Neil Diamond verbood om zijn liefde voor overdadige arrangementen te etaleren, heeft Neil Diamond op zijn nieuwe plaat hier en daar de vrije ruimte gekregen, waardoor een aantal songs verzuipt in strijkers. Dat is even doorbijten, zeker wanneer Neil Diamond de grens tussen kunst en kitsch wel erg dicht nadert, maar gelukkig komt Neil Diamond wat mij betreft niet verder dan het af en toe bewandelen van het spreekwoordelijke randje (waar hij op zijn slechte platen vooral overheen ging).
Melody Road bevat gelukkig ook een aantal songs met een smaakvolle en veel soberdere instrumentatie en productie en in deze songs maakt Neil Diamond indruk. Indruk met songs die blijven hangen en een goed gevoel geven, maar vooral indruk met vocalen die je niet verwacht van een 73-jarige.
Waar zijn meeste leeftijdgenoten inmiddels aardig versleten klinken, klinkt Neil Diamond nog net zo warm en krachtig als in zijn beste jaren en valt er zelfs iets te zeggen voor de bewering dat het dunne randje extra doorleving zijn stem alleen maar mooier heeft gemaakt. Het zijn vocalen die inmiddels ook de songs met een wat mij betreft wat overdadige productie en instrumentatie naar de goede kant van de streep hebben getrokken.
Door de wat gelikte productie zal Melody Road niet bij iedere liefhebber van singer-songwriter muziek in de smaak vallen, maar iedereen die hier met een open mind naar wil luisteren of een ieder die vooral valt voor mooie vocalen, zal toch moeten concluderen dat Neil Diamond op zijn oude dag weer een goede plaat heeft gemaakt.
Misschien niet zo goed als de platen met Rick Rubin, maar veel beter dan het merendeel van de andere platen die op het moment verschijnen en zeker in vocaal opzicht beter dan vrijwel alle andere platen die op het moment verschijnen.
Het is, zeker aan het begin van de plaat, even doorbijten, maar uiteindelijk word je er rijkelijk voor beloond. Muzikanten die ver na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd een uitstekende plaat maken. Ik heb er dit jaar al heel wat voorbij zien komen, maar ook dit is er absoluut een. Erwin Zijleman
Koop bij BOL.com